Varend volk van Nederland heeft de roep verstaan Jonge militairen redden vele mensenlevens BIJZONDER GOED WERK VAN DE SCHIPPERS Organisatie bracht velen een teleurstelling Trotse burgemeester zond telegram 4 DAGEN GEEN NACHTRUST EN WARM ETEN Over de dijken Prins weer in rampgebied Na vijf dagen van reddingswerk Critiek op koning Bouclewijn VERSLAGENHEID ONDER HELPERS ZO SNEL MOGELIJK BEGINNEN. ZATERDAG 7 FEBRUARI 1953 TROUW 5 (Van onze speciale verslaggever) Sinds Maandag zijn honderden schepen van allerhand type, duizenden soldaten en burgers, tientallen vliegtuigen, helicoptères en amphibievoer- tuigen in de weer geweest om te trachten de bewoners van de verdron ken eilanden te evacueren. Helaas zijn van deze pogingen ook vele mislukt. Van die mislukkingen hoort men weinig, doch juist deze zijn het moeilijkst te dragen, want niets werkt meer ontmoedigend dan kou en machteloos wachten en weinig resultaat. De orders, die van de centrale leiding uitgingen, waren aanvankelijk hoe kon het anders vaak zo tegenstrijdig en verward, dat menige vergeefse tocht gemaakt moest worden. Nog eens, de situatie werkte deze verwarring in de hand, maar centralisering van de berichtgeving, verkregen via telefoon, radio, scheeps- radio en vliegtuigwaarneming, zou in den beginne het reddingswerk veel effectiever hebben kunnen doen zijn. Wij hadden ons ingescheept op de „Schiewerken", een boot van Gemeentewerken te Rotterdam, die normaal gebruikt wordt om pei lingen te verrichten in de Rotterdamse hsfvens, opdat plaats en om vang van het oaggerwerk bepaald kunnen worden. Wij vertrokken, van proviand en olie voorzien door de Marine, van de onderzeeboot basis in de Waalhaven met de opdracht: evacueer Bruinisse. Die dag brachten wij het niet verder dan Dordrecht, daar de vaart over het Hollandsch Diep bij nacht te gevaarlijk was. De andere morgen om halfzeven kwam de loods aan boord en voeren wij 't Hollandsch Diep op. Daar wacht te ons een gezicht om nooit te ver geten: honderden en nog eens honder den schepen van allerhande types ble ken hetzelfde voornemen als wij te hebben en trokken als in slagorde op naar de noodgebieden. Van de tegenge stelde richting kwamen schepen terng, beladen met evacoé's. Sommige van hen voerden de vlag halfstok, dat wa ren de lijkwagens van het water, die in hun ruimen de lichamen der ver dronkenen brachten naar droge plaat sen, waar zij begraven zouden kunnen worden. Urker vissers voeren gelijk-op met Katwijkers, de turfschipper hakkepof- te onverdroten voort naar zijn doel; een paar Belgische en Nederlandse mijnenvegere snelden op topkracht de andere schepen voorbij: snelle race- boten joegen over 't water, haar neus steil in de lucht gestoken, als moesten zij een wedstrijd winnen; luxe jach ten, aristocratisch als altijd, bewogen zich statig door al dat democratische gewriemel van boten, met toch het_ zelfde doel voor ogen. En met driftig getuf van hun motortjes probeerden tal van kleine vletjes hun grote broers bij te becnen. Wacht maar, nu waren zij nog nietig en onbetekenend, maar straks zouden juist zij het zijn, die het leeuwendeel van het reddingswerk op zich zouden nemen, want geen van die grote broers kon zo dicht onder de wal en achter de dijken komen als zij. Niemand van al deze schippers had naar beloning gevraagd, ieder van hen had zich zonder aarzelen aange boden voor de hulpverlening. Het va rend volk had de roep verstaan. T eleurstelling Toen wij tegen 11 uur in Bruinisse aankwamen, lag het haventje reeds vel schepen. Groot was de teleurstel ling, toen wij vernamen, dat Bruinisse zich best kon redden: de bewoners van de ondergelopen landerijen kregen as sistentie van hoog op de wielen staan de militaire vrachtauto's, ducks en helicopters en werden zo op droge plaatsen in veiligheid gebracht. En tenzij de storm weer mocht opsteken, wilden zij liever in de buurt van hun huizen en landerijen blijven, want een huis is toch je thuis, oók al staat het onder water. Spoedig kregen wij van de rijks politie te water de opdracht naar St. An na land op Tholen te gaan: dat dorp verkeerde In hoge nood en moest on middellijk geëvacueerd worden. Op dus naar St. Annaland. eerst om de Zuid door de rechter vaargeul van het Züpe. dan om de zandbank heen en om de Noord. Met een motorvletje en een paar roeiboten roeiden wij naar de dijk en liepen naar St. Annaland De aanblik van het dorp deed ons het ergste vrezen. De buitenste huizen rijen waren weggevaagd of openge scheurd huisraad lag overal verspreid barricades van zandzakken bewezen dat de bewoners al het mogelijke ge daan hadden om zich tegen een nieu we aanval van het water te bescher men Maar toen wij naar de burge meester gebracht werden, wees deze ona aanbod tot evacuatie kortweg van de hand: St. Annaland had alleen maar aanzienlijke materiële sohade, er wa ren geen doden te betreuren, en het water was weer teruggelopen. Men zou zich hier wel zien te redden. Met Sta- venisse was het echter erger gesteld, daar waren 300 doden en zou onze hulp welkom zijn. Maar een telefoon gesprek met de centrale hulppost wees uit, dat Stavenisse reeds voldoende va hulp voorzien was. Wat verdrietig keerden wij naar ons schip terug. Was er nu hulp nodig of niet? De „Schiewerken" wilde naar Bruinisse gaan voor nieuwe orders, een stuk of tien Urkers, die evenals wij naar St. Annaland waren gekomen, wilden het toch eens in Stavenisse gaan proberen, dus gingen wij over op de „Jacoba" van schipper Post. Krakend kwam het bericht over de soheepsradio, dat Stavenisse vrijwel geheel geëvacueerd was, verdere hulp was niet nodig. Weer verhuisden wij, nu naar Hr. Ms. mijnenveger „Wal cheren" De Marine had bij het red dingswerk de leiding en allicht zou den wij daar meer horen omtrent de bedreigde punten. De redders gered De commandant, lfcz. n Muller, ver moeid van de doorwaakte dagen en nachten, maakte niet veel omslag met de ontvangst en zei: „U wilt het red dingswerk meemaken? We hebben er vandaag al een paar honderd van Schouwen gehaald, maar nu maak lk mij zorgen over mijn eigen mensen en een paar Engelsen, die achter de dijken zijn vastgeraakt, toen het water terugliep. Vanavond komt de vloed opzetten en dan willen wij probe ren de lui daar vandaan te halen. U kurft mee als u zin hebt. Maar doe een zwemvest om, je kunt het mis schien nodig hebben." Terwijl wij wachten op het tjj, ho ren wij wat hier zo al verricht is. In Oosterlano zaten 1700 mensen geïso leerd. Zij werden door Amerikaanse en Britse helicopters in veiligheid ge bracht. Er moesten heel wat vluchten gemaakt worden, want per vlucht konden slechts 2 tot 4 passagiers ver voerd worden. In Bruinisse werden de geredden afgezet, waar verder voor hen gezorgd werd. Een 25-tal ducks ging het land in en zij konden goed werk doen, want telkens konden 100 mensen worden meegenomen. Ploegen van de in het Zijpe kruisende of ten anker liggende schepen gingen met vletten het land in er mochten de vol doening smaken honderden verkom merende dorpelingen aan boord te brengen. Gekke dingen konden zich voordoen. Een soldaat, die op Schouwen aan het reddingswerk deelnam, was met en kele kameraden per roeiboot in een dorpje aangeland, Hij had In lang niets te eten gehad en toen hij een bakkers winkel zag stapte hij naar binnen en vroeg of hij een koek. die hij daar zag liggen, mocht hebben. „Je kunt 'm krijgen," zei de bakkersvrouw, „maar hl! kost een kwartje" De soldaat be- zigdi- enkele termen die in geen enke' woordenboek voorkomen, en stapte zonder koek. de winkel uit. De gehechtheid van de boer aan zijn land had vaak tot gevolg, dat de men sen zich niet wilden laten evacueren. Tot welke gevolgen dit leiden kon, maakten de commando's mee. Met een boot passeerden zij een schuur, waar in zich op de zolder een twintig men sen bevonden. Zij weigerden met de soldaten mee te gaan. Even later stortte de schuur, ondermijnd door het water, in, en de commando's moesten de mensen voor hun ogen zien ver drinken. Gevaarlijk werk Hoe gevaarlijk dit reddingswerk ban zijn, ervoeren wü 's avonds, toen wij met een motorsloep van de Marine er op uittrokken om de opdracht van de commandant van de mijnenveger uit te voeren: haal de mensen weg, die achter de dijk zijn vastgeraakt. Het waren Britse en Nederlandse marine- vaartuigen, die door het aflopend tij gestrand waren. Het was 5 uuir in de avond, toen wij vertrokken. Het leek zo eenvoudig de opdracht uit te voeren, maar zo vlot zou het niet gaan. De boot raakte ver zeild op een bank en werd door de krachtige stroom muurvast er op ge drukt. Eir zat niets anders op dan tot aan ons middel in het water te gaan en te trachten de boot los te trekken. Na lang tobben kwam de sloep vrij en werd onmiddellijk door de stroom ge grepen en door het gat in de dijk naar binnen gesleurd. Tegen deze kracht van de vloed was geen motor bestand en hulpeloos moesten wij ons laten gaan, op gevaar af tegen een der voor aniker liggende Bruinisser bottertjes te worden geslingerd. Wij schoten er rakelings langs en zagen plotseling het nieuwe gevaar: een obstakel, dat in het ondergelopen land gevormd was door resten van de weggespoelde dijk. Een witte brandingssbreep liep dwars door de stroom, en als wij met gewel dige kracht op dat obstakel geworpen zouden worden, zou de sloep onher roepelijk kapseizen. De commandant zag het gevaar en gaf snel zijn orders „Grijp die marinesloep die daar ver ankerd ligt!" Als door een wonder lukte de manoeuvre en vijf meter voor het obstakel knvam onze boot met een ruk tot stilstand. We waren voorlopij gered. Er was al een Brits landings vaartuig gestrand, dat voor kapseizen behoec was door zijn brede, platte bodem. We waren er slecht aan toe. Om ons heen joeg het water met donde rend geweld het land in, het grauwe donker van de nacht sloot ons in, de wind vermeerderde in kracht en ver kilde ons tot op de botten, want onze lieslaarzen waren vol water gelopen, toen wij trachtten de boot vlot te krij gen. Uren gingen voorbij, af en toe krabde het anker over de grond en gleden wij met een schok dichter naar het rif. Millioenen kubieke meters water moeten ons voorbij gestroomd zijn tijdens die sombere, koude uren, water, dat opnieuw de landen blank zette, de huizen ondergroef en de we gen wegspoelde. Ergens in het land beschenen zoeklichten de wolken hemel, die het felle licht weerkaatsten, zodat het reddingswerk ook 's nachts door kon gaan. Gelukt! Om 7 uur zou het getij keren en de commandant wilde een poging wagen om uit het gat te komen. Hij bevel los te maken van de verankerde sloep, doch niet zodra waren wij los, of weer greep ons de stroom en dit maal was er geen redden aan: we wer den tegen het obstakel gesmeten, in een fractie van een seconde tilde het water de boot omhoog en dreigden wij te kapseizen. Was dat gebeurd, wij zouden het waarschijnlijk niet overleefd hebben, doch daar wil onmiddellijk op bevel van de commandant ver buiten boord leunden, werd het gevaar op het laat ste moment bezworen. De dreg werd uitgegooid en zo lagen wij voor ons eigen anker, met het vooruitzicht, In deze kou de nacht te moeten door brengen. Maar ineens was het water stil en keerde het getij. We slaagden er in langzaam terug te varen, konden een paar gestrande sloepen op sleeptouw nemen en al peilend vonden wij de weg terug naar de „Walcheren". To taal verkleumd klauterden wij aan boord. De „Walcheren" was overvol, maar met grote gastvrijheid, naar de beste tradities van de Marine, werd voor de burger een plaats ingeruimd, zodat hij kon wegzinken in een loodzware slaap We hadden het overleefd, de redders waren gered. Fel was ons de angst naar de keel gesprongen, de angst voor de allesvernietigende kracht van het water, de storm en de lichteloze nacht. Hoe moet het de eilandbewoners dan wel te moede zijn geweest in de nacht, toen de vloed hen besprong Geen Werk De volgende morgen Kregen wij be vel op te stomen naar Oude Tonge dat, volgens de berichten, in nood ver keerde en zo vlug mogelijk geëva- Schepen van allerlei soort zetten koers naar het geteisterde gebied om de mensen te evacueren, die zich nog in bedreigde plaatsen bevinden. cueerd moest worden. Ditmaal zou de commandant zelf met een sloep aan land trachten te komen. Wij voeren naar de ingang van het haventje, dat door boomstaken gemarkeerd was, doch al spoedig zaten wij vast: het was onmogelijk aan land te komen. Die zelfde ervaring deden vele schippers op. En het gebeurde niet zelden, zo zij er al in slaagden aan land te ko- Het onafhankelijke Brusselse week blad „Pourquoi Pas" oefent er critiek op uit, dat koning Boudewijn naar de Franse Rivièra is vertrokken, terwijl zijn land overstroomd werd. Het artikel wijst op wat koningin Elizabeth van Engeland en koningin Juliana en prins Bernhard gedaan hebben om hun onderdanen te helpen. Het blad schrijft verder: „In ons land is de toestand nog overal verre van bevredigend. In het Noordelijk deel van de provincie Antwerpen zijn nog mensen geïsoleerd. In de Ardennen kan de dooi door de opeenhoping van de sneeuw een catastrofe tot gevolg hebben." „Pourquoi Pas" besluit: Koning Boudewijn heeft he>t na een bezoek aan de kust, Antwerpen en Dender- monde niet nodig geoordeeld het ver blijf voor zijn herstel aan de Cöte d' Azur uit te stellen. De koning heeft een paar dagen geleden eer. aanval van influenza gehad en neemt thans vacantia in Antibes. men, dat hun hulp overbodig bleek of de bewoners weigerden zich te laten evaeuëren. De berichtenwaren tegen strijdig, vaak ook trok men er maar op eigen gelegenheid op uit. Of het gebeurde, dat van alle kanten de schippers toesnelden, als het A.N.P. mededeelde, dat een bepaalde plaats in nood verkeerde, zodat men elkaar in de weg liep. Zo is er nodeloos heen en weer gevaren of lag men machte loos voor de wal. Maar dit alles neemt niet weg, dat de schippers zich van hun beste zijde hebben laten kennen. En trouwens niet de schippers alleen: ieder sprak vol lof over de teugelloze moed van de commando's, de „Groene Baretten' Zij werden trouw terzijde gestaan door studenten uit onderscheidene univer siteitssteden. En wat de jongens van de Marine hebben gepresteerd, heb ben wij zelf ervaren: Janmaat wist waar het om ging en deed zijn plicht met vreugde. In het vreedzame i9 de hulpverle ning aan het verdronken land Neder lands „Duinkerken" geweest. Vrienden in de nood (Tekening vervaardigd door een onzer lezers ten bate van het Nationaal Rampen fonds). r GEMEENTE MIDWOLDA OLDAMBT MET OVERWEGEND ARBEIDERSBEVOLKING BRACHT IN -jl EEN DAG VOOR RAMPGEBIED 56000 'GULDEN OP IS 12 GULDEN PER INWONER OP I 43 GULDEN PER GEZIN BOVENDIEN REEDS MAANDAG JL PER EIGEN GELEGENHEID IvRACHTAUTO VOL GOEDEREN NAAR ROTTERDAM GEBRACHT THANS NOG GROOT AANTAL Itoezeggingen OOK VOOR HUISVESTING EVACUES VEESTALLING ENZ BEN TR0T2 I OP mijn GEMEENTE s AUSMA BURGEMEESTER CT 560o* tSD 5 2 4+ Onder de vele telegrammen, die Het telegram dat de burgemeester i .i p v°-n Midwolda verzond ons redactiebureau bereiken, trol len wü gistermorgen één uit de Groningse gemeente Midwolde. Het telegram had de volgende inhoud: „Gemeente Midwolde Oldambt met overwegend arbeidersbevol king, bracht in een dag voor rampgebied 56.000 gulden op; is 12 gulden per inwoner of 43 gul den per gezin; bovendien reeds Maandag jl. per eigen gelegen heid vrachtauto vol goederen naar Rotterdam gebracht; thans nog groot aantal toezeggingen ook voor huisvesting, évacué's, vee stalling enz.; ben trots op mijn ge meente Ausma, burgemeester Burgemeester Ausma zal niet de enige trotse burgemeester zijn. Ook de op brengst uit andere Nederlandse gemeen ten is fantastisch. Zo zonden de inwoners van Krimpen a.d. Lek. die zelf materiële schade leden door de watersnood f 10.000 naar het Rampenfonds. Bovendien schon ken zij drie koeien. De Krimpenaren delen verder mede, dat hun actie nog lang niet afgelopen Is. Den Haag schonk bijna vierhonderddui zend gulden en nog lang niet alles is bin nen. De Ged. Staten van Gelderland heb ben een kwart millioen gulden in het vooruitzicht gesteld. Niet minder trots dan burgemeester Ausma zal de burgemeester van Zeven huizen in Zuid-Holland zijn. Deze ge meente bracht f 37.000 bijeen, dat is meer dan elf gulden per inwoner. Eist bleef niet achter: Raad schenkt f 20.000 en de gemeente bracht bijeen f 17.000 en zes vrachtwagens met beddegoed en kleding. Nóg twee gemeenten, welke zelf een be wogen geschiedenis achter de rug hebben: Hedel ff 5700) en Schijndel (f 11,000). Het personeel van Jansen de Wit's Kousenfa- briek te Schijndel deed er het loon van een vacantiedag bij en de directie vulde het bedrag aan tot f 50.000. Ondanks het feit, dat er op Urk de laat ste dagen vrijwel geen gezinshoofden zijn (alle vissers snelden te hulp met hun schepen) brachten de inwoners van Urk 12.000 bijeen, Arnhem is de half millioen gulden ge passeerd. dank zij de offervaardigheid van het AKU-personeel. Drie Arnhemse bur gers hebben nu toegezegd bij iedere gulden :n cent te doen. Arnhem hoopt dezer dagen één millioen te zullen hebben bijeengebracht. Een originele gift hebben de Nederland se opticiens. Geëvacueerden die hun verloren, worden gratis geholpen. Zeshonderd ambtenaren van de ministe ries van Landbouw hebben f 16.000 bij eengebracht; Rotterdamse beeldende kun stenaars gaan hun werkstukken exposeren en verkopen; de Bijbelkioskvereniging in Amsterdam stelt gratis kinderbijbels en lectuur beschikbaar voor de geëvacueer den; de Nederlandse voetballer Faaa Wilkes, die in Italië speelt maakte 20.000 lires uit Italië over aan het Rampenfonds; tienduizend gulden is de bijdrage van de Ned. Chr. Vrouwenbond. Het vierduizend inwoners tellende Heeze ln Noord-Brabant heeft, afgezien van de girostortingen, f 15.000 bijeengebracht. De boeren stelden 58.000 kg veevoer ter beschikking. Westerbork in Drente gaf f 41.252 of ca. dertig gulden per gezin, plus twintig kubieke meter goederen. In Veenendaal kwam f 100.000 bijeen. De collecte bij de Fordfabrieken fa Amsterdam bracht f 37.000 op, waarvan f 13.500 of twintig gulden per persoon van het personeel en f 23.500 van de directie. Een hout bouwbedrijf in Vroomshoop stel de een volledige houten woning met In richting ter beschikking van de burge meester van Stad aan 't Haringvliet. De gemeenteraad van Helmond heeft Donderdag besloten f 100.000 beschikbaar te stellen voor het Nationale Rampenfonds. In het dorp Appelscha, gemeente Oost- stellingwerf (Fr.) is f 31.000 opgehaald, dat is t 7.65 per inwoner. De patiënten van het Beatrix-sanatorium aldaar brachten f 688.05 op en het personeel f 4421.80. Op het kantoor van een hoepelhandel kwam een cheque binnen ten bedrage van f 2750, bedoeld als gift voor het Rampen fonds. afkomstig van de Deense importeur# van hoepels. In de gemeente Wonseradeel is thans f 40.000 bijeengebracht, waarbij van de 23 dorpen dezer gemeente Longerhouw het leeuwenaandeel bijdroeg, nl. f 10.45 per In woner. Wons gaf gemiddeld per inwoner f 9.35, Ferwoude f 7.65 en Schettens f 6.65. Voorts schonken deze dorpen grote hoe veelheden goederen, die rechtstreeks naar Middelburg en Breda zijn gezonden. In het plaatsje Leens (Gr.) is een bedrag van f 40.900 bijeengebracht, dat is gemid deld f 10 per inwoner. Een orchideeënkweker heeft te Aalsmeer vijftig orchideeën geveild ten bate van het Rampenfonds. De handelaren brachten voor deze bloemen f 2151,50 op. De lij stencollecte in de gemeente Jutphaas heeft tot heden ca. f 14.000 opgebracht. Hierbij is niet begrepen het bedrag, dat door fabrikanten rechtstreeks naar het Rampenfonds is overgemaakt. In Ermelo kwam f 87.000 of f 16 per gezin bijeen. Vijf millioen In de drie Noordelijke provincies is te zamen een bedTag van ruim vijf millioen gecollecteerd. Hierbij zijn de toegezegde giften inbegrepen. De be- ...u- drag«"r die per giro aan het Rampen- bril fonds zijn overgemaakt, zijn hierbij 1 niet geteld. „Zo snel mogelijk beginnen," zal het devies zijn voor de herstelwerkzaam heden, waarbij steun gevonden wordt in de wetenschap, dat bepaalde ge deelten van het getroffen gebied o.a Zuid-Beveland en grote delen van West-Brabant, vrij snel droog kunnen vallen en nog dit jaar een oogst kun nen opleveren. Hiertegenover staat, dat voor andere gedeelten in het getroffen gebied re kening moet worden gehouden mei een latere aanvang van de herstel werkzaamheden en met een langduri- (Van een onzer verslaggevers). BRUINISSE. Groot is onze bewondering voor de leden van de Koninklijke Marine en Landmacht, die aan het reddingswerk in het door water geteisterde gebied hebben deelgenomen. Onder de moei lijkste omstanchgheden werden door de jonge militairen vrouwen en mannen, die de dood voor ogen hadden, uit de bomen geplukt en van de daken gehaald van woningen, die op instorten stonden. Terwijl zij vermoeid waren door meer dan 48 uur ononderbroken in de weer zijn, zonde^ voldoende eten gehad te hebben, roeiden de geünifor meerde redders de overstroomde landen binnen. Vouwboten, met een gewicht van $00 kg en een diepgang van slechts 30 cen timeter. werden met vereende krach ten over de dijken getild en voort ging het, zo snel als de tergend koude wind het mogelijk maakte. Toen wij gisteravond de vluchl- haven Zijpe bij Bruinisse binnenkwa men, tekenden vijf zoeklichten hun blauwwitte stralenbundels af tegen de rustigeheldere sterrenhemel. Meer dan 300 vaartuigen onder meer log gers. plezierjachten marineschepen kustvaarders en vletten lagen hie* te wachten om assistentie te verlenen die echter tot de grote spijt en ook vaak ergernis van de schippers en en hebben daar kleren en voeding af ge- andere te hulp gesnelden niet gevraagd werd. Op de 137 band klonk een caco- phonie van schreeuwende stemmen. „Hallo Scheveningen Radio, hier roept de Jacob, de Jacob. Hallo Steeds werden de stemmen van de onver moeide marconisten doorkruist door andere kreten. Vaak was het moeilijk enig contact te krijgen En het bleef maar wachten Diep was de verslagen heid onder de vrijwilligers van het Rode Kruis, de artsen en verpleegsters, studenten, arbeiders en anderen, die povelden van verlangen om actief aan 't merk te gaan „We z tten nu a! twee dagen aan noord van een kustvaarder" vertelde een korporaal van hei Rode Kruis ons .Tot nog toe hebben we niet veel kun nen doen. We zijn in Zierikzee geweest Minister S. L. Mansholt heeft een tweedaagse inspectiereis gemaakt in het getroffen gebied, waarbij hij zich op dë hoogte heeft gesteld van de avail, van de ramp. De minister heeft zich georiënteerd omtrent de mogelijkheden van het herstel van de landbouw en de voorbereiding ter hand genomen van de organisatie van het herstel en van de uitvoering der werkzaamheden. ger proces van herstel van de grond. De minister noemde wat dit betreft Schouwen en Duiveland „een tweed# Walcheren". Prins Bernhard heeft gisteren weder om per helicopter een bezoek gebracht aan de geteisterde gebieden. De Prins landde onder andere in Stavenisse, Brouwershaven en Zierikzee. In deze laatste gemeente ontmoette hij de com missaris der Koningin in de provincie Zeeland, jhr. de Casembroot. Prin9 Bernhard wisselde met hem uitvoerig van gedachten over de genomen en nog te nemen maatregelen. Daarna sprak de Prins de nog aanwezige bevolking van Z:erikzee toe, die daartoe op het Marktplein was bijeengekomen. Prins Bernhard bewoog de inwoners tot eva cuatie. Ten gevolge van de zeer slechte weersomstandigheden was Prins Bern hard niet in de gelegenheid nog andere plaatsen te bezoeken. Omstreeks kwart over vijf landde hij op het vliegveld Ypenburg, waarna prins Bernhard de vergadering van het dagelijks bestuur van het Rampenfonds bijwoonde. Heden zal prins Bernhard zich wederom naar de getroffen gebie den begeven. geven. Geëvacueerden kregen we niet mee, wel konden we een aantal doden meekrijgen. Dat hebben we echter ge weigerd. Ik wou da: er maar wat meer organisatie was", zo klaagde de ver moeide man, die uit zijn werk was ge broken en zijn salaris waarschijnlijk niet voor deze dagen ontvangt. Aan boord van de tot hospitaal inge richte boot, waarop wij een warme maaltijd vonden, strompelden enige marinemannen, door en door nat. Zelfs de potigste van 'hen kon met meer rechtop blijven zitten, terwijl het eten werd klaargemaaKt. Drie dagen Drie dagen hadden zij bij regen en storm in open sloepen gezeten en wa ren meermalen het koude water inge lopen. Voldoende voedsel was er niet aan boord en ze deden het maar met noodrantsoenen. Als er geslapen kon worden het was altijd maar even wikkelden de volhardende mannen zich met hun natte plunje in de dekens. „Het valt lang niet mee" zei een van hen. die van Terschelling afkomstig was. „Hier en daar hebben wij de men sen met een in Naam der Koningin van de daken moeten wegjagen. Het is gebeurd dat een bejaard echtpaar de man was 80 en de vrouw 72 niet in de boten wilden, omdat wij hun geit en twee konijnen niet mee konden ne men Onbegrijpelijk, zij zaten op de zol der van een ondergelopen huls" aldus deze vermoeide helper. Een 22-jarige reserve-officier u'.t Amsterdam, die zich dadelijk na de radio-oproep bij zijn onderdeel had gemeld, hebben wij de dag hiervoor in Numansdorp, waar 67 bewoners de verdrinkingsdood vonden, aange troffen. De jongeman zakte bijna door de grote inspanning in elkaar, ^ater vertelde hij met horten en sto ten, dat ze vaak teleurgesteld waren. Soms werden zij opgeroepen een be paalde plaats snel hulp te bieden. Enige uren werd er uit alle macht aan de riemen getrokken. Kwam men eindelijk ter plaatse, dan bleek het werk reeds gedaan te zijn. „We hadden vaak van die foutieve alar meringen". Toch bleef hij, evenals de '•est, vol goede moed. Zij wisten maar al te goed hoe moeilijk het moest zijn om het reddingswerk te organiseren. Droef zijn de sobere berichten, die 3 redders meedelen. Over die boer, die ziji. drie kinderen verloor en niet eerder mee wilde, voor hij ze begraven had. Van dat paard, dat van 's morgens 10 uur tot 's avonds vijf uur met zijn neus boven water stond en niet geëed kon worden. Zo lang vocht dat dier met de dood. Alle militairen zijn van mening, dat de droeve lijst van slachtoffers nog aanzienlijk groter zal worden, wanneer de huizen, waarin thans nog enkele meters water staat, doorzocht kunnen worden. Door de ruiten kijkend, zag men op vele plaatsen stoffelijke over schotten drijven, die nog niet gebor gen konden worden.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 3