Bij de kinderen herneemt het leven zijn rechten Vrouwen in de achterhoede TROUWvoor de VROUW, iNare dagen MAAR DE OUDERS ZIJN MOEILIJK TE TROOSTEN Met daad en gebed Een nieuwe Bal kan bond In het evacuatiekamp te Ossendrecht HET MODERNE MEUBEL WINT TERREIN ZATERDAG 7 FEBRUARI 1953 TROUW (ADVERTENTIE) Verdrijf de periodieke pijnen pen dat lome, lusteloze gevoel^ L direct en afdoend met een paarj Japans schip met 67 Japanners vergaan De kapitein van het vergane Japanse passagiersschip „Sjmsi Maroe" meent, dat 61 passagiers en zes schepelingen zijn verdronken toen het schip Woens dag ten Noorden van Okinawa om sloeg. De kapitein en een meisje van 25 jaar, die naar land zwommen, zijn voor zover tot nu toe bekend, de enige overlevenden. (Van een onzer verslaggevers) Moderne meubelen blijken ln steeds breder kring ge waardeerd te worden. Wel- is waar durft vrijwel nog geen enkele fabrikant het meubel met veel lofwerk en indrukwekkende balpoten geheel van zijn program te schrappen, doch de vraag naar een wat strakker lijn en practischer indeling wordt steeds groter. „Modern of klassiek" is bij de meubelfabrikanten uiter aard niet zozeer een kwestie van smaak als wel van zake lijk inzicht. De klant kan krijgen wat hij wenst. „Wij zijn per slot geen zendelin gen in een heidenwereld", zei ons de heer A. Kempkes, voorzitter van de Centrale Bond van Meubelfabrikan ten. Wij spraken hem tijdens ons bezoek aan enige meu belbedrijven, in verband met de komende Utrechtse beurs „Maar de klant kan krijgen wat hij wenst", zeggen de fabrikanten voor meubelen en woning textiel. Ook voor de klant zijn het, naar zijn overtuiging, ech ter in hoofdzaak practische overwegingen welke aan het moderne meubel de voorkeur doen geven. Het is immers beter aangepast aan de hedendaagse behoefte en neemt minder ruimte in be slag. Bij de tegenwoordige veelal kleine behuizing ls dat laatste voordeel dikwijls doorslaggevend. Volgens de heer Kempkes heeft de Nederlandse meu belindustrie vooral door haar moderne productie wijze goede exportresultaten kunnen boeken. Vóór de oorlog kende zij vrijwel geen export en in 1949 ging er nog slechts voor 2,7 millioen gulden aan Nederlandse meubels de grenzen over. In 1951 was dit bedrag reeds tot 8.6 millioen gestegen en het vorig jaar zal het wel niet ver van de 14 millioen gulden gebleven zijn. Overigens had de Neder landse meubelindustrie ook haar zorgen. Bij export stuit zij al dadelijk op de moei lijkheid, dat de eisen welke aan vorm en uiterlijk van een meubel worden gesteld, in vrijwel elk land verschil lend zijn. Bovendien zijn de transportkosten hoog. De Nederlandse belastingrege ling maakt het de meubel industrie ook niet gemakke lijk. Om de binnenlandse markt te versterken is onlangs een stichting Propaganda Wo ninginrichting opgericht, die jaarlijks een „tiendaagse voor de woninginrichting" zal organiseren. Van 12 tot 21 Maart zal zii het publiek in tal van plaatsen duidelijk trachten te maken, dat er weinig objecten zijn, die duurzaam zoveel bevrediging schenken als een prettig in gericht huis. „En laat ieder dan maar eigen smaak volgen", zegt de heer Kempkes. „Alle mensen zijn nu eenmaal niet gelijk". (Van onze speciale verslaggeefster) „Napoleon, Napoleon, Napoleon staat stilKleine kinderen spelen onvermoeibaar in het grote militaire kamp bij Ossendrecht, dat thans als evacuatie-centrum dienst doet. Zij hebben kleren aan, die een week geleden nog door een meisje in Friesland of een jon getje in Limburg werden gedragen. De stakkers, die zo bang hebben gekeken in de donkere dagen die achter hen liggen, kunnen weer even lachen. Zij kunnen zelfs weer een beetje ruzie maken, echter gezonde ruzie. Wie beseft wat de jonge harten hebben moeten ver werken en nog verwerken? Zij hebben de dood regelrecht voor ogen gezien, zich angstig gedrukt tegen moeders schoot, in vaders armen. Dagenlang kregen zij geen eten, geen drinken en zij hadden het bitter koud Kinderen spelen weer, lachen weer, hun leed was spoedig geleden dekens sorteert, vult aan: Breigrereed- schap en knotten wol. Dat kan voor de vrouw evenveel betekenen als speelgoed voor de kinderen. Voor de laatste zijn er ook dringend nodig po's. Cebrek aan lectuur en vers fruit is er ook nog steeds. De militairen gaan nu weg uit het kamp. Er blijft slechts een kleine staf, maar de rest moeten de evacué's zelf gaan doen. Sommigen hebben het Ini tiatief al genomen en maken hun eigen zaal schoon. Zo moet het wor- Maar nu worden zij weer een beetje gewone kinderen in een gewoon huis. Op de stoel van een van de barakken in de gloednieuwe legerplaats zitten een paar schoolmeisjes en zij monste ren elkaar eens en ten slotte is er een die vraagt: „In welke klas zit jij"? Zo normaal reageren zij al weer, dat zij niet eens vragen: „In welke klas zat jij?" Slaap heeft haar goed gedaan en zij wennen al wat aan de vreemde kleren. Tot nu toe stond het kamp onder militaire leiding en hulp, maar de soldaten moeten gaan aflossen in Zee land en het is veel beter voor de ver drevenen. dat zij weer wat te doen VERGRIJSD IN ZEELAND Nu gescheiden van de geboortegrond krijgen, daarom wordt het werk nu langzamerhand in handen gegeven van de evacué's zelf. Weer naar school De kinderen zullen weer naar school gaan en dat is hard nodig, Nu vervelen zij zich of worden baldadig. Kun enige plicht is zich eenmaal per dag te melden bij de Rode Kruis-post voor vitamine-tabletten en Injecties De oudere meisjes zullen voor de kleuters gaan zorgen Het is mooi daar in Ossendrecht en zij willen gaan spe len in de bossen. Er is geen stukje speelgoed, geen pop, geen blokken doos en geen bal. De meisjes, die hel pen, hebben witte schorten gekregen Zij zien er weer fris uit, als vroeger Vroeger, dat is een week geleden. In de verte loopt een lachende, lange rij arm in arm met de Rode Kruis-solda- ten. Een beetje op een afstand lopen een jongen en een meisje gearmd. Het leven vraagt zijn rechten weer op. Binnen zitten de vaders en moeders Door de gang boldert een jongen met een oude kinderwagen, waarin zijn jongste broertje ligt. De ouderen schudden hun hoofd, maar tot hen doordringen doet het eigenlijk nog niet. Zij zitten daar stil om een tafel Zo nu en dan vertelt iemand met schorre stem zijn relaas. Voor de hoe veelste keer al? Hun ogen zien ons niet. Het is het verschrikkelijke leed van de watersnood, dat zij nu pas gaan herbcle- en Steeds weer opnieuw t hun doelloze daadromen en afschuwe lijke nachtmerries Het zijn bedroei den, die getroost moeten worden en iwanhopigen, dié hoop "moetén krijgen. Yaders van groxe kinderen, die zich anders geen minuut rust gunden, zit ten daar wat. Al zou er wat zijn om aan te pakken, zij kunnen het nog niet. Zij zijn nog te apatisoh en hebben nog geen kracht het vreselijke ver leden van zich af te zetten. Heizelfde Verdriet Een klein jongetje dringt tegen zijn moeder aan. De knoop van zijn jasje zit los. Werktuigelijk maakt zijn moe der de knoop vast. Zij luistert, want iemand vertelt weer. Een vader doet voor hoe hij zijn kind in de armen hield, toen zij het water zagen stijgen. Hij kon slechts met bovenmenselijke kracht stand houden. Men vindt el kaar hier in de nood en in hetzelfde verdriet. Soms gaan er gezinnen weg of familieleden die hen komen halen. Maar mevrouw Lemeyer uit Moerdijk zegt: ,,Ik wil hier blijven. WU hebben het hier goed". Haar broer uit Den Haag heeft een bange tocht gemaakt om hen te zoeken. Op handen en voe ten is hü de Moerdijkbrug over ko men kruipen. Hij vond hen allen ge zond en wel in Ossendrecht terug. In de vrouwenzaal op de Rode Kruis-post liggen een paar oude Zeeuwse vrouwen. Zij hebben de kap op. Maar haar gezichten staan onzeg baar oud, de ogen zijn roodomrand. Zolang het moest, zijn ze dapper ge weest. Zij hebben in haar huis willen blijven, waar zij zoveel jaren hebben gewoond. Met geweld hebben de sol daten haar soms van de daken moeten halen. Maar er zijn ook oude vrouw tjes geweest, die nog wat grapjes J. ebben kunnen maken met de solda ten ln de boten, waarmee zij gered zijn. In al haar nood zagen zij hoe de jongens het te kwaad hadden. En hun moederlijke humor kreeg de over hand, de angst en eigen leed kwamen op de achtergrond. Maar nu zijn zij uitgeput. Het is moeilijk haar te troos ten. Zr. Verburg, een van de verpleeg sters van het Utrechtse Groene Kruis, die in Ossendrecht werken, verzorgt haar. Zij brengt ons ook even in de kleine lekker warme zaal, waar een moeder zit bij haar drie snlpverkouden dochtertjes van 1, 2 en vier jaar oud. Haar snuitjes zijn bleek en staan in- droevig. Maar moeder weet er toch af en toe een lachje op te toveren, hoe wel zij nog gescheiden is van haar man en haar andere zeven kinderen, die elders moeten zitten. Iedereen dankbaar Iedereen ls dankbaar, dankbaar voor de droge kleren, dankbaar voor het eten. Over de baby's wordt door de zusters met bijzondere zorg ge waakt. Het ls een wonder hoe deze kleine kinderen het er tot nu toe af gebracht hebben. In het hele kamp zijn er trouwens niet veel die last hebben gekregen van verkoudheden Dit is voor een groo' deel te danken aan de snelle hulp van het Rode Kruis, het UW en van al die andere parti culieren. Er is welhaast geen vrouw ln Nederland, die niet op enigerlei wijze heeft geholpen. Zij hebben kleren kasten leeggeplunderd. Haar mannen zijn uit kantoor thuisgekomen en hebben de andere jas, die zij nog hadden, weggegeven. De kinderen zijn naar school gestuurd met armen vol met grote pakken. Nu in alles een beetje tekening gaat komen, blijkt dat er nog gebrek L aan dingen, waar niemand zo gauw aan gedacht heeft. Sergeant Boer kamp. die de leiding heeft over de Rode Kruis-post in de legerplaats noemt ze ons: veiligheidsspelden, haar kammen, haarspeldjes, bestek, scha ren, naaigerei. Een verpleegster, die Een boterham, warme kleding en een blik in een andere wereld den In het gehele kamp en dan kan het weer een klein beetje net als thuis worden. Want thuis is daar, waar een moeder zorgt, kan zorgen., En dan daarna? Wij blüven hier zo lang zegt zij, totdat Maar verder komt zij niet, omdat zij het eenvoudig niet weet. Zo lang hoe lang? Vader en zoon; de man belééfde de ramp, het jochie begreep het niet. Het is blij met zijn snoepje en glimlacht naar al die vreemde mensen, die over zijn hoofd strijken. Er zijn omstandigheden in het leven, waarbij we het liefst maar zouden zwijgen, zwijgen omdat we voelen hoe elk woord van ons te kort schiet. In zo'n situatie voelen we ons nu, nadat de Zondagmorgenradio de eerste berichten over de ontzettende ramp, in onze huiskamer bracht en sindsdien de stroom van groeiend leed ons ver bijsterde. We hebben geen gedachten meer, dan voor deze nood, we zien voor onze ogen: oude mensen vluch tend op een dak, moeders met kinde ren opgesloten op zolders en rondom water, instortende huizen, hele gezin nen opeens weg, vee dat in doods nood schreeuwtangstdon kerheidwanhoop We zien elkaar aan en zeggen diep verslagen: „ontzettend" en voelen hoe we voor zó grote nood geen woorden hebbenalléén maar de schreeuw van ons bange hart: „God sta hen bij Eér we het riepen, hoorde Hij. Op 't moment dat het water de dijken doorbrak, bloeide de naastenliefde open in het hart van ons volk. Een leger van duizenden stond ogenblikke lijk gereed, om in kou en nood, met levensgevaar te helpen, te steunen en te troosten. Jong en oud popelde om iets te doen en op het ogenblik, dat groot leed over een deel van ons vólk werd uitgego ten, stond het overige deel klaar, om mee leed te dra- en met mil- hand te ge waar alles ging- Woorden hebben we niét, maar met onze daden zullen wij spreken. Spre ken tot onze zusters in Zeeland, in Bra bant, op de eilanden en in de polders. Door onze daden zullen wij laten zien, hoe wij ons één voelen met haar in deze bittere, bittere beproeving. Wij kunnen haar liiet teruggeven wat zij verloren. Het ergste verlies dat van haar geliefde?!' kunnen wij slechts in eerbiedige stilte gedenken. Hier baat geen menselijke hulp meer. Wij kunnen alleen omhoog wijzen naar Hem, Die in deze omstandighe den meer kan troosten dan een moe der. En we kunnen voor en met haar bidden.... We kunnen haar wel ver zekeren, dat het meeleven van ons volk ontzaglijk groot is. In elke plaats worden hulpacties ingezet. We hebben het meegemaakt, dat de intekenlijsten voor geldelijke hulp ons haast uit de handen getrok ken werden: „Eindelijk waarom kwam u niet eerder het geld ligt allang klaar...." Kleine padvinders kwamen aan de deur: „Mogen de welpen niet mee doen?" Pakken kleren lagen gereed bij hen, die juist voor de Hongaarse vluchte lingen bij elkaar zochten wat maar met mogelijkheid te vinden was. En we kunnen niet beter doen, dan onze getroffen zusters beloven dat we deze drang tot helpen zullen proberen vast te houden ook als de eerste nood gelenigd is. We willen bij haar blijven met daad en gebed. Wij willen bidden, dat God Zelf haar harten voor opstand wil bewaren dat zij met al haar leed mogen leren vluchten in de armen van Hem, Die altijd nabij is de ziel die tot Hem zucht en Die het hart kan troosten, dat schreiend tot Hem vlucht. Ons hart heeft vele vragen. De „waaroms" dringen telkens weer naar boven. Woorden zijn zo goedkoop ook het heenwijzen naar God 1 ij k t soms goedkoop. Wat een troost is het dan, als we zien hoe al Gods kinderen worste len met het onbegrijpelijke. Zelfs David schreeuwde: Al Uw baren en Uw golven zijn over mij heengegaan. Maar vlak daarop grijpt hij toch zichzelf weer aan en zegt: Wat buigt gij u neder, o mijn ziel.... Hoop op God! Daarom diep-getroffen landgenoten als de storm raast om u en in u probeert dan woord voor woord na te zeggen: Zalig hij, die in dit leven Jakobs God ter hulpe heeft. Hij, die door den nood gedreven Zich tot Hem om troost begeeft. Die zijn hoop in 't hachlijkst lot Vestigt op den Heer zijn God! L. A. L. Br. KETEL en PANEELRADIATOREN J. B. VAN HEUST EN ZONEN N.V., CRUQUIUSKADE 6, DEN HAAG BELGRADO bedrijft niet alleen een onafhankelijkheidspolitiek, maar ook een buitenlandse politiek in grote stijl. Kort gezegd gaat het thans om de vorming van een Balkanbond, bestaan de uit de drie landen Griekenland, Turkije en Joegoslavië. Een verbond, al of niet in een verdragstekst vervat. Eerder had maarschalk Tito een schier onoverkomelijke tegenzin in verdragen aan de dag gelegd, gevolg van zijn in stelling sedert het losbreken van zijn land uit de Kominformlanden: volko men onzijdigheid tussen het Oostelijke en het Westelijke blok. Maar de tijd gaat voort en Tito en Joegoslavië daarmee. Enige jaren ge leden wilde men te Belgrado nog niet denken aan defensieve overeenkom sten. De vorige week heeft Tito echter te kennen gegeven, dat zelfs een ver drag niet onmogelijk zou zijn. Dat was ter gelegenheid van het bezoek van de Turkse minister van Buitenlandse Za ken, Köprülü, aan Belgrado, die van hier naar Athene doorgereisd is. Want dit bezoek aan Belgrado staat niet op zichzelf. In de laatste maanden is er een druk diplomatiek verkeer geweest tussen de drie hoofdsteden: Belgrado, Athene en Ankara. Turken gaan bij Joegoslaven en Grieken op bezoek, Grieken bij Joegoslaven en Turken, Joegoslaven bij Grieken en Turken. Bezoeken van staatshoofden, ministers, generaals wisselden elkaar af of vol gen nog. Het is wel duidelijk, dat dit niet alleen gaat cm een Turkse pijp te (Van onze verslaggeefster) DE BURGEMEESTERSVROUW van Halsteren heeft deze week met oneindig veel zorg de doden van haar gemeente helpen opbaren in een cha- pelle ardente. Zij en andere vrouwen hebben de doodskleden genaaid en met stille eerbied de mannen, vrouwen en kinderen van Halsteren," die zijn om gekomen, ten grave gedragen. Dit werk had mets van het opzien barende en grootse van het reddings werk dat hun mannen hebben ver richt, samen met zovele Nederlandse, Amerikaanse, Belgische en Franse mi litairen, maar het deed denken aan de Nederlandse vrouwen in de oor log, wier namen nooit zijn geboek staafd, doch die heldinnen zijn ge weest, in haar standvastigheid, haar zorg en haar liefde. VROUWEN in de achterhoede. Zo is het ook in de afgelopen dagen geweest. Redders en geredden hebben zij opgevangen met warm drinken en een warme glimlach. Geen woorden hebben zij verspild. Maar geholpen waar zij konden. Ze stonden aan de rand van het water en hadden op een paar kisten de koffie klaar staan. „Drink maar gauw eens even troostte haar stem en ze hielpen de papieren drinkkroesjes aan de mon den zetten, want de handen van de redders trilden van moeheid, die van de geredden van koude, angst en ver slagenheid. ZE dragen lompe laarzen deze vrou wen en van onder haar hoofddoe ken sliert het haar toch weer over haar voorhoofden, want het waait hard en het regent vaak. Maar dat is het allerlaatste waaraan ze nu denken. Haar hart is vol van mededogen om die kleine kinderen, die dit moesten doormaken en tranen krijgen ze in haar ogen om die moeders, die lijden door het aanzien van al dat leed. SOMS doortrilt deze helpende vrou wen even de onwerkelijkheid van haar eigen veilige thuis, ergens in het land, waar het dodende water niet is geweest en waar de kinderen gewoon naar school kunnen gaan en op de ge wone tijd naar bed worden geholpen en te eten krijgen. De woordeloze roep van die vrouwen om toch te helpen, zoveel mogelijk is, heeft de vrouwen in alle huizen van Nederland bereikt en heeft in haar harten nagetrild. Ook zij hebben willen helpen en ze zijn er op uitgegaan om geld in te zamelen en nog meer kleren en voedsel. Zij heb ben 's avonds en soms zelfs de hele nacht door kleren gesorteerd in de grote Rode Kruïscentra, En in de op vangplaatsen waar de evacué's een voorlopig plaatsje kregen, werden die kleren uitgedeeld door meisjes, die in twee ploegen werkten, van 9 uur des morgens tot 9 uur des avonds en van 9 uur des avonds tot 9 uur 's morgens. NA een paar uur hadden ze door wie zichzelf kan helpen en wie ge holpen moeten worden met uitzoeken. Zo zagen ze ook hoe de kleine oude man van 80 jaar uit St. Philipsland, die 14 uur achter elkaar op een dak heeft gezeten, het liefst maar in zijn hoekje bleef zitten. Hij kan er zijn hoofd niet bij houden. Vaag begrijpt hij, dat hij schoenen zal moeten heb ben en een broek, en nog meer, want alles wat hij aan heeft, heeft hij ge leend. Maar ze komen al naar hem toe, eerst met een kopje koffie en dan met een zwarte pet. „Kijk opa. dat is voor u!" En dan komt er plotseling weer leven in de doffe ogen en zijn handen gaan bevend over het nieuwe bezit: een eigen zwarte pet DE verpleegsters en de vrouwen van het UW, degenen die sorteren en zij die uitdelen, al die vrouwen, weten van geen vermoeidheid. Als het ge wone leven weer terugkeert zal de reactie misschien komen. Maar moe heid gaat over. En ze zullen weer wennen aan het leven van alledag in haar eigen huis. Maar in een vreemd gebouw, in een vreemd huis, zijn de vrouwen achter gebleven, die géén huis meer hebben en géén eigen boeltje, waarin ze kun nen redderen. Zondag zullen ze in vreemde kerken zitten. De hoofden on der de witte Zeeuwse kappen zullen zich met de anderen buigen in veroot moediging en gebed, maar ook in ver driet om wat verloren ging. GEREF. VROUWENBOND IN EIGEN HUIS De Bond van Gereformeerde Vrou wenverenigingen in Nederland heeft een eigen huis gekocht aan de Faas Eliaslaan 21 te Baarn. In dit huis woont de pas benoemde administra trice. mevrouw A. C. Brunsting Grashoff, en is ook de administratie van de Bond gevestigd. Verder kunnen hier alle vergaderingen van de Bond worden gehouden. Alle corresponden tie voor de genoemde Bond dient voortaan gericht te worden tot het nieuwe adres te Baarn. Het telefoon nummer van het Bondshuis is 3366. De administratie van de Bond van Geref. Vrouwen was tot nog toe ge vestigd ten huize van de dames Molen dijk te H. I. Ambacht. PALEIS NOORDEINÜE KLEDINGDEPOT H. M. de Koningin heeft aan het Rode Kruis dat gedeelte van het paleis Noordeinde afgestaan, dat nog te harer beschikking stond. Het gebouw doet thans dienst als klederendepot voor geëvacueerden. In het paleis is een staf van honderd personen aan het werk. In de vacature, ontstaan door het ontslag nemen van mej. dr. A. de Waal. die benoemd is tot staatssecretaris van Onderwijs, is tot lid van de Tweede Kamer benoemd verklaard mr. E. G. A. Roolvink te Almelo. De heer Rool- vink heeft reeds eerder voor de KVP zittine vehad in het Dariement. (ADVERTENTIE) Neem tegen roken of de Acropolis te zien of te spe levaren op de samenvloeiing van Save en Donau; het gaat hier om een hoogst belangwekkende politieke ontwikke ling: de geboorte van een driebond op de Zuidelijke Balkan, ter afscherming van het Russische gevaar. Voor het eerst duikt nu, in 1953, weer het verschijnsel van een Balkan- bond op, nadat in de tweede wereld oorlog de Balkanbond van 1934 was ten onder gegaan. Het scheelt maar één lid of beide bonden zouden qua deelne mers aan elkaar gelijk zijn. In de der tiger jaren behoorde daar ook Roe menië toe. Dat is nu uitgesloten (wat de staat betreft, wat de bevolking be treft staat het anders). Eén kenmerk zou de nieuwe Bal kanbond, zo deze metterdaad gestalte krijgt, met de oude gemeen hebben, namelijk, dat zijn spits allereerst tegen Bulgarije is gekeerd. Nu ook tegen Roemenië. D.w.z. tegen de macht, wel ke zich in deze staten heeft genesteld, die der Russen. Was het hoofdkenmerk van de voor oorlogse Balkanbond anti-revisionis tisch, ook de nieuwe Balkanbond zou dat zijn, door zijn defensieve karakter. BIJ deze merkwaardige nieuwe poli tieke formatie in het na-oorlogse Europa zijn twee punten van bijzon der belang op te merken. Ten eerste de omstandigheid, dat twee der candidaat- partners, Griekenland en Turkije, leden zijn van de NAVO. Zij het, dat geen van beide, noch Belgrado noch de NAVO, er aan denkt, onmiddellijke be trekkingen aan te gaan, zo zou toch door bedoelde Balkanbond Joegoslavië in het Noordatlantische verdedigings stelsel automatisch ingeschakeld wor den. Dit behoeft geen van beide af te schrikken, in het besef, dat een militair optreden in dit deel der wereld toch niet te loealiseren zou zijn. Daarente gen heeft het 't voordeel, dat op deze wijze de defensiestelsels op elkaar kunnen worden afgestemd. Verhou dingsgewijs zou een dergelijk verdrag of overeenkomst Belgrado nog de grootste veiligheidswinst opleveren, want, terwijl de Joegoslaven geen hoop op onzijdigheid zouden kunnen koeste ren, in geval van een aanval op Turkije en Griekenland, zou het theoretisch altijd nog mogelijk zijn, dat een afzon derlijke actie tegen Joegoslavië Grieks en Turks gebied onverlet zou laten. De politieke gedragslijn der NAVO heeft zich echter duidelijk tegen ieder ver der voortschrijden der Sowjetmacht naar het Westen uitgesproken. Het tweede punt van bijzonder be lang is de houding van Italië. Vanwege Triëst bestaat tussen Rome en Belgrado een vete, een wederzijds gevoelde grief, die onder de naam Fiume nog uit voor oorlogse tijd dateert Welnu. Rome heeft oogingen ondernomen om het samengaan van Athene en Ankara met Belgrado tegen te gaan. Premier en minister van Buitenlandse Zaken, de Gasperi, begaf zich met een mili taire missie half Januari zelf naar Athene, om de Grieken het gezicht van de Balkan af en naar de Middellandse Zee te doen wenden, waar de Italiaans- Griekse belangen zoveel groter zouden zijn. Deze poging boekte geen resultaat. In deze maand zal de Griekse minister van Buitenlandse Zaken Stephanopou- los zich naar Belgrado begeven en de Joegoslavische staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, Popovitsj, zal naar Athene gaan. DIT betekent voor Athene geen af kerigheid van Rome. Men heeft De Gasperi er onder ogen gebracht, dat, van hoe groot belang voor Grie kenland ook het Middellandse-Zee- verbond is, het zijn waarde verliest, indien de Russen zouden doorstoten naar deze zee. De waarheid hiervan zal ook in Rome niet kunnen worden ont kend. Ook voor Italië is de defensie van Joegoslavië, de vorming dus ook van de nieuwe Balkanbond, van grote betekenis. Maar de burenruzie ver blindt er hef oog. Hel is te hopen, dat een beter inzicht er baan breekt, een :nzïcht, dat ook kan leiden tot een soepeler houding ten aanzien van de kwestie-Triest, welke een doorn is in het vlees der NAVO. Een uitlating van minister Köprülü te Belgrado liet doorschemeren, dat het uittrekken van deze doorn ook Belgrado niet onwel kom zou zijn. Dit geschiedt in een tijd, waarin de Westelijke Grote Drie ern stig denken aan een liquideren van het Triëst-geschil. Dat de Joegoslavische visie nog ver der reikt dan de Balkan, bewees de reis van de partijtheoreticus Milovan Djilas en de pl.v.v. staatssecretaris van Buitenlandse Zaken. dr. Bebles. naar Rangoon, om als waarnemers deel te nemen aan het daar gehouden Con gres van Aziatische socialisten. Te Delhi verklaarde Djilas. „dat de pro gressieve anti-Kominformkrachten van Azië een reële steun behoren te ver krijgen bij de economische ontwikke ling van haar landen" Goede betrek kingen onderhoudt de Joegoslavische ommunistisehe partij ook met de so- lialistische partijen in Japan. India, Burma en Indonesië. Een wijd per spectief! (ADVERTENTIE)

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 4