Varend volk van Nederland
heeft de roep verstaan
Jonge militairen redden
vele mensenlevens
BIJZONDER GOED WERK
VAN DE SCHIPPERS
Organisatie bracht velen
een teleurstelling
Trotse burgemeester
zond telegram
4
DAGEN GEEN NACHTRUST
EN WARM ETEN
Over de dijken
Prins weer in
rampgebied
Na vijf dagen van reddingswerk
Critiek op koning
Bouclewijn
VERSLAGENHEID ONDER HELPERS
ZO SNEL MOGELIJK BEGINNEN.
ZATERDAG 7 FEBRUARI 1953
TROUW
5
(Van onze speciale verslaggever)
Sinds Maandag zijn honderden schepen van allerhand type, duizenden
soldaten en burgers, tientallen vliegtuigen, helicoptères en amphibievoer-
tuigen in de weer geweest om te trachten de bewoners van de verdron
ken eilanden te evacueren. Helaas zijn van deze pogingen ook vele
mislukt. Van die mislukkingen hoort men weinig, doch juist deze zijn het
moeilijkst te dragen, want niets werkt meer ontmoedigend dan kou en
machteloos wachten en weinig resultaat. De orders, die van de centrale
leiding uitgingen, waren aanvankelijk hoe kon het anders vaak
zo tegenstrijdig en verward, dat menige vergeefse tocht gemaakt moest
worden. Nog eens, de situatie werkte deze verwarring in de hand, maar
centralisering van de berichtgeving, verkregen via telefoon, radio, scheeps-
radio en vliegtuigwaarneming, zou in den beginne het reddingswerk veel
effectiever hebben kunnen doen zijn.
Wij hadden ons ingescheept op de „Schiewerken", een boot van
Gemeentewerken te Rotterdam, die normaal gebruikt wordt om pei
lingen te verrichten in de Rotterdamse hsfvens, opdat plaats en om
vang van het oaggerwerk bepaald kunnen worden. Wij vertrokken,
van proviand en olie voorzien door de Marine, van de onderzeeboot
basis in de Waalhaven met de opdracht: evacueer Bruinisse. Die dag
brachten wij het niet verder dan Dordrecht, daar de vaart over het
Hollandsch Diep bij nacht te gevaarlijk was.
De andere morgen om halfzeven
kwam de loods aan boord en voeren
wij 't Hollandsch Diep op. Daar wacht
te ons een gezicht om nooit te ver
geten: honderden en nog eens honder
den schepen van allerhande types ble
ken hetzelfde voornemen als wij te
hebben en trokken als in slagorde op
naar de noodgebieden. Van de tegenge
stelde richting kwamen schepen terng,
beladen met evacoé's. Sommige van
hen voerden de vlag halfstok, dat wa
ren de lijkwagens van het water, die
in hun ruimen de lichamen der ver
dronkenen brachten naar droge plaat
sen, waar zij begraven zouden kunnen
worden.
Urker vissers voeren gelijk-op met
Katwijkers, de turfschipper hakkepof-
te onverdroten voort naar zijn doel;
een paar Belgische en Nederlandse
mijnenvegere snelden op topkracht de
andere schepen voorbij: snelle race-
boten joegen over 't water, haar neus
steil in de lucht gestoken, als moesten
zij een wedstrijd winnen; luxe jach
ten, aristocratisch als altijd, bewogen
zich statig door al dat democratische
gewriemel van boten, met toch het_
zelfde doel voor ogen. En met driftig
getuf van hun motortjes probeerden
tal van kleine vletjes hun grote broers
bij te becnen. Wacht maar, nu waren
zij nog nietig en onbetekenend, maar
straks zouden juist zij het zijn, die
het leeuwendeel van het reddingswerk
op zich zouden nemen, want geen van
die grote broers kon zo dicht onder
de wal en achter de dijken komen als
zij. Niemand van al deze schippers
had naar beloning gevraagd, ieder van
hen had zich zonder aarzelen aange
boden voor de hulpverlening. Het va
rend volk had de roep verstaan.
T eleurstelling
Toen wij tegen 11 uur in Bruinisse
aankwamen, lag het haventje reeds
vel schepen. Groot was de teleurstel
ling, toen wij vernamen, dat Bruinisse
zich best kon redden: de bewoners van
de ondergelopen landerijen kregen as
sistentie van hoog op de wielen staan
de militaire vrachtauto's, ducks en
helicopters en werden zo op droge
plaatsen in veiligheid gebracht. En
tenzij de storm weer mocht opsteken,
wilden zij liever in de buurt van hun
huizen en landerijen blijven, want een
huis is toch je thuis, oók al staat het
onder water.
Spoedig kregen wij van de rijks
politie te water de opdracht naar St.
An na land op Tholen te gaan: dat dorp
verkeerde In hoge nood en moest on
middellijk geëvacueerd worden. Op
dus naar St. Annaland. eerst om de
Zuid door de rechter vaargeul van het
Züpe. dan om de zandbank heen en
om de Noord. Met een motorvletje en
een paar roeiboten roeiden wij naar
de dijk en liepen naar St. Annaland
De aanblik van het dorp deed ons het
ergste vrezen. De buitenste huizen
rijen waren weggevaagd of openge
scheurd huisraad lag overal verspreid
barricades van zandzakken bewezen
dat de bewoners al het mogelijke ge
daan hadden om zich tegen een nieu
we aanval van het water te bescher
men Maar toen wij naar de burge
meester gebracht werden, wees deze
ona aanbod tot evacuatie kortweg van
de hand: St. Annaland had alleen maar
aanzienlijke materiële sohade, er wa
ren geen doden te betreuren, en het
water was weer teruggelopen. Men zou
zich hier wel zien te redden. Met Sta-
venisse was het echter erger gesteld,
daar waren 300 doden en zou onze
hulp welkom zijn. Maar een telefoon
gesprek met de centrale hulppost wees
uit, dat Stavenisse reeds voldoende
va hulp voorzien was.
Wat verdrietig keerden wij naar ons
schip terug. Was er nu hulp nodig of
niet? De „Schiewerken" wilde naar
Bruinisse gaan voor nieuwe orders,
een stuk of tien Urkers, die evenals
wij naar St. Annaland waren gekomen,
wilden het toch eens in Stavenisse
gaan proberen, dus gingen wij over
op de „Jacoba" van schipper Post.
Krakend kwam het bericht over de
soheepsradio, dat Stavenisse vrijwel
geheel geëvacueerd was, verdere hulp
was niet nodig. Weer verhuisden wij,
nu naar Hr. Ms. mijnenveger „Wal
cheren" De Marine had bij het red
dingswerk de leiding en allicht zou
den wij daar meer horen omtrent de
bedreigde punten.
De redders gered
De commandant, lfcz. n Muller, ver
moeid van de doorwaakte dagen en
nachten, maakte niet veel omslag met
de ontvangst en zei: „U wilt het red
dingswerk meemaken? We hebben er
vandaag al een paar honderd van
Schouwen gehaald, maar nu maak lk
mij zorgen over mijn eigen mensen
en een paar Engelsen, die achter de
dijken zijn vastgeraakt, toen het water
terugliep. Vanavond komt de vloed
opzetten en dan willen wij probe
ren de lui daar vandaan te halen. U
kurft mee als u zin hebt. Maar doe
een zwemvest om, je kunt het mis
schien nodig hebben."
Terwijl wij wachten op het tjj, ho
ren wij wat hier zo al verricht is. In
Oosterlano zaten 1700 mensen geïso
leerd. Zij werden door Amerikaanse
en Britse helicopters in veiligheid ge
bracht. Er moesten heel wat vluchten
gemaakt worden, want per vlucht
konden slechts 2 tot 4 passagiers ver
voerd worden. In Bruinisse werden de
geredden afgezet, waar verder voor
hen gezorgd werd. Een 25-tal ducks
ging het land in en zij konden goed
werk doen, want telkens konden 100
mensen worden meegenomen. Ploegen
van de in het Zijpe kruisende of ten
anker liggende schepen gingen met
vletten het land in er mochten de vol
doening smaken honderden verkom
merende dorpelingen aan boord te
brengen.
Gekke dingen konden zich voordoen.
Een soldaat, die op Schouwen aan het
reddingswerk deelnam, was met en
kele kameraden per roeiboot in een
dorpje aangeland, Hij had In lang niets
te eten gehad en toen hij een bakkers
winkel zag stapte hij naar binnen en
vroeg of hij een koek. die hij daar zag
liggen, mocht hebben. „Je kunt 'm
krijgen," zei de bakkersvrouw, „maar
hl! kost een kwartje" De soldaat be-
zigdi- enkele termen die in geen enke'
woordenboek voorkomen, en stapte
zonder koek. de winkel uit.
De gehechtheid van de boer aan zijn
land had vaak tot gevolg, dat de men
sen zich niet wilden laten evacueren.
Tot welke gevolgen dit leiden kon,
maakten de commando's mee. Met een
boot passeerden zij een schuur, waar
in zich op de zolder een twintig men
sen bevonden. Zij weigerden met de
soldaten mee te gaan. Even later
stortte de schuur, ondermijnd door het
water, in, en de commando's moesten
de mensen voor hun ogen zien ver
drinken.
Gevaarlijk werk
Hoe gevaarlijk dit reddingswerk
ban zijn, ervoeren wü 's avonds, toen
wij met een motorsloep van de Marine
er op uittrokken om de opdracht van
de commandant van de mijnenveger
uit te voeren: haal de mensen weg, die
achter de dijk zijn vastgeraakt. Het
waren Britse en Nederlandse marine-
vaartuigen, die door het aflopend tij
gestrand waren.
Het was 5 uuir in de avond, toen wij
vertrokken. Het leek zo eenvoudig de
opdracht uit te voeren, maar zo vlot
zou het niet gaan. De boot raakte ver
zeild op een bank en werd door de
krachtige stroom muurvast er op ge
drukt. Eir zat niets anders op dan tot
aan ons middel in het water te gaan en
te trachten de boot los te trekken. Na
lang tobben kwam de sloep vrij en
werd onmiddellijk door de stroom ge
grepen en door het gat in de dijk naar
binnen gesleurd. Tegen deze kracht
van de vloed was geen motor bestand
en hulpeloos moesten wij ons laten
gaan, op gevaar af tegen een der voor
aniker liggende Bruinisser bottertjes
te worden geslingerd. Wij schoten er
rakelings langs en zagen plotseling het
nieuwe gevaar: een obstakel, dat in
het ondergelopen land gevormd was
door resten van de weggespoelde dijk.
Een witte brandingssbreep liep dwars
door de stroom, en als wij met gewel
dige kracht op dat obstakel geworpen
zouden worden, zou de sloep onher
roepelijk kapseizen. De commandant
zag het gevaar en gaf snel zijn orders
„Grijp die marinesloep die daar ver
ankerd ligt!" Als door een wonder
lukte de manoeuvre en vijf meter voor
het obstakel knvam onze boot met een
ruk tot stilstand. We waren voorlopij
gered. Er was al een Brits landings
vaartuig gestrand, dat voor kapseizen
behoec was door zijn brede, platte
bodem.
We waren er slecht aan toe. Om
ons heen joeg het water met donde
rend geweld het land in, het grauwe
donker van de nacht sloot ons in, de
wind vermeerderde in kracht en ver
kilde ons tot op de botten, want onze
lieslaarzen waren vol water gelopen,
toen wij trachtten de boot vlot te krij
gen. Uren gingen voorbij, af en toe
krabde het anker over de grond en
gleden wij met een schok dichter naar
het rif. Millioenen kubieke meters
water moeten ons voorbij gestroomd
zijn tijdens die sombere, koude uren,
water, dat opnieuw de landen blank
zette, de huizen ondergroef en de we
gen wegspoelde. Ergens in het land
beschenen zoeklichten de wolken
hemel, die het felle licht weerkaatsten,
zodat het reddingswerk ook 's nachts
door kon gaan.
Gelukt!
Om 7 uur zou het getij keren en de
commandant wilde een poging wagen
om uit het gat te komen. Hij
bevel los te maken van de verankerde
sloep, doch niet zodra waren wij los,
of weer greep ons de stroom en dit
maal was er geen redden aan: we wer
den tegen het obstakel gesmeten, in
een fractie van een seconde tilde het
water de boot omhoog en dreigden wij
te kapseizen.
Was dat gebeurd, wij zouden het
waarschijnlijk niet overleefd hebben,
doch daar wil onmiddellijk op bevel
van de commandant ver buiten boord
leunden, werd het gevaar op het laat
ste moment bezworen. De dreg werd
uitgegooid en zo lagen wij voor ons
eigen anker, met het vooruitzicht, In
deze kou de nacht te moeten door
brengen.
Maar ineens was het water stil en
keerde het getij. We slaagden er in
langzaam terug te varen, konden een
paar gestrande sloepen op sleeptouw
nemen en al peilend vonden wij de
weg terug naar de „Walcheren". To
taal verkleumd klauterden wij aan
boord.
De „Walcheren" was overvol, maar
met grote gastvrijheid, naar de beste
tradities van de Marine, werd voor de
burger een plaats ingeruimd, zodat hij
kon wegzinken in een loodzware slaap
We hadden het overleefd, de redders
waren gered. Fel was ons de angst
naar de keel gesprongen, de angst voor
de allesvernietigende kracht van het
water, de storm en de lichteloze nacht.
Hoe moet het de eilandbewoners dan
wel te moede zijn geweest in de nacht,
toen de vloed hen besprong
Geen Werk
De volgende morgen Kregen wij be
vel op te stomen naar Oude Tonge
dat, volgens de berichten, in nood ver
keerde en zo vlug mogelijk geëva-
Schepen van allerlei soort zetten koers
naar het geteisterde gebied om de
mensen te evacueren, die zich nog in
bedreigde plaatsen bevinden.
cueerd moest worden. Ditmaal zou de
commandant zelf met een sloep aan
land trachten te komen. Wij voeren
naar de ingang van het haventje, dat
door boomstaken gemarkeerd was,
doch al spoedig zaten wij vast: het was
onmogelijk aan land te komen. Die
zelfde ervaring deden vele schippers
op. En het gebeurde niet zelden, zo
zij er al in slaagden aan land te ko-
Het onafhankelijke Brusselse week
blad „Pourquoi Pas" oefent er critiek
op uit, dat koning Boudewijn naar de
Franse Rivièra is vertrokken, terwijl
zijn land overstroomd werd. Het artikel
wijst op wat koningin Elizabeth van
Engeland en koningin Juliana en
prins Bernhard gedaan hebben om hun
onderdanen te helpen.
Het blad schrijft verder: „In ons land
is de toestand nog overal verre van
bevredigend. In het Noordelijk deel
van de provincie Antwerpen zijn nog
mensen geïsoleerd. In de Ardennen
kan de dooi door de opeenhoping van
de sneeuw een catastrofe tot gevolg
hebben."
„Pourquoi Pas" besluit: Koning
Boudewijn heeft he>t na een bezoek
aan de kust, Antwerpen en Dender-
monde niet nodig geoordeeld het ver
blijf voor zijn herstel aan de Cöte
d' Azur uit te stellen. De koning heeft
een paar dagen geleden eer. aanval
van influenza gehad en neemt thans
vacantia in Antibes.
men, dat hun hulp overbodig bleek
of de bewoners weigerden zich te laten
evaeuëren. De berichtenwaren tegen
strijdig, vaak ook trok men er maar
op eigen gelegenheid op uit. Of het
gebeurde, dat van alle kanten de
schippers toesnelden, als het A.N.P.
mededeelde, dat een bepaalde plaats
in nood verkeerde, zodat men elkaar
in de weg liep. Zo is er nodeloos heen
en weer gevaren of lag men machte
loos voor de wal.
Maar dit alles neemt niet weg, dat
de schippers zich van hun beste zijde
hebben laten kennen. En trouwens
niet de schippers alleen: ieder sprak
vol lof over de teugelloze moed van
de commando's, de „Groene Baretten'
Zij werden trouw terzijde gestaan door
studenten uit onderscheidene univer
siteitssteden. En wat de jongens van
de Marine hebben gepresteerd, heb
ben wij zelf ervaren: Janmaat wist
waar het om ging en deed zijn plicht
met vreugde.
In het vreedzame i9 de hulpverle
ning aan het verdronken land Neder
lands „Duinkerken" geweest.
Vrienden in de nood
(Tekening vervaardigd door een onzer
lezers ten bate van het Nationaal Rampen
fonds).
r GEMEENTE MIDWOLDA OLDAMBT MET OVERWEGEND ARBEIDERSBEVOLKING BRACHT IN
-jl EEN DAG VOOR RAMPGEBIED 56000 'GULDEN OP IS 12 GULDEN PER INWONER OP
I 43 GULDEN PER GEZIN BOVENDIEN REEDS MAANDAG JL PER EIGEN GELEGENHEID
IvRACHTAUTO VOL GOEDEREN NAAR ROTTERDAM GEBRACHT THANS NOG GROOT AANTAL
Itoezeggingen OOK VOOR HUISVESTING EVACUES VEESTALLING ENZ BEN TR0T2
I OP mijn GEMEENTE s AUSMA BURGEMEESTER
CT 560o*
tSD 5 2 4+
Onder de vele telegrammen, die Het telegram dat de burgemeester
i .i p v°-n Midwolda verzond
ons redactiebureau bereiken, trol
len wü gistermorgen één uit de
Groningse gemeente Midwolde.
Het telegram had de volgende
inhoud:
„Gemeente Midwolde Oldambt
met overwegend arbeidersbevol
king, bracht in een dag voor
rampgebied 56.000 gulden op; is
12 gulden per inwoner of 43 gul
den per gezin; bovendien reeds
Maandag jl. per eigen gelegen
heid vrachtauto vol goederen naar
Rotterdam gebracht; thans nog
groot aantal toezeggingen ook
voor huisvesting, évacué's, vee
stalling enz.; ben trots op mijn ge
meente Ausma, burgemeester
Burgemeester Ausma zal niet de enige
trotse burgemeester zijn. Ook de op
brengst uit andere Nederlandse gemeen
ten is fantastisch. Zo zonden de inwoners
van Krimpen a.d. Lek. die zelf materiële
schade leden door de watersnood f 10.000
naar het Rampenfonds. Bovendien schon
ken zij drie koeien. De Krimpenaren delen
verder mede, dat hun actie nog lang niet
afgelopen Is.
Den Haag schonk bijna vierhonderddui
zend gulden en nog lang niet alles is bin
nen. De Ged. Staten van Gelderland heb
ben een kwart millioen gulden in het
vooruitzicht gesteld.
Niet minder trots dan burgemeester
Ausma zal de burgemeester van Zeven
huizen in Zuid-Holland zijn. Deze ge
meente bracht f 37.000 bijeen, dat is meer
dan elf gulden per inwoner. Eist bleef
niet achter: Raad schenkt f 20.000 en de
gemeente bracht bijeen f 17.000 en zes
vrachtwagens met beddegoed en kleding.
Nóg twee gemeenten, welke zelf een be
wogen geschiedenis achter de rug hebben:
Hedel ff 5700) en Schijndel (f 11,000). Het
personeel van Jansen de Wit's Kousenfa-
briek te Schijndel deed er het loon van
een vacantiedag bij en de directie vulde
het bedrag aan tot f 50.000.
Ondanks het feit, dat er op Urk de laat
ste dagen vrijwel geen gezinshoofden zijn
(alle vissers snelden te hulp met hun
schepen) brachten de inwoners van Urk
12.000 bijeen,
Arnhem is de half millioen gulden ge
passeerd. dank zij de offervaardigheid van
het AKU-personeel. Drie Arnhemse bur
gers hebben nu toegezegd bij iedere gulden
:n cent te doen.
Arnhem hoopt dezer dagen één millioen te
zullen hebben bijeengebracht.
Een originele gift hebben de Nederland
se opticiens. Geëvacueerden die hun
verloren, worden gratis geholpen.
Zeshonderd ambtenaren van de ministe
ries van Landbouw hebben f 16.000 bij
eengebracht; Rotterdamse beeldende kun
stenaars gaan hun werkstukken exposeren
en verkopen; de Bijbelkioskvereniging in
Amsterdam stelt gratis kinderbijbels en
lectuur beschikbaar voor de geëvacueer
den; de Nederlandse voetballer Faaa
Wilkes, die in Italië speelt maakte 20.000
lires uit Italië over aan het Rampenfonds;
tienduizend gulden is de bijdrage van de
Ned. Chr. Vrouwenbond.
Het vierduizend inwoners tellende
Heeze ln Noord-Brabant heeft, afgezien van
de girostortingen, f 15.000 bijeengebracht.
De boeren stelden 58.000 kg veevoer ter
beschikking. Westerbork in Drente gaf
f 41.252 of ca. dertig gulden per gezin,
plus twintig kubieke meter goederen. In
Veenendaal kwam f 100.000 bijeen.
De collecte bij de Fordfabrieken fa
Amsterdam bracht f 37.000 op, waarvan
f 13.500 of twintig gulden per persoon van
het personeel en f 23.500 van de directie.
Een hout bouwbedrijf in Vroomshoop stel
de een volledige houten woning met In
richting ter beschikking van de burge
meester van Stad aan 't Haringvliet.
De gemeenteraad van Helmond heeft
Donderdag besloten f 100.000 beschikbaar
te stellen voor het Nationale Rampenfonds.
In het dorp Appelscha, gemeente Oost-
stellingwerf (Fr.) is f 31.000 opgehaald, dat
is t 7.65 per inwoner. De patiënten van
het Beatrix-sanatorium aldaar brachten
f 688.05 op en het personeel f 4421.80.
Op het kantoor van een hoepelhandel
kwam een cheque binnen ten bedrage van
f 2750, bedoeld als gift voor het Rampen
fonds. afkomstig van de Deense importeur#
van hoepels.
In de gemeente Wonseradeel is thans
f 40.000 bijeengebracht, waarbij van de 23
dorpen dezer gemeente Longerhouw het
leeuwenaandeel bijdroeg, nl. f 10.45 per In
woner. Wons gaf gemiddeld per inwoner
f 9.35, Ferwoude f 7.65 en Schettens f 6.65.
Voorts schonken deze dorpen grote hoe
veelheden goederen, die rechtstreeks naar
Middelburg en Breda zijn gezonden.
In het plaatsje Leens (Gr.) is een bedrag
van f 40.900 bijeengebracht, dat is gemid
deld f 10 per inwoner.
Een orchideeënkweker heeft te Aalsmeer
vijftig orchideeën geveild ten bate van het
Rampenfonds. De handelaren brachten voor
deze bloemen f 2151,50 op.
De lij stencollecte in de gemeente Jutphaas
heeft tot heden ca. f 14.000 opgebracht.
Hierbij is niet begrepen het bedrag, dat
door fabrikanten rechtstreeks naar het
Rampenfonds is overgemaakt.
In Ermelo kwam f 87.000 of f 16 per
gezin bijeen.
Vijf millioen
In de drie Noordelijke provincies
is te zamen een bedTag van ruim vijf
millioen gecollecteerd. Hierbij zijn de
toegezegde giften inbegrepen. De be-
...u- drag«"r die per giro aan het Rampen-
bril fonds zijn overgemaakt, zijn hierbij
1 niet geteld.
„Zo snel mogelijk beginnen," zal het
devies zijn voor de herstelwerkzaam
heden, waarbij steun gevonden wordt
in de wetenschap, dat bepaalde ge
deelten van het getroffen gebied o.a
Zuid-Beveland en grote delen van
West-Brabant, vrij snel droog kunnen
vallen en nog dit jaar een oogst kun
nen opleveren.
Hiertegenover staat, dat voor andere
gedeelten in het getroffen gebied re
kening moet worden gehouden mei
een latere aanvang van de herstel
werkzaamheden en met een langduri-
(Van een onzer verslaggevers).
BRUINISSE. Groot is onze bewondering voor de leden van de
Koninklijke Marine en Landmacht, die aan het reddingswerk in het
door water geteisterde gebied hebben deelgenomen. Onder de moei
lijkste omstanchgheden werden door de jonge militairen vrouwen en
mannen, die de dood voor ogen hadden, uit de bomen geplukt en van
de daken gehaald van woningen, die op instorten stonden. Terwijl
zij vermoeid waren door meer dan 48 uur ononderbroken in de weer
zijn, zonde^ voldoende eten gehad te hebben, roeiden de geünifor
meerde redders de overstroomde landen binnen.
Vouwboten, met een gewicht van $00
kg en een diepgang van slechts 30 cen
timeter. werden met vereende krach
ten over de dijken getild en voort ging
het, zo snel als de tergend koude wind
het mogelijk maakte.
Toen wij gisteravond de vluchl-
haven Zijpe bij Bruinisse binnenkwa
men, tekenden vijf zoeklichten hun
blauwwitte stralenbundels af tegen de
rustigeheldere sterrenhemel. Meer
dan 300 vaartuigen onder meer log
gers. plezierjachten marineschepen
kustvaarders en vletten lagen hie*
te wachten om assistentie te verlenen
die echter tot de grote spijt en ook
vaak ergernis van de schippers en en hebben daar kleren en voeding af ge-
andere te hulp gesnelden niet gevraagd
werd. Op de 137 band klonk een caco-
phonie van schreeuwende stemmen.
„Hallo Scheveningen Radio, hier roept
de Jacob, de Jacob. Hallo Steeds
werden de stemmen van de onver
moeide marconisten doorkruist door
andere kreten. Vaak was het moeilijk
enig contact te krijgen En het bleef
maar wachten Diep was de verslagen
heid onder de vrijwilligers van het
Rode Kruis, de artsen en verpleegsters,
studenten, arbeiders en anderen, die
povelden van verlangen om actief aan
't merk te gaan
„We z tten nu a! twee dagen aan
noord van een kustvaarder" vertelde
een korporaal van hei Rode Kruis ons
.Tot nog toe hebben we niet veel kun
nen doen. We zijn in Zierikzee geweest
Minister S. L. Mansholt heeft een tweedaagse inspectiereis gemaakt in
het getroffen gebied, waarbij hij zich op dë hoogte heeft gesteld van de
avail, van de ramp.
De minister heeft zich georiënteerd omtrent de mogelijkheden van het
herstel van de landbouw en de voorbereiding ter hand genomen van de
organisatie van het herstel en van de uitvoering der werkzaamheden.
ger proces van herstel van de grond.
De minister noemde wat dit betreft
Schouwen en Duiveland „een tweed#
Walcheren".
Prins Bernhard heeft gisteren weder
om per helicopter een bezoek gebracht
aan de geteisterde gebieden. De Prins
landde onder andere in Stavenisse,
Brouwershaven en Zierikzee. In deze
laatste gemeente ontmoette hij de com
missaris der Koningin in de provincie
Zeeland, jhr. de Casembroot. Prin9
Bernhard wisselde met hem uitvoerig
van gedachten over de genomen en nog
te nemen maatregelen. Daarna sprak
de Prins de nog aanwezige bevolking
van Z:erikzee toe, die daartoe op het
Marktplein was bijeengekomen. Prins
Bernhard bewoog de inwoners tot eva
cuatie.
Ten gevolge van de zeer slechte
weersomstandigheden was Prins Bern
hard niet in de gelegenheid nog andere
plaatsen te bezoeken.
Omstreeks kwart over vijf landde hij
op het vliegveld Ypenburg, waarna
prins Bernhard de vergadering van het
dagelijks bestuur van het Rampenfonds
bijwoonde. Heden zal prins Bernhard
zich wederom naar de getroffen gebie
den begeven.
geven. Geëvacueerden kregen we niet
mee, wel konden we een aantal doden
meekrijgen. Dat hebben we echter ge
weigerd. Ik wou da: er maar wat meer
organisatie was", zo klaagde de ver
moeide man, die uit zijn werk was ge
broken en zijn salaris waarschijnlijk
niet voor deze dagen ontvangt.
Aan boord van de tot hospitaal inge
richte boot, waarop wij een warme
maaltijd vonden, strompelden enige
marinemannen, door en door nat. Zelfs
de potigste van 'hen kon met meer
rechtop blijven zitten, terwijl het eten
werd klaargemaaKt.
Drie dagen
Drie dagen hadden zij bij regen en
storm in open sloepen gezeten en wa
ren meermalen het koude water inge
lopen. Voldoende voedsel was er niet
aan boord en ze deden het maar met
noodrantsoenen. Als er geslapen kon
worden het was altijd maar even
wikkelden de volhardende mannen zich
met hun natte plunje in de dekens.
„Het valt lang niet mee" zei een van
hen. die van Terschelling afkomstig
was. „Hier en daar hebben wij de men
sen met een in Naam der Koningin
van de daken moeten wegjagen. Het is
gebeurd dat een bejaard echtpaar
de man was 80 en de vrouw 72 niet
in de boten wilden, omdat wij hun geit
en twee konijnen niet mee konden ne
men Onbegrijpelijk, zij zaten op de zol
der van een ondergelopen huls" aldus
deze vermoeide helper.
Een 22-jarige reserve-officier u'.t
Amsterdam, die zich dadelijk na de
radio-oproep bij zijn onderdeel had
gemeld, hebben wij de dag hiervoor
in Numansdorp, waar 67 bewoners
de verdrinkingsdood vonden, aange
troffen. De jongeman zakte bijna
door de grote inspanning in elkaar,
^ater vertelde hij met horten en sto
ten, dat ze vaak teleurgesteld waren.
Soms werden zij opgeroepen een be
paalde plaats snel hulp te bieden.
Enige uren werd er uit alle macht
aan de riemen getrokken. Kwam
men eindelijk ter plaatse, dan bleek
het werk reeds gedaan te zijn. „We
hadden vaak van die foutieve alar
meringen". Toch bleef hij, evenals de
'•est, vol goede moed. Zij wisten maar
al te goed hoe moeilijk het moest zijn
om het reddingswerk te organiseren.
Droef zijn de sobere berichten, die
3 redders meedelen. Over die boer,
die ziji. drie kinderen verloor en niet
eerder mee wilde, voor hij ze begraven
had. Van dat paard, dat van 's morgens
10 uur tot 's avonds vijf uur met zijn
neus boven water stond en niet geëed
kon worden. Zo lang vocht dat dier
met de dood.
Alle militairen zijn van mening, dat
de droeve lijst van slachtoffers nog
aanzienlijk groter zal worden, wanneer
de huizen, waarin thans nog enkele
meters water staat, doorzocht kunnen
worden. Door de ruiten kijkend, zag
men op vele plaatsen stoffelijke over
schotten drijven, die nog niet gebor
gen konden worden.