„Ik denk nu aan een gebedsgrot... Ga niet kijken Amerika springt Nederland bij Aan de Poort van Europa 95 Dijk werd recht afgesneden Rampzalige week Vele vissers gaan weer naar huis Derde verlieslijst „De zon kan je doden in Brazilië" Zij kwamen van overal Vandaag geen socialistisch commentaar Toestand bij Haamstede zeer kritiek HET VRLJE VOLK ZATERDAG 7 FEBRUARI 1953 PAGINA 5 HET HELE HOTEL zoemt van de geruchten. Er zijn zo juist mensen aangekomen uit Gelderland, de ouders van kin deren, die bij familie op Goe- ree logeren. Zij vragen angstig naar de laatste berichten en iedereen doet zijn best hen be hulpzaam te zijn. Boven alles uit klinkt de monotone stem van de radio-omroeper, die be richten en oproepen doorgeeft. Ontstellende berichten over dood en verderf. Veelzeggende oproepen, die een duidelijk beeld geven van eindeloze nood en mateloos leed. Ergens in een hoekje zit een donkere man met lang. sluik roet zwart haar. Hij zit helemaal al leen en het is net alsof er een on zichtbare scheidsmuur is tussen hem en al die andere opgewonden mensen. Af en toe licht hij even zijn hoofd op en kijkt hij naar al die opwinding. Dan buigt hij zijn gezicht weer over een schetsboek je. In zijn lange, slanke hand heeft hij een stukje houtskool, waarmee hij een schets maakt. RUSTELOOS Die rijzige man met dat gitzwarte haar en die donkerbruine ogen onder trage oogleden is de kunstschilder Kanwal Krishna uit het dorpje Sik kim. Het heeft geen zin de atlas open te slaan, want ge zult Sikkim niet vinden. Het is een dorpje in het Hi- malaya-gebergte. juist aan de noor delijkste grens van India. Gedeelte lijk ligt het al in het geheimzinnige Tibet. Kanwal Krishna maakt een rond reis door Europa en hij bekostigt die lange reis uit de opbrengsten van tentoonstellingen van zijn werken, die in Rome, Stockholm, Oslo. Ko penhagen, Bonn en vele andere plaatsen werden geëxposeerd. In Ne derland worden ze niet tentoonge steld, maar hij is hier gekomen om de oude schilderijen te zien. En hij heeft zijn hart opgehaald. „Misschien ben ik wel wat erg rus teloos", zegt hij. „Feitelijk heb ik mijn hele leven gezworven. Het langst was ik in Calcut- maar dat moest wel, omdat ik daar studeerde op de Kunstaca demie. M'n groot ste zwerftocht maakte Elk jaar sterven fllHVPTlflpTl paard en lopend UUlZiCIIUCII door Tibet en over in India.... Ruim drie Jaar was ik onderweg. Meestal leefde ik tussen de primitiefste volken, maar ik was er volmaakt gelukkig." „In die jaren kreeg ik ook de kans de Dalai Lama te schilderen. Dat is, zoals je misschien weet, de God-ko- ning van Tibet. Hij heeft zijn palei zen in de hoofdstad Lhasa, die voer niemand toegankelijk is. Het was voor mij een grote eer. want ik was de eerste en enige schilder in de we reld en de geschiedenis, die ooit de Dalai Lama heeft geschilderd." Wat hij nu hier in dat Rotterdamse hotel zit te tekenen? Hij glimlacht verlegen en dat verzacht een beetje de zwaarmoedigheid van zijn gezicht, waarin de fanatieke ogen diep zijn weggezonken achter de ferme, ge bogen neus. ,J)at was eigenlijk een vreemde reactie. Al die wanhopige mensen deden me denken aan een gebeds grot in Tibet, waar kleine bange mensjes hun God smeekten om uit komst". Hy laat de schets zien. WAT GEVEINSD De ramp, die Holland getroffen heeft? Hij luistert beleefd belang stellend, maar zijn deelneming lijkt wat geveinsd. Dat meent hij zo niet, maar hij kan de waarachtige ont roering niet opbrengen. Dat blijkt trouwens duidelijk uit zijn woorden: „In India sterven ieder jaar dui zenden mensen van honger, kou, overstromingen en hitte. Soms liggen ze gewoon langs de straten, omdat de overlevenden de kracht niet heb ben de lijken te begraven, Zo'n ramp heeft jullie nu dus ook getroffen. Het Is ontzettend." Maar wij voelen ons een beetje schuldig na zijn woorden. Hebben wij ooit meegeleefd met de rampspoeden daarginds, aan de andere kant van de aarde? Een mens ziet de ellende pas als hij haar in zijn eigen huis kamer ontvangt. Zo is het en niet anders. Kaj Jensen: De Deen Kaj Jensen hoeft niet te wachten tot vriendelijke men sen voor hem de laatste radiobe richten vertalen, want die reizen de accountant van een grote olie maatschappij heeft in die paar maanden, dat hij in Nederland is, al aardig wat Nederlands geleerd. Niet genoeg om het goed te spre ken, maar ruim voldoende om al het gesprokene te begrijpen. Zo is Kaj Jensen. Een doorbijter, die krijgt wat hij hebben wil. Op de kop af twee en dertig jaar geleden is hij naar Zuid-Amerika vertrokken. Een handvol geld en een gloednieuw diploma van een middel- KANWAL KRISHNA ik was volmaakt gelukkig.. bare school was alles wat hy mee kreeg. Het bleek voldoende, want Kaj Jensen bereikte de top: een prima baan. Je kunt het direct aan zyn brede, vierkante kop zien. Het ge zicht van een vechter. Maar als je met hem praat, merk je, dat hy niet zo hard is, als hy graag zou willen zyn. Na twee en dertig jaar is hy terug gegaan naar Denemarken. Toen had hy volop genoeg van Brazilië, maar voornamer was toch nog, dat zyn Hard in schijn, dochtertje Edith niet tegen het moordend klimaat kon. „De zon kan je daar 'doden", zegt hl). .Onze maar tocll Edith was er no- tabene geboren en vf>l f]pprnic zy kon zelfs niet VUlUCCllUB tegen de hitte, ^.vwvw Daar dienen jul lie emigranten ook wel rekening mee te houden!" Het is niet de eerste keer, dat hy in de krant komt. In 1948 wilde hy ook iets doen voor de wederopbouw van Denemarken. En omdat hy een KAJ JENSEN kolibri's voor wederopbouw.... vogelvriend is, zond hy een aantal kolibri's naar de Kopenhaagse die rentuin. „Dat is een reis met hindernissen geworden", vertelt hy, „want ik ver zond de tropische vogels, toen het hier winter was. Daarom moest de verwarming in het vliegtuig op volle kracht aan. En daardoor zaten de passagiers en de bemanning op het laatst in hun hemdsmouwen. Maar de kolibri's zyn goed aangekomen." Dan stokt het gesprek. Er komen weer belangryke berichten. Hy buigt zich voorover naar de luidspreker en zyn gezicht wordt verdrietig. Hy is vol deernis met al die slachtoffers. De Haagse rechtbank heeft de gevangenhouding van de Russische journalist Pissarev, verdacht van spionnage, wederom met 30 dagen verlengd. Volgens het Westberlynse blad „Morgenpost" zyn 89 Duitsers de vo rige week omgekomen by een ramp in de uraniummynen van Ober- schlema in Oost-Duitsland. Zeven uit velen DRIE kwamen er uit Italië, twee uit Denemarken, één uit Ier land en die andere yit Parijs. Trei nen, auto's en vliegtuigen brach ten hen in ijltempo naar Neder land en zij gingen alle zeven snel naar Rotterdam, dat toen nog het knooppunt was van alle hulp verlening. Zeven haastige man nen met hetzelfde doel: Met eigen ogen zien hoe zwaar wind en wa ter ons land hadden getroffen. En hun bevindingen zouden ze in hun kranten of via de radio aan hun volkeren doorgeven. Zeven jour nalisten. De Italianen kwamen precies drie uur later aan aan de Denen, waar Povl Westphail by was van de „Ber- lingske Tiaende" uit Kopenhagen. Hij liep nog mee een kaartje voor de bioscoop in de zak. Zyn vrouw en hy hadden r.et hun jassen aangetrok ken. toen het bericht kwam dat Povl naar Holland moest. Zo is het leven van journalisten nu eenmaal. Piero Ottone van de „Gazetta del Fopolo" uit Turyn was het al niet veel beter ver gaan. Hy had nauwelyks tien minuten om zyn koffertje te pak ken. Piero is een vriendeiyke jonge kerel, die uitste kend Engel! spreekt. Maar hy vond het toch prachtig, toen hy op zyn reportage- tocht naar Flakkee op dat kleine vrachtscheepje plotseling iemand trof, die vloeiend Italiaans sprak. En zelfs mensen in Turijn kende, die vrienden zijn van Piero. ,,'t Is toch maar een kleine wereld", lachte hy. Uit Parys kwam Georges Maranz, een allerbeminnelykst man, maar zyn politieke sympathieën lagen ons met. Naar onze smaak heeft die Georges te veel vertrouwen in de communisten. Hy noemt zich zelf „uiterst links socialistisch", maar dat is nogal een vage aanduiding. Hoe het ook zy: ook hij deed zyn best zyn lezers een eerlijk beeld te geven van de nood, waarin een groot deel van Nederland verkeert. De jongste was de vertegenwoor diger van de „Irish Times", wiens naam ons, eerlijk gezegd, in al die drukte is ontschoten. Het was een I nette jongen, rustig en zakelyk, die precies wist, wat hij weten wilde. En dat is ten slotte het allerbelangrykste voor een journalist, al moet hy het dan natuurlyk ook nog aantrekkelyk terug kunnen vertellen. Dat waren er zeven van de vele buitenlandse journalisten, die in de afgelopen week dag en nacht hebben gesjouwd om hun landgenoten een goed inzicht in de omvang van de nationale ramp te geven. Uit het medeleven in woord en daad blykt reeds, dat hun werk niet vruchteloos was. Daarvoor moeten we dankbaar zyn, vindt POORTWACHTER. DE REGERING doet een dringend beroep op de bevol king zich niet onnodig naar het rampgebied te begeven. Met name kijklustigen en personen, die familieleden of bekenden in het rampgebied willen opzoe ken, of willen trachten aldaar inlichtingen over hen te ver krijgen, kunnen de hulpver lening en herstelwerkzaam heden belemmeren. Daarom wordt hun dringend ver zocht aan hun voornemen, hoe be- grypeiyk op zich zelf ook, geen gevolg te geven. De politie heeft opdracht met ingang van vandaag deze per sonen niet tot het rampgebied toe te laten. Bovendien verzoekt de regering ook de streken in de nabijheid van het rampgebied niet onnodig te bezoeken. Zii vraagt dit. opdat de hulpver lening en de herstelwerkzaamheden voortgang kunnen hebben en ver keersopstoppingen worden voorkomen. De regering vertrouwt, dat de be volking ook in dit opzicht alle mede werking zal willen verlenen, zodat eventuele nadere maatregelen ter be perking van het verkeer achterwege kunnen blijven. Het socialistisch commentaar verschynt vandaag niet in de krant. We hebben de ruimte drin gend nodig voor dc berichtgeving uit het rampgebied en het aller belangrijkste andere nieuws. En bovendien is er op dit ogenblik toch niet veel anders te zeggen dan: helpt helpt zoveel ge kunt. Het gironummer van het Rampenfonds is 9575. NA EEN EENPARIG BESLUIT van de Amerikaanse regering, heeft president Eisenhower een kabinetscommissie ingesteld, die plannen zal uitwerken voor hulp aan de gebieden in West- Europa. die door de overstromingsramp getroffen werden. Tot voorzitter van de commissie is John Foster Dulles, de minis ter van Buitenlandse Zaken, benoemd. Als leden zijn aangewezen Charles Wilson, minister van Defensie, Ezra Benson, minister van Landbouw en Harold IS t a s s e n, directeur van het Bureau voor de Wederzijdse Be- I veiliging. De commissie heeft opdracht de feiten na te gaan en aanbe velingen te doen omtrent de wijze, waarop de slachtoffers zullen worden geholpen. Hiui werk was niet Ramp veroorzaakt- door N.W. storm springtij in de nacht van Zaterdag op Zondag. d ikdoorbraken II i II Orooggekomer 2000 vaartuigen en 125vliegtuigen in reddingsacties. Stand v. het Nat.Rampenfonds 3,1 mill.gulden 244vl'iegtuioen van 5 nationaliteiten actie 135000 zandzakken afgeworpen. Stand nh. Nat Rampenfonds ruim Evacuatie voor een groot deel vol tooid. Nog steeds bestaat er gevaar voor nieuwe dijk breuken Gisteren heeft een groot aantal vis sersschepen, dat in de wateren rond Schouwen-Duiveland opereerde, koers gezet naar huis. Een van de redenen was, naar een terugkerende kotterkapitein ons ver telde (en ook uit de radiogesprekken bleek) een afgeluisterd gesprek op de 137 meter tussen de marinecomman dant van Zierikzee, kapitein ter zee (kolonel) Van Waning, en een zijner ondergeschikten, aan wie hij verbood verder nog orders in ontvangst te nemen van een andere kapitein ter zee, kolonel Van Dullem, die in de nabijheid van Zype eveneens leiding gevende reddingarbeid verrichtte. De hoge toon, waarop dit (ook door ons gehoorde) gesprek werd ge voerd heeft de vissers onaangenaam getroffen. „Laat die kolonel het dan zelf maar doen", was hun reactie, waarvan wij de redely kheid overigens niet willen beoordelen Het onmiddellyk daarna gedane verzoek eveneens per radio om nog een dag of vier in de buurt te biyven, ook al was er op dat moment geen werk, hebben vele schippers in de wind geslagen. De marinecomman dant zette in dit verzoek uiteen, dat de evacuatie by voorkeur werd uit gevoerd met binnenschepen, maar dat de grotere schepen diensten kon den bewyzen als reddingboten voor het geval er stormweer zou opsteken en zich een nieuwe noodtoestand zou ontwikkelen. Vele vissers vonden dat rljkelyk vaag. Zij waren gekomen om mensen te redden en nu die er blijkbaar niet meer waren, wilden zy terug aan de arbeid. Dit geldt intussen niet voor allen. Daarom zal, Indien zich werkelijk een nieuwe noodtoestand ontwikkelt, scheepsruünte genoeg aanwezig zyn, te meer daar nog steeds boten van allerlei slag wy hebben o.a. een aantal Lemster botters gezien in de richting Zeeland opstomen. Ook voor hen zal het een teleur stelling zyn. wanneer zy vernemen, dat het grootste werk is gedaan. Ook het hospitaalkerkschip De Hoop is op zyn tweede reis op de rede van Zierikzee geduldig blyven wachten. De haven was vol en alle berichten wyzen er op, dat de afvoering der in gevaar verkerende bevolking van het eiland nagenoeg is voltooid. Het zal wellicht geen toeval zyn, dat Dulles en Stassen beiden een plaats in deze commissie hebben ge kregen. Zy beiden brachten immers op hun tocht door Europa Vrydag een bezoek aan Nederland, waar zij met koningin Juliana en later met de minister-president dr Drees en met de ministers Beyen en Luns heb ben gesproken. Hoewel omtrent de besprekingen slechts bekend is gemaakt, dat de hoge gasten ingelicht zyn omtrent de hoofdpunten van het Nederlandse buitenlandse politieke beleid, mag worden aangenomen, dat de Ameri kanen ook vele inlichtingen over de noodtoestand in Zuid-Holland en Zeeland hebben verzameld. Dit zou dan het eerste documentatiemate riaal voor de nieuwe Amerikaanse commissie zyn. Willi Leisner, een vooraanstaan de functionaris in de Christen-Demo cratische Party van Oost-Duiisland, is gearresteerd, zo meldt het West- duitse persbureau D.P.A. Alsof een reusachtig mes een hap uit de zware dijk heeft gesneden: zo fel was de druk van het water toen het Zondag door de zeedijk bij Hoofd plaat (westelijk Zeeuwsch-Vlaande ren) brak. Links de ondergelopen polder. ar Vervolg van voorpag. De Rijkspolitie te water heeft dan ook dringend verzocht geen nieuwe schepen naar dit gebied te zenden. Hoe de evacuatie van Renesse ver liep. was in de loop van de ochtend nog niet bekend. Duiveland is met uitzonde ring dus van Bruinisse en enkels families op Zijpe geheel geëva cueerd. heeft overste Beets, comman dant van de Commandotroepen, mee gedeeld. Hoewel er vele gunstige berichten over de evacuatie van Schouwen binnenkomen, mag men niet ver geten. dat er nog één punt is. waar honderden weliswaar droog, maar toch volkomen geïmproviseerd en in ellendige toestanden bijeen moe ten zittende meest westelyke punt van het eiland in het duinengebied rondom Haamstede en Burgh. Er zijn vrywel geen gegevens over deze mensen, die in de ijzige kou en omringd door de zee reeds van Zon dag af in de duinen kamperen. Helmut Meyer, afdelingschef van 't Oostduitse Ministerie van Fi nanciën, is naar West-Berlyn uitge weken. Hy was een der 1000 Oost duitsers, die Do ndreaeddg-Myenopw duitsers, die Donderdag de wyk naar het Westen namen. DORDRECHT: E. J. van Balkom-Peren, Dordrecht, 1894. KERKWERVEL. Kloet. Duivendijke, 1888; zijn moeder H. Koo- man, Duivendijke. 1864; C. van der Bijl, Kerkwerve, 1869. KLCNDERT: L. van Wensen, mevrouw Van Wensen-Tolenaars en zeven kinderen: E. Kasan, sold, uit Amsterdam; N. F. Berg, sold, uit Den Haag (vermist)A. Zwarts, sold, uit Delft NUMANSDORP: geïdentificeerde slachtoffers: J. Hoek, Ridder kerk. 1904: J. P. Hoek, Numansdorp, 1936; D. E. Hoek, Numansdorp. 1940; E. Hoek, Rotterdam, 1905; J. Hoek. Numansdorp. 1934; J. M. Bezemer, Numansdorp, 1924; E. C. N. van der Ree, Numansdorp, 1950; A. Herweyer, Barendrecht, 1907; E. A. Herweyer, Numansdorp, 1942; C. P. Herweyer, Numansdorp, 1929; C. G. Herweyer-Knops, Melis sant, 1932; T. M. Herweyer, Numansdorp, 1952; L. Beider, Maasdam, 1872; Belder-'t Hoofd. Maasdam, 1872; W. Belder-Schuitman, Zuid- Beverland, 1899; J. Cot, Scherpenisse, 1890; W. Cot-Belder, Rotter dam, 1899: A. Rietveld, Numansdorp. 1927; Rietveld-Herweyer, 1931: C. T. Rietveld, Numansdorp, 1951; P. Herweyer, Stellendam, 1882; A. M. Herweyer-van der Ree. Numansdorp. 1884; A. Groeneweg, Numansdorp, 1900; J. B. Groeneweg-de Jongste, Rotterdam, 1905; H. J. Rustenhoven, Renkum, 1912; I. A. Rusienhoven-van der Ree. Numansdorp, 1913; J. Rustenhoven, 1933; T. N. Rustenhoven, 1936; N. T. Rustenhoven, 1937; W. A. Rustenhoven, 1939; A. A. Rusten hoven, 1941; A. J. Rustenhoven, 1942; H. Rustenhoven, 1947; P. A Rustenhoven, 1949; P. de Jongste, Rotterdam, 1909; K. N. de Jongste- Kramp, Numansdorp, 1915; D. N. de Jongste, 1941; N. P. de Jongste, 1945; H. L. de Jongste, 1946; H. de Jongste, 1951; J. Kramp, Numans dorp, 1921; M. A. Kramp-Fortuin, Strijen, 1922; H. Kramp, 1948: N. Kramp, Numansdorp, 1950; A. van Geemert, Numansdorp, 1927; J. C. van Geemert-van 't Noordeinde. 1929; C. M. van Geemert, 1952; A. Putters, Giessendam, 1905; M. Putters-van Eekelen, Klundert, 1921; J. Putters, 1948; J. Notenboom, Numansdorp, 1867; P. Notenboom, Numansdorp, 1899; L. Biesheuvel, Numansdorp, 1882. OUDELANDE: te Goes geïdentificeerde persoon: C. Janssens, Oude- lande, 1875. OUDE TONGE: geïdentificeerde slachtoffers: P. van Noord-van der Baan, Sommelsdijk, 1921; F. J. van Noord, Oude Tonge, 1951; over leden: L. N. van Polanen, korporaal, legemo 310419285. ST PHILIPSLAND: verdronken: A. A. van der Est, Bruinisse, 1914; W. M. Faasse, St Philipsland, 1887; J. Ligtendag, St Philipsland, 1915; J. P. Geense, St Philipsland, 1884; omgekomen, nog niet gevonden: M. den Haan, St Annaland, 1873; C. J. Suurlant, Tholen, 1934; J. J. Suurlant, Tholen, 1929; J. M. Suurlant. Poortvliet. 1889; L. Vroegop, Steenbergen-Kruisland, 1940. POORTUGAAL: J. Verhey, Poortugaal, 1883; N. Verhey-van Kam pen, 1887; A. Verhey, 1913; K. Venneman, Poortugaal, 1918; M. Ver hey, 1925; P. Venneman, 1948. STAVENISSE: geïdentificeerd te Bergen op Zoom: J. Hage, oa 60 jaar; W. J. HageSauke, ca 50 Jaar; P. J. Ha ge-Koeman. TEXEL: omgekomen: W. Bernardus uit De Waal: W. Dijker, (38 jaar) uit De Waal: R. IJkse (52 jaar) uit De Waal: D. Kuip (36 Jaar) uit De Koog. YERSEKE: woonplaats van deze slachtoffers onbekend, te Yerseke geïdentificeerde, overleden personen: T. Brieve, Kruiningen. 1892; A. Sinke, Kruiningen, 1894; T. G. Hofmeijer, Kruiningen, 1952; J. L. Hendrikse, Ouwerkerk, 1931; J. Danker, Kruiningen, 1879; M. J. van Iwaarden, Kruiningen, 1896. RECTIFICATIES: Tweede lijst, Tiengemeten: Dingeman Ordon, Gerrit Ordon. Juiste naam; Dingeman Ardon, Gerrit Ardon. Tweede lijst, Zuldland: Kapel, twee gezusters, wonende Kerkweg, juiste namen: Kapel-Overgouw, Maartje; Kwak-Overgouw, Adriaantje. Het Ned. Rode Kruis kan ln verband met de omstandigheden, waar onder de gegevens van deze verlieslijst worden verzameld, niet de volledige garantie geven voor de betrouwbaarheid. Het is dus mogelijk, dat een enkele wijziging achteraf noodzakelijk zal blijken.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 3