RADIOREDE VAN DE HEER H. D. LOUWES
OP MAANDAG 2 FEBRUARI 1953
de Rijksdiensten, die zich op landbouwgebied be
wegen, eendrachtig samenwerkt. De Voedselcom-
missaris houdt zeer nauw contact met de Voor
lichtingsdienst, de Cultuurtechnische Dienst en de
Gezondheidsdienst.
De evacuatie van het vee is volop aan de gang.
Het spreekt vanzelf, dat er veel vee is onderge
bracht bij buren, die zijn droog gebleven. De Ge
zondheidsdienst is bezig dit te inventariseren. Men
tracht het vee zoveel mogelijk in Zeeland onder te
brengen, zulks in verband met de t. b. c.-bestrijding.
Het vee van Schouwen en Tholen komt centraal op
Zuid-Beveland aan. De dieren worden onmiddellijk
getuberculineerd en ingeënt tegen mond- en klauw-
zeerReageerders worden direct afgeslacht. Na 2Vo
maand zullen de dieren opnieuw getuberculineerd
worden. Dit vee brengt men thans naar Walcheren
en Zeeuws-Vlaanderen. Aangedrongen wordt, dat
men het vee, dat men elders tijdelijk op zijn be
drijf krijgt, verzorgt als was het eigen vee.
De kadavers van de vele dode dieren
brengt men zoveel mogelijk naar de
destructor te Hansweert. Daar deze ech
ter ook zoutwaterschade heeft, kon dit
bedrijf pas na enige dagen op volle kracht
gaan werken.
Voorzover men de kadavers zelve bej
graaft, wordt dringend aangeraden de
oren af te snijden. Zulks in verband met
eventuele latere schadevergoeding.
De Voorlichtingsdienst acht het ge
wenst, dat men van drooggelopen polders
zo spoedig mogelijk monsters laat nemen
om het zoutgehalte te bepalen. Dit is
noodzakelijk teneinde een behoorlijk ad
vies voor inzaai te kunnen uitbrengen.
Het Bedrijfslaboratorium te Goes zal wor
den ingericht voor het bepalen van dit
zoutgehalte.
Schadevergoedingsregeling.
In zijn verklaring voor de Tweede
Kamer heeft de Minister-President, Dr W.
Drees, er reeds op gewezen, dat de Rege
ring voornemens is een schadevergoe
dingsregeling in het leven te roepen.
Ook de Minister van Landbouw, Zijne
Excellentie Mansholt, bevestigde dit bij
zijn bezoek aan Goes. Het ligt voor de
hand, dat de schade in de landbouw
sector zal worden behandeld op de wijze,
zoals de Rijksdienst Landbouwherstel dit na de
Tweede Wereldoorlog regelde. Het feit, dat de
leiding van deze regeling gelegd is in de handen
van Ir Herweyer, wiens ervaring van de vorige
maal nu prachtig te pas kan komen, wijst in de
bovengenoemde richting. Aan de regeling zelve
zal zeker op het ogenblik worden gewerkt.
Teneinde een en ander straks te kunnen uit
voeren, zal de schade overal opgenomen dienen te
worden. Aangenomen mag worden, dat hierbij de
plaatselijke en de districtscommissies weder zullen
worden ingeschakeld. Deze immers kunnen hier
als van ouds goede diensten bewijzen.
De Secretaris, die het voorrecht had Minister
Mansholt zelve een ogenblik te spreken, deelt ver
volgens mede, dat hij sterk de indruk had, dat de
bewindsman vooral spoed wil betrachten met het
bekend maken van de schaderegeling, opdat een
ieder weet waar hij aan toe is.
Dit juichte de vergadering zeer toe.
Het bezoek van Prinses Wilhelmina heeft tal
lozen gesterkt. De wijze, daarop Zij op haar leef
tijd, onvermoeibaar en de eenvoud zelve, velen op
beurde, moge ons allen tot voorbeeld strekken.
Ook de bezielende leiding van onze Commissaris
der Koningin gaf velen weer de moed aan het her
stel te beginnen.
Als Z. L. M. ontvingen wij direct het volgende
schrijven van onze zusterorganisatie, de Groninger
Mij. van Landbouw:
„Het Dagelijks Bestuur van de Groninger
Mij. van Landbouw, in vergadering bijeen,
diep getroffen door de grote ramp, die Uw
gebied heeft getroffen, vraagt zich af in hoe
verre wij U bijzondere hulp en steun kunnen
bieden.
Wij hebben onze afdelingen en hun leden
reeds verzocht aan de beroepen door parti-
Geachfce Luisteraars,
In de eerste plaats wil ik namens alle agrarische
bedrijfsgenoten in Nederland, arbeiders, boeren,
tuinders, eerbiedig herdenken allen, die in deze
stormramp hun leven verloren en ons medeleven
uitspreken met hen, die achterbleven. Dan besef
fen wij het nameloze leed, dat is gekomen over
duizenden, die in nood en vrees voor het water
moesten vluchten, die have en goed verloren zagen
culiere steunacties op hen gedaan, alle mo
gelijke steun te geven.
Voorzover wij U nu of in de toekomst hulp
kunnen bieden, vernemen wij zulks gaarne
van U, teneinde na te gaan of wij Uw wensen
kunnen verwezenlijken."
HET WERK DER Z. L. M.
Het Bestuur besluit, dat de werkzaamheden van
het Z. L. M.-secretariaat voor de niet gedupeerde
leden in volle omvang voortgang dienen te vinden.
Daarnaast zal in de toekomst alle mogelijke steun
aan de gedupeerden dienen te worden gegeven.
Besloten wordt tenslotte geen eigen hulpactie
op touw te zetten, doch het Nationale Rampenfonds
in aller aandacht aan te bevelen.
S.
oneindige mogelijkheden strijdmiddelen greep, die
ons tijdelijk de nederlaag deden lijden. Tijdelijk,
want wij pakken weer aan en het zal zijn Luctor
et Emergo, ik worstel en kom boven.
Maar daarvoor is nodig: bezonnenheid, overleg
en de vaste wil om een beleid op korte en lange
termijn tot uitvoering te brengen.
Daarom deel ik U het volgende mede:
De landelijke Stichting voor de Landbouw heeft
in eigen kring de nodige maatregelen getroffen
om haar taak temidden van deze nationale ramp
zo goed mogelijk te volbrengen. Onze algemene
Secretaris, Ir. Royackers, is voor onze Stichting
het contactpunt, de heer Broeders voor deze taak
zijn medewerker.
Verder verzoeken wij U als landgenoten van
harte mee te werken de nu alom gehouden worden
de inzamelingen voor geld en kleren van harte te
steunen; er moet veel menselijk leed en menselijke
nooddruft op zeer korte termijn zo goed mogelijk
gelenigd worden; geld, kleding en dekking is daar
voor wel het meest nodige. Een ieder geve naar
de mate van zijn kunnen.
Er zal verder worden voorgesteld, in overleg met
de Koninklijke Nederlandse Zuivelbond, uit de mid-
delen van het Zuivelfonds III, dat geld is van de
boeren, een bedrag van één millioen gulden in het
Rampenfonds te storten tot leniging van de eerste
nood.
Later zal er nog zoveel te doen zijn in geld en
goederen om onze collega's van de rampgebieden
weer te helpen hun bedrijven, organisaties en in
richtingen te herbouwen en toe te rusten; t.z.t. zal
daarvoor op U allen als personen en organisaties
een beroep worden gedaan.
Hedenmiddag om 2.00 uur zal, na overleg onzer
zijds met de Minister van Landbouw, een bespre
king plaats hebben met Ir. Franke, de plaatsver
vangende Directeur-Generaal van de Voedselvoor
ziening om vast te leggen, wat wij kunnen en moe
ten doen.
Wij zullen Ir. Franke een urgentieprogramma
als basis voorleggen als onze bijdrage tot een goed
beleid.
Daarbij zullen wij vooral naar voren brengen:
a. dat de Stichting voor de Landbouw, lande
lijk, provinciaal en regionaal klaar is alle
nodige hulp te verlenen, waarbij met name
is te denken aan het inventariseren van de
beschikbare stajruimte;
b. bepaalde maatregelen voor de voedselvoor
ziening van mens en dier, ook met het oog
op, hetgeen in de overstroomde gebieden
verloren is gegaan;
DE KRACHT VAN HET WATER
Ook is wel gebleken, dat alles in het werk zal
worden gesteld om die polders, die spoedig droog
kunnen zijn, nog dit jaar ingezaaid te krijgen.
Dank voor het medeleven.
Na al deze mededelingen brengt de vergadering
hulde aan al diegenen, die zich spontaan hebben
ingezet bij het reddingswerk. Ook is het ontroe
rend de blijken van medeleven te aanschouwen.
gaan. Zij zien zich gesteld voor de bovenmenselijke
taak velen helaas voor de tweede keer in enkele
jaren tijd opnieuw de levensmoed en de geest
kracht op te brengen uit de troosteloze ellende
van een overstroomd gebied opnieuw een bewoon
baar land op te bouwen.
God hebbe de zielen der gestorvenen en sterke
al de getroffenen.
In de geschiedenis van Nederland is het niet de
eerste keer, dat de zee uit het arsenaal van zijn
NA DE RAMP