sterke volk EEKBLAD Dit nmaviT %(UÊ0> D E Rampenfonds ELSEVIER PRIJS VOOR NEDERLAND 35 CENT VOOR BELGIË 7 FRANK 36 PAGINA'S ZATERDAG 7 FEBRUARI 1953 N.V. UITG. MIJ BONAVENTURA 9e JAARGANG - No 6 (d. K.) In de nood leert men zijn vrien den kennen. In de nood leert een volk zich zelf kennen. Nederland heeft na de ramp, welke ons getroffen heeft, de vriendschap en het medeleven van vele volken in wel haast overstelpende mate ondervonden. En het Nederlandse volk heeft, opnieuw zo hard beproefd en zwaar getroffen, zichzelf hervonden in zijn beste eigenschappen. De gevolgen van het natuurgeweld, dat over Nederland is losgebroken, zijn thans geleidelijk te overzien. Allereerst gaat onze deernis uit naar de vele duizenden, die vader, moeder en kinderen verloren. Voorts zijn er de honderdduizenden, die door storm en water van have en goed werden beroofd. Ten slotte is er de natie die, de schade van vijf barre oorlogsjaren nauwe lijks te boven, opnieuw getroffen wordt door het verlies van dorpen en van steden, van havens en bloeiende velden en van zijn kostbare grond. Boven dit alles uit, boven de vertwijfeling om het menselijk leed en boven het verdriet om materieel verlies ter waarde van hon derden millioenen guldens, staat als een ster boven de donkere wateren één zekerheid, die wij opnieuw hebben verworvenin het uur van zijn beproeving is de Nederlandse natie eensgezind. Dan worden krachten wakker, dan ontwaakt een vastberadenheid eu dan vindt men een gemeenschapszin, die in déze donkere dagen zo zonneklaar aan wezig zijn gebleken, dat men aan de toe komst van ons volk waarlijk niet kan twij felen. Dit volk ls politiek versplinterd. Het Is staatkundig zwak en het is geneigd tot twisten over kleine zaken. Zelfs met het verrassend herste^voor ogen, dat in acht vredesjaren werd bereikt moest men nog erkennen, dat daaraan vreemde bijstand evenzeer als eigen werkkracht had bij gedragen. Maar ziet nu dit volk in nood! Ziet, hoe het samenwerkt! Ziet, hoe in man nen en vrouwen en jonge mensen een nieuwe geest ontwaakt is! Ziet hoe zij wer ken, hoe zij offers brengen, hoe zij zich Inspannen, hoe zij in lange rijen staan om geld te schenken en zich op te geven voor hét reddingswerk! Ziet hoe zij hun leven wagen ja, hun leven offeren om men sen te redden uit het woeste water. Ziet dit alles aan en twijfelt ge dan nog aan de kracht en aan de toekomst van dit Neder landse volk? ens zal weer de tweedracht komen. Eens zal men weer twisten, omdat mensen maar mensen en Nederlanders altijd Nederlanders zijn. De ontzaglijke verliezen echter, die Nederland geleden heeft en het afschuwelijke leed, waaronder talloze Ne derlanders gebukt gaan, zullen een aanspo ring blyven. Er is een goede kans, dat er althans iets van het élan, iets van de wils kracht en iéts van de eensgezindheid die in deze dagen ons hart verwarmen, blijft be staan. Zo deze impuls, deze moed en deze vastberadenheid die thans een groot deel van ons volk bezielen behouden blijven, zal niet alleen het Zuid-Westen van ons land straks weer heroverd worden op de zee. Dan zal men ook de kracht vinden om pro jecten uit te voeren, die onszelf en ons na geslacht kunnen doen wonen in een sterk Nederland. mn'l. tuol g 90 Wollen dekens sinds door J. W. F. Werumeus Burning e zee ontziet geen mensch, geen land; Dan is het schip van staat bemand, Een stem spreekt, en de dijken breken, En onverwachts bekwaam gebleken, En, machtiger dan vele preken, Raakt die stem hart en ingewand: Eerst als de kracht ons is bezweken, Is het ons weer een keer gebleken, Dat wij zijn allen in God's hand. Nooit zijt gij beter, Nederland, Dan als de dijken staan op breken, Als er naar hulp wordt uitgekeken Uit eigen en uit hemelsch land; Dan is ons steeds opnieuw gebleken Het wilde water als het teeken, Dat wij zijn allen in God's hand. Dan buigt de mast, zonder te breken Dan is de storm een afgezant, Die ons geweldig toe kwam spreken, Dan is de kans nog niet verkeken, Dat wij zijn allen in God's hand. PRINCE Heer God, wanneer de dijken breken, Van Halsteren tot aan Cadzand, Leeren wij u opnieuw te smeeken Erkennend uwen afgezant: „Maak straks de leeuwerik weer wakker, Die zingt boven herstelde akker, Dat wij zijn allen in God's hand De directie van Elseviers Weekblad heeft als bijdrage tot de hulpverlening In de waters nood een bedrag afgestaan van 10.000. Liever dan een eigen inzameling te organi seren, roepen wij onze lezers op hun bijdrags tot leniging van de nood te schenken aan het Nationaal Rampenfonds. Dit kan geschieden door overschrijving op girorekening 9575 ten name van het Fonds of door het zenden van een postwissel aan ge noemd fondsStatenlaan 81, 's-Gravenhage. De plaat van Doeve en het gedicht van Werumeus Buning op deze pagina zijn, uit' gevoerd op oud-Hollands papier, na storting van f2,50 op gironummer 1872 van Elseviers Weekblad te verkrijgen. De gehele opbrengst wordt afgedragen aan het Nationaal Rampen fonds. Geef Utv kindje sterke tandjes recht ruggetje D-KALK OOK. IN BELGIË OVERAL VER&RliOBAAA

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 1