HENDRIK ANTOON LORENTZ HET WERK VAN VORMING BUITEN SCHOOLVERBAND" Leids hoogleraar vestigde faam der Nederlandse natuurwetenschap Woekeraar met grote gaven „Tuchtschool of...?" Een bezoek aan „Huis ter Wege" j 1853-1928-1953 GROOT ALS GELEERDE, DOCENT EN MENS Vriendelijkheid van hart en nederigheid van gemoed deden hem gul en gaarne geven van zijn verstand Voor zover in de internationaal sterk verweven wetenschappelijke wereld over nationale wetenschapsbeoefening gesproken kan worden, behoort ons land de laatste eeuw tot de grote mogendheden van de physica, zoals het eens behoorde tot de grote naar territoir, naar militaire macht, naar schilderkunst. Vele zijn de De Ruyters en Rembrandts van de natuur wetenschappen die ons land en in het bijzonder Leiden tot een der vooraanstaande centra der wereld hebben ge maakt, achter geen hunner namen echter gaat een groter geleerde, docent en mens schuil dan achter die van Hendrik Antoon Lorentz, wiens fundamentele arbeid in belangrijke mate het physisch gebouw heeft geschapen welks uitbouw de laatste decennia zulk een revolutionnair verloop neemt, dat het over de ganse maatschappij torent, daarover vergezichten opent en schaduwen werpt. Zelden slechts is een geleerde nog'tijdens zijn leven zulk een eerbetoon ten deel gevallen als deze Leidse hoogleraar, toen uit de hoogste krin gen in den lande en uit wetenschappelijke kringen van de ganse wereld talloze groten samenstroomden om hem in 1925 te huldigen bij zijn gouden doctoraat. Thans maakt de wereld der wetenschap zich op om zijn nagedachtenis te eren naar aanleiding van het feit, dat hij een eeuw geleden het levenslicht aanschouwde en een kwart eeuw geleden de wetenschap en de gemeenschap van zijn land en de wereld ontviel. Lorentz heeft in zijn levensarbeid de omstandigheden veelal meegehad, 'waar mede echter geenszins bedoeld wordt af breuk te doen aan de bewondering voor zijn werk en zijn persoon. In zoverre waren de omstandigheden hem gunstig, dat hij op 18 Juli 1853 ge boren werd als zoon van een niet onbe middeld kweker in Arnhem en een in telligente moeder, waardoor in zijn mi lieu zowel de middelen als het begrip aanwezig waren om „Hentje" de vorming en opleiding te geven, die overeenstemden met zijn al spoedig blijkende uitzonder lijke intellectuele begaafdheden. Toevallig ook opende de Middelbaar Onderwijswet van 1863 in die jaren de aangewezen weg Groep meisjes bezig met een balspel, De leidster kijkt toe. zeker hier! Met kartonnen geldstukken net echt! wordt er bij de „winkelierster", die de prijslijst van de groenten op een schoolbord heeft geschreven, inkopen ge daan. Die kleine winkelierster houdt keu rig boek en ook de huishoudboekjes van de kopende „huismoedertjes" worden keurig bijgehouden. ,,'t Is alles net écht!" zegt er een, als ze met de punt van haar tong tussen de tan den haar aantekeningen maakt. Even later schrijven deze „huismoeder tjes" brieven naar hun eigen moeders en vaders, 't Wordt een complete taalles, maar geen droge! De meisjes, die daarginds heel gewichtig een woordenboek raadplegen en die anderen, vooraan, die zelf hun eigen gefabriceerd woordenboekje een school schrift met alphabetische 'klapper bij werken, bemerken niet eens, dat dit nu een taalles is. Toch blijkt ons uit alles, dat het hier niet in de eerste plaats om „schoolse kennis gaat, maar dat zowel hier als in de gehele verdere inrichting de karaktervor ming nummer één is. En die conclusie wordt nog weer eens onderstreept, wanneer we de kinderen tij dens de eenvoudige, maar degèlijke maaltijd gadeslaan; wij zien hier ook weer, wat een arbeidsverdeling er op elk gebied is. Heel veel huiselijke arbeid wordt door de meisjes zelf gedaan. Wij praten nog even met de directrice en een paar leden van „haar staf" na en krij gen dan de rapporten ter inzage. Maar hoe geheel anders zijn die dan „de gewone gangbare schoolrapporten". Vanzelfsprekend valt hier niet het accent op de gewone schoolleervakken: d<e =taa-- op deze rapporten niet eens vermeld, al hebben we zoeven met eigen ogen gezien, dat ook „het leren" hier niet wordt ver waarloosd. Wat dan ö:op de rapporten wél vermeld wordt? O.a. het volgende lijstje; beleefd heid, behulpzaamheid gehoorzaamheid, spor tiviteit, netheid, lichamelijke verzorging, tafelmanieren. Met streepjes in verschillende klefiren wordt achter elk van deze vakken gere geld een aantekening gemaakt. Elke kleur heeft zijn eigen betekenis. De kinderen zijn daar goed van op de hoogte. En hebben ze iets gepresteerd, b.v. iets moois vervaar digd tijdens de handenarbeidles, dan krijgen ze op het uitslaande vel van het uitvoerige rapport de handtekening van de leidster. Een hele eer! Heel wat onderdelen zijn er, ook in verband met de sportprestaties, waarmee zo'n handtekening te verkrij gen is! Vanzelfsprekend vragen wij de directrice naar het resultaat van haar arbeid en die van haar trouwe staf. Maar zij vertelt verder, hoe haar wel meermalen berichten bereiken van ouders, schoolhoofden of gezinsverzorgsters, waar uit blijkt, dat van positief resultaat kan voor de ontplooiing dier talenten.In 1866 kwam als uitvloeisel van die wet een 5- jarige HBS te Arnhem tot stand, voor welker derde klasse hij nog voor zijn der tiende verjaardag het toelatingsexamen met uitstekend gevolg aflegde. Op deze HBS werd zijn levensbestem ming bepaald door de grote liefde voor de natuurkundige wetenschappen van zijn leraar Van der Stadt. Deze HBS draagt thans de naam van Lorentz als een blijvende herinnering aan de rol, die de school in de levensloop van de gi-ootste Nederlandse na tuurkundige heeft gespeeld. In 1869 deed hij eindexamen op 16- jarïge leeftijd, acht maanden later het staatsexamen, op 17-jarige leeftijd, student in de wis- en natuurkunde te Leiden, één. in plaats van de reglemen taire drie jaar, later „met de hoogste graad" geslaagd voor het candidaats- examen, op 18-jarige leeftijd Ieraar aan de burgeravondschool in zijn geboorte stad Arnhem, op 20-jarige leeftijd in 1873 geslaagd voor het doctoraal examen waarvoor zelfstudie naast zijn leraars ambt de basis legde, op 22-jarige leef tijd „doctor summa cum laude", na ver dediging van een proefschrift, dat op de grootste natuurkundigen van die tijd diepe indruk maakte, en dan op 24- jarige leeftijd hoogleraar in de natuur kunde aan de Leidse Universiteit, ter wijl hij een aanbod van een wiskundige leerstoel te Utrecht van de hand sloeg. Twee phasen Het levenswerk van prof. Lorentz kan in twee perioden onderscheiden worden; de wetenschappelijke uitbouw van de theo rieën, die hij in zijn dissertatie lanceerde, tijdens de eerste kwart eeuw, dat hij het Leidse hoogleraarschap bekleedde en een tweede periode, waarin hij, gegroeid tot primus inter pares dér physica, zijn gaven in dienst stelde van de internationale weten schap. Ook in die tweede periode van zijn schep pende arbeid bleef hij Leiden en de zuivere wetenschap trouw op een wijze, die an deren ondanks 't feit, dat zij zich daaraan uitsluitend kunnen wijden, slechts zelden hebben getoond. De zuiver wetenschappelijke arbeid van prof. Lorentz is geweest het uitwerken van een onderzoekingsprogramma, dat hij had uitgestippeld in zijn proefschrift „Over de theorie der terugkaatsing en breking van het licht". Lorentz verdedigde de stelling, dat het licht een electro-magnetische tril ling is, waardoor vele tot die tijd toe niet begrepen verschijnselen te verklaren vielen. Een van zjjn grootste triomfen beleefde Lorentz, toen een op basis van deze gedachtengang door hem zuiver theo retisch voorspeld verschijnsel, n.I. de splitsing van spectraallijnen onder in vloed van een magnetisch veld door zijn leerling en nadien medewerker prof. dr P. Zeeman experimenteel werd bevestigd. Lorentz als theoretisch zie ner en Zeeman als degene, die in uiterst moeilijke experimenten de juistheid van het voorspelde verschijnsel aantoonde, deelden in 1902 de Nobcl-prjjs voor Na tuurkunde. Deze prijstoekenning sprak temeer, daal de Nobelprijzen het jaar tevoren voor het eerst waren toegekend. Lorentz deelde te zamen met Zeeman de eerste prijs, die aan Nederlandse geleerden ten deel viel. Nadien genolen uitsluitend nauw met hem samen werkende Leidenaren deze hoogste eer: Kamerlingh Onnes en Enthoven. Verdere onderzoekingen over verschijn selen van het licht en de structuur van de stof brachten hem op het moeilijkste en meest fundamentele terrein van de natuur kunde de problemen van tijd. ruimte en energie. Lorentz werd op dit terrein de voorloper en wegbereider van zijn even knie en (Leids Universitair gesproken) col lega, prof. Einstein. Lorentz beredeneerde theoretisch, dat een lichaam verkort wordt in de richting van zijn snelheid en wel zodanig, dat bijv. worden gesproken. Dikwijls zegt men, dat de kinderen zoveel rustiger zijn geworden. Maar er zijn ook gevallen, waarvan eerlijk gezegd dient te worden, dat de resultaten minder gunstig zijn. In dergelijke gevallen komt zo'n meisje b.v. na negen maanden weer terug om een „nieuwe kamptijd" mei- te maken. Onwillekeurig denken we: „Wat een moed moet door hen, die hier leiding geven, tel kens weer worden opgebracht, wanneer na een korte rustperiode weer met een nieuwe groep meisjes van voren af aan moet wor den begonnen!" Wat een liefde en geduld vraagt deze prachtige, doch moeilijke paedagogische ar beid iedere dag weer. Wanneer wij de kamer van de directrice verlaten, zijn in een van de gangen juist de Eskimo's bezig onder leiding van haar leidster een bewegingsspel in te studeren Blijkbaar gaan de meisjes hierin geheel op. Ze volgen iedere beweging van hun leid ster, die het spel op de blokfluit begeleidt. Ook hier weer een streven naar concen tratie van de aandacht, zoals ons trouwens overal in dit internaat is opgevallen. Voor kinderen, die zich gewoonlijk zo moeilijk kunnen concentreren, is dit juist van het grootste belang. Wanneer wij afscheid nemen van mej. Taconis en haar staf, hebben wij een heel andere indruk van het „V.B.S.-werk" dan voorheen. Wie praat daar nu nog van „een soort tuchtschool?". Nee, dit is „Sociale Jeugdzorg" in de beste zin van het woord! een staaf van een meter, gelegen in de richting van de baan, die de aarde om de zon beschrijft, een twintigduizendste milli meter korter is door die beweging dan de „werkelijke" meter. Van deze ontdekking uit heeft Ein stein zün relativiteitstheorie ontwik keld. waarover Lorentz korte tijd later college gaf niet alleen aan studenten, maar ook aan hoogleraren enaan Einstein zelf, die nadien verklaarde zijn eigen theorieën nog nimmer zo duide lijk uiteengezet te hebben gehoord en ook te hebben begrepen Buitendien heeft Lorentz een belangrijke stoot gegeven tot de ontwikkeling van de electronen-theorieën. Buiten het zuiver wetenschappelijk werk van prof. Lorentz heeft deze ontdekkings reiziger in de physica zich de dank van de wereld verworven door zijn arbeid in de tweede kwart eeuw van zijn Leids hoog leraarschap. Alom in de wereld was zijn faam doordrongen en met de bescheiden heid en nederigheid, hulpvaardigheid en intellectuele virtuositeit die hem eigen wa ren heeft hij in de internationale weten- Met Zeemaneerste Nederlandse Nobel prijswinnaar schap ook op ander terrein zich onsterfe lijke verdiensten geoogst. Talloze congres sen en bijeenkomsten droegen in het begin van de twintigste eeuw zijn stempel. Zeer belangrijke arbeid verrichtte hij voor de Kon. Academie van Wetenschappen, die ter gelegenheid van zijn gouden doctoraat de „Lorentz-medaille" in het leven riep. On danks zijn vele internationale contac ten de vele aanbiedingen uit het buiten land bleef Lorentz tot het laatst toe Leide- naar. Zijn werk in kader van de Volken bond is zeer belangrijk geweest. Grote nationale verdiensten verwierf Lo rentz zich als voorzitter van de Staatscom missie voor het Zuiderzeevraagstuk. In die functie heeft hij ons land een directe be sparing van tientallen millioenen geschon ken, door de hoogte der dijken langs de Waddenzee te berekenen, nodig om de nieuwe stromingen na afsluiting van de Zuiderzee het hoofd te bieden. Hulde als mens Talloos zijn de onderscheidingen geweest, die hem ten deel zijn gevallen. Het com mandeurskruis van de Nederlandse Leeuw, het Grootkruis van Oranje Nassau, buiten landse onderscheidingen zonder tal. Geen dier onderscheidingen echter heeft hem meer getroffen dan de hulde, hem bereid bij zijn gouden doctoraat in 1925. Uit de gehele wereld stroomden de kop stukken van de nationale en internationale physische samenleving op een gure De cemberdag naar de Sleutelstad, om hem een hulde te brengen, ongeëvenaard voor een nog in leven zijnd geleerde. Lorentz werd het ere-doctoraat in de ge neeskunde verleend als blijk van waarde ring voor hetgeen hij had gepresteerd voor het medisch hoger onderwijs, en als „jubi leumgeschenk" werd hem een fonds aan geboden, dat een bestemming heeft gevon den in het stimuleren van zuiver weten schappelijk onderzoek door jonge physici. Bovenal echter zal hem getroffen hebben, de dank, vaak zonder woorden, hem ge bracht voor zijn arbeid als mens. Niet lang daarna werd het levenslicht gedoofd van dit begaafd wetenschappelijk intellect, van een groot docent, van een na tionaal en boven-nationaal denker, van een Nederlander die in bescheidenheid groot wist te zijn, van een pionier die zijn volge lingen voortstuwde, kortom van een mens, die met alle hem gegeven grootheid het grootst was in mens zijn. Lorentz werd 9 Februari 1928 ten grave gedragen. De dies natalis van zijn Univer siteit werd slechts herdacht met een sim pele redevoering, terwijl alle overige festivi teiten moesten wijken voor de rouw, die de Leidse gemeenschap drukte, bij het verlies van een van haar grootsten. De zoveelste Rembrandtstudie De Avontuur en Techniekreeks van de We reldbibliotheek Amsterdam—Antwerpen heelt een Rembrandtstudie in haar uitgaven opgenomen en H. van Guldener bereid gevon den deze reus onder de schilders nog eens van nabij te beschouwen in een historisch, tech nisch en vooral karakterkundig licht. De auteur is er zeker in geslaagd een tref fend beeld van de mens Rembrandt voor ons op te roepen en de met reproducties verleven digde tekst, mag dan ook in hoge mate leer zaam worden genoemd. Ook al loopt aan het aantal publicaties over Rembrandt in de hon derden, deze A. T. schets kan er beslist bij. Ze bewijst b.v. eens te meer, dat de waardering voor Rembrandt thans groter en zuiverder is dan die welke de meester van zijn tijdgenoten kreeg. Onze voorvaderen erkenden in het al gemeen wel z'n bijzonder talent, doch ston den in psychologisch opzicht mijlen bij hem achter en het Is goed, dat, de schrijver daar in zijn geschrift het accent op liet vallen. Het eigendom des Heren ÜNDER deze titel verscheen bij de Uit geverij Kok te Kampen de tweede druk van een Korte Verklaring van de Keidel- bergse Catechismus van de hand van ds J. G. Feenstra. Conform de ondertitel heeft de auteur zich er toe beperkt een puntige en tevens prac- tischc verklaring te geven van de Catechis mus der Reformatie. Nagenoeg alle 52 Zon dagen worden in 4 pagina's elk behandeld, be halve enkele kernpunten, zoals de Zondagen 12, 20, 21. 34 en 52, welke elk over twee hoofd stukken zijn verdeeld. Daartegenover nam de schrijver de Zonda gen 36 en 37 in één hoofdstuk samen. Elke afdeling is voorzien van een korte inleiding, terwijl dan de te behandelen stof als regel J-, drie hoofdgedachten is opgesplitst. Voor studiekringen, waar men zich be2ig houdt met de bestudering van dit Belijdenis geschrift, maar ook bij de voorbereiding van de catechismusprediking zal deze korte ver klaring door haar bondigheid van veel nut kunnen zijn. „Hebben jullie dan ook nog een tuin?" „Ja. we hebben allemaal een tuintje en daar werken we in met de tuinman, maar nu groeit er niet veel meer." 't Wordt ons wel duidelijk, van wat een grote opvoedkundige waarde het verzorger, van eigen dieren en planten ook juist voor deze kinderen heeft Schuilhutten en kampvuur En nu moet u tocli ook onze schuilhutten /*\nog zien!" roept Henny en ze trekt ons aan een hand mee. „Ja, ja, de schuilhutten!.... En de zand bergen.... en daarachter liggen de stenen; waarop soms het kampvuur brandtDaar. moet u ook heen," meent Gré. Wij laten ons maar meetrekken en be wonderen de tussen hagen en in struik gewas gemaakte schuilhutten, zwoegen hij gend over de met dennebomen begroeide zandheuvels heen.... bereiken eindelijk de plek. waar grote platte stenen in een cirkel liggen, waarop bij droog weer het kamp vuur wordt ontstoken. „En tegen dat we weggaan," vertelt ons een enthousiast meisje, dat wij met een van de leidsters tegenkomen, „hebben wij daarginds in dat groene gebouwtje een af- scheidsmiddagen dan komen onze va ders en moeders" Wij zijn nu dicht bij de grote verkeersweg gekomen en bemerken, dat er hier geen af rastering is. Onwillekeurig vragen wij aan een van de leidsters, die wij ontmoeten, of ér dan nooit eens iemand wegloopt. „O nee, dal doen ze niet," is het ant woord. En Gré, die de vraag heeft gehoord, vult dit antwoord lachend aan met de .opmer king: ,,'k Zou hier wel drie jaar willen blijven! Maar daar gaat het fluitjewe moeten naar school." De school /Aok wij moeten natuurlijk een kijkje nemen'in de school en al spoedig be merken wij, dat ook hier een frisse geest heerst. In dit kleine houten schooltje, dat geheel apart staat midden in het bos van „Huis ter Wege". krijgen de meisjes in groe pen van vijftien les, d.w.z. telkens één -kleine groep tegelijk. Toch is de taak van de onderwijzeres mej. Luyts niet ge makkelijk. Zij maakt ten eerste langere werkdagen dan haar .collega's bij het on derwijs. Daarbij zijn de leerlingen van ver schillende leeftijden en bovendien komen zij uit alle streken van het land. En dan de geaardheid van deze kinderen; want in weerwil van al het aardige, wat wij var. hen gezien en gehoord hebben, dienen wij toch niet uit het oog te verliezen, dat hier kinderen les krijgen, die in hun eiger. woonplaats tot de moeilijk opvoedbare jeugd behoren. Maar al gauw bemerken wij, dat ook mej. Luyts geheel voor ha2r taak berekend is. Over onderwijsvernieu wing gesprokenwat „winkelen" die meisjes in gindse hoek daar leuk. Spelen? Ja, maar indien érgens gezegd kan worden: „Mijn spelen is mijn leren!"dan toch A LS JE ZO DOORGAAT, ga je naar een tuchtschool!" A De lijd ligt nog niet zo ver achter onsdat deze opmerking nog al eens ge maakt werd tegenover minder volgzame kinderen. En wat voor een voorstelling had men dan van zo'n tuchtschool? Een somber gebouw, ijzeren discipline mogelijk ook wel lijfstraffen. Ja, als die jongen of dat meisje dan niet. goedschiks wil, dan.maar kwaadschiks. De tijden zijn veranderd. De scholen ook. Maar het idee „tuchtschool" is toch bij velen nog niet geheel de wereld uit, dat kan men nog telkens bemerken. Nu ivisten wij wel, dat er tegenwoordig zoiets bestaat als Vorming Buiten Schoolverband", voor jongens en meisjes, die weliswaar nog niet, rechtstreeks met de politie in aanraking zijn gekomen, maar dié toch dreigen te derailleren of op sommig gebied reeds gederailleerd zijn We wisten ook wel, dat er thans kampen bestaan om de ontspoorde jeugd weer in betere banen te leiden, maar hoe het daar precies toegaatis toch nog niet zó bekendWoorden als „ijzeren discipline", „opsluiting", e.d. zweven nog wél eens door het achterhoofd, ook bij het lezen van de drie letters V.B.S. (Vorming buiten schoolverband)totdat lyotdat wij op die zonnige herfstmorgen daar stonden voor „Huis ter Wege", een prachtig landgoed in de omgeving van Huis ter Heide in de provincie Utrecht ge legen. Een fraai gfasgazon vóór, een flink stuk bosgrond links, rechts en achter het hoofdgebouw. „Totaal ruim negen hectaren," vertelt ons even later de directrice, mejuffrouw Ta conis, die ons allervriendelijkst ontvangt. En dan vertelt ze ons van het móóie werk, dal in deze inrichting wordt gedaan. Al spoedig begrijpen wij, dat het idee „tuchtschool" een zeer verouderd begrip is er, we in deze omgeving daaraan in het minst niet meer behoeven te denken Chinezen, Eskimo's en Hollanders TAe ongeveer vijf en veertig meisjes, die hier wonen, zijn ingedeeld in: Chi nezen, Eskimo's en Hollanders". Wij keken wel wat vreemd op bij het horen van deze opmerking van mej. Taco nis. In de tuin en in de ruime gangen heb ben we al verscheidene meisjes ontmoet, kinderen met opgewekte, vrolijke gezichten, die ons in goed Nederlands groetten Maar Eskimo's en Chinezen hebben wij daaronder niet kunnen ontdekken. „En töeli is het zo," lacht dc directrice. „Als dc meisjes hier komen gewoonlijk voor een verblijf van drie en een halve maand verdelen wij haar in drie groe pen. We vormen clan een groep Hollanders, een tweede groep, waarvan de meisjes tij dens hun verblijf 'hier Chinezen zullen heten, en een afdeling Eskimo's." Dan laat ze ons in de rechtervleugel van het gebouw de slaapvertrekken en werkkamers van de „Chinezen" zien. Die kamers dragen de namen van Chinese provincies. De kinderen hebben zélf de na men van die provinciés op een stukje kar ton getekend en op de deuren aangebracht. Er hangen in de werk kamers platen en voorwer- |g| pen, die aan China herin- neren, maar het belangrijk- ste is een grote, door een der leidsters zélf getekende V" kaart. Zoals we in de lin- kervleugel van het gebouw. waar de Eskimo's huizen, een dito grote kaart van g^: Groenland zien hangen en |v. j in de derde werkkamer een grote kaart van Neder- land. -Onder.de voor de Chi nezen bestemde kaart zijn vijftien keurig beschilder de kartonnen poppetje- aangebracht. „Ieder kind", vertelt de directrice, „wordt voorge steld door zo'n poppetje. Als de kinderen een paar weken in ,,'t Huis ter Wege" zijn en flink hun best hebben gedaan, krijgen ze, naast hun eigen naam, ook een Chinese de Eskimo's een Eskimonaam. De Hollan ders ook een andere leuke naam. En dan gaat elke groep op reis op één van die grote kaarten! Gedragen de meisjes zich behoorlijk, ko men ze op tijd aan tafel, enz., dan worden de poppetjes op de kaart verplaatst. De .Ghinezen gaan ook gezamenlijk bergen be klimmen. Ja, want de leidster tekende ook hoge bergen op de kaart van China! Vroe ger reisden ze afzonderlijk; tegenwoordig, om de teamgeest te bevorderen, reizen ze Fietje met haar geitje. gebouw en ook ver daarbuiten. En al spoedig begrijpen we, dat elk kind hier een eigen dier heeft. Het ene meisje veïzorgt b.v. een duif, een ander weer een kalkoen. Op de overloop van de trap staat een grote kist met de witte mui zen van Ria. Fietje heeft een geit te ver zorgen; Gré maakt buiten haar hond los, die weldra dol van blijdschap om ons heen springt. „En die blauwe vogels zijn van mij!" zegt Ali bij hel langskomen. „Kijkt u ook even in m'n tuintje?" op de kaart dus in clubverband, 't Is een lange weg, die ze in drie maanden moe ten afleggeneen weg met vele slingers en bochtenErgens in Noord-China ligt het einddoel. Maar de meeste groepen be reiken het einddoel wel. Met welk een spanning volgen ook de Eskimo's de reis van hun groep door Groenland, van de éne sneeuwhut naar de andere! Ja, want ook sneeuwhutten en Eskimohonden tekende de leidster op de kaart van Groenland. De Hollanders „rukken op" van Zuid- Limburg uil. Toén wij hun werkkamer be zochten, hadden ze juist de lichtstad Eind hoven bereiktHet was nog een „lange weg", die ze moesten afleggenhelemaal rond het IJselmeer, maar ook de leidster van deze groep had goede moed, dat ze via de Oostelijke provincies og tijd Limburg weer zouden bereiken. Wat een stimulans gaat er uit van deze leuke gedachte! En het aardigste is, dat hun liefhebberijen: kleiwerk en andere handenarbeid, geheel verband houden mei het land, dat zij vertegenwoordigen. Ook hun lectuur speciaal hetgeen de leidster voorleest houdt verband met de aard rijkskundige omgeving, waarin zij a.h.w. enkele maanden vertoeven. T~tenk nu niet, dat uitsluitend mej. Taeonis al deze bijzonderheden vertelde bij de rondgang door het gebouw. Als men hier en daar een kijkje neemt, komt de spontaneïteit je overal tegemoet. Do kinderen zélf wijzen je op tal van bij zonderheden, Sommigen grijpen je hand. Eén roept: „Dat heb ik getekend"een ander: „Mijnheer, dat is mijn vogel" een derde: „En daar top de trap zitten mijn witte muizen!" Verwonderd vragend kijken wij de direc trice aan. „Henny en Gré. laten jullie nu maar eens de dieren zienik moet. nu naar-de staf- kamer." Tussen twee vrolijk babbelende meisjes m"''en we de verdere rondgang door het

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 3