EEN WEEK VAN LEED
EN NAASTENLIEFDE
Boven de golven uit!
D&GUVIT
KATHOLIEK WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Geef IJic kindje
„DE GEHELE WERELD ONDER VINDE EN AANSCHOUWE HOE HETVERWORPENE OPGERICHT, HET VEROUDERDE VERNIEUWD,
EN ALLE DINGEN HERSTELD EN HERENIGD WORDEN DOOR HEM, VAN WIEN ZIJ ZIJN UITGEGAAN: ONZEN HEER JESUS CHRISTUS."
(UIT DE LITURGIE VAN PAASZATERDAG)
PRIJS 35 CENT
LINIE
7 Februari 1953
Jaargang 8. No. 358
UITGAVE VAN DE STICHTING „DE LINIE;', GEVESTIGD TE AMSTERDAM-CENTRUM, ROZENGRACHT 133 - HOOFDREDACTEUR: DR. K. VERHOFSTAD S.J. - TECHNISCH HOOFDREDACTEUR:
J. V. L. M. VERBIEST - COMMERCIEEL DIRECTEUR: E. DE GRUYTER - TELEFOON REDACTIE 42945, EXPLOITATIEAFDELING 33484 - TELEGRAM-ADRES LINIE-AMSTERDAM - GIRO 510371
doorweekte last omhoog lieten hijsen.
Daar ontfermden hulpvaardige handen
zich over de bibberende kleintjes, die
onmiddellijk naar een auto werden ge
dragen om naar 't grote evacuatiecentrum
Steenbergen le worden vervoerd.
Bevend en na zoveel doorstane angst
nauwelijks in staat zijn geluk te dragen
kon de vader de redders van zijn dier
baarste bezit slechts zwijgend de hand
drukken. Er was niemand, die niet hei
melijk een traan uit zijn ogen wiste.
Toen wij naar de kranige mannen om
keken, waren dezen reeds verdwenen
om elders hulp te bieden.
Wij reden verder, nog .diep onder de
indruk van wat wij hadden aanschouwd.
Water, water en nog eens water aan
weerszijden van de smalle weg, waarop
onze auto soms over een aangespoeld
stuk huisraad of een omgeslagen boom
stam hotste. Hoeveel schrijnende ellen
de werd er geleden in de door water
omspoelde boerderijen en huisjes? Koei
en. schapen en varkens dreven met op
gezette buiken en glazige, wijd openge
sperde ogen in het zilte nat.
Ons doel, het plaatsje Nieuw-Vosmeer,
konden wij die dag slechts naderen tot
op enkele kilometers afstand, daar het
water ook daar een stevige barrière had
opgeworpen. Nauwelijks waren wij enige
honderd meters verder gereden, of een
door en door natte lifter stak zijn hand
op. Het stond voor ons direct vast, dat
wij deze man zouden brengen, waarheen
hij wenste, want de sporen van door
staan leed stonden diep in zijn gezicht
gegrift. Zwijgend plofte onze dodelijk
vermoeide reisgenoot op de kussens neer,
wezenloos voor zich uitstarend en ril
lend van de kou in zijn doorweekte
plunje. Hij was totaal overstuur en kon
slechts met grote moeite een onsamen
hangend verhaal doen, waaruit bleek,
dat hij niet alleen veel ellende had aan
schouwd, maar bovendien alles verloren
en in het onzekere verkeerde over het
lot van zijn dierbaren. Een warme de
ken en een slok koffie uit de thermosfles
brachten de stakkerd wat op verhaal.
(Vervolg op pag. 4)
Als een lijkwade legde het water zich over
brede uitgestrektheden van het land,
waar thans nog altijd een zware
strijd woedt
Toen Zondagochtend in Nederland de soldaten werden terug
geroepen, om zich ,,te vervoegen bij hun onderdeel", dachten
niet weinige langslapers, dat de Russen hun opmars naar de
Atlantische Oceaan waren begonnen. Anderen waren minder
pessimistisch en zagen in de maatregel iets van een West-
Europese veiligheidsvoorziening met het oog op de State of
The Union"-rede, Maandag door president Eisenhower uit te
spreken. Een geharnaste Vrije Wereld is altijd beter dan een,
die zich tijdens een weekend laat overrompelen.
Het volgende radionieuws veegde al deze hersenschimmen
weg om ons te plaatsen voor het naakte feit, dat Nederland
weer eens in zijn zuid-westelijke sector besprongen was door
de even verraderlijke als machtige elementen water en wind,
die toch in de regel onze bondgenoten, zelfs kostwinners en
vennoten zijn. Van Texel tot Cadzand werden zware bestor
mingen van onze kust gerapporteerd, maar terwijl de poging
tot doorbraak te IJmuiden op het randje af niet slaagde, bleek
het deltagebied van Schelde, Maas en Rijn wederom de zwakste
schakel in 's lands zeewering.
(Ingezonden mededeling)
recht
ruggetje I
sterke
tandjes
stevige
beentjes
D-KALK
Waar Zeeland, lamgeslagen, vrijwel
geheel zweeg, kwamen uit Brabants West
hoek verschrikkelijke meldingen binnen
omtrent watermassa's, Uie dood en ver
derf spuwend over het land werden
uitgestort. Dit was het rampgebied van
deze watersnood en wij gingen er heen,
zonder te bevroeden hoe het langzaam
zou blijken, dat het -water zich als een
lijkwade vooral over de Zuid-Hollandse
en Zeeuwse eilanden had uitgespreid,
daar waar bijna ieder contact met de
buitenwereld verloren ging.
Te Roosendaal vonden wij die Zondag
namiddag alles in rep en roer, de pleinen
en straten gevuld met haastig per boe
renkar, auto, vrachtwagen voor het water
weggevluchte mensen, grote en kleine,
jonge en oude, geen van allen zich er van
bewust, dat zij nog pas aan de aanvang
stonden van een nieuwe tragedie. Pogin
gen om door te stoten naar Rilland-Bath
en verder brachten ook ons voor de
waterbarrière, die nabij Bergen op Zoom
voorlopig tot staan was gekomen, doch
noordelijker, in de Westhoek van Bra
bant, als een furie de dijken bleef door
breken, dorpen, gehuchten en afgelegen
hoeven onder water zettend in zo snel
tempo, dat wij zelf te Steenbergen rake
lings aan een definitieve omsingeling ont
kwamen.
Het zijn vooral de commandotroepen
uit Roosendaal, kenbaar aan hun groene
baretten, en de in opleiding zijnde Korea-
vrijwilligers, die in West-Brabant waar
lijk titanisch reddingswerk verrichten.
Van het eerste uur af stonden deze stoere
mannen op de bres, koelbloedig hun leven
'in de waagschaal stellend en beukend te
gen orkanen, die bomen en huizen vel
den, als waren het strohalmen. Wij waren
getuige van een staaltje van durf dezer
dappere kerels, dat wij nimmer zullen
vergeten.
Op de dijk nabij het zwaar geteisterde
plaatsje Nieuw-Vosmeer liep een man,
handenwringend en wanhopig snikkend
heen en weer. Hortend en stotend ver
telde hij zijn tragisch verhaal. Daarginds
in dat kleine, door woedende golven om-
kolkte huis zat zijn vrouw opgesloten
met drie hulpeloze peuters, zo dichtbij
en toch zo ver. Moest hij zijn dierbaren
met eigen ogen zien verdrinken? „Houd
moed, vader", zei een staalharde solda
tenstem. Op een wenk van de militair
snelden twee kameraden toe. „Vooruit
Op de vloedgolf van het water is een
springvloed gevolgd van menselijke deer
nis, een orkaan van hulp. Het moge voor
velen zelfs hinderlijk zijn geweest om op
Maandagmorgen elke vijf meter tegen
een collectebus op te lopen, het was een
teken van de inzet in heel Nederland, van
jong en oud. Het vrouwtje van over de
zeventig, dat zich kwam melden bij een
Rode Kruispost ergens in de hoofdstad
om een collectebus in ontvangst te nemen
en pas terugkeerde toen de bus stijf ge
vuld was, zij symboliseerde wat Neder
land in deze dagen heeft ontroerd, tot in
het diepste van het gemoed bewogen. De
arbeidersvrouw, die net rond kan komen,
voelde zich rijk tegenover de door het
lot geslagenen en stond af van haar be
zit, in geld en goederen, alsof zij overvloed
had. En dat had zij ook inderdaad, ver
geleken bij de boerin, die alleen met
een kind op haar arm aan het water ont
snapte.
Ongetelde duizenden van de onzen zijn
in weinige uren teruggebracht tot de
naaktheid van Christus. Doch op dat punt
breekt ook stfeeds de door Christus ver
loste liefde zich baan. Deze liefde deelt
haar kleed met de arme en breekt haar
brood met wie honger heeft. In Neder
land kennen we nog altijd gebrek aan
woonruimte. Maar de evacué's behoeven
niet bezorgd te zijn voor een .dak boven
hun hoofd. Ook de beperkte ruimte zal
met hen gedeeld worden. De liefde heeft
geen overvloed nodig om te kunnen
schenken. Zij schenkt zichzelf en dan
volgt ook de rest. De liefde is vrij; zij
heeft zich losgemaakt van wat ons aan de
aarde bindt door te geven van wat zij
zelf nodig heeft. Het verhaal van Sint
Martinus, die de helft van zijn mantel
aan de arme schonk, is geen legende,
maar een werkelijkheid die zich nog
steeds herhaalt. Er zijn in deze dagen
veel klederen gedeeld, want slechts wei
nigen gaven uit overvloed, de meesten
schonken van wat zij zelf redelijk be
hoefden, ja, hard nodig hadden. Wij
allen, die door de begeerlijkheid aan het
bezit gebonden zijn, worden slechts vrije
christenen door de naakte te kleden, en
de hongerige aan eten te helpen. Wie
guldens afstond van een sober weekloon
of maandsalaris, heeft iets ervaren van
wat Christus bedoelde, toen Hij sprak
van de vogelen des hemels en de bloemen
van het veld.
Nog altijd worstelen mensen in het
gore water, doch met hen worstelen tien
duizenden helpers in lotsverbondenheid,
die hun gezondheid en zelfs hun leven
niet tellen, nu het gaat om de evenmens.
En wellicht is het schoonste gebaar, dat
men in Brabant, in Zeeuws Vlaanderen,
op de Eilanden steeds meer vreemdelin
gen ontmoet uit nabije en uit verre lan
den. Zijn het nog wel vreemdelingen,
die intens met ons meezwoegen in de
kamp tegen de voor hen zo ongewone
verraderlijke modder en het sluipend
ondermijnende water, die jongens uit de
landen waar de grond vast klinkt onder
hun voetstappen? En achter hen scharen
zich hun vaders en moeders en al him
landgenoten in een mondiale hulpactie.
Mogen wij hierin niet een teken zien, dat
de volkeren naar elkaar toegroeien, dat
zij ervaren hoe zij zich moeten inzetten
voor elkaar? Als men huiverend door de
natte kilte trekt van land, dat onder de
voeten wegglijdt, stort dit bewustzijn een
warme zonnestraal in het hart.
Zo moge uit deze stikdonkere ellende
een nieuwe dag langzaam rijzen. Zonder
dat de rest van Nederland met volle
kracht kon bijspringen, kwam Zeeland
na de oorlog boven de golven uit. Groter
is nu in deze streken de verwoesting,
doch groter ook is de huidige kracht van
ons aller vaderland, dat in hechte vriend
schap met de andere volkeren ook deze
ramp zal overwinnen.
jongens, wij zwemmen naar dat huisje
daar". Meer woorden werden niet ver
spild. In een oogwenk ontdeden de man
nen zich van hun kleren, knoopten een
stevig touw om het middel, sprongen het
grimmig borrelende water in en baan
den zich een weg naar de nietige schulp,
waarvan alléén nog maar de nok boven
de wateiwloed uitrees. Daarna duurde
het niet lang, of zij keerden ieder met
een hartverscheurend huilend kind naar
de dijk terug, waar zij zich met hun