eerst maalt!
Wie doet er mee? Een boek voor een abonné!
Wie het eerst
komt, het
Ondergetekende,
naam:
adres
woonplaats:
geeft als abonné op
naam:
adres:
woonplaats:
gewenst premieboek:
Handtekening:
Het abonnementsgeld voor drie maanden 2.60)
is voldaan per postwissel/per giro 562933 of
Gemeente Giro Amsterdam U 162/contant aan
bezorger of kantoor.
(Doorhalen wat niet van toepassing is)
die onbeweeglijk, als een onderzees rif ter grootte van e«a
kamervloer, onder de waterspiegel lag. Het was waarschijnlijk
de beruchte reuzen-rog, maar hij bewoog zich niet en wij
kwamen er niet dicht genoeg bij om de omtrekken duidelijk
te kunnen zien.
Met zulk gezelschap in het water viel de tijd ons nimmer
lang. Erger was het, wanneer wij zelf in het water moesten
duiken om het touwwerk aan de onderzijde van het vlot te
inspecteren. Op een dag raakte een van de zwaarden los en
gleed onder het vlot, waar het vast bleef haken in het touw
werk, zonder dat wij het te pakken konden krijgen. Herman
en Knut waren de beste duikers. Twee maal zwom Herman
onder het vlot, waar hij tussen de dolfijnvissen en loodsman
netjes lag te rukken en te sjorren aan het zwaard. Hij was
juist voor de tweede maal weer boven gekomen en zat op de
rand van het vlot om uit te blazen, toen wij op niet meer dan
drie meter afstand van zijn benen een acht-voets-haai ont
dekten, die regelrecht op Hermans tenen afstevende. Misschien
deden wij de haai onrecht, maar wij verdachten hem van
kwade bedoelingen en zonden hem een harpoen in de schedel.
De haai voelde zich verongelijkt en het werd een gevecht,
waarbij het water hoog opspoot met het resultaat, dat de
haai verdween en een olieplek op het wateroppervlak achter
liet, terwijl het zwaard ongeborgen onder het vlot bleef liggen.
Toen kwam Erik op het idee om een duikersmand te maken.
Wij hadden niet veel materiaal ter beschikking, maar wij
waren in het bezit van bamboestokken en touwen en een
oude rieten mand, waar kokosnoten in gezeten hadden. Wij
verlengden de mand van boven met bamboestokken en een
vlechtwerk van touw en toen lieten wij ons in de mand langszij
omlaag vieren. Onze verlokkelijke benen waren in de mand
verborgen en ook al had het touwwerk van boven alleen maar
een psychologisch effect, zowel op ons als op de haaien,
wij konden in ieder geval bliksemsnel wegduiken in de mand
als iets, dat ons vijandig gezind was, op ons aan kwam
jagen, terwijl dan de anderen aan dek ons uit het water
konden ophijsen.
Deze duikersmand bleek niet alleen van veel nut, maar het
werd zelfs langzamerhand ook een vorm van vermaak aan
boord. Het gaf ons een prachtgelegenheid om net drijvende
aquarium, dat wij onder onze vloer hadden, nader te be
studeren.
Wanneer de zee rustig was, kropen wij om beurten in de
mand en lieten ons naar beneden vieren en bleven onder water
zolang wij adem hadden. Een eigenaardige, serene en scha
duwloze lichtvloed omgaf ons hier beneden in het water. Zodra
de ogen onder de waterkorst kwamen, was het alsof het licht
niet langer aan een bepaalde richting gebonden was, zoals
in onze eigen wereld boven de zeespiegel. De lichtbreking in
het water kwam evenzeer van beneden als van boven, de zon
scheen niet meer, zij was overal aanwezig. Keken wij omhoog
naar de bodem van het vlot, dan was deze stralend verlicht
over de gehele linie, de negen grote stammen en het ganse
netwerk van touwen en knopen baadden in een toverachtig
licht, een wuivende krans van voorjaarsgroen zeegras omgaf
de zijkanten van het vlot en de gehele stuurriem.
Volgende week:
GEHEIMEN VAN DE ZEE
DOOR THOR
HEYERDAHL
Maar toen ze naderbij kwamen en er een paar op anderhalve
meter hoogte over het vlot zeilden, vloog er een recht tegen
Bengts borst aan en viel pardoes op het dek. Het was een
kleine inktvis. Onze verbazing was groot en toen wij hem in
een zak van zeildoek, waarin zeewater was, stopten, probeerde
hij steeds naar de oppervlakte te springen, maar hij kreeg
niet genoeg vaart in de kleine zak en kon maar halverwege
het water uitkomen. Het is bekend, dat de inktvis gewoonlqk
zwemt volgens het principe van een raketvliegtuig. Hij pompt
met grote kracht zeewater door een buis, die langs
zijn lichaam loopt en is daardoor in staat in suizende vaart
met rukken achteruit te schieten. Al zijn vangarmen hangen
in een horizontale tros boven zyn kop, zodat hij gestroomlijnd
als een vis wordt. Op zij heeft hij twee ronde, vlezige huid
plooien, die gewoonlijk worden gebruikt om te sturen en om
rustig in het water te zwemmen. Maar het bleek dus, dat
weerloze inktvisjongen, die een lijfgerecht zijn voor menige
grote vis, hun achtervolgers kunnen kwijt raken door hun
toevlucht te zoeken in de lucht, op dezelfde wijze als de
vliegende vissen. Ze hebben, lang voordat het menselijk genie
op het idee kwam, het principe van het raketvliegtuig ver
werkelijkt. Ze pompen het zeewater door zich heen, tot ze
een duizelingwekkende vaart krijgen, dan sturen ze schuin
omhoog het water uit door hun huidplooien te ontvouwen bij
wijze van vleugels. Vervolgens zeilen ze, net als de vliegende
vissen, in glijvlucht over de golven, zover als hun vaart hen
draagt. Later, toen wij er op letten, zagen we hen dikwijls
veertig tot vijftig meter vliegen, alleen en in groepjes van
drie of vier. Dat inktvissen een glijvlucht kunnen volvoeren,
was voor alle zoölogen, die wij ontmoet hebben, iets nieuws.
Bij de inheemsen op de eilanden van de Stille Oceaan heb
ik dikwijls inktvis gegeten. Het smaakt als een mengsel van
kreeft en inktgummi. Maar op de Kon-Tiki stond inktvis
laag aangeschreven op het menu. Kregen wij ze cadeau aan
dek, dan ruilden wij ze voor iets anders. Wij lieten eenvoudig
de hengel zakken met de inktvis aan de haak en trokken hem
weer op met een spartelende lekkere vis er aan. Zelfs tonijnen
en bonito's hielden van jonge inktvissen. En die beide stonden
nummer één op het menu.
In de hut. De muren van gevlochten bamboe en het dak
van bananenbladeren gaven ons, zodra we de deuropening
binnenkropen, het gevoel of we ons in het oerwoud bevonden.
Ieder, die één abonné aanbrengt kan kiezen uit:
„Een schip voer uit" door John Beecher. (Winkelwaarde 2.25)
„Ontdekkingen in Mexico" d. Egon Erwin Kisch
„Paria" door Mulk Raj Anand
„Zomer" door Maxim Gorki
„Dauwdruppels op Haiti" door J. Roumain
„De barrevoeters" door Z, Stancu deel 1
„De barrevoeters" door Z. Stancu deel H
Voor twee abonné's kunt U kiezen uit:
„De trek naar de vrijheid" door Howard Fast ƒ4.75
„Spel met het vuur" door Maria Pujmanova ƒ5.75
„Nieuwe rivieren" door Tlieun de Vries 6.90
Voor drie abonné's keuze uit:
„Storm" door Ilja Ehrenburg (in pracht band) 12.50
„Luis Carlos Prestes" door Jorge Amado 6.90
„Macht zonder glorie" door Frank Hardy 9.50
Doch het waren niet enkel bekende dieren en vissen, die wij
tegenkwamen op onze drijftocht over het zeeoppervlak. Het
dagboek behelst vele notities van dit type:
11-5: „Vandaag kwam er twee maal een geweldig zeedier
aan het oppervlak naast ons, terwijl wij op de rand van het
vlot ons avondeten nuttigden. Wij hebben geen idee, wat het
was."
6-6: „Herman zag een donkere dikke vis met een breed, wit
lichaam, een dunne staart en stekels, die verschillende malen
opsprong uit het water aan stuurboordzijde."
16-6: „Merkwaardige vis ontdekt aan de bakboordboeg. Twee
meter lang, op zijn hoogst 30 cm breed, bruin, lange, smalle
snuit, grote rugvin vlak bij de kop, een kleinere midden op
de rug en een zware sikkelvormige staartvin. Hij hield zich
aan de oppervlakte en zwom gedeeltelijk door het lichaam
te kronkelen als een aal. Hij dook weg, toen Herman en ik
met handharpoenen in de rubberboot stapten. Hij kwam iater
opnieuw naar boven, maar dook weer weg en verdween."
De volgende dag: „Erik zat in de masttop om 12 uur 's mid
dags, toen hij dertig tot veertig één meter lange, bruine
vissen zag van hetzelfde soort als gisteren. Ze kwamen dit
maal met een geweldige vaart van bakboordzijde aanjagen
en verdwenen bij de achtersteven als een groot bruin schaduw
vlak in het water."
18-6: „Knut observeerde een slangachtig dier, 6090 cm
lang, dun, het stond rechtop in het water, vlak onder de
oppervlakte en het dook omlaag door zich als een slang te
kronkelen."
Een paar maal gleden wij voorbij een grote, donkere massa,
Inmiddels gaan de boélien zo snel weg,
dat er enkele titels van de collectie die
wij aangekocht hadden, niet meer be
schikbaar zijn.
Er was zoveel belangstelling voor
„Woeste wereld'' van Jorge Amado en
de trilogie „De lijdensweg" van Alexej
Tolstoidat xvij er helemaal doorheen
zijn.
We hebben die titels dus van de premie
last moeten schrappen. Maar er biyft nog
zoveel moois over, dat er nog keus genoeg
is. En U weet het, wie het eerst komt, het
eerst maalt. Gratis proefnummers zenden
wij op aanvrage gaarne toe. Vergeet
vooral niet bij het opgeven van een nieuwe
abonné eigen naam en adres duidelijk te
vermelden, alsmede het verlangde premie-
boek. Na ontvangst van het abonnements
geld voor de eerste drie maanden wordt
het premieboek onmiddellijk toegezonden.
Veel succes!
V
^/AT zegt U? Heeft" D nóg geen nieuwe
abonné voor Uilenspiegel opgegeven.
Nou, dan wordt het heus tijd dat U daar
eens werk van maakt, want onze premie-
boeken vliegen gewoon de deur uit.
Wij hadden niet gedacht dat het zo snel
zou gaan, maar onze lezers stellen ons,
wat hun medeleven met Uilenspiegel be
treft, altijd weer voor verrassingen.