PROVINCIALE DRENTSCHE
ASSER COURANT
Si. Philipsland
temidden
van
werkt alweer aan zijn
grootste ellende
herstel
Angst
het
en onrust waren rond op
eiland Tholen
Rampenfonds:
1372 doden
bijna 17 millioen
Het leed
dat
zich
er geleden werd
wel zou kunnen
is oroter dan men
voorstellen
Studenten kwamen te hulp
Eisenhouwer stelt oificiële commissie
voor getroffen gebieden in
Met een
duck door de verzonken
ers bij Halsteren
Zaterdag 7 Februari 1953
Uitgaaf en druk: N.V. De Provinciale
Drentsche en Asser Courant, Toren
laan 20, Assen.
Abonnementsprijs: f 0.44 per week;
f 1.90 per maand, f 5.70 per kwartaal.
Week- en maandabonnementen wor
den met de bezorgers per week/per
maand afgerekend. Kwartaalabonne
menten zrjn bij vooruitbetaling.
Advertentie- 25 cent per mm.
Minimumprijs f 1.50 (tot 15 woorden,
elk woord meer f 0.10).
Telefoon 3044 (3 lfntn).
K 5920 Girono. 71786.
Funkier:
Nederl. Middenstandsbank Assen.
HET MEEST GELEZEN DAGBLAD IN DRENTHE
Directeur-hoofdredacie ur: H. Clewits, Assen
128e jaargang No. 32*
DE BILT MELDT
VORST
Weersverwachting geldig tot Zater-
daavond Wisselende bewolking met
enkele sneeuwbuien. Zwakke tot ma
tige noordoostelijke wind. Matige tot
lichte vorst.
8 Febr.
Zon op 8.09 uur, onder 17.40 uur
Maan op 3.46 uur. onder 10.58 uur
6 7 Febr.
20 Febr.
15 Febr.
3 Febr.
VOOR DE ZONDAG
WEEST BARMHARTIG
Toen bij 't te water laten van een onzer
vaderlandse zeekastelen van de werf
,,Dc Schelde" te Vlissingen deze tewa
terlating in tegenwoordigheid van
toen nog Hare Majesteit koningin
Wilhelmina enkele ogenblikken stag
neerde en de daarbij aanwezige auto
riteiten zichtbaar nerveus werden,
kalmeerde de koningin hen met er op
te wijzen dat zij de stagnatie niet zo
erg vond, omdat die er -weer een be
wijs voor was dat ook aan 't menselijk
kunnen een grens is. Het is in gans
andere omstandigheden dat deze woor
den onzer koningin, thans prinses
Wilhelmina, ons weer in de herinne
ring kwamen en wij ons aan de diepe
betekenis harer woorden geconfron
teerd zagen door de ramp die in de
vandaag eindigende week ons volk
getroffen heeft. Want immers, terwijl
wij, mensen van deze tijd waarin de
techniek overheersend gaat worden
ons er zelf mee in slaap susten dat
ons eigenlijk niets meer kon gebeu
ren omdat zij de remedie voor alle
kwalen zou blijken, en aan de andere
kant de vraag werd bekeken hoe de
aldus denkende mens in de greep van
de massificatie kan worden bereikt,
kan worden losgewikkeld uit het fa
tale agglomeraat en doordrongen van
liet grote appèl om alle menselijke
krachten in te zetten tot het herwin
nen en individueel beleven van zijn
oorspronkelijke menselijke waardig
heid. heeft daar de natuur haar niet
vermoede krachten op de mens losge
laten en hem getoond dat sterker dan
de menselijke kracht die is der ele
menten.
De ramp, die gedurende het afge
lopen weekend een groot deel van ons
land wreed en fel heeft getroffen,
heeft, klemmender dan iets anders het
mogelijk had kunnen doen, de woorden
van koningin Wilhelmina bewaarheid,
dat het, als bij het te water laten van
een schip op de werf „De Schelde" niet
zo erg is als er stagnatie optreedt,
omdat zij weer eens bewijst dat aan
liet menselijk kunnen een grens is.
De moderne techniek toch, óók die op
waterstaatkundig gebied moge tot zeer
grote perfectie zijn opgevoerd, er
komt een ogenblik dat „zelfs1" de
mens ervaart dat hij niet alles kan,
dat er krachten sterker zijn dan de
zijne, waartegen hij zich verzet, maar
in welke ongelijke strijd hij de minste
blijkt te wezen, zodat hij het vuren
instaken èg het lv>ofd buigen moet.
De golf van rampspoed die over de
Zeeuwse en Zuidhollandse eilanden
gegaan is, een ontstellende vernieti
ging aanrichtend aan have en goed,
maar die daarnaast, en erger, ook
honderden mensenlevens eiste en tal
lozen in grote nood bracht, heeft'n be
klemmende stilte in de harten van ons
volk verwekt. In bange spanning heeft
liet de stroom van berichten beluisterd
die omtrent de. naar ras bleek, waar
lijk nationale ramp officieel verspreid
werden. En, als immer tevoren, heeft
het zich ingezet tot redding van en
hulpverlening aan hen die reikhalzend
zijn komst verbeidden. Alles wat men
selijk en modern-technisch, mogelijk
was, is gedaan. De honderden die des
ondanks het leven lieten, gedenkt ons
volk eerbiedig.
Ten overstaan van de zondvloed van
collectief ondervonden leed, zo sprak
de voorzitter der Tweede Kamer Dins
dagmiddag in de eerste vergadering
dier kamer na het Kerstreces, past
slechts een diep beleven van het god
delijk gebed: zijn naaste lief te heb
ben als zichzelf. Een gebod dat echter
de bindende plicht oplegt ieder
op zijn plaats en ieder naar
zijn vermogen, te redden, te verzorgen
cn te herstellen. Moge pure menselijk
heid, een deugd die het Nederlandse
volk in tijden van nood tegenover an
deren en tegenover zichzelf immer
betrachtte, zo besloot hij, in de ko
mende dagen, weken en maanden
richtsnoer zijn voor regering, volks
vertegenwoordiging en volk. Wij on
derstrepen deze bede van de voorzitter
der Tweede Kamer en besluiten daar
om met de woorden: weest barmhartig
t
Bij het Nationaal Rampenfonds
was tot gisteravond een bedrag
^an f 16.900.000 geteld.
Het is roemrijker de c
te doden dan
rlog met het noord
met het zwaard
(Van onze speciale verslaggever)
„St. Philipsland. het achter Steenbergen aan West-Brabant klevende schiereiland, kan weer binnen veer
tien dagen droog zijn. als we hier maar binnen een paar dagen zwaar materiaal hebben". Dat zei ons de
dijkgraaf van dit vruchtbare stukje kleiland, de 58-jarige heer P. Boudciing, die met tweehonderd vrijwilli
gers tot zelfs uit Friesland orde probeert te scheppen in de chaos, die de vloedgolf van Zaterdagnacht ook
hier teweegbracht. De torenklok van het aardige grijze kerkje in het ciiïtrum van het gelijknamige dorpje
op dit schiereiland wijst kwart over zes aan. Op dat tijdstip moet ook het leven in dit aan beide zijden van
de dijk gevlijde gemeenschapje stil zijn blijven staan. Zes grote gaten waren er in de dijken langs Eendracht
en Krammer geslagen door het beukende geweld van het opstuwende water. De school in het dorpje werd
er door uit z'n voegen gelicht en vele huizen gekraakt. Wie de chaos ziet, verbaast zich, dat er maar negen
vermisten zijn. Het wordt alleen verklaard door het feit, dat velen het geweld verwacht moeten hebben.
wordt. Vroeger graasden er kudden
schapen en liepen er de paarden. De
dieren trapten de molshopen weer
dicht. Nu blijft de grond losser en
dat heeft er mede toe bijgedragen,
dat zij afbrokkelden, toen zij een
sterke druk te verduren kregen. De
schapen zijn verdwenen en voor de
tractie worden weinig of geen paar
den meer gebruikt. De landbouw is
gemechaniseerd...." Of de man ge
lijk heeft. Misschien zit er iets waars
in zijn bewering.
Droog gebleven op het eiland Tho-
len zijn Oud-Vossemeer, St.-Anna-
land, St.-Maartensdijk en liet plaatsje
Tholen, hoewel van St.-Maartensdijk
een aantal huizen zwaar is bescha
digd. Maar Stavenisse is er heel erg
aan toe. De gehele westpunt van
Tholen staat onder water en in dit
geïnundeerde gebied heeft Stavenisse
een hopeloze strijd om zijn behoud
gestreden. Ten koste van zeer veel
doden.
Een vliegtuig cirkelt herhaaldelijk
boven het dorp en werpt goederen
uit, zoals dat op vele plaatsen ge
beurt. Hefschroefvliegtuigen gon
zen laag boven de huizen. Op het
eiland Tholen mag veel verwoest zijn'
en diepe ellende worden geleden. Er
wordt ook koortsachtig aan de red
ding en aan de verzorging v~n de
mensen gewerkt.
In de ondergelopen straten kan men lopen over het aangespoelde wrak
hout en uit de woningen gedreven meubilair. Studenten uit Nijmegen
en Deventer sjorren balk na balk, en schot na schot uit het met drabbig
hooi overdekte water, waarboven ook nog de cabine van een nieuwe
vrachtauto uitsteekt en cadavers van koeien ronddrijven. Vastgehaakt
aan uitsteeksels onder water moeten er ook nog vijf mensen liggen. De
lichamen van nog slechts vier konden worden geborgen.
Het leven gaat verder
Het leven gaat verder, het leven
van hen, die hier de dans ontspron
gen en van de velen, die naar Hal
steren gekomen zijn om hulp te bie
den. Nederlandse en Franse soldaten
hebben de handen ineen geslagen en
zoeken nu de wijde, golvende water
vlakte af naar het dode vee, dat links
en rechts van de, verzonken weg, die
naar de Eendracht loopt, troosteloos
ronddrijft.
De twee rijen bomen langs de weg
naar het eiland Tholen verliezen zich
i.U de ,£\vte in dev grauwe watermas
sa. Daar waar déze weg onder het
waterpeil verzinkt, klotst het water
tegen de grond, die het in zijn loop
stuitte. Schuim en stro, wrakhout en
takken markeren de grens van het
rijk, dat de woedende elementen in
één rampzalige nacht annexeerden.
Er drijven talrijke dode koeien rond.
Soldaten en burgers in motorbootjes
en geroeide vletten varen er heen en
nemen de kadavers op sleeptouw en
verzamelen ze. Twee sneeuwblanke
eenden dartelen speels in de golven,
waar enkele dode beesten half uit de
vloed getrokken zijn.
Een aantal mensen staat aan het
droge begin van de weg. In de verte
ligt het geteisterde eiland Tholen.
Zij willen er heen, om voorraden te
brengen en evacué's te halen. Op een
grote, hoge legerwagen, die achter
een duck gespannen wordt, werpen
potige vrijwilligers vlug dikke pak
ken dekens. Zij zijn hard nodig op
het eiland. En dan gaat het 't water
in. Wij hebben een plaatsje op de
aanhangwagen, welks bodem nog net
boven het water uitkomt. Ook enkele
Franse journalisten en een Engelse
journalist er zijn talrijke kranten
mensen uit het buitenland naar ons
land gekomen om voor hun bladen
over de Nederlandse ramp te schrij
ven trekken mee.
Men moet „in het water" geweest
zijn, tussen de verwoeste huizen door,
langs de vele koeienlijken, om slechts
enigermate te kunnen beseffen, wat
het voor de bewoners van de getrof
fen streken heeft te betekenen door
de snel opkomende, krachtige en ver-
raderlijke vloed te worden overval
len. „De Nijverheid" staat er op een
van de boerderijen. De bewoners
bouwden er met noeste arbeid een
bestaan op. Nu zijn de muren inge
vallen, een gordijntje wappert lugu
ber uit een open raam. De landbouw
werktuigen liggen verstrooid bij de
schuur. Zij zullen lange tijd geen
diensten meer bewijzen.
In een klein huis zitten nog drie
mensen op zolder. Zij willen er niet
uit, doch zullen nu desnoods met ge
weld verwijderd worden. De muren
staan op instorten. In een ander huis
verdronken een moeder en haar drie
kinderen en een grootmoeder. In een
arbeiderswoning, die gedeeltelijk is
verwoest, zijn nog wat meubelen
vlug op elkaar gestapeld. Het geweld
van het water heeft ze als een rom-
John Foster Dulles
voorzitter
De Amerikaanse president Eisen
hower heeft een kabinetscommissie
Ingesteld, die plannen zal maken voor
hulp aan de door de overstroming ge
troffen gebieden in West-Europa.
In een verklaring van het Witte
Huis wordt gezegd, dat het kabinet
eenparig van oordeel is, dat het Ame
rikaanse volk de getroffen gebieden
wenst te helpen.
Voorzitter van de commissie is
John Foster Dulles, de minister van
Buitenlandse Zaken. Leden zijn Char
les Wilson, minister van Defensie,
Ezra Benson, minister van Landbouw
en Harold Stassen, directeur van het
bureau voor de wederzijdse beveiliging
De commissie heeft opdracht de fei
ten na te gaan en aanbevelingen te
doen omtrent de wijze, waarop de
slachtoffers geholpen zullen worden.
melig hoopje wrakhout door elkaar
geworpen. De voordeur slaat op de
golfslag van het water open en dicht.
Van een der huizen is alleen war.
puin overgebleven. Eenzaam staat
daarop een kinderstoel. Er vlak bij
drijft een dak met pannen er nog in.
Doordat de zijgevel van een stal be
zweken is, is een hele rij kadavers
van koeien, nog aan de touwen,
zichtbaar geworden. De duck heeft
een paar rubberbotan op sleeptouw
genomen. Ze worden losgemaakt, en
kele Franse soldaten springen er üo
en zullen proberen deze kadavers
weg te halen.
Talrijk zijn de, gaten,in de üjc
langs de Eendracht, 'waardoor "net
water zich in de noodlotspolder stort
te. Op een aantal plaatsen heeft men
nog getracht met zakken zand en an
der materiaal het geweld te keren,
maar tegen de oerkracht van het
door de storm opgezwiepte springtij
waren zij niet bestand.
Opgejaagden
Over de brug achter de dijk
ligt het dorp Tholen op een droog
gebied. Het is er drukker dan ge
woonlijk, want uit de overstroomde
plaatsen op het eiland zijn de ver
jaagden gekomen, voor wie een
nieuw onderdak gezocht moet wor
den. Een aantal hunner kan in het
plaatsje blijven, velen gaan verder,
naar Bergen op Zoom, naar de ka
zerne in Ossendrècht, naar verder
gelegen oorden. Want men verwacht
nieuwe evacué's in Tholen.
Zullen de dijken van de nog droge
polders het houden, of brengt de toe
komst misschien verrassingen? De
mensen met wie wij spreken, zijn er
niet gerust op. „De dijken zijn niet
zo sterk meer als vroeger", zegt ons
iemand van het polderbestuur. „Dat
komt, doordat er niet meer op geweid
Het, totaal aantal genoteerde
slachtoffers bedraagt thans 1372.
Uit de ons thans ter beschik
king staande gegevens bljjkt, dat
de meeste slachtoffers gevallen
zijn op het eiland Goeree en Over-
flakkee n.l. 433.
Over de andere eilanden en ge
bieden zijn de cijfers als volgt
Tholen 304, Brabant 187, Hoek-
schewaard 144, Schouwen-Duive-
land 115. Noord-Beveland 41,
Voornc-Putten 27, Zuid-Beveland
26, Znid-Holiand 18, O. Zeeuwsch-
Vlaanderen 12, IJseimonde 10, St.
Philipsland 9, Noord-Holland 6,
Walcheren 5, Alblasserwaard 4,
Land van Heusden en Altena 3,
Tien Gemeenten 2, Beijerland 2.
aangespoeld van elders 24.
erlaten dijk bij Oude Tonge
Op een
orden de mensen per bootje weggehaald.
(Van onze speciale verslaggever)
De doodsklokken luiden over Halsteren, het Noordbrabantse plaatsje ten Noor
den van Bergen op Zoom, dat zwaar door de watersnood getroffen is en dat reeds
Zondag herhaaldelijk in de berichten genoemd werd, omdat de ramp er dadelijk
onnoemelijk leed en diepe ellende bracht.
Triest beieren de klokken van het kleine kerkje, dat volstroomt met bewogen
dorpelingen, die zeventien van de hunnen de laatste eer bewijzen. Zeventien
slachtoffers werden ter aarde besteld en zij die de dienst bijwonen, zijn tot in
hun ziel geroerd. Velen barsten in snikken uit. Zjj hebben deze doden zo goed
gekend. En zy weten, dat ook elders dergelyke diensten gehouden zullen worden
om de mannen, de vrouwen en de kinderen te gedenken, die in hun wanhopige
stryd tegen het water het onderspit moesten delven.
gelen, dat zich langs het dorpje een
weg baant tot zelfs door het water
op de rijksweg naar de Zijpe-dijk,
waar een veerdienst ds verbinding
met Schouwen-Duiveland hersteld
heeft.
Het heroïsche pogen van de mens
om de orde weer te vestigen, waar de
natuurkrachten in luttele uren het
werk van jaren verwoestten, vindt
hiex op het kleine St. Philipsland een
machtige concentratie. Enerzijds is er
dit opruimingswerk in het dorpje
zelf. Mannenmoed vraagt het om vol
te kunnen houden.
Maar langs diezelfde dijk tellen we
de cadavers van zeven prachtige koe-
Rolitieposfen bij wat gered werd
Op de dijk, die dwars door het dorp
loopt, staan vrachtauto's. Bedrijvige
handen sjorren het opgeviste wrak
hout op de wagens. Anderen sorteren
de trieste resten van huisraad: een
kinderwagen, een kleerkast, ja wat
eigenlijk niet.
Wat van waarde is, wordt opgebor
gen in een van ds huizen, die het
minst beschadigd werden. Gegroefde
en betrouwbare dorpsgenoten hou
den er de wacht bij. De politieposten
op de toegangswegen naar net dorp
zijn verdubbeld. Het is niet alleen om
het abnormaal drukke verkeer te re-
beesten. Ze zijn hier zo lang gedepo
neerd door de mannen, die bezig zijn
om ds prachtige stal van de Holland
se Hoeve eens de trots van St. Phi
lipsland leeg te halen. Ten minsie
veertien stuks hoornvee en twee
fraaie paarden vonden in die stal de
verdrinkingsdood. Met booties zijn
de mannen de stal binnengedrongen;
ze halen nu de cadavers er uit. De ca
davers van wat volgens een der op
ruimers het prachtigste paasvee be
loofde te worden van de hele ooi
der. De wagen van het Brabantse
Destructorbedrijf draait reeds achter
uit de dijk op. om de gszwollen licha
men der dieren zo snel mogelijk te
kunnen afvoeren. „Veertien van de
zeker vijfhonderd dieren, die hier om
het leven kwamen en nog merendeels
gsruimd moeten worden
Bij zoveel dood en verschrikking is
het begrijpelijk, dat een onverwacht
stukje leven verwarring brengt. Het
onverwachte stukje leven van een
poes, die vijf dagen watersnood in de
nok van de verdronken Hollandse
Hoeve overleefde. Twintig mannen
met verweerde groef-gezichten en
eeltachtige handen stonden er naar te
kijken als naar een wonder, stil en
met tranen in de ogen.
Tot er zich eindelijk een ambulance
van het Rode Kruis over ontfermde,
die zich al eerder het lot van een
uit de ondergelopen puinhopen ge
redde hond met gebroken poot had
aangetrokken.
Merkwaardig hoeveel indruk na
dagen zwerven door dit overstroomde
gebied met zijn vele leed de kleine
dingen op een mens kunnen maken.
Wat men te aanschouwen krijgt in
het beeld van alle dag is te overwel
digend om nu al tot bezinning te ko
men. Men weet het niet meer. Te
overweldigend is het probleem, dat
achter deze rampspoed schuil gaat.
En dan zoekt men naar een houvast.
En men vindt dat in die akelig onbe
tekenende voorvallen. Onophoudelijk
dringt zich in mijn geest maar het
beeld op van een paar klompen. Een
paar grote, gele mannenklompen. Zo
maar in een deftige eetsalon van een
duur Brabants hotel. Een paar hel
gele klompen op een kostbaar Smyr-
na-tapijt. waarin zelfs het hosklos
geluid van klompvoeten gesmoord
wordt.
Om die klompen; rijst het tafereel
van een gezin. Vader, moeder en vijf
zisilge kleuters met piekharen, on
wennig in dit hotel-milieu, <vsarin ze
een Onderdak kregen voor deze nacht
Gered, ja zeker. Maar ook losge
rukt door het wilde, kolkende water
uit de vertrouwde omgeving, waar
men werkte, leefde en liefde, en
waar men in zoveel bescheidenheid
gelukkig was.
In Steenbergen wordt het sinister
gelui der doodsklokken gehoord, de
stille bedrijvigheid van een begrafe
nis waarneembaar. Achttien slachtof
fers van de ramp werden naar een
gewijde rustplaats gebracht.' Katho
lieken op het Katholieke kerkhof,
Protestanten naar het Protestantse
kerkhof.
Wie de slachtoffers goed gekend
hadden, droegen de eenvoudige vu
renhouten kisten, die inderhaast ver
vaardigd werden door de stadstim
merman. Drie kinderen uit een gezin
en vijf kinderen uit een ander gezin
kregen een plaats in de vers gedol
ven graven, die groot genoeg gehou
den waren om aanstonds ook nog
plaats te kunnen bieden aan vader^
moeder, broertjes en zusjes, wier na
men nog staan op de lijsten der ver
misten en van wie wordt aangeno
men, dat hun lichamen bij het weer
droogvallen van de polder wel gevon
den zullen worden....