DE WILDE JACHT
r- iFl
Martin Engelman heeft succes
in Parijs
L
De psychologie van de reclame
Hij blijft in zijn affiches zichzelf
r
Een Zoeklicht
Negliceer het neglieé niet!
WEKELIJKS BIJVOEGSEL van het LE1DSCH DAGBLAD ZATERDAG 7 FEBRUARI 1953 Pagina 2
Op liet „bij-blijven" komt bet aan!
Publiek reeds beu van „gestandaardiseerde pin-up girls?"
■HM «V— '~'l
k
hm»
C o G GOO
Een goed affiche komt, evenmin als
een goed schilderij, zó maar in een
vloek en een zucht tot stand. Gemid
deld trekt Engelman één maand uit
voor het ontwerpen en uitwerken van
één enkele plaat!
EERSTE vereiste van een goed af
fiche is natuurlijk, dat het „begrij
pelijk" is voor iedere man en elke
vrouw in de straat. Hun mentaliteit
heeft een reclamekunstenaar zich al
tijd voor de geest te houden. Maar
tussen de geest van een Fransman, een
Amerikaan of een Hollander bestaan
grote onderlinge verschillen en daarom
zal de publiciteit voor een Frans artikel
.weer heel anders moeten zijn dan voor
een Nederlands of een Duits product.
De affiches van Engelman, die al 5 jaar
in Parijs woont en met een Frangalse
is getrouwd, zijn wel héél duidelijk op
het Franse publiek afgestemd. Uit zo'n
plaat voor ,.Mon Savon'' bv. spreekt een
typisch Gallische geest en humor. Een
mannetje dat onder de douche staat
en van wie alleen de voeten, de linker
hand en een heel groot oog in een
vierkantig gelaat zichtbaar zijn. Vraagt:
„Mon savon s.v.p." (mijn zeep alstu
blieft) een uitnemend idee: „Mon Sa
von verklaart Engelman nader, is voor
het Franse publiek een zeepsoort, die
al afdoende gelanceerd is en waarvan
de kwaliteiten dan ook niet meer be
hoeven te worden aangeprezen.
„Het ging er voor mij dus slechts om
met een aardigheid, een mopje, de
mensen aan het bestaan van dat arti
kel te herinneren".
De humor in de reclame is overigens
een probleem op zichzelf", aldus En
gelman. Over het algemeen richt de
publiciteit zich tot het vrouwelijk deel
van het publiek, dat nu eenmaal de
meeste inkopen doet, maar het zijn
volgens hèm juist de mannen, die
gevoeliger zijn voor de effecten van de
humor.
Daardoor wordt de fantasie van de
reclame-ontwerper, wel enigszins aan
banden gelegd.
„De affiche-kunst was te lang in
de ban van de fotografie gebleven,"
meent hy, „want men geloofde met
mooie „waarheidsgetrouwe" portret
ten, cover-girls en andere gestandaar
diseerde pin-ups het best de aan
dacht van het publiek voor allerlei
artikelen te kunnen boeien en te
kunnen vasthouden. Maar volgens my
is het publiek eigenlijk al lang beu
van al die „ideale" schoonheden. De
fantasie eist nu weer haar eigen
rechten op. Het is ook in déze tak
van de kunst niet de treffende ge
lijkenis, die op den duur de Interesse
levend kan houden, maar enkel de
verbeelding van een kunstenaar, zijn
persoonlijke visie op een object."
WIJ GELOVEN, dat hij volkomen
gelijk heeft.
Men heeft ons op teveel „realis
tische aantrekkelijkheid" willen trac-
teren. Dat rare mannetje met die neus,
die recht in het verlengde van zijn
voorhoofd staat, zal ons vermoedelijk
veel langer bijblijven, dan welke schone
dame ook, die zich zoveel moeite geeft
haar voordelige vormen tot op of
juist even over het randje der wel-
gevoegelijkheid bloot te geven.
En op dat „bij blijven", het griffen
van een beeld in onze herinnering, ddér
komt het bij de reclame nu Juist op
aan
Wanneer men Engelmans affiches nu
nog slechts in een besloten expositie
ruimte kan bewonderen, dan zullen ze,
na verloop van tijd, zeker worden aan
geplakt op muren en gevels van Parijs.
Engelman zal dan niet alleen een
schilder zyn, wiens werken door méér
mensen zullen worden aanschouwd
dan die van zyn beroemdste kunst
broedersze mogen Van Dongen, Pi
casso of Dali heten maar hy zal
dan ook een grotere en directere in
vloed uitoefenen op de smaak van het
publiek dan één dier andere be
roemdheden. En het zal een invloed
zyn ten goede. Want Engelman is een
kunstenaar, die zichzelf blijft zonder
compromissen, ook als hy weet, dat
hij zich lot een publiek van millioe-
nen heeft te richten.
Kijkjes in de Natuur
OP DE BOEKENMARKT
A. Marja. „Confidentieel". Serie selfjk bestaan niet vergooid om de andere
tot groei te brengen, Dat wil hij ook
niet; „want enkel dromen houd ik voor
Het ,.oa mij spijten als ik in M,.t "JSS"-3$al5 d1 "!aa'u 9
heschouwintr ovpr dt> nieuw, vur/un- schaal Hij kan de inlioufl van de buide
bundel van A. Marja niet verder aou «ha1™ overaten, hij kan even doorslaan
komen dan de dnalificaties „zuiver en ae e!™°< a« Ïlere «We.™»"
eerlijk». Inderdaad zijn dit kenmerken r hJSJ ÏS Jl\
van deze poëzie, maar de termen wor- wa' hij
den te vaak gebruikt als men met ver- il ï,,,-:' a!an .1,.,!
7pn tp doen heeft die eicenliik niet dichter. Mal ja S VG1S is Waim, lUStig
de moeite Aard zijrf en ook niet van -na-ieljk wars van aansteileri)
dien aard da, er duideiük afgekeurd
moet worden.
Hoewel ik dus de woordenkeus zuiver
Willard Motley. „Klop maar op
een deur". Vertaald uit het
Amerikaans. Z.-Hollandse Uit
geversmij., Den Haag; z. J.
„Klop maar op een deur" is een van
(Van onze Parijse correspondent)
Exposities van louter affiches worden ook in Parijs maar heel
zelden georganiseerd, maar toch is dat niet de enige, laat staan de
voornaamste reden, van het succes, dat de Nederlandse schilder Martin
Engelman hier met zijn tentoonstelling oogst, die alleen uit reclame
platen is samengesteld en die in het „Maison des beaux arts" gehouden
wordt.
Een affiche, voor een zeepproduct, een spoorwegmaatschappij of en eerlijk niet achterwege kan laten,
een apéritief is nu eenmaal niet bestemd om in een expositiezaal te 'nkief"S gS
worden opgehangen, want de aesthetische kwaliteiten worden bewust moedelijke onverschilligheid,
in dienst gesteld van een utilitair doel. ,(A- Marja, ™ge geen groot dichter die romans die men „een felle aanklacht
r. i i zUn, een echte dichter is hij. Wie de tegen sociale wantoestanden" pleegt te
Door middel van een suggestieve kleurwerking, een humoristische vei-zen Ujt de bundel Confidentieel leest, noemen. Ik kan het niet helpen, maar
vondst, of in het algemeen, een persoonijke kijk op zijn onderwerp, krijgt ze niet meer uit zijn hoofd. Niet ik sta altijd enigermate huiverig tegen-
„Qrt, or. dat Marja dingen zegt, die wij nog niet over deze geromantiseerde aanklachten,
tracht de kunstenaar immers met de aandacht te vestigen op zichzelf, wlsten hoeweii het wonderlijke even- want zij zyn gewoonlijk geen vlees en
maar op een artikel, dat hij aan de man - of vooral - aan de vrouw wicht dat hij gevonden heeft tussen de geen vis. Ik ben er van overtuigd, dat
moet brengen. Zijn funclie is dus eigenlijk die van een handelsreiziger, dagelijkse mens en het ..Titaantje" om een schrijver niet behoort te schrijven
i 'jj i i_j, met Nescio te spreken, lets heel per- om aan te klagen, maar omdat hy het
alleen de middelen die hij aanwendt om te overtuigen, zijn S00nijjfcs Van hem is. En voor zover hij niet laten kan. Bezit zijn roman toch
verschillend. dingen zegt, die wij weten, doet hij dit een tendenz, goed, maar het moet niet
op een zo persoonlijke wijze, dat wij ze, de opzet zyn.
WAAROM Engelman zyn platen drang naar het monumentale, hem als het ware onder een heel andere hoek Van de zijde van de lezer uit gezien
rinn tnnh in 7n'n va alt ie exnn- naar de kunst van het affiche, waarbij gefotografeerd, opnieuw zien. Gedichten ben ik nog huiveriger. Zou hij een boek
.riltO Wel nm iiin hij uiteraard veel grotere „vlakken" tot ontstaan veelal uit een botsing, die van als dit werkelijk lezen om er wyzer van
rriltr wPr* hiJ uiteraard veel grotere „vlakken" tot ontstaan veelal uit een botsing, die van als dit werkelijk lezen om er wyzer
- V eenvuuuig uiu /.ijn beschikking kreeg. Zijn verleden als Marja komen voort uit het evenwicht, te worden? Ik wil met zeggen, om daad-
.i.hi j.L .iu-ujiH. te brengen,
maken en Sdoênde Sïwens het ook typograaf heeft trouwens in de compo- Inderdaad evenwicht een evenwicht dat werkelyk verbetering
van het gr o^ du Wiek te trekken eer6t sltie van verscheidene platen duidelijke hij. althans in zyn poëzie zelf gecreëerd want dat is weinigen gegeven, ai zou
de belangstelhn? te wekken van de za- sporen achtergelaten. heeft. Hy heeft de ene zij.de van het men een lezer in zijn dagelykse bestaan indi-
kenwereld, in wier dienst hij zich wil Joso8>*5i=©8>pyDg>£>S©g*ic>8oe>PSöÉ»£§o8>j^^
stellen. De tweede merkwaardigheid van
deze expositie is namelijk dat met
uitzondering van de bekende plaat voor
het Festival van Aix, waarvoor Engel
man de motieven aan oude Franse
muurtapijten ontleende nog geen en
kel van deze affiches werd uitgegeven.
Ze zijn wel allen voor een bepaald
Spiegeltje, spiegeltje aan de wand
fluweel, piqué) en een lange pantalon
met nauw toelopende pijpen.
3. By de lange pantalon (die van
rlbsfluweel. effen of Schotse wollen stof
kan worden gemaakt), past eveneens
een tweederde jasje van wollen mate
raal een model bijvoorbeeld met een rug
KX«SS. aïEFS-r-ÏS Niet modieus en onwellevend! "£3
geen dér firma's, die er zich voor zou
moeten interesseren, heeft de affiches
reeds aangekocht. Hetzij omdat Engel-
man's naam nog te weinig klank bezat
dan dat hij al voor een belangrijke op
dracht in aanmerking kon komen, het-
Parijs, Februari 1953.
Je staat wel eens verbaasd als je op
een blijkbaar slecht gekozen ogenblik
gasten rustig kan ontvangen.
Enkele voorbeelden:
straatmode gangbaar is.
4. Deze flatteuze peignoir van Jersey,
soepele wollen stof of katoenen ribs flu-
Voor het jonge meisje of de huis- weel heeft een dubbele knoopsluiting.
van de^^chtend^aanbelt^e^ vrlmdinU'óf vrouw een peignoir van katoenen stof laag ingezette driekwart mouwen, die op
van ae ocniena aanoeil en Viaiwui vj n Vrsoo-iP van V,Pt7Plfrio mat-.priaal «m hrwrrKo (rprlmnpl-) 7.1 n. en enrvrm
uiauii in aüimici ruik R.U11 luuicii. nou- van ue ocni/t'iia aanueii, en vikuuih ui - -, - - i"
zij omdat die firma's deze platen nog kennis je m negligé ontvangt. Niet dat met een kraagje van hetzelfde materiaal een toordjjLn en
niet hebben gezien. Ie in nrlnc.np iet« teeen een dergelijke of van wltte ba^st of gesteven witte pi- giote opgenaaide zakken.
je in princ-pe iets tegen een dergelijke
Men kan namelijk in het reclame-vak gang van zaken hebt. maar wel omdat
werken en zijn eigen reclame niettemin haar neglige waarin ze ook bakker en
wat verwaarloosd hebben. En dat schijnt melkboer te woord staat zijn naam
wel min of meer het geval van Martin ane eer aan doet en een alleszins ver-
Engelman te zijn geweest. Deze achter
stand hoopt hij met deze tentoonstelling val"is"
in te lopen en het lijkt te lukken, want Er is ^een geldi^
de crltieken in de Franse pers zijn una-
waarloosd, smakeloos of onsmakelijk ge-
geldig
en zelfs geen on-
exouus voor een soortgelijk te-
niem bijzonder lovend en het zou ons nuei wie onder een keurige japon slor-
dan ook wel verbazen als enkele grote versieten of vuile lingerie verbergt,
maatschappijen de handschoen met verontschuldigt zich zy het volkomen
spoed,r op zouden rapen die Engelman onjulst gemeend iie jiet het
hen met zoveel zwier heeft toegeworpen. -
Er hangt b.v.
gloeilamp een
toch niet!", maar wie in een veronacht
zaamd negligé buiten haar slaapkamer
die door willens en wetens in het gezelschap v
«n TannJjesputtër«'Ldl ïëW„7- anderen vorschimt. kan zelfs dat niet als
die ons bijzonder geknipt lijkt voor verontschuldiging aanvoeren! En ZIJ
zondigt: niet in de eerste plaats tegen
de wetten van de mode, doch tegen de
die zo ge- regels der wellevendheid!
housecoat, ka-
hoeft geen mo-
een lampenfabriek
ook een andere plaat voo
zeepmerk „Mon Savon",
slaagd en zo geestig van idee en uit- Het negligé-peignoir,
werking is, dat men zich nauwelijks merjas of huispyama
voor kan stellen, dat de firma in dieus toilet te zijn, doch, evenals de rest
zou w"' van de garderobe dient het onberispe
lijk, schoon en keurig te zijn. Zonder
extra moeite of kosten kan het dan bo
vendienop de predicaten practisch
MARTIN ENGELMAN, een neef van ey flatteus aanspraak maken!
SuSr-Thfdef ïe'£niSe„alSd;S: Waarom zou do hulsvrouw de och-
na hield hij zich vooral veel bezig met tendboterhammetjes van man en kroost
het illustreren van boeken en tenslotte mel klaarmaken in een geze.lige peig-
is hij in de reclame verzeild geraakt. Hij noir- dle baar een beetje ophaalt als ze
nam wat lessen van de beroemde Franse n°K £een tyd heeft gehad voor een
publiciteit8ontwerpcr en décorateur Cas- zorgvuldige make-up? Voor haar in het
-u.s het bijzonder is een lang model geschikt, dat
r het is opvallend
pielt sterk voor Engelman's persoonlijk
heid dat er tussen beider kunst vrij
wel geen gelijkenis te ontwaren valt.
haar nachtgoed geheel aan het gezicht
onttrekt. Haar peignoir zal bij voorkeur
een brede overstag hebben of een lange
Cassandre heeft nogal een duidelijke knoopsluiting, zodat zit niet openvalt, en
voorkeur voor enigszins sombere kleu- bijvoorbeeld driekwart mouwen, waar-
ren en archaïstische motieven, terwijl mee ze niet door de boter sliert.
Engelman daarentegen voor zijn recla- De vrouw, die haar werk buitenshuis
meplaten het liefst een fel en helder heeft en wier kamerjas hoogstens voor
palet gebruikt. Zijn spirituele stijl mag het traject slaapkamer—badkamer be-
men verder, in haar directe werking
typisch modern noemen.
Nadat Engelman lange tijd werkzaam
was geweest in de „toegepaste kunst"
(het illustreren van ook wel Neder
landse boeken) en zich bezig had ge
houden met typografische ontwerpen,
dreef, nu ongeveer een half jaar gele-
klassieke
'chepplng
stem-d is. kan volstaan met
kamerias. zoals de heren der
die p'egen te dragen.
Zif die haar werkzaamheden thuis
verricht kan van haar negligé dat op
comfort en warmte berekend is, naar mo-
DE WILDE JAGER was tevreden.
Voorlopig had hij knap werk ver
richt. Gedurende enige grauwe Ja
nuaridagen had hij boven het kleine
land aan de zee zijn waterdweilen uit
gewrongen, die nu in een vuilgele lucht
hingen na te druipen en in afwachting
van nieuwe bezigheden had hij zware
regengordijnen over het van water ver
zadigde land gelegd, over de donker
bruine heidevelden met hun mistroos
tige veenplassen, over de drassige wei
landen en hun samengetroepte schapen
en over de gezwollen rivieren.
Hij keek grynzend neer op het landje,
diep onder hem, waar d-e wriemelende,
ijverige mensjes aan hun dijkjes peu
terden, waar ze in hun scheepjes voe
ren en elkaar waarschuwden. Ja, hij
hoorde duidelijk hoe hun waarschu
wingsdiensten op volle toeren werkten,
en hij begreep, dat heel die nietige men
senwereld de mouwen opstroopte. Tegen
hem
Toen laadde hy zijn waterkanon,
neen! al zijn batterijen bracht hij in
stelling, hij haalde diep adem, zoog zich
de longen vol en blies z'n wangen op,
tot ze bolden en bijkans barstten. Zo
begon hij zijn jacht, zijn schrikwekken
de triomftocht over het weerloze land
met zijn weerloze bewoners
Eerst sloeg hij de watergolven los van
hun boeien en hitste ze op. tot ze hui
lend en grauwend over het leigrijze wa
ter kwamen aangestormd om met wit
schuimende koppen hoog tegen de dij
ken op te tornen, terug te wijken en,
voortgedreven door de dwingende gesel,
tegen waterkering en beschoeiing op
nieuw storm te lopen.
vidueel een grotere mildheid van oorde
len opbrengen tegenover misdeelde, in
casu misdadige, personen, dan zou ik
het verschijnen van een dergelijk boek
al toejuichen. Maar ik vrees het ergste.
Ik vrees dat deze roman door het grote
publiek gelezen is om de sensatie, om de
onthullingen, om het griezelen en om
het afgrijzen. En men kan het de lezer,
die ook niet beter weet, niet eens erg
kwalijk nemen. Van het begin af aan
brengt de schrijver zijn lezer reeds in
een sfeer van onwaarachtigheid. Niet
dat ik twijfel aan de juistheid van zijn
beschrijvingen van de Chicago'se ach
terbuurten of van de toestanden in
jeugdgevangenissen. Maar waar ik stel
lig niet aan geloof dat is in de oor
spronkelijke engeltoestand van Dick
Romano, die hij als een oude bedevrouw
op straat ziet „vijf Onze Vaders en Vijf
Wees Gegroeitjes" bidt en bedorven door
zijn omgeving aan de galg eindigt. In
dit boek wordt het voorgedragen alsof
iedere boosdoener er goed van overtuigd
moet raken dat hij in zijn jeugd de aan
leg had van een Alexei Karamozov, ter
wijl toch de creatie van deze Alexei er
is om te bewijzen, dat wat in aanleg
goed is niet geperverteerd kan worden.
Wij zouden dus mogelijk beter overtuigd
zijn van des schrijvers waarachtigheid,
als hij Romano minder verheven had
laten beginnen.
„Fie Carelsen telefoneert". Afri
kaans Dagboek. A. W. Sijthoff,
Leiden; z. j.
De toneelspeelster Fie Carelsen heeft
een tournée gemaakt door de Congo en
door Zuid-Afrika en brengt daar ver
slag over uit in dit boekje, dat in arti
kelvorm in de Haagse Courant gepubli
ceerd is geweest.
Er valt niet veel aan te beleven daar
Fie Cerelsen geen schrijfster is en geen
kans ziet een woord meer op papier te
brengen dan de gemiddelde beschaafde
reiziger en dat is nu eenmaal niet veel.
Niet dat ik er aan twijfel dat zij veel
ervaren heeft, maar ervaren en die er
varingen overbrengen zijn nu eenmaal
twee geheel verschillende tjingen. Ztj is
bescheiden genoeg om zich haar tekort
bewust te zijn en zij heeft niet te kla
gen; één talent ls genoeg voor één
mens. Wij leren uit dit boekje alleen
dat Fie Carelsen een aardige vrouw
moet zijn, maar dat wisten wij al.
CLARA EGGINK.
TOEN RANSELDE HIJ de furiën, de
wilde krijsende wiven voor zich uit
en in alle richtingen over het land,
sneller, steeds sneller en woester. Ze
vluchtten voor zijn tomeloze razernij,
maar met een duivelse vreugde bespron
gen zij de dorpen, die in de veilige om
arming van hun dijken lagen te slapen,
ze joegen over de steden, de zelfverze
kerde steden aan hun machtige rivie
ren. Ze raasden over zandverstuivingen
en dwongen daar de oude vliegdennen,
weerbarstige knapen, die toch al heel
wat hadden meegemaakt, op de knieën.
Verder niet, want zich overgeven, dat
deden deze taaie rakkers niet zo licht.
Voort! Voort! over eenzame heidevel
den, waar geen sterveling nog zou dur
ven ronddwalen, verder, verder.
Soms keerden ze terug, de gierende
luchtwljven met hun natte harenslier
ten en hun loeiende, lawaaiende stem
men.
Dan herademde het land en herstel
den zich de bomen, de geteisterde
eeuwig zwaaiende bomen. De rechte po
pulieren, de stramme eiken met hun
ritselend winterloof, het berkenhout,
rank en lenig, de zwiepende wilgentwij
gen,'die altijd meegeven en nooit bre
ken.
Maar dat was de bedoeling niet!
Voort! Geen rust, geen respijt! Nog veel
meer moest er vernield worden, dit was
nog slechts een aanloopje geweest. Wa
ren de jagende demonen uitgeput, best,!
Dan zou hij, de boze jager, zelf het werk
ter hand nemen!
Zo wierp hy zich opnieuw op zijn
prooi, rammelde aan de deuren en ra
men, stormde verder, keerde terug, tel
kens en telkens, tot hij een zwakke plek
had ontdekt en losgewurmd had wat
maar los te wurmen was.
DAN, ROETSJ! Daar ging het luik,
tot het scheef hing ln z'n hengsels, dan
kletste de ruit naar beneden, klabetsjl
Of keilden de pannen ratelend van het
dak. Had hij de huizen vol zuchten en
kreunen gezet, vol kraken als van een
tegen het water kampend schip, dan
liet hy, de onvermoeibare, opnieuw zijn
legers aanrukken Dan sloeg het water
door kieren en spleten, gutste het over
de daken met wilde vlagen en rauw ge
weld.
Over de velden kwam hy aanbrlesen
en over het akkerland, waai- de boeren
huizen by elkaar bescherming zochten
en dan hoeiü nog feller attaqueerde hij
de hoge fabrieken en de onbeschermde
torenspitsen, de angstige mensen door
hun schoorstenen toeschreeuwend
„Hier ben ik weer! Hoor je me? Weg
met die schutting! Rang! Hier met dat
raam! Hoei, hoei!"
Ook in het park kwam hy, de ontem
bare storm, en daar ontmoette ik hem.
Het park, dat met boomgroepen zwart
als de nacht, en wat verdwaald schijn
sel in de modderplassen, als uitgestor
ven lag.
OP DE VIJVEREILANDJES was iets
schemerigs van slapend vogel volk;
een troepje eenden, eenvoudig neer
gehurkt tussen de struiken, de kop te
ruggetrokken tussen de nauwsluitende
veren, minachtend het geweld van de
watergeest en zijn trawanten.
Ook de herten, die zachtmoedige be
delaars achter het rasterwerk, ze be
kommerden zich weinig om de elemen
ten en lieten de razemy stil over zich
heengaan. In de luwte, maar aan de
buitenkant van hun warme stil, ston
den ze tegen elkaar aangedrongen, on-
beweegiyke schimmen, roerloos, geluid
loos.
Tegen zoveel argeloosheid was zelfs
de storm niet opgewassen. Hoog boven
de poliepenarmen der treurbeuken bleef
hij aarzelend rondcirkelen, gaf een on
verwachte ruk aan de krakende bomen
en vloog toen als een afgeschoten pijl
de verlichte trein achterna, die in de
verte over de spoordyk vluchtend voor
hem uitsnelde.
Toen de zon opging, bescheen zy een
bleke dag, een vermoeide dag, die
zwaar ging van berichten, zwaai- van
zorgen
S. VAN DER ZEE.
qué Het getailleerde model heeft een 5. Een der grote modevorsten lan-
wijde rok en een lange knipsluiting De eeerde onlangs de peignoir die, even ge-
nauwe driekwart mouwen zjjn ingezet. rend, zonder ceintuur gedragen wordt
2. De Jonge vrouw die haar werk Hier is een model, gemaakt van bedrukte
thuis verricht, kiest misschien een mo- piqué of chintz, dat een smal sjaal-
deme trant een ensemble maken, dat derne huisdracht, die werd samengesteld kraagje heeft, een dubbele knoopsluiting
uit een lang panta'on en een korte uit een driekwart, gerend jasje van wol- opgenaaide zakken en laag ingezette
den, wat men zou mogen noemen een (tweederde of driekwart) kamerjas of len materiaal of stevige katoen (rib3- driekwart mouwen met manchet. J. V.
Kinderpyama's
Leeftijd 3—5 jaar, bovenwijdte 60 cm.
Leeftyd 5—7 jaar, bovenwydte 65 cm.
Benodigde stof grootste maat: 3 m.
flanel of katoen van 80 cm. breed.
Dit patroon kan zowel voor jongens
als meisjespyama worden gebruikt, daar
alleen de kraagjes verschillend zyn.
De jongenspyama van gestreept fla
nel heeft een loshangend jasje met
opgestikte zakken. Het rechte kraagje
kan open en gesloten worden gedragen.
De streep wordt dwars verwerkt langs
de onderkant van de mouwen, de broeks
pijpen en de bovenkant van de zakken.
Het jasje van de meisjespyama ls
hooggesloten met een bobbed kraagje.
Om het middel wordt een ceintuurtje
gestrikt.
Voor het kraagje, de bovenkant van
de zakjes en de onderkant van de mou
wen en broekspijpen wordt garnerend
materiaal gebruikt.
Verkrygbaar 40 cents van Maandag
af, zolang de voorraad strekt, aan ons
Bureau Witte Singel 1.
Toezending per post geschiedt, na ont
vangst van brief met Ingesloten en niet
opgeplakt 55 cents aan postzegels (voor
de stad).
Verzoeke op de enveloppe te vermel
den: „Goedkoop Patroon".