DE WILDE JACHT r- iFl Martin Engelman heeft succes in Parijs L De psychologie van de reclame Hij blijft in zijn affiches zichzelf r Een Zoeklicht Negliceer het neglieé niet! WEKELIJKS BIJVOEGSEL van het LE1DSCH DAGBLAD ZATERDAG 7 FEBRUARI 1953 Pagina 2 Op liet „bij-blijven" komt bet aan! Publiek reeds beu van „gestandaardiseerde pin-up girls?" ■HM «V— '~'l k hm» C o G GOO Een goed affiche komt, evenmin als een goed schilderij, zó maar in een vloek en een zucht tot stand. Gemid deld trekt Engelman één maand uit voor het ontwerpen en uitwerken van één enkele plaat! EERSTE vereiste van een goed af fiche is natuurlijk, dat het „begrij pelijk" is voor iedere man en elke vrouw in de straat. Hun mentaliteit heeft een reclamekunstenaar zich al tijd voor de geest te houden. Maar tussen de geest van een Fransman, een Amerikaan of een Hollander bestaan grote onderlinge verschillen en daarom zal de publiciteit voor een Frans artikel .weer heel anders moeten zijn dan voor een Nederlands of een Duits product. De affiches van Engelman, die al 5 jaar in Parijs woont en met een Frangalse is getrouwd, zijn wel héél duidelijk op het Franse publiek afgestemd. Uit zo'n plaat voor ,.Mon Savon'' bv. spreekt een typisch Gallische geest en humor. Een mannetje dat onder de douche staat en van wie alleen de voeten, de linker hand en een heel groot oog in een vierkantig gelaat zichtbaar zijn. Vraagt: „Mon savon s.v.p." (mijn zeep alstu blieft) een uitnemend idee: „Mon Sa von verklaart Engelman nader, is voor het Franse publiek een zeepsoort, die al afdoende gelanceerd is en waarvan de kwaliteiten dan ook niet meer be hoeven te worden aangeprezen. „Het ging er voor mij dus slechts om met een aardigheid, een mopje, de mensen aan het bestaan van dat arti kel te herinneren". De humor in de reclame is overigens een probleem op zichzelf", aldus En gelman. Over het algemeen richt de publiciteit zich tot het vrouwelijk deel van het publiek, dat nu eenmaal de meeste inkopen doet, maar het zijn volgens hèm juist de mannen, die gevoeliger zijn voor de effecten van de humor. Daardoor wordt de fantasie van de reclame-ontwerper, wel enigszins aan banden gelegd. „De affiche-kunst was te lang in de ban van de fotografie gebleven," meent hy, „want men geloofde met mooie „waarheidsgetrouwe" portret ten, cover-girls en andere gestandaar diseerde pin-ups het best de aan dacht van het publiek voor allerlei artikelen te kunnen boeien en te kunnen vasthouden. Maar volgens my is het publiek eigenlijk al lang beu van al die „ideale" schoonheden. De fantasie eist nu weer haar eigen rechten op. Het is ook in déze tak van de kunst niet de treffende ge lijkenis, die op den duur de Interesse levend kan houden, maar enkel de verbeelding van een kunstenaar, zijn persoonlijke visie op een object." WIJ GELOVEN, dat hij volkomen gelijk heeft. Men heeft ons op teveel „realis tische aantrekkelijkheid" willen trac- teren. Dat rare mannetje met die neus, die recht in het verlengde van zijn voorhoofd staat, zal ons vermoedelijk veel langer bijblijven, dan welke schone dame ook, die zich zoveel moeite geeft haar voordelige vormen tot op of juist even over het randje der wel- gevoegelijkheid bloot te geven. En op dat „bij blijven", het griffen van een beeld in onze herinnering, ddér komt het bij de reclame nu Juist op aan Wanneer men Engelmans affiches nu nog slechts in een besloten expositie ruimte kan bewonderen, dan zullen ze, na verloop van tijd, zeker worden aan geplakt op muren en gevels van Parijs. Engelman zal dan niet alleen een schilder zyn, wiens werken door méér mensen zullen worden aanschouwd dan die van zyn beroemdste kunst broedersze mogen Van Dongen, Pi casso of Dali heten maar hy zal dan ook een grotere en directere in vloed uitoefenen op de smaak van het publiek dan één dier andere be roemdheden. En het zal een invloed zyn ten goede. Want Engelman is een kunstenaar, die zichzelf blijft zonder compromissen, ook als hy weet, dat hij zich lot een publiek van millioe- nen heeft te richten. Kijkjes in de Natuur OP DE BOEKENMARKT A. Marja. „Confidentieel". Serie selfjk bestaan niet vergooid om de andere tot groei te brengen, Dat wil hij ook niet; „want enkel dromen houd ik voor Het ,.oa mij spijten als ik in M,.t "JSS"-3$al5 d1 "!aa'u 9 heschouwintr ovpr dt> nieuw, vur/un- schaal Hij kan de inlioufl van de buide bundel van A. Marja niet verder aou «ha1™ overaten, hij kan even doorslaan komen dan de dnalificaties „zuiver en ae e!™°< a« Ïlere «We.™»" eerlijk». Inderdaad zijn dit kenmerken r hJSJ ÏS Jl\ van deze poëzie, maar de termen wor- wa' hij den te vaak gebruikt als men met ver- il ï,,,-:' a!an .1,.,! 7pn tp doen heeft die eicenliik niet dichter. Mal ja S VG1S is Waim, lUStig de moeite Aard zijrf en ook niet van -na-ieljk wars van aansteileri) dien aard da, er duideiük afgekeurd moet worden. Hoewel ik dus de woordenkeus zuiver Willard Motley. „Klop maar op een deur". Vertaald uit het Amerikaans. Z.-Hollandse Uit geversmij., Den Haag; z. J. „Klop maar op een deur" is een van (Van onze Parijse correspondent) Exposities van louter affiches worden ook in Parijs maar heel zelden georganiseerd, maar toch is dat niet de enige, laat staan de voornaamste reden, van het succes, dat de Nederlandse schilder Martin Engelman hier met zijn tentoonstelling oogst, die alleen uit reclame platen is samengesteld en die in het „Maison des beaux arts" gehouden wordt. Een affiche, voor een zeepproduct, een spoorwegmaatschappij of en eerlijk niet achterwege kan laten, een apéritief is nu eenmaal niet bestemd om in een expositiezaal te 'nkief"S gS worden opgehangen, want de aesthetische kwaliteiten worden bewust moedelijke onverschilligheid, in dienst gesteld van een utilitair doel. ,(A- Marja, ™ge geen groot dichter die romans die men „een felle aanklacht r. i i zUn, een echte dichter is hij. Wie de tegen sociale wantoestanden" pleegt te Door middel van een suggestieve kleurwerking, een humoristische vei-zen Ujt de bundel Confidentieel leest, noemen. Ik kan het niet helpen, maar vondst, of in het algemeen, een persoonijke kijk op zijn onderwerp, krijgt ze niet meer uit zijn hoofd. Niet ik sta altijd enigermate huiverig tegen- „Qrt, or. dat Marja dingen zegt, die wij nog niet over deze geromantiseerde aanklachten, tracht de kunstenaar immers met de aandacht te vestigen op zichzelf, wlsten hoeweii het wonderlijke even- want zij zyn gewoonlijk geen vlees en maar op een artikel, dat hij aan de man - of vooral - aan de vrouw wicht dat hij gevonden heeft tussen de geen vis. Ik ben er van overtuigd, dat moet brengen. Zijn funclie is dus eigenlijk die van een handelsreiziger, dagelijkse mens en het ..Titaantje" om een schrijver niet behoort te schrijven i 'jj i i_j, met Nescio te spreken, lets heel per- om aan te klagen, maar omdat hy het alleen de middelen die hij aanwendt om te overtuigen, zijn S00nijjfcs Van hem is. En voor zover hij niet laten kan. Bezit zijn roman toch verschillend. dingen zegt, die wij weten, doet hij dit een tendenz, goed, maar het moet niet op een zo persoonlijke wijze, dat wij ze, de opzet zyn. WAAROM Engelman zyn platen drang naar het monumentale, hem als het ware onder een heel andere hoek Van de zijde van de lezer uit gezien rinn tnnh in 7n'n va alt ie exnn- naar de kunst van het affiche, waarbij gefotografeerd, opnieuw zien. Gedichten ben ik nog huiveriger. Zou hij een boek .riltO Wel nm iiin hij uiteraard veel grotere „vlakken" tot ontstaan veelal uit een botsing, die van als dit werkelijk lezen om er wyzer van rriltr wPr* hiJ uiteraard veel grotere „vlakken" tot ontstaan veelal uit een botsing, die van als dit werkelijk lezen om er wyzer - V eenvuuuig uiu /.ijn beschikking kreeg. Zijn verleden als Marja komen voort uit het evenwicht, te worden? Ik wil met zeggen, om daad- .i.hi j.L .iu-ujiH. te brengen, maken en Sdoênde Sïwens het ook typograaf heeft trouwens in de compo- Inderdaad evenwicht een evenwicht dat werkelyk verbetering van het gr o^ du Wiek te trekken eer6t sltie van verscheidene platen duidelijke hij. althans in zyn poëzie zelf gecreëerd want dat is weinigen gegeven, ai zou de belangstelhn? te wekken van de za- sporen achtergelaten. heeft. Hy heeft de ene zij.de van het men een lezer in zijn dagelykse bestaan indi- kenwereld, in wier dienst hij zich wil Joso8>*5i=©8>pyDg>£>S©g*ic>8oe>PSöÉ»£§o8>j^^ stellen. De tweede merkwaardigheid van deze expositie is namelijk dat met uitzondering van de bekende plaat voor het Festival van Aix, waarvoor Engel man de motieven aan oude Franse muurtapijten ontleende nog geen en kel van deze affiches werd uitgegeven. Ze zijn wel allen voor een bepaald Spiegeltje, spiegeltje aan de wand fluweel, piqué) en een lange pantalon met nauw toelopende pijpen. 3. By de lange pantalon (die van rlbsfluweel. effen of Schotse wollen stof kan worden gemaakt), past eveneens een tweederde jasje van wollen mate raal een model bijvoorbeeld met een rug KX«SS. aïEFS-r-ÏS Niet modieus en onwellevend! "£3 geen dér firma's, die er zich voor zou moeten interesseren, heeft de affiches reeds aangekocht. Hetzij omdat Engel- man's naam nog te weinig klank bezat dan dat hij al voor een belangrijke op dracht in aanmerking kon komen, het- Parijs, Februari 1953. Je staat wel eens verbaasd als je op een blijkbaar slecht gekozen ogenblik gasten rustig kan ontvangen. Enkele voorbeelden: straatmode gangbaar is. 4. Deze flatteuze peignoir van Jersey, soepele wollen stof of katoenen ribs flu- Voor het jonge meisje of de huis- weel heeft een dubbele knoopsluiting. van de^^chtend^aanbelt^e^ vrlmdinU'óf vrouw een peignoir van katoenen stof laag ingezette driekwart mouwen, die op van ae ocniena aanoeil en Viaiwui vj n Vrsoo-iP van V,Pt7Plfrio mat-.priaal «m hrwrrKo (rprlmnpl-) 7.1 n. en enrvrm uiauii in aüimici ruik R.U11 luuicii. nou- van ue ocni/t'iia aanueii, en vikuuih ui - -, - - i" zij omdat die firma's deze platen nog kennis je m negligé ontvangt. Niet dat met een kraagje van hetzelfde materiaal een toordjjLn en niet hebben gezien. Ie in nrlnc.np iet« teeen een dergelijke of van wltte ba^st of gesteven witte pi- giote opgenaaide zakken. je in princ-pe iets tegen een dergelijke Men kan namelijk in het reclame-vak gang van zaken hebt. maar wel omdat werken en zijn eigen reclame niettemin haar neglige waarin ze ook bakker en wat verwaarloosd hebben. En dat schijnt melkboer te woord staat zijn naam wel min of meer het geval van Martin ane eer aan doet en een alleszins ver- Engelman te zijn geweest. Deze achter stand hoopt hij met deze tentoonstelling val"is" in te lopen en het lijkt te lukken, want Er is ^een geldi^ de crltieken in de Franse pers zijn una- waarloosd, smakeloos of onsmakelijk ge- geldig en zelfs geen on- exouus voor een soortgelijk te- niem bijzonder lovend en het zou ons nuei wie onder een keurige japon slor- dan ook wel verbazen als enkele grote versieten of vuile lingerie verbergt, maatschappijen de handschoen met verontschuldigt zich zy het volkomen spoed,r op zouden rapen die Engelman onjulst gemeend iie jiet het hen met zoveel zwier heeft toegeworpen. - Er hangt b.v. gloeilamp een toch niet!", maar wie in een veronacht zaamd negligé buiten haar slaapkamer die door willens en wetens in het gezelschap v «n TannJjesputtër«'Ldl ïëW„7- anderen vorschimt. kan zelfs dat niet als die ons bijzonder geknipt lijkt voor verontschuldiging aanvoeren! En ZIJ zondigt: niet in de eerste plaats tegen de wetten van de mode, doch tegen de die zo ge- regels der wellevendheid! housecoat, ka- hoeft geen mo- een lampenfabriek ook een andere plaat voo zeepmerk „Mon Savon", slaagd en zo geestig van idee en uit- Het negligé-peignoir, werking is, dat men zich nauwelijks merjas of huispyama voor kan stellen, dat de firma in dieus toilet te zijn, doch, evenals de rest zou w"' van de garderobe dient het onberispe lijk, schoon en keurig te zijn. Zonder extra moeite of kosten kan het dan bo vendienop de predicaten practisch MARTIN ENGELMAN, een neef van ey flatteus aanspraak maken! SuSr-Thfdef ïe'£niSe„alSd;S: Waarom zou do hulsvrouw de och- na hield hij zich vooral veel bezig met tendboterhammetjes van man en kroost het illustreren van boeken en tenslotte mel klaarmaken in een geze.lige peig- is hij in de reclame verzeild geraakt. Hij noir- dle baar een beetje ophaalt als ze nam wat lessen van de beroemde Franse n°K £een tyd heeft gehad voor een publiciteit8ontwerpcr en décorateur Cas- zorgvuldige make-up? Voor haar in het -u.s het bijzonder is een lang model geschikt, dat r het is opvallend pielt sterk voor Engelman's persoonlijk heid dat er tussen beider kunst vrij wel geen gelijkenis te ontwaren valt. haar nachtgoed geheel aan het gezicht onttrekt. Haar peignoir zal bij voorkeur een brede overstag hebben of een lange Cassandre heeft nogal een duidelijke knoopsluiting, zodat zit niet openvalt, en voorkeur voor enigszins sombere kleu- bijvoorbeeld driekwart mouwen, waar- ren en archaïstische motieven, terwijl mee ze niet door de boter sliert. Engelman daarentegen voor zijn recla- De vrouw, die haar werk buitenshuis meplaten het liefst een fel en helder heeft en wier kamerjas hoogstens voor palet gebruikt. Zijn spirituele stijl mag het traject slaapkamer—badkamer be- men verder, in haar directe werking typisch modern noemen. Nadat Engelman lange tijd werkzaam was geweest in de „toegepaste kunst" (het illustreren van ook wel Neder landse boeken) en zich bezig had ge houden met typografische ontwerpen, dreef, nu ongeveer een half jaar gele- klassieke 'chepplng stem-d is. kan volstaan met kamerias. zoals de heren der die p'egen te dragen. Zif die haar werkzaamheden thuis verricht kan van haar negligé dat op comfort en warmte berekend is, naar mo- DE WILDE JAGER was tevreden. Voorlopig had hij knap werk ver richt. Gedurende enige grauwe Ja nuaridagen had hij boven het kleine land aan de zee zijn waterdweilen uit gewrongen, die nu in een vuilgele lucht hingen na te druipen en in afwachting van nieuwe bezigheden had hij zware regengordijnen over het van water ver zadigde land gelegd, over de donker bruine heidevelden met hun mistroos tige veenplassen, over de drassige wei landen en hun samengetroepte schapen en over de gezwollen rivieren. Hij keek grynzend neer op het landje, diep onder hem, waar d-e wriemelende, ijverige mensjes aan hun dijkjes peu terden, waar ze in hun scheepjes voe ren en elkaar waarschuwden. Ja, hij hoorde duidelijk hoe hun waarschu wingsdiensten op volle toeren werkten, en hij begreep, dat heel die nietige men senwereld de mouwen opstroopte. Tegen hem Toen laadde hy zijn waterkanon, neen! al zijn batterijen bracht hij in stelling, hij haalde diep adem, zoog zich de longen vol en blies z'n wangen op, tot ze bolden en bijkans barstten. Zo begon hij zijn jacht, zijn schrikwekken de triomftocht over het weerloze land met zijn weerloze bewoners Eerst sloeg hij de watergolven los van hun boeien en hitste ze op. tot ze hui lend en grauwend over het leigrijze wa ter kwamen aangestormd om met wit schuimende koppen hoog tegen de dij ken op te tornen, terug te wijken en, voortgedreven door de dwingende gesel, tegen waterkering en beschoeiing op nieuw storm te lopen. vidueel een grotere mildheid van oorde len opbrengen tegenover misdeelde, in casu misdadige, personen, dan zou ik het verschijnen van een dergelijk boek al toejuichen. Maar ik vrees het ergste. Ik vrees dat deze roman door het grote publiek gelezen is om de sensatie, om de onthullingen, om het griezelen en om het afgrijzen. En men kan het de lezer, die ook niet beter weet, niet eens erg kwalijk nemen. Van het begin af aan brengt de schrijver zijn lezer reeds in een sfeer van onwaarachtigheid. Niet dat ik twijfel aan de juistheid van zijn beschrijvingen van de Chicago'se ach terbuurten of van de toestanden in jeugdgevangenissen. Maar waar ik stel lig niet aan geloof dat is in de oor spronkelijke engeltoestand van Dick Romano, die hij als een oude bedevrouw op straat ziet „vijf Onze Vaders en Vijf Wees Gegroeitjes" bidt en bedorven door zijn omgeving aan de galg eindigt. In dit boek wordt het voorgedragen alsof iedere boosdoener er goed van overtuigd moet raken dat hij in zijn jeugd de aan leg had van een Alexei Karamozov, ter wijl toch de creatie van deze Alexei er is om te bewijzen, dat wat in aanleg goed is niet geperverteerd kan worden. Wij zouden dus mogelijk beter overtuigd zijn van des schrijvers waarachtigheid, als hij Romano minder verheven had laten beginnen. „Fie Carelsen telefoneert". Afri kaans Dagboek. A. W. Sijthoff, Leiden; z. j. De toneelspeelster Fie Carelsen heeft een tournée gemaakt door de Congo en door Zuid-Afrika en brengt daar ver slag over uit in dit boekje, dat in arti kelvorm in de Haagse Courant gepubli ceerd is geweest. Er valt niet veel aan te beleven daar Fie Cerelsen geen schrijfster is en geen kans ziet een woord meer op papier te brengen dan de gemiddelde beschaafde reiziger en dat is nu eenmaal niet veel. Niet dat ik er aan twijfel dat zij veel ervaren heeft, maar ervaren en die er varingen overbrengen zijn nu eenmaal twee geheel verschillende tjingen. Ztj is bescheiden genoeg om zich haar tekort bewust te zijn en zij heeft niet te kla gen; één talent ls genoeg voor één mens. Wij leren uit dit boekje alleen dat Fie Carelsen een aardige vrouw moet zijn, maar dat wisten wij al. CLARA EGGINK. TOEN RANSELDE HIJ de furiën, de wilde krijsende wiven voor zich uit en in alle richtingen over het land, sneller, steeds sneller en woester. Ze vluchtten voor zijn tomeloze razernij, maar met een duivelse vreugde bespron gen zij de dorpen, die in de veilige om arming van hun dijken lagen te slapen, ze joegen over de steden, de zelfverze kerde steden aan hun machtige rivie ren. Ze raasden over zandverstuivingen en dwongen daar de oude vliegdennen, weerbarstige knapen, die toch al heel wat hadden meegemaakt, op de knieën. Verder niet, want zich overgeven, dat deden deze taaie rakkers niet zo licht. Voort! Voort! over eenzame heidevel den, waar geen sterveling nog zou dur ven ronddwalen, verder, verder. Soms keerden ze terug, de gierende luchtwljven met hun natte harenslier ten en hun loeiende, lawaaiende stem men. Dan herademde het land en herstel den zich de bomen, de geteisterde eeuwig zwaaiende bomen. De rechte po pulieren, de stramme eiken met hun ritselend winterloof, het berkenhout, rank en lenig, de zwiepende wilgentwij gen,'die altijd meegeven en nooit bre ken. Maar dat was de bedoeling niet! Voort! Geen rust, geen respijt! Nog veel meer moest er vernield worden, dit was nog slechts een aanloopje geweest. Wa ren de jagende demonen uitgeput, best,! Dan zou hij, de boze jager, zelf het werk ter hand nemen! Zo wierp hy zich opnieuw op zijn prooi, rammelde aan de deuren en ra men, stormde verder, keerde terug, tel kens en telkens, tot hij een zwakke plek had ontdekt en losgewurmd had wat maar los te wurmen was. DAN, ROETSJ! Daar ging het luik, tot het scheef hing ln z'n hengsels, dan kletste de ruit naar beneden, klabetsjl Of keilden de pannen ratelend van het dak. Had hij de huizen vol zuchten en kreunen gezet, vol kraken als van een tegen het water kampend schip, dan liet hy, de onvermoeibare, opnieuw zijn legers aanrukken Dan sloeg het water door kieren en spleten, gutste het over de daken met wilde vlagen en rauw ge weld. Over de velden kwam hy aanbrlesen en over het akkerland, waai- de boeren huizen by elkaar bescherming zochten en dan hoeiü nog feller attaqueerde hij de hoge fabrieken en de onbeschermde torenspitsen, de angstige mensen door hun schoorstenen toeschreeuwend „Hier ben ik weer! Hoor je me? Weg met die schutting! Rang! Hier met dat raam! Hoei, hoei!" Ook in het park kwam hy, de ontem bare storm, en daar ontmoette ik hem. Het park, dat met boomgroepen zwart als de nacht, en wat verdwaald schijn sel in de modderplassen, als uitgestor ven lag. OP DE VIJVEREILANDJES was iets schemerigs van slapend vogel volk; een troepje eenden, eenvoudig neer gehurkt tussen de struiken, de kop te ruggetrokken tussen de nauwsluitende veren, minachtend het geweld van de watergeest en zijn trawanten. Ook de herten, die zachtmoedige be delaars achter het rasterwerk, ze be kommerden zich weinig om de elemen ten en lieten de razemy stil over zich heengaan. In de luwte, maar aan de buitenkant van hun warme stil, ston den ze tegen elkaar aangedrongen, on- beweegiyke schimmen, roerloos, geluid loos. Tegen zoveel argeloosheid was zelfs de storm niet opgewassen. Hoog boven de poliepenarmen der treurbeuken bleef hij aarzelend rondcirkelen, gaf een on verwachte ruk aan de krakende bomen en vloog toen als een afgeschoten pijl de verlichte trein achterna, die in de verte over de spoordyk vluchtend voor hem uitsnelde. Toen de zon opging, bescheen zy een bleke dag, een vermoeide dag, die zwaar ging van berichten, zwaai- van zorgen S. VAN DER ZEE. qué Het getailleerde model heeft een 5. Een der grote modevorsten lan- wijde rok en een lange knipsluiting De eeerde onlangs de peignoir die, even ge- nauwe driekwart mouwen zjjn ingezet. rend, zonder ceintuur gedragen wordt 2. De Jonge vrouw die haar werk Hier is een model, gemaakt van bedrukte thuis verricht, kiest misschien een mo- piqué of chintz, dat een smal sjaal- deme trant een ensemble maken, dat derne huisdracht, die werd samengesteld kraagje heeft, een dubbele knoopsluiting uit een lang panta'on en een korte uit een driekwart, gerend jasje van wol- opgenaaide zakken en laag ingezette den, wat men zou mogen noemen een (tweederde of driekwart) kamerjas of len materiaal of stevige katoen (rib3- driekwart mouwen met manchet. J. V. Kinderpyama's Leeftijd 3—5 jaar, bovenwijdte 60 cm. Leeftyd 5—7 jaar, bovenwydte 65 cm. Benodigde stof grootste maat: 3 m. flanel of katoen van 80 cm. breed. Dit patroon kan zowel voor jongens als meisjespyama worden gebruikt, daar alleen de kraagjes verschillend zyn. De jongenspyama van gestreept fla nel heeft een loshangend jasje met opgestikte zakken. Het rechte kraagje kan open en gesloten worden gedragen. De streep wordt dwars verwerkt langs de onderkant van de mouwen, de broeks pijpen en de bovenkant van de zakken. Het jasje van de meisjespyama ls hooggesloten met een bobbed kraagje. Om het middel wordt een ceintuurtje gestrikt. Voor het kraagje, de bovenkant van de zakjes en de onderkant van de mou wen en broekspijpen wordt garnerend materiaal gebruikt. Verkrygbaar 40 cents van Maandag af, zolang de voorraad strekt, aan ons Bureau Witte Singel 1. Toezending per post geschiedt, na ont vangst van brief met Ingesloten en niet opgeplakt 55 cents aan postzegels (voor de stad). Verzoeke op de enveloppe te vermel den: „Goedkoop Patroon".

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 4