TONEEL MUZIEK LETTEREN BEELDENDE KUNST FILM „Schilders van het Eeuwige' HET HEILIGE VUUR MELIES, DE JULES Verne van de film Tweede eeuwgetijde Rhynvis Feith EEN GROOT MENS AAN HET WOORD M. Nijhoff herdacht Cinematografisch relaas Zijn levensloop verfilmd De naam van de Zwitserse protestantse theoloog en schrij ver, Walter Nigg, heeft in Nederland binnen betrekkelijk korte tijd een voortreffelijke klank gekregen door zijn op merkelijk boek „Grote heiligen". Blijkbaar als een vervolg op deze verhandeling is thans van zijn hand een studie ver schenen over „Schilders van het Eeuwige". Werk van W. Nigg Om het boek over de schilders goed te begrijpen, is het vooraf lezen van het eerste onmisbaar. Voornamelijk, omdat daarin een uitvoerige en diep gaande beschouwing wordt gegeven van het begrip „heilige", zoals de schrijver dit verstaat. Dit buitenge wone. belangrijke overzicht, bijna ze ventig bladzijden omvattend, dient eerst gelezen en herlezen te worden, alvorens men met alle volgende be schouwingen vertrouwd kan worden en ze met vrucht verwerken. Een de finitie van het begrip „heilig" te ge ven is even moeilijk als over het be grip „kunst Het is met deze zaken altijd zo gesteld, dat iedereen weet, of meent te weten, wat de feitelijke be tekenis is, maar zij blijken uiterst in gewikkeld, als mij zich erover gaat bezinnen en tracht zich een zo scherp ■mogelijk begrensd beeld ervan te vormen. Daarom zou het goed zijn ge weest. als de schrijver ook zijn op vattingen inzake „kunst" had om schreven en zijn persoonlijke menin gen in deze ons had toevertrouwd. Men moet thans zijn inzichten als het ware tussen de regels door benaderen. Wel lezen wij, dat de kunst dit of dat moetMaar de kunst laat zich niet dwingen in een gareel te lopen. Wil men een andere inhoud aan de open baringen der kunst geven, dan zal eerst de geestelijke mentaliteit van de kunstenaars moeten Veranderen en deze is geheel afhankelijk van de al gemeen heersende en strevende gees telijke activiteiten. Al lezende stelt men voortdurend de vraag: Hoe weet de schrijver dat? Men wil een bewijs voor zijn stellin gen. Het is echter waar, dat op veel van dergelijke vragen een antwoord gegeven wordt door de kunstwerken zelf. althans zoals de schrijver deze wenst te interpreteren. Doch deze methode is subjectief en aprioristlsch en daaruit is de catagorische impera tief: De kunst „m o e t".voortge komen. Onze bedenkingen richten zich in het bijzonder tot de Inleiding, die, het zij met de meeste nadruk ver klaard. overigens hoogst lezenswaar dig en boeiend is en van een zeldzaam ruime en brede geestelijke blik en moed getuigt. De historische gebeur tenissen, zover deze de kunst hebben aangerand, worden met een onverbid delijke critiek aangevallen. Daaruit worden ook vergaande conclusies ge trokken, die zeker voor het heden van uitnemend belang zijn. Al zijn 'schrij vers opvattingen te zeer gebonden aan persoonlijke gevoelens, toch moet men eerbied en bewondering hebben voor zijn hoge, en brede visie op mens en maatschappij. Te beperkte keuze De vier essays, waarin de schilders, behandeld worden, kan men, als men ze lezen wil los van de inlei ding, als objectieve beschouwingen opvatten over persoonlijkheden, die inderdaad de eeuwigheids-gedachte hebben verkondigd. Alleen de keuze blijft subjectief en dat uit de aard van de opzet van het boek. Behandeld worden Grünewald, El Greco, Michel angelo en Rembrandt. Het is waar, een keuze moet gedaan worden, maar wij vragen ons toch af of kunstenaars als Jan van Eyck, Rafael. Fra Angelico. Johannes Vermeer en anderen, niet eveneens waarden hebben geschonken In de winkelruimte van boekhan del Broese te Utrecht is gister avond de dichter Martinus Nijhoff, die 27 Jan. j.l. overleed, herdacht. Anthonie Donker sprak over het leven en het werk van de dichter en las uit diens verzen voor. ,.Ik ben er zeker van." aldus An thonie Donker, „dat Nijhoff zich tot tolk van ons volk zou hebben gemaakt bij een ramp als nu ons land heeft getroffen. Meermalen heeft hij dat immers gedaan bij in grijpende gebeurtenissen." „Verzen zijn gemaakt van woor den en hun stilten," heeft Nijhoff eens gezegd. In een gedicht, aldus Donker, is iets meer dan de klanken van de woorden zelf van een ge dicht. Met die stilten is Nijhoff nu verenigd en zijn woorden houden verband met dit eeuwige. Onvoor waardelijk was zijn leven in dienst gesteld van de poëzie. De werking der poëzie kon hem inspireren tot het dichten over het gedicht, Nij hoff was als de rattenvanger van Hameln, de rattenvanger, die men de pen op het papier noemt. Hjj was geen lyrisch dichter in de gewone zin des woords, omdat hij zich welbewust tot de mensen richtte. Er was een sterke gemeen schapstrek in hem. Zo vaak komen in zijn gedichten ogenschijnlijk wil lekeurige figuren voor, zoals de touwslager, dc broodbezorger of de tramconducteur. Men kan schrijven over engelen en het zal moeilijk zijn om de vizioenen daarvan over te brengen. Maar het moet, aldus spr.. even moeilijk zijn om te schrijven over het eenvoudigste en over de mensen, zoals ze ons voorbijtrekken in het leven. Nijhoff had een direct contact met het leven, anders dan bij Henriëtte Roland Holst, bij wie het uit een ideaal voortkwam. Met élan achtervolgde Nijhoff het leven om het in woorden te weerspiegelen en dit verklaart zijn veranderlijk heid. In die veranderlijke gesteld heid lag een der karakteristieken van Nijhoff. Misschien, aldus An thonie Donker, is het de grootste verdienste van deze dichter geweest dat hij de taal wist te herscheppen tot do grootste eenvoud. die hun kracht en wijding in het eeuwige hebben gezocht en gevonden. Begrijpen wij de schrijver goed hij zegt dat nergens in concrete vorm dan wil hy de mens in het middelpunt van de artistieke schepping plaatsen. Hij wil een confrontatie van „de mens" met de mensen en dat te doen, acht hij de gewichtigste taak van de kunst. Hij wil de kunst aanwenden om het moreel van de mensen te ver hogen en niet alleen om te voldoen aan aesthetische aspiraties. Wij wa gen het te betwijfelen of de schrijver in deze een juist uitgangspunt heeft genomen en of hij de taak der kunst juist heeft begrepen. Ten eerste zal het wachten zijn op een kunstenaar, die een zo universeel inzicht en een zo diepgaand vermogen heeft om de menselijke ziel en de kwalen van onze tijd te ontleden, als de schilders die hij tot voorbeeld geeft. Ten tweede zal zulk een held eerst begrepen worden als er verwante geesten zijn geboren, die zijn willen en streven kunnen omvatten. De kun stenaars, door de schrijver ten tonele gebracht, hebben hun leven als eenza men. als onbegrepenen, soms als ver- stotenen moeten doorbrengen. Nog heden kan de vraag gesteld worden of niet een zeer klein deel, zelfs een uiterat klein deel van de mensheid, het diepste wezen van deze kunstenaars begrijpt of tracht te be grijpen. Misschien als men hen „tracht" te begrijpen, zal er veel ge wonnen zijn. Maar anders worden de zaken, als men zijn verhandelingen wil beschouwen in de uitwerking die zij op sommigen hebben gehad. Dan, ja, eerst dan, kan men hun waarde en betekenis met recht bepalen en hun geestelijke grootheid bewonderen. Men kan langdurig preluderen over het thema „zó en zó moet de kunst zijn", maar wij staan voor het harde en meedogenloze feit dat zij zó en zó niet is. Wij vrezen, dat dit boek ge lezen zal worden door hen, die het juist niet nodig hebben. Het kan een rede zijn, om het allen van harte aan te bevelen. Trots alle bedenkingen, die wij tegen dit boek menen te moe ten maken, heeft het ons uitermate geboeid. Hier is een groot en edel mens aan het woord, een mens, die niet schroomt zijn overtuiging te ver kondigen, al kon hij verwachten, dat tegenspraak niet zou uitblijven. De gloed en het enthousiasme, waarmede dit boek is geschreven, maken het le zen reeds tot een niet genoeg te waar deren genot. P. T. A. SWILLENS. U Dr Walter Nigg: Schilders van het Eeuwige. Uitgeverij Ploegsma, Amsterdam, 1952. Roman over Goya oen Lion Feuchtwanger schreef over de schilder Goya in zijn roman „Het heilige vuur" (Uitg. Em. Querido Amsterdam) is hij zelf als een schil der te werk gegaan. De kleuren, die Goya contrastrijk gebruikte, heeft Feuchtwanger een literaire toepas sing gegeven. Het Spanje; zoals Goya het zag, vinden we bij de Duitse schrijver terug, Beiden ontwierpen 'n beeld van dit land, waarmee we onze blik dieper naar de achtergronden van Spanjes historie uit de tijd van het koningschap van de goedige, maar onbeduidende Carlos IV. voelen getrokken. Reeds in zijn inleiding in het eerste hoofdstuk wijst Feucht wanger er op. dat in Spanje in vele opzichten de middeleeuwen voortleef den en dat op het eind van de acht tiende eeuw Spanje het meest ouder wetse land ter wereld was. Deze in duik, dat er in Spanje dingen plaats grepen, die in geen enkel ander land zouden kunnen gebeuren, blijft ons tijdens het volgen van de beschrijvin gen in deze historische roman, die groots van conceptie is, voortdurend De gezelligheid blijkt er hier wel in te zitten. Een groep uit de film „Het dozijn blijft voordeliger". bij. Goya, nauw aan het hof verbon den als een der eerste schilders en later als dè eerste, nam dit waar en heeft, soms verhuld, soms onverhuld, dit gruwelijke, doffe en duistere van een verstard Spanje op zijn schilde ryen laten spreken. Van nabij heeft hij de drieste wreedheden van een Inquisitie kunnen volgen. Van nabij ook de daden en dadeloosheden van een intrigerende hofbeweging, waar in de vrouwen haar aandeel niet ver waarloosden. Zij zorgden er wel voor om in alles de hand te hebben. Vanuit dit beeld, met de figuur van Goya centraal geplaatst in kringen, die niet de zijne waren, doch waarin hij toe gang kreeg door zyn genie, schetst Feuchtwanger de geschiedenis van Spanje onder koning Don Carlos IV er. zijn rijksbestuurder Don Manuel Godoy, die om zijn verzoenende poli tiek jegens, Frankrijk de vredevorst werd genoemd. Door politieke gebeurtenissen en de voorvallen van het hofleven heen slin gerde zich de levensweg van Goya, die Feuchtwanger ons laat volgen langs al de kronkelingen, die deze weg ver toonde. Om de bewogenheid van het leven van de schilder te laten uitkomen, had Feuchtwanger een warreling van fei ten te verwerken, die in kleuren, even vermetel en harmonisch als die van Goya's doeken, op het door de schrij ver ontworpen literair schilderij der geschiedenis staan. Vooral was het van belang om aan te tonen, dat Goya's omgang met de Grandes aan de ene kant zijn werk gehinderd heeft, doch anderzijds toch ook krachten in hem aan het werk bracht, waardoor zijn kunst en de schilderkunst in het algemeen een ge heel nieuwe kant opging. Tot het ver scherpen van het beeld dat wij van Goya hebben, heeft Feuchtwanger zo veel bijgedragen, omdat hij ons de schilder portretteert, in zijn pogingen om achter de wezens te dringen welke hij verbeeldde en om in de diepte van hun getoonde of verborgen eigen schappen te zien met een onbarmhar tigheid van voorstelling, waar menig een van schrok. Het zijn niet altijd de schilders en theoretici of critici, die we nodig hebben om een kunstenaar beter te leren verstaan. Zonder de hulp van de grote schrijvers der histo rische romans zouden we vele grote figuren uit het verleden minder le vensecht hebben gezien. Want auteurs als Feuchtwanger en Stefan Zweig behoort ook tot dezulken maken van een figuur en van de hem om ringende tijd een complete wereld, die verhoudingen toont, welke ons al te dikwyls zijn ontgaan. Wij kunnen in Feuchtwangers ro- Gezelschap voor oude muziek Voor de Utrechtse Kring con certeert Dinsdagavond 17 Febr. in het Centraal Museum te Utrecht het „Gezelschap voor oude mu ziek". Medewerkenden zijn: Hans Philips (clavecymbel). Lien Beyers (korthals-viool). Herman Ehren- feld (traverso), Corry Jansen-Re- der (viola du gamba), Lies Olivier (tweede viool), Jan Kras (altviool), Mar. de Wind (contrabas). Uitge voerd worden werken van Flemann, Frangois Couperin, Purcell en J. S. Bach. "GESCHENK VOOR CENTRAAL MUSEUM. Het Centraal Museum te Utrecht ontving van de Amsterdamse schil deres mevrouw J. Bauei-.Stumpff een schilderij ten geschenke van de Hilversumse schilder A. G. Huls- hoff Pol, die op 12 Februari de leeftijd van zeventig jaar hoopt te bereiken. Het stuk stelt voor de suikerraffinaderij buiten Amster dam. U.S.O. VAKBONDENCONCERT. Maandag 9 Febr. concerteert het U.S.O. o.l.v. Paul Hupperts voor de vakbonden. Solistische medewerking verleent de pianiste Alice Heksch. Ten gehore worden gebracht de sym- phonie nr 73 in D (La Chasse) van Haydn, het concert voor piano en or kest in Es gr. t. K.V. 271 van Mozart en de tweede suite Daphnis et Chloé van Ravel. PAUL VAN KEMPEN NAAR BREMEN Naar D.P.A. meldt is de Neder landse dirigent Paul van Kempen benoemd tot „generalmusikdlrektor" van de opera te Bremen. Aan het be gin van het komende seizoen in de nazomer, zou hij. behalve de 'leiding van de opera, ook de leiding van het Fhilh. staatsorkest van Bremen op zich nemen. O Ivmhia. Toen Napoleon bü KJiymyiU Waterloo de nederlaag had geleden, trokken vele officieren en manschappen naar Amerikaans gebied, waar zij zich een nieuw bestaan kondon verschaffen. Een fraai dorp, Mobili, verrees, en toen de dochter van een der Franse officieren, onderwiens leiding de opbouw had plaats gehad, daaraan 'n bezoek bracht, werd zij verliefd op een soldaat uit Kentucky. (John Wayne), Dit geeft tot. tal van verwikkelingen aanleiding, doch brengt tevens aan hot licht, dat er bij hoogeplaatsten plannen bestaan, zich te verrijken ten koste van Frans grond gebied. c.ls de reeerlng van Frankrijk daar-an op de hoogte is gesteld, volgt een hevige strijd, "rarin zij zegeviert, wat tevens een overwinning Inhoudt voor het verl'a.\ c paar. Een spannend vervhaal. Maandag TJe drie Musketiers van het Weatrn. Bioscoop Camera prolongeert ,.Le Plaisir". een verfilming van drie ver halen van Guy de Maupassant. Voor fijnproevers, die zich willen vergasten op een gelukkige vermenging van lite ratuur en uitnemende filmkunst, een specialiteit. Donderdag j.l. wijdden wij een bespreking aan „De grootste show ter wereld", die per film in het Rem brandt Theater plaats heeft. Ter ver krijging van een indruk over de circus wereld en al wat daar omgaat, is deze grote film in kleuren zeer aanbevelens waardig. De film „Angst voor hel huwelijk" behan delt een interessant City probleem. Zy vangt aan op het tijdstip, waar vele andere films gemeenlijk ein digen. n.l. dadelijk na de voltrekking van het huwelijk Waarom verliet de jonge vrouw nog geen uur na de plech tigheid haar echtgenoot, zonder dat er ook letterlijk maar iets was voorgeval len? Er was geen twist geweest, de jonge echtgenoot had zijn vrouwtje niet beledigd en toch zocht zij haar toe vlucht bij haar moeder De film vestigt er de aandacht op. dat heel wat huwe lijken kunnen mislukken, door fouten, die door de ouders gemaakt zijn. En Everlyn's moeder maakte fouten: psy chologische fouten die noodlottige ge volgen dreigden te krijgen Slechts door het ingrijpen van een psycholoog kon hier met grote moeite een huwelijk worden gered, dat ineen dreigde te storten kort nadat het was voltrokken. Het is een film. die een wijze les in houdt, Een goede rolbezetting en ver dienstelijk spel. Scala „'t Dozijn blijft voor deliger" wordt U in kleuren aangetoond. De Gilbreth-familie is nog even amu sant als toen de vader (Clifton Webb) nog leefde. Nu staat Myma Loy als de moeder alleen aan het hoofd. Maar de twaalf andere Gilbreths zijn kinderen, die zich ln alle omstandigheden kun nen redden. Er zijn aardige taferelen in de film. vooral wanneer de gehele fa milie-clan in actie komt. Tot het einde toe is er geen ogenblik van verveling. Vrpehnre ?ezS week de Nedei" Viecuuig landse amusements- rff*ri10® J?rengt 1 zien OP 't filmjournaal nu«.g!u° ^tcweeg AIoeite hebben we om alle ellende te verwerken, die zich zo over duizenden mensen 2 neergestort. Zy, die de waters nood niet met eigen ogen aanschouw den. zullen zich door het filmbeeld een nog sprekender beeld kunnen vormen van de catastrophe. Voorts ls er bui tenlands nieuw en een gevarieerd bii- programma. Palace Een wonderbaarlijke geschiedenis speelt zich af in een dierentuin en niemand kan bevroeden wat dc oor zaak is. waardoor zovele dieren, de een na de ander, sterven. De gebeurtenis sen. die de film Het publiek mag niets weten" te zien geeft, berusten op voor vallen. die zich voordeden in de dieren tuin in Frankfurt Alarmerende berich ten verschenen daarover in de Duitse pers. vermoedens konden echter niet worden omgezet in bewijzen. In de film is dit voorval verder uitgewerkt. My sterieuze sterfgevallen onder de dieren stellen de directeur van de dierentuin voor een raadsel. Dr. Rettbergs vriend, de polltie-chef Glasbrenner. meent, dat de dieren wel eens vergiftigd zouden kunnen zijn. Het pijnlijke voor Rett- berg is. dat er geen sterfgevallen te melden zijn tijdens een periode, dat hij afwezig is. Bepaalde aanwijzingen steli len hem echter buiten verdenking en Glasbrenners vermoeden leidt tot ont dekking van een intrigue, die dc aan stichter van al het kwaad aan het licht brengt. In „De grootste show ter we reld", een film in kleuren, zal men als hoofdrolspelers deze acteurs zien optreden. V.Ln.r.: Charlton Heston als de circus manager Brad, Betty Hutton (Holly, de trapezewerkster) en Comel Wilde als Sebastian. man ontwaren, hoe zich in Goya een geleidelijke verandering voltrok, toen hem duidelijk de ongelukkige politie ke en sociale toestand van Spanje voor ogen kwam te staan. Hij begint dan in zijn portretten trekken te leg gen, die anderen in de uitgebeelde fi guren nooit opmerkten. Later, in de drieste Caprichos, stelt de schilder Spanjes schanden en wantoestanden aan de kaak. Van de vrouwen, die een beslissen de rol in zijn leven speelden, was de hertogin van Alba wel de invloedrijk ste en voor Goya's persoonlijke leven de gevaarlijkste. Ook hun verhou ding werpt een interessant licht op Goya's leven. Een werkelijk leven dat is het, wat Feuchtwanger uit geheel zyn omvang rijk materiaal van feiten en personen heeft geschapen. E. B Een typische reactie- figi uur 1 hans, 7 Febr., is het twee geleden, dat te Zwolle werd geboren Rhijnvis Feith: typische vertegen woordiger van de achttiende eeuwse sentimentele periode, een overgevoe ligheid, die zich in alle Kunst dier tij den duidelijk manifesteerde, maar in de eerste plaats wel in de litteratuur. Deze tranenrijke sentimentaliteit die we de eerste periode der romantiek zouden kunnen noemen (de tweede Franse periode van omstreeks 1830 wordt meer beïnvloed door een sterk gekleurde visie op de historie, vooral die der middeleeuwen), kunnen wij beschouwen als een abrupte reactie op het achttiende eeuwse Klassicisme met zijn statische gevoelens. Feith geeft de sentimenten, opvat tingen over godsdienst, kunst en mo raal van zijn tijd en dus was hij een gevierd kunstenaar. Wij, twintigste eeuwers kunnen ons niet meer onder dompelen in deze van wellust drui pende tranenvloed, en deze edele ge voelens, in deze geëxalteerde schoon heidscultus, een verwaterd neo-pla- tonisme. dat de kunstopvattingen in het midden der achttiende eeuw be heerste. Maar men kwam toen ook te genover de volheid van het menselijk gemoed te staan en voelde zich bevrijd uit de omknelling van een klassicisti- sche afgemetenheid. De roerselen van het gemoed ondervond men als een avontuur, en men was verrast door deze ontdekking. Feith's Oden en Elegieën, zijn ro mans Julia, Fernand en Constantia zijn beïnvloed door Engelse en Duitse romantiek. Young en de Kel tische gezangen van de bard Ossian (een litteraire mystificatie, de schrij ver MacPherson was een tijdgenoot) en Klopstock's Messias waren zijn grote voorbeelden. De sombere graf scènes, minnaars, die tranen van wel- Jaap Speyer werd vervaardigd. Een ge zellige film over het nog steeds actueie onderwerp n.l. de woningnood en dc gedwongen samenwoning, waardoor d< zonderlingste situatie's ontstaan. D< hoofdrollen worden voortreffelijk gc .speeld door bekende Nederlandse artis ten als Johan Kaart. Heintje Davids Robert de Vries e.v.a Dolf van d< hinden en zijn orkest zorgden voor eer aardige muzikale omlijsting. Een film van gezonde ontspanning. goon-reportage over de storm met springtij welke ons land teisterden. Geeft lezen van de berichten reeds 'n gevoel van rampzaligheid, eter- Het is een oude ervaring, dat men er zelden voor wordt beloond pionier van een revolutionnaire technische nieu wigheid geweest te zijn. Het spreekwoordelijke lot van de uit vinder heeft ook de „Jules Veme van de film", zoals men de „schepper van het kinematografische schouwspel" genoemd heeft, ondergaan, de thans nauwelijks meer van naam bekende Georges Méliès, die in een nieuwe film op het witte doek ver schijnt, voorgesteld door zijn zoon André. Zijn levensloop is met de geschiedenis van de film onverbrekelijk verbonden. Méliès, in 1862 te Parijs geboren, moest volgens de wens van zijn va der in Londen het schoenmakersvak leren, maar hij had meer belangstel ling voor de voorstellingen in het etablissement van de „magiër" Mas- klyne, waar de beroemde toverkun stenaar David Devant de jonge Frans man les gaf. Méliès perfectionneerde zyn kunst zodanig, dat hij in 1888 de leiding van het theater Robert Hou- din op zich nam en een succesvol il lusionist werd, die zijn vrouw en me dewerkster Stéphanie op het toneel in kisten stopte en dan in stukken zaagde of een hoofd kleiner maakte, executies, die mevrouw Stéphanie zonder gevaar voor haar gezondheid doorstond. Boven het theater aan de Boule vard des Italiens woonde een foto graaf, die dikwijls bezoek ontving van Antoine Lumière uit Lyon. een fabrikant van lichtgevoelige platen en papier. Lumière, die ook Méliès had leren kennen, zei op een dag te gen de directeur van het goochelaars theater: „Komt U vanavond in het Grand Café. Gewoonlijk doet U de mensen verbaasd staan, maar deze ene keer zult U zelf verbluft zijn!" Méliès nam de uitnodiging aan en maakte kennis met de uitvinding, die de twee zoons van de Lyonse zaken man. Louis en Auguste Lumière. zo juist gedaan hadden: de „kinemato graaf". Méliès zag een trein, die een station uitreed, een klein kind, dat zijn soep at, arbeiders, die de fabriek verlieten en was zo onder de indruk, dat hij deze nieuwe machine direct wilde kopen. „Dat is een wetenschap pelijk toestel", verklaarde de oude Lumière, „dat voor U van geen enkel belang kan zijn. Dit grapje heeft in zakelijk opzicht absoluut geen toe komst. U zoudt er alleen maar een hoop geld mee verliezen". Omnibus veranderde Méliès bleef niet alleen hardnekkig bij zijn wens, maar daar hij het prin cipe van de uitvinding wel begrepen had, construeerde hij zelf een toestel, waarmee hij stroken van de „kine- toscoop" van Edison kon projecteren. Hiervan uitgaande bouwde hij ver der: hij maakte zelf filmopnamen, zoals de gebroéders Lumière dit reeds vóór hem gedaan hadden en waarmee anderen, o.a. Pathé, juist begonnen. Hij nam familie- en straat scènes op, maar pas een technisch voorval schonk hem een openbaring. Toen hij op een dag op de Place de l'Opéra werkte, gaf de filmspoel het op. Het duurde enkele seconden eer hij de storing kon verhelpen en toen draaide hij verder. Toen hij de film 's avonds ontwikkelde, constateerde hy, dat op het beeld een omnibus plotseling in een lijkkoets veranderd was. Dat was het gevolg van het stil staan van het toestel; de opname was onderbroken geweest, maar niet het verkeer, dat langs de camera stroom de. Door dit toeval had Méliès een van de trucs ontdekt, waardoor de kine- matografie een sensationeel schouw spel kon worden. Uit deze truc ontwikkelde Méliès nog andere, doordat hij de invallen der illusionisten met de mechanische mogelijkheden van het opname-appa raat wist te combineren. Méliès te kende zelf zijn decoraties en costuums en was zijn eigen regisseur. Zo draaide hij allerlei films: „Het beto verde Slot", .Assepoester". „De Ver doeming van Faust", „De Reis naar de Maan" enz. Deze films waren met de hand gekleurd. Zijn vrouw, die onder de naam Jeanne d'Alcy optrad, nam aan de meeste films der „Star Film" (George Méliès, gepatenteerd fabrikant) actief deel en ze zou „Pin up Nr. 1" van de wereld zyn gewor den, als de tijdschriften toendertijd foto's van actrices in meer of minder beklede toestand gepubliceerd had den. Qeimiteerde kroning Méliès verzorgde ook de „actuali teiten". bijvoorbeeld de Dreyfus-af- faire en de uitbarsting van de Mont Pelé. Toen Eduard VII gekroond zou worden, haalde de Londense „War wick Film" de reeds internationaal bekende meester van de trucfilm er bij. Er kon natuurlijk van opnamen in de Westminster Abbey geen sprake zijn, maar Méliès wist raad: Hij maakte in Londen tekeningen, haalde inlichtingen bij de vaklieden van het ceremoniëel en vervaardigde in zijn tuin in Montreuil een decoratie, die precies overeenkwam met het bin nenste van de Abdy. Een toneelspeler van het Belleville-theater speelde de rol van de koning, terwijl de konin gin werd voorgesteld door een meisje van de Folies Bergères. De figuranten voor de Peers, de ridders en de pre laten werden tegen de gebruikelijke gage geleverd door de Opéra Comi- que. En deze film had in Engeland een onvoorstelbaar succes zelfs in het slot tvan Windsor werd zij met welgevallen opgenomen. Men kan zeggen, dat men bij Mé liès de oorsprong of het principe van de meeste filmische invallen terug kan vinden, al werden zijn ideeën later geperfectionneerd. Tot 1914 had Méliès vier duizend films vervaar digd. Voor het merendeel korte films, maar dat waren toen bijna alle rol prenten. Hij had geld verdiend, maar lang niet zoveel als een systematische exploitatie van zijn ideeën had moe ten opbrengen. De Amerikanen koch ten bijv. drie copieën van zijn „Reis naar de maan", maakten er reproduc ties van en verkochten deze films over de gehele wereld, zonder dat Méliès er ook maar een cent van kreeg. In 1913 deponeerde Méliès de origi nelen van 94 films bij een man in New Yoi'k; daar werden ze op ge heimzinnige wijze gestolen en doken in 1931 in het museum van Los An geles weer op. Ook daarvan had Mé liès niet het minste profijt gehad. De eerste wereldoorlog gaf de Star-film de doodsteek. Méliès moest toezien hoe zijn kantoren door de militaire autoriteiten in beslag genomen wer den. Na de oorlog sprak niemand meer over hem, tot in 1921 zijn „Reis naar de maan" en andere van zijn films in de provincie ontdekt en tot buiten gewone vreugde van de filmliefheb bers op een „Gala Méliès" vertoond werden. Plotseling was hij weer de man van het ogenblik en de pionier van de film, die op een station in Pa rijs speelgoed en snoepgoed verkocht, werd openbaar gevierd. De oude man kreeg weer vertrouwen in het leven en begon zelfs weer toekomstplannen te maken. Maar het was te laat. In 1938 is de illusionist, die hij in dubbel opzicht was, gestorven; hij was al weer vergeten, want niet eens voor zijn memoires, die /oor 2000 francs aangeboden werden, had ook maar iemand belangstelling. De film. waar in hij thans door zijn zoon voorge- Rhynuis Feith lust storten bij de beminde dode, rui sende beken, een bleke maan, die een flauwe schijn werpt tussen jagende wolkenflarden: ziehier de steeds we derkerende beelden in Feith's ro mantische proza en poëzie. Feith geeft ons in zijn romans (eer der een geëxalteerd proza) de ideale tragische liefde, vervuld van edele, religieuze gevoelens, een liefde, die wordt tot extatische aanbidding der schoonheid, maar een schoonheid zo zilt van tranen, dat wij ons voelen af drijven naar een droef nirwana. Zwakke imitaties Hij is oeinvloed door Goethe's Wer- ther en Rousseau's Nouvelle Heloïse. Kunnen wij nog steeds het grote werk uit Goethe's Sturm und Drangperiode appreciëren; dit is ons niet mogelijk in Feith's zwakke nabootsingen, daar de révolte, de opstandigheid hier ten ene male ontbreekt. Rousseau's na tuurverering wordt hier dikwijls tot belachelijke sentimentaliteit. In Fer dinand en Constantia zegt hij b.v., dat hij „gereed is om het wormpje als mijn natuurgenoot te omhelzen". Een reactiebeweging kon dan ook niet uitblijven: het zijn vooral Kinker en Bilderdijk in de Post van de Heli- c jn (1788) een burlesk weekblaadje, oat korte tijd bestond, later de Mo derne Helicon van Arend Fokke Si- monsz (1792) die tegen deze tranen vloed (en de rijmelarij der Dichtge nootschappen) oproeiden. Toch is in deze middenperiode der achttiende eeuw bij alle dichters dit sentiment van overgevoeligheid dui delijk te onderkennen. Feith, die zich zo gaarne onderdompelde in de tra giek der ideale liefde, was een geluk kig, bemiddeld man. Hij studeerde te Leiden in de rechten, leerde daar Bil derdijk kennen. Later kwam er ver wijdering tussen deze twee dichters, ook wegens politieke redenen. Hij werd in 1780 burgemeester van Zwolle, waar hij het prachtige land goed Boschwijk bewoonde, trouwde een lieve vrouw en bezat een talrijk kroost. Feith is de typische achttiende eeuwse aristocraat, dus schreef hij, gelijk de intellectuelen dier tijden (na de Renaissance Kunst komt de aes- thetiek en het commentaar, na het spel de nakaarters) lange aesthetische beschouwingen, geheel in het raam des tijds: Bijdragen ter bevordering der schoone Kunsten en Wetenschap pen (1796-1814). Ook was hij nog dramaturg. We noe men hier zijn Lady Johanna Gray en Ines de Castro (genomen uit een epi sode van Camoëns Os Lusiados), een absoluut verouderd toneelstuk. Zoals de meeste 18de eeuwse regenten was hij overtuigd patriot. Toch deed hij zich gedurende de regering van Wil lem I nog gelden als een toonaange vend en gevierd auteur. „In de Hervormde Kerk" is de pa triarch van Boschwijk" de geliefde voorganger als „paladijn van de ver lichte godsdienst" de middenman, wiens gevoelige evangelische liede ren, o.a. het bekende Oudejaarslied als Kerkgezang gewaardeerd werden, een typische vertegenwoordiger van zijn tijd" (aldus Prof. C. G. N. de Vooys). J. F. A. A. AVRO-PRIJSVRAGEN Het bestuur van de AVRO heeft ter gelegenheid van de viering van het dertigjarig bestaan in Juli a.s. drie prijsvragen uitgeschreven, n.l. voor ernstige muziek, hoorspelen en lichte muziek. Voor de eerste twee categorieën zyn de prijzen telkens ƒ750, ƒ500 en ƒ250. voor de laatste 400, 200 en 100, buiten de nor male rechten en honoraria. De inzen ding sluit op 1 Mei a.s. Buiten deze prijsvragen om heeft het AVRO-bestuur aan vijf Neder landse componisten opdracht gege ven voor resp. twee werken voor symphonie-orkest. een voor fanfare orkest, een voor blaaskwintet en een voor twee piano's. en <£j.er WEEKOVERZICHT TONEEL STADSSCHOUWBURG ZAT 7 Febr Het Vrije Toneel „Daar moet je 'n vrouw voor zijn" MAAND tm DONDERD 9-12 Februari A'dams Toneel ..Driekoningenavond" voor leden RK Kunstkring DINSD. :m DONDERDAG des middsgs A'dams Toneel ..Gijsbreght v Aem- stel" voor leen Middelbare Scholen zat en ZONDAG 14 en 15 Februari Nederl Comedie .School v Vrouwen' MAANDAG 16 Februari Nederl Opera ..Aida" MUZIEK TIVOLI .maandag Februari VakbOndcncon- cevt uso olv Paul Hupperts met a'.ice Heksch woensdag li Februari uso concert olv Paul Hupperts met Laurens Bogtman NICOLAVKERK VRIJDAG 13 Februari: utr studenten Koor en Orkest. Johannes Passion. steld wordt en waaraan ook zyn 87-jarige weduwe medewerkte, zal hem tenminste een posthume huldi ging brengen.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 4