CzM-ló <§od ons leven van iedere dag bestaat veelal uit een aaneenrijging van kleine dingen, waarin wij getrouw moeten zijnvia ar die door onze zon den zo dikwijls ontzag'lijke afmetin gen aannemen. De belachelijkste klei nigheden vormen meestal het begin van gróte ruzie's. Verwijdering tussen man en vrouw ontstaat niet zelden door futiliteiten. ópreekt Em. da X knipt GROENTEN IN DE WINTER ZONDAGSBLAD 7 FEBRUARI 1953 3 VOOR öe VROUWj En dan, plotseling, geheel onver hoeds grijpt God in, schrikt Hij ons óp uit ons stumperig gedoe, zoals Hij het in het voorbije weekeinde in ons vaderland deed. Hij, die wind en stromen gebiedt, liet het toe, dat grote, vruchtbare gebieden in ons land over stroomd werden. Het water steeg tot aan de daken, honderden mensen ver loren het leven, ontzettend veel vee, huisraad en goede grond ging verlo ren. Mensen en dieren verkeerden in nood. Sinds mensenheugenis steeg het water niet zó hoog. Huizen, dijken, boulevards, dikke bomen bezweken onder dat geweld. En wij Achhoe vielen al onze kleine zorg- jes, ruzie's en miezerigheden opeens weg en hoe krompen we zelf in tot kleine mensjes, die wisten: we hebben dit verdiend. We bogen het hoofd onder Zijn slaande hand, we riepen tot Hem om hulp en ontferming en we sloegen als volk van Nederland de handen inéén om te helpen. Nu pas zagen we onder deze fellemeedogen loze belichting Gods de dingen in hun ware proporties. Ik kan mij voorstellen, dat zijdie in de getroffen gebieden zaten en in doodsangst vluchten moesten, alleen maar naar de hemel konden schrééu- wen om redding. En wij, die hoog en droog" in onze huizen zaten, in een veiligheid en een rust, waar we ons haast voor schaamden, wij hadden zó wel metterdaad willen helpen, alle maal van de kleintjes tot de groten, maar waar wij daartoe niet in de ge legenheid waren, hebben we toch wel gebéden voor die mensen en, dieren in nood? En nü, nu iedereen kan helpen, in de vorm van financiële steun, kleren, dekens enz., in het gast vrij openzetten van onze huizen, doen we dit toch wel en niet karig, maar royaal? Want, wie zijn wij, dat wij, ons boeltje en ónze huizen gespaard ble ven? We vallen zo gauw in ons leven van kleine miezerigheden terug, we ver geten zo spoedig, ons leven is zo ego centrisch. Laten we daar toch uit- brekeit niet wachten, tot Zijn oordelen n s treffen. Hoe ontzettend veel vnod in deze wereld roept om vrouwenharten en -handen. In geor ganiseerde vorm doen de U.V.V. (Unie Vrouwelijke Vrijwilligersen de Be scherming Burger Bevolking in ons land prachtig werk. Maar iedere vrouw persoonlijk kan óók nog zoveel doen. De tienduizenden ontheemden, de daklozen in Duitsland, in India. Koréa, ach, we denken er wel eens aan en we bidden ook wel voor hen, maar.... vergeten óók weer zo gauw t Is zo ver weg. Maar nu, nu zijn zulken misschien vlakbij ons. Laten wij hen om Christus' wil in onze huizen ontvangen, zoals Hij ons dat geboden heeft. God. heeft gesproken tot het volk van Nederland in deze grote ramp. Als wij in de kleine dingen van het dagelijks leven Zijn stem niet meer horen, omdat wij horende doof zijn, spreekt Hij in storm en onweer tot cms, opdat wij „hóren" zullen en ver staan, dat óók in de ergste verschrik kingen, Zijn zoekende liefde is. Zo hebt Mijnheer L. den H. te R. toch óók eens in uw leven, door allerlei leed en verschrikkingen heen, Z ij n stem gehoord. Wat is dat gróót, dat u, die absoluut ongodsdienstig waart, naar u zelf schrijft, dóór die lijdensweg van kampen en gevange nissen, tot de hoogste vrijheid kwam, mét uw vrouw belijdenis van uw geloof mocht afleggen en nu als ouderling in Zijn dienst mag staan. Ook in üw leven M ij nh e er en Mevr. de N. te 's-G r. sprak God op wondere wijze. Christus werd Over winnaar in het hart van uw pleegzoon. Dit alles is zó groot en heerlijk, dat het alle aardse schatten in de schaduw stelt. Ik hoop, dat u op dat week-einde in Lunteren weer veel geestelijke teerkost hebt opgedaan, na uw ver moeidheid als reactie op dat „giote". Maar nü jijL. J. B. te R'dam. Tk mag je wel tutoyeren hè, want wat leeftijd betreft, kon ik bijna je Moeder zijn. Ik kan mij die felle reactionnaire zielsgesteldheid van jou zo goed in denken. Wat jij voor ellende mee maakte, hoeveel bééstachtigs jij in mensen zag, is ook héél erg. Dat zal een ander in een heel mensenleven niet meemaken, hoewel je veronder stelling, dat ik niets van dit alles beleefd heb, onjuist is. Maar goed, in wat jij zag en doorleefde was véél wreedheid en onrecht van mensen. En tóch jongen, tóch is God liefde. Je gelooft niet meer in Hem, maar in alle s wat je doormaakte was en is Hij er toch. Hij zoekt je en Hij roept je. Ik weet dit zeker. Je schrijft over gezang 174: „mooie woorden, maar- woorden." Dat gezang moet je toch ééns lief geioeest zijn. Anders xoist je het niet zo precies.„Vaste Rots van mijn behoud", dat wil Hij zeer reëel ,,'s Winters zijn er zo weinig groen ten." Dat is een klacht die we gerust „uit de tijd" kunnen noemen; uit niet minder dan "ïjftien wintergroenten valt er te kiezen! Bedenken we daarbij nog dat één groente vaak op verschillen de manieren klaargemaakt kan worden (gekookt, gesmoord, als stamppot, als rauw slaatje enz.), dat we voor Zon en feestdagen misschien eens een fles of blik openmaken of een diepvriespro duct nemen wel dan zijn er toch mo gelijkheden te over om eentonigheid te voorkomen en telkens iets anders op tafel te zetten! Natuurlijk blijft een koolraap een koolraap en zuurkool wordt niets an ders dan zuurkool, ook al maakt men ze op vijf verschillende manieren klaar. Maar hij smaakt toch bij elke berei ding weer een beetje anders, zodat hij minder gauw zal vervelen. Probeert u zo ook eens verschillende manieren om de andere wintergroenten klaar te maken; u zult zien dat ze met wat variatie de hele winter in de smaak blijven vallen! Koolraap op vijf manieren. 1'. Gefruit met ui en laurierblad. 2. met een sausje van het kooknat en afgemaakt met peterselie 3. met een melksaus ook voor jou zijn. Toe, geef je zónder voorbehoud aan Hem over, laat je in Zijn armen vallen, zoals in bovenge noemd gezang staat: „Moede kom ik, arm en naakt, tot den God, die zalig maakt." Ik wou, dat ik het je géven kon. Je hebt Hem in al je ellende en een zaamheid zo nodig. Als je je eenmaal aan Hém gewonnen geeft, met heel je schuldig, zondig hart, zal je leven vól en rijk worden. (Zie mijn^ antwoord aan Mijnheer L. den H.j. Ik meen, dat onze hoofdvloot-predi- kant een boekje geschreven heeft, ge- titeld: „En tóch is God liefde." Zodra ik dit op de kop kan tikken, zal ik het je sturen. MARGARflTHA. P.S. Ada. Je hebt je een aardig juiste voorstelling, wat leeftijd be treft, gemaakt, hoor! Hartelijk dank voor je fijne brief. Dat adres kan ik misschien nog voor je bemachtigen. Mevr. E. H. te Den H. Zéker hebt u mij een hart onder de riem gestoken! Hartelijk lank! Mevr. N. H. te R'd a m. Gaat u zó maar rustig door, met in uw eigen ge zin, óók onder het oog van uw man, een levende brief van Christus te zijn. Daar kan alléén maar zegen op rusten. Van harte sterkte, tact en wijsheid toegewenst. 4. gekookt met klapstuk, aardappelen en groene kool 5. Koolraap met geraspte kaas. 1 kg koolraap, zout, 50 g pittige ge raspte kaas, boter of margarine. De koolraap in plakken snijden, deze schillen en in blokjes verdelen. De blok jes met een paar cm kokend water met zout opzetten en zachtjes gaarkoken in ongeveer 20 minuten; zo nodig het kook nat afgieten. De geraspte kaas en een stukje boter of margarine erdoor schud den en de groente dadelijk opdoen. Zuurkool. 1. stamppot met gekookte zuurkool 2. stamppot met rauwe zuurkool (plm. 300 g voor 4 -personen) 3. zuurkoolstamppot met bruine bonen 4. zuurkool met prei 5. Zuurkool met appelen en krabjes. kg zuurkool, 2 middelmatig gro te zure appelen, een ui, 350 g krabjes of een varkenspoot, (kruidnagel), zout. Het vlees opzetten met zoveel zout wa ter dat net onderstaat en zachtjes een half uurtje laten trekken. Zo nodig een deel van het kooknat afschenken en de zuurkool laag om laag met de geschilde in plakken gesneden appelen en de dun gesneden ui bij het vlees leggen. (De kruidnagel in een schijf ui prikken). Het geheel gaarkoken in 40 minuten. Het vlees van de botjes afnemen. Hie*- Keurig© voorjaarsblouse Keurige voorjaarsblouse, die op dn eerste warme dagen best zal.passen bij ons mantelpakje. Thuis en op kantoor, zal deze eenvoudige blouse voldoen. Het patroon, no 133, is in de maten 41 44 en 46 aan onze bureaux verkrijgaar tot 14 Februari tegen betaling van ƒ0,40. Na ontvangst van ƒ0,50 volgt toe zending. De mouwen zijn aangeknipt en heb ben schuin geknipte manchetten. D« rug is geheel recht Hoewel we het mo del ook in effen stof kunnen maken, geeft een streep wel een bijzonder mooi effect. We hebben 2.25 m. nodig van 90 cm. breedte. Na 14 Februari worden geen bestellin gen meer aangenomen. Bestellingen per post per briefkaart met aan de voor zijde 0,50 aan postzegels, geplakt naast de gewone zegel voor frankering. bfj smaken goed een zachte serdappef purée en kastanjes. Spaghetti met gemengde groenten en garnalen. 500 g. spaghetti, kg gemengde groenten (prei, winterpeen, uien, kool of spruitjes), 1 i eetlepels tomaten ketchup of tomatenpuree, boter, marga rine of olie, 150 g garnalen, zout De spaghetti gaarkoken in ruim zout water, afspoelen met koud water en la ten uitlekken. De groenten schoonma ken, snijden, wassen en in een laagje heet vet een kwartier lang smoren. In het begin de massa eens omscheppen. De spaghetti desgewenst snijden en door de groenten roeren. De garnalen toevoegen en het gerecht op smaak af maken met de tomatenketchup of -pu- rée. Spruitjes. kg spruitjes, boter of margarine^ zout, plm. 2 eetlepels paneermeel of be schuitkruimels (nootmuskaat). De spruitjes schoonmaken. Hierbij de buitenste blaadjes alleen wegnemen als zij niet gaaf zijn. De groente opzetten met een paar cm kokend water en plm. 20 minuten koken. Dan een klontje bo ter of margarine en een paar eetlepels paneermeel of beschuitkruimels erdoor roeren. De spruitjes desgewenst met wat nootmuskaat bestrooien en opdoen als ze nog fris groen zijn. zij verliezen hun groene kleur en worden sterker van smaak, wanneer men ze langer dan 20 minuten kookt. Puddingpraatje De consistentie van een pudding kan veel aan de smakelijkheid af- of toe doen. Ze moet geen stijve klont vormei^ maar enigszins soepel en veerkrachtig zijn. Daartoe moet de warme pudding massa, wanneer we haar van een lepel af laten lopen, in de pan weer gelijk- vloeien; vormt ze een afzonderlijk laag je, «ton moet er vocht worden toege voegd. Vooral griesmeel stijft bij het af koelen meestal nog sterk na. Eieren maken een pudding niet alleen luchtiger en fijner van smaak, maar hebben ook bindkra<dit. Wanneer één el verwerkt wordt, kan er 10 g (1 eetlepe® griesmeel, maizena of custardpoedar minder genomen worden. Verwerkt U alleen de dooier, dan 5 g van deze biruk- middelen minder gebruiken. Worden dooier en apart stijfgeklopt eiwit afzon derlijk toegevoegd, dan hoeft de hoe veelheid bindmiddel niet veranderd to worden. Een heel ei of een dooier roe ren we los met een scheutje melk; een eiwit kan, eerst voorzichtig en daarna vlug, worden geklopt, tot het in punten blijft staan. Zowel eidooier als wit moe ten dan behoedzaam door de hete pud dingmassa geroerd en er nog heel even mee gewarmd worden. Elke dag een a-ppel dat is gezond.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 2