Het noodlot is hardnekkig, maar niet minder de mens DOOR HET WATER GEVANGEN OP HET PUNTJE VAN SCHOUWEN Wat een oud geschiedenisboek over het water vertelt Sirene loeide de Zondag in Bij financiële politiek belangrijke wijzigingen onontkoombaar HET VADERLAND 10 ZATERDAG T FEBRUARI 1953 „Ook sloeg, in Slagteiaand dezes jaars 1421, een storm uit het Noord westen, het water met zulk een geweld tegen de Dyken, dat de gantsche Zuid-Hollandsche Waard onderliep, en wel 72 Dorpen en een groot aan tal menschen verdronken...." Aldus vermeldt, zakelijk en beknopt, een geschiedenisboekje uit 1801, De Vaderlandsche Historie in Themata geheten, een klein deel van de ramp die de St. Elisabethsvloed geweest is, een van de grootste rampen uit ons nationaal verleden, waaraan de Biesbosch zijn ontstaan dankt en een deel van Zeeland zijn vorm. Het staat er in enkele simpele woor den, die simpele woorden die veel dieper en onmiddellijker treffen dan alle pathetische omslag. Wat in deze dagen in het buitenland zoveel verbazing wekt, is de gelaten hardnekkigheid, de ver beten vanzelfsprekendheid waarmee de bevolking in de geteisterde streken haar lot ondergaat en waarmee het overige Nederland in een minimum van tijd een maximum aan energie en persoonlijke hult) weet op te leveren. Moet men de verklaring daarvan zoe ken in het edelmoedige hart van de Nederlander? Zonder iets aan die edel moedigheid te willen afdoen, komt het ons voor dat het Nederlandse hart niet per se edelmoediger is dan de harten van anderen, maar dat de verklaring veel meer moet worden gezocht bij een soort van nationale trouw en traditie. De trouw is dan die aan land, volk en natuurlijk lot, de traditie is de rampza lige strijd tegen het water die niet los te denken is van ons nationale bestaan. Een oud geschiedenisboek, vergeeld en bruin geworden, gesierd met koper gravures en kaarten, kan ons over die strijd heel wat vertellen, denkt men zo, als men de zojuist genoemde Vaderland sche Historie in Themata mijmerend doorbladert. En dit boek is dan geen volledige geschiedenis, het laat tal van belangrijke gebeurtenissen achterwege en het vermeldt onnodig tal van onbe langrijke details. En het loopt ook maar tot 1300 en het doet uit alles wat ervóór ligt, bewust, slechts enkele snelle grepen. Maar juist in zo'n boek, dat niet daarvoor geschreven is en dat misschien in hoofd zaak maar enkele toetsen aanslaat die het Nederlandse gemoed raken, is het curieus te bladeren en te zoeken naar wat. helaas, tot de constanten van onze geschiedenis blijkt te hebben behoord. Wat lezen wij in dit boek over het water ap de bladzijden die ons onder ogen komen? „Zeeland leedt in dezen tijd, naamlojk Ao. 1530 veel van een' zo geweldigen watervloed-, dat 'er verschei- dien huizen gesloopt werden, en vee-Ie mensohen en beesten verdronken, In 1532 werdt door een' dergeldjken storm en watervloed in Holland, het water een voet hoog over de dijken gejaagd". Het was altijd hetzelfde, van onze vroegste geschiedenis af tot heden toe. Nu eens waren de gevolgen groter dan weer ge- ringer in omvang, maar het is één door lopende keten, één ononderbroken on- frontatie van de mens met de natuur. 1717 In 1717 werd het land door een vre selijke storm en watervloed bezocht. Bijna heel Noord-Holland én de kusten van Groningen en Friesland kwamen onder water te 'staan. In het jaar 1732 constateerde men de ondermijning van de dijken ten gevolge van een of ander schadelijk ongedierte, een soort hout wormen. Een enkele stormwind of plot selinge hoge vloed zou heel het achter land noodlottig kunnen worden. Onze voorvaderen, die toch ook iedere stuiver tweemaal omdraaiden, maar die inder daad beter bij kas waren dan hun na komelingen, bedachten zich niet lang en, zegt het geschiedenisboek, „men voor zag tegen dit gebrek, door eene alge- meene vernieuwing en ophooging, door middel van zwaare steenen, aan 's Lan-ds zeedijken te doen, 't welk in 't eerst wel zwaare kosten veroorzaakte, maar ver volgends aan 't jaarlijks onderhoud een groote somme bespaarde." In 1760 opnieuw de overmacht van het water: een geweldige overstroming teisterde de Krimpener- en Lopiker- waarden tengevolge van kruiend ijs er een daarop aansluitende storm. Het ene noodlot brengt het andere mee, -zoals ook dit keer weer terdege bewezen is. 1775 Het jaar 1775 was bijzonder ongeluk- kig voor ons land, dat op 14 November door een ongewoon zware storm en wa tersnood werd getroffen. Tal van dijken bezweken en al het achterliggende land liep onder. Het wa ter drong tot de voornaamste steden door, om van de kustplaatsen niet te spreken, en stond in Amsterdam, Rotte: dam, Dordrecht, waar hst onnoemelijke schade aan koopwaren en handelsarti kelen aanrichtte. Het is zo erg, dat het sobere en woordkarige geschiedboek er spraakzaam van wordt en aan 't ver tellen slaat: „Het badt den gantschen dag zwaar uit het Zuid-westen gestormd, waardoor de zee met geweld van onze kusten af- gedreeven en als opeen gepakt was, maar des avonds schoot de wind veel Noordelijker, waardoor de weg-gestorm- de zee, met een verdubbelde kragt, tegen onze kusten en dykagiën gesmeeten werdt, dezelven of overstaag, of verbrys- selde, en eene menigte van menschen er vee aan zijne woede opofferde. Eene zeer felle koude volgde, in het jaar 1776, op dit voor den lande zo treffend on heil...." 1784 ki Maart 1784 opnieuw een ongemeen hoog water, opnieuw overstromingen, ditmaal van d-e Rijn en andere rivieren die in Gelderland en vooral in Nijme gen en Zutphen zeer grote verwoestin gen en. schade aanrichtten. En het houdt niet op. De lange stroom van noodlottige jaartallen gaat voort: op 3 Juli 1788 be speurde men boven Amsterdam en de omgeving van de stad de voortekenen van naderend onheil. Om drie uur des middags stak een ongewone wervelwind op die tot een geweldige orkaan aan zwol. In een ogenblik tijds verkeerden tal van schepen op het Y, waar onder andere het zogenaamde Admiraalschip zeilde, in het grootste gevaar; zij sloe gen om of werden door wind en golven tegen de wal aan stukken geslagen. Het duurde maar heel kort, maar het resul taat was dat zestig mannen, vrouwen en kinderen in het water- omkwamen. 1789 In 1739 trad de Waal buiten haar oevers en daarmee overstroomde een groot deel van Gelderland en speciaal de stad TieL Ook in Zeeland vonden weer overstro mingen plaats en alleen de schade aan de dijken werd toen op een millioen ooroorlogse guldens geschat. 1791 De provincies Groningen en Overïjvel rerden door storm en overstromingen geteisterd in Februari 1791. In Zwolle brak de Bonnendijk door, waardoor het water de stad kon binnenstromen. Een dijkbreuk buiten de stad zette het ver keer, d.w.z. de postwagens, stop. Door het bezwijken van de Geumkkerdijk kwamen Kampen, Elburg en Hattem on der water te staan. Ook de stad Gronin gen en het omliggende land wred over stroomd en de meeste dijken in de pro vincie werden ondermijnd. 1798 En verder gaat de rij van rampen. Winter 1798. Koude en ijs, die groot ge brek met zich brachten en voor haast iedereen het onontbeerlijkste bijna on toegankelijk maakten. Maar het leed was nog niet groot genoeg en ons ge schiedenisboek vertelt: „Dit onheil werdt in d-e ma-aod February van 't volgende jaar 1799 niet weinig vermeerderd door verscheidene overstroomingen en door- braaken der Dijken, waar door de elende in top gevoerd, en de Provincie Gelder land inzonderheid deerlijk geteisterd werdt. De Dijken bij Doornik, Hedik- huizen, Milligen enz. doorgebroken zijn de, veroorzaakten niet alleen eene aan merkelijke schade, maar stelden de ste den Nijmegen en Tiel aan het grootste gevaar bloot van mede, door de zwaare Ijsgangen, overstroomd te worden. In Overijssel stond de stad Zwol rond om onder water, terwijl de Snippelings- dyk bij Deventer ook voor den aandruis- senden vloed bezweek De ongelukken, schade en elende door alle deze Over stroomingen verzoorzaakt. overtroffen an den jaare 1784 zeer verre, en sedert twee Eeuwen geen voor beelden te vinden waren. In de maand April werdt door de geheele Bataafse Republiek eene algemeene Inzameling voor de noodlijdenden van de door het IJs veroorzaakte O-verstroomingen ge daan, waardoor het gebrek, zo niet ge heel weggenomen, ten minsten, aanmer kelijk verzagt werdt Men ziet de bijna starre gelijkheid van de onregelmatig terugkerende natuur rampen. Februari, dijkdoorbraken, hoge zeeèn, springvloed, buiten de oevers tre dende rivieren, slachtoffers, onnoeme lijke schade. En daartegenover; de hulp der anderen, de „algemene inzamelin gen", het gemeenschappelijk gedragen leed. Andere data Ons geschiedenisboek is onvolledig. Er wordt niet in gesproken van de over stromingen van 1514, van de Allerheili genvloed van 1570. van de dijkdoorbra ken in 1601, van de overstroming van de Zuiderzee in 1610. van de doorbraak der IJ-dijken in 1616, van de Velzerdijk in 1621, van de overstroming van bijna heel Noord-Holland in Februari 1625. van de ontzettende ramp van de St Petri-vloed in Februari 1651, van de overstroming van Waterland in 1665, van nogmaals Noord- Holland in 1675. van de dijkdoorbraak van 1702, waarbij de zee zich uitstrekte van Haarlem tot Amersfoort, van de vloed van 1773. En de stormen van 1808. van Februari 1825, van Januari 1916, zij moesten nog geschiedenis worden. De ramp van 1953 is misschien de grootste die ons land ooit heeft gekend. Voor zover wij de gegevens van het verleden bezitten, zijn al deze rampen van, tenslotte, geringere om vang geweest, was althans, absoluut gezien, de prijs aan mensenlevens en vee, hoe groot ook, kleiner. Maar toch is er iets troostends in het doorbla deren van een oud boek: het noodlot is hardnekkig, maar niet minder hardnekkig is de mens, die telkens weer, zij het gekneusd en bloedend, de zee en het water weet te overwin nen en terug te dringen! Slachtoffers uit Zeeland naar Amerika De gemeente 'aad van Zeeland (Michi gan) heeft gisteren telegrafisch bij presi dent Eisenhower aangedrongen het ïmmigratiequotum vcor Nederlanders verhogen om vluchtelingen uit de Neder- 1 idse noodgebieden in de gelegenheid te stellen naar de Ver. Stalen te komen. De raad nam dit besluit r.a, op verzoek van burgemeester dr Bloemendaal, •iiengewone zitting Li; mgeku. ïen zijn. De gemeente Zeeland werd 106 jaar geleden gesticht door Nederlandse kolo nisten uit d£ provincie Zeeland. Verder heeft de raad er op aangedrongen geteisterde gebied alle mogelijke hulp te bieden. Onbeperkte immigratie van derlanders zou in het voordeel van beide landen zijn, aldus de gemeenteraad van Zeeland. Hulp aan Nederland in het uur van zijn grootste nood sinds eeuwen zou de goodwill voor de Ver. Staten onmetelijk doen toenemen. De burgemeester van Bergen op Zoom heeft de carnavalsvereniging op gedragen zich te belasten met de inza meling voor het rampenfonds; het eerste doel is f 100.000. Première t.b.v. het Nationaal Rampenfonds Op Zaterdag 14 Februari a s. zal de Haagse Comedie in de Koninklijke Schouwburg een speciale voorstelling geven ten bate van het Nationale Ram penfonds. Hiervoor is gekozen de eerste opvoering van Het Heilige Ex periment, spel in vijf bedrijven van de Oostenrijkse auteur Fritz Hochwal- der onder leiding van de beroemde regisseur Erwin Piscator, die ook de regie voerde van „Androcles en de Leeuw". Victor E. van Vriesland heeft de Nederlandse vertaling verzorgd. De hoofdrol wordt vertolkt door Paul Steenbergen. Van de verdere medewer kenden noemen wij Bob de Lange, Jan Retèl. Henri Eerens, Johan Valk, Frans van der Lingen, Luc Lutz, Henk van Buuren, Gerard Hartkamp, Pim Dikkers, Walter van der Kamp, Bernhard Droog, Luc van Gent, Gerard de Groot, Carl van der Plas. Het décor is van Willem Deering. Op Zondagmiddag 15 Februari a.s. zal de tweede voorstelling van „Het Heilige Experiment" plaatsvinden. Lectuurverzorging voor jongeren Dezer dagen is opgericht de Stichting „Lectuurvoorziening Jongeren", die be oogt het schrijven, uitgeven en versprei den te bevorderen van goede en goed kope lectuur voor de schooljeugd van het voortgezette onderwijs. De stichting berust uitsluitend op ideële motieven. In het bestuur, dat werkt onder presidium van de Commissaris der Koningin in de provincie Utrecht, de heer M. A. Rei- nalda, hebben zitting genomen wethou ders van onderwijs in een aantal ge meenten. Het secretariaat is in handen van de Rotterdamse wethouder de heer A. J. van der Vlerk. Mislukt weekend (Van een medewerker) Zo ver ons oog reikt, zien wij zoetjes kabbelend zeewater, waarop de zon kleine lichtpuntjes tovert. Een boom en een boerenhoeve, die hal verwege uit de watervlakte opsteken, onderbreken de troosteloze aanblik van verdronken land. De lage gronden om het oude slot staan blank. Van morgen ging een boerenarbeider op een hoog paard ivadend door de op rijlaan om naar de schuren te kijken waar de wintervoorraden liggen opge tast. Een stil groepje boeren en arbeiders staren het dier na, dat met zijn berijder slechts stapvoets verder komt en tot aan de buik in het water zakt. Over deze weg liepen wij nog kortgeleden, en wij praatten met- de slotheer, die werkte op zijn landen. Het water is gestegen tot vlak achter het huis, waar wij voor een wintervacan- tie enige weken verblijf hielden en waar de watersnood ons overviel. Maar wy staan nog droog in dit oude dorp in de kop van Schouwen evenals de wegen naar Haamstede en de stuifduinen langs de kust. Ook Burgh bleef gespaard. Ver der is heel Schouwen ondergelopen, Het begon voor ons met een langdurig geloei van de sirene Zondagochtend na een nacht van bulderende storm, die rukte aan onze vensters en kozijnen en het dak bijna van het huis sloeg. Snel in de kleren geschoten zagen wij over het plein zware tractors, veewagens en ge- requireerde personen-auot's rijden, bela den met zandzakken en andere materia len om een hopeloze strijd te gaan voe ren tegen het razende water, dat een gat van 75 meter had geslagen in een der dijken, die het ingepolderde land be schermen moeten. Later bleek, dat niet één, doch twee dijken het geweld van het wassende water niet hebben kunnen keren en dat van twee kanten het De watersnoodfinancieel In 1953 wordt van de totale uitgaven van de Ned. Staat 26,7 pet besteed voor defensie (de bekende f 1500 millioen); voorts 12,6 pet voor het aflos sen van schulden; 11,3 pet voor &ociale zorg; 9,1 pet voor het Onderwijs; 7,7 pet voor herstel van oorlogsschade en tenslotte.4,3 pet voor Water staat. Dit zijn officiële cijfers van de Organisatie voor Europese Econo mische Samenwerking. De nationale betalingsbalans, die over 1952 nog een overschot opleverde van rond f 250 millioen dollars, wordt voor dc periode 1952/1953 geacht slechts een overschot van 26 millioen dollars te heb ben en voor half 1953 tot en met half 1954 slechts 6 millioen dollars, zijnde 22,8 min gulden. Deze da- ri ling wordt in verband gebracht in met grotere invoer en groter binnenlands verbruik. j Het is zonder meer duidelijk, dat déze cijfers én de binnen landse begroting 1953 na de watersnood aanzienlijk zullen veranderen en om hoog gaan. Op de afdeling waterstaat werd in de millioenennota (rijksbegroting 1953) in totaal f 242.1 min uitgetrokken hetgeen f 15 millioen meer was dan de herziene raming van 1952 en dat in de millioenen nota zeer nadrukkelijk in verband werd gebracht met de noodzakelijkheid om waterstaatswerken te doen uitvoeren in het kader van de werkgelegenheidspoli- tiek. Onder het boekingshoofd „waterstaat", onder „verkeer", onder „landbouw" en onder een nieuw hoofd „schade waters nood" zullen gedurende 1953 en volgende jaren honderden millioenen moeten worden geboekt als uitgaven ten be hoeve van het herstel van de schade en ten behoeve van verdere beveiliging van het Hollandse polderland. Deze schade is nog volstrekt niet te overzien. Men kan ten hoogste enkele aspecten signaleren. Er is schade in de particuliere sector en bij de overheids instanties: rijk, provincie en gemeenten. Er is schade aan huizenbezit en persoon lijk huishoudelijk bezit, maar ook enor- m" bedrijfsschade. Er is schade aan 175.000 ha cultuurgrond en schade aan de veestapel. De productie is in elk ge val ernstig geschaad: zij ligt grotendeels in het agrarische vlak (landbouw en veeteelt met daarop baserende in dustrieën). De agrarische export zal dalen en te vens zal de nationale productiviteit da len. Tenslotte is een zeker inflatoir élé ment bij de wederopbouw beslist niet te vermijden. De financiering heeft tal van mogelijk heden. Hoe men deze ook uitwerkt, er zal de eerste maanden enorm veel kas geld nodig zijn: dringende contante uit gaven; uitbetalingen door verzekeringen, steun e.d. De omvang van de schade maakt het reeds a priori noodzakelijk om dit als een buitengewone uitgave („kapitaaldienst") op te vatten, zodat de uitgaven boekhoudkundig over meer jaren kunnen worden verdeeld. Het Nederlandse volk zal echter deze uitgaven moeten opbrengen. Zelfs, indien men er toe zou besluiten bepaalde facet ten van de betalingsbalans (waar minis- De was kon niet wachten De commandant van een Oxford van de Marineluchtvaartdienst, die boven Tiengemeten heeft gevlogen, constateerde, dat bijna het hele eilandje verdwenen is. In het dorpje zag hij de bewoners naar buiten komen. Bewoners van enige huisjes in het uiterste oosten kon hij niet ontdekken, maar wel zag hij, dat de was aan drooglijnen wapperde. ter Lieftinck en zijn aanhang zo trots ou waren) tijdelijk op te offeren, dan ont komt men toch niet aan de noodzakelijk heid. dat de uitgaven moeten worden op gebracht. Hett is bekend, dat de belastingen in 1952 slechts een onbelangrijk bedrag var, 824.000 gulden méér opbrachten dan in de herziene raming was voorzien. De be lastingopbrengst was in 1952 bovendien lager dan in 1951 en heeft (als voldoende bekend) een dalende tendentie. Er zal derhalve by de Regering van straks een neiging bestaan om via grote re belastingdruk het geld bij elkaar te krijgen, althans het deel dat onmiddellijk nodig is voor de jaarlijkse aflossing der te maken schulden. De verhalen over het gebruik van de tegenwaarderekening van de dollarhulp moet men niet al te serieus nemen. Die zijn het gevolg van een goedhartige ingeving, maar verder financieel weinig -gant, aangezien dan een minder juist gebruik van een boekhoudkundig slechts betekenis hebbende rekening zou worden gemaakt. Doch dit is thans niet actueel. Actueel is nadat het water is wegge trokken, althans nadat er geer onmiddel lijke hulp meer te verlenen valt, dat deze of de volgende regering zich niet wéér laat verleiden om uit hoofde van allerlei spectaculaire en in het kader van de tijd niet belangrijke betalingsbalans overwegingen en uitzichten de tot dus verre gevoerde financiële politiek t.a v waterstaat voort te zetten. Er zal veel en snel en afdoend hersteld moeten worden. Het waterstaatscomplex zal terdege onder ogen moeten worden gezien. Er zal echter gebroken moeten worden met een penny wise en pound foolish-politiek, die honderden mensen in enkele dagen volkomen onnodig het leven kost. De ramp werd tenslotte pas een ramp doordat de middelen van de moderne techniek niet tijdig en in voldoende mate gebruikt zijn om het natuurgeweld Ie keren. Zoals men dc pest en de cholera tegenwoordig heel anders bestrijdt dan 200 jaar geleden, dient ook de strijd tegen het water op een techniiscli veel en veel hoger niveau te komen en dat mag niel worden geremd door betalingsbalansover wegingen. De ontwikkeling van de helicoptère Jules Verne dacht er al aan (Van een technische medewerker.) Bij het verlenen van hulp aan de door de overstromingen geteisterde streken verrichten helicoptères een belangrijke taak. Daar waar vliegtuigen de beschik king moeten hebben over vrij lange ter reinen voor het opstijgen en dalen, is de helicoptère in staat om in vrijwel verticale richting te dalen en weer op te stijgen en kan zelfs in de lucht tot stilstand worden gebracht. Deze eigen schappen hebben dan ook de naam van de helicoptère doen ontstaan, want bet woord is afgeleid van de Griekse wi den „helico" dat schroef betekent „ptere" of vleugel. Een goed hollands woord is dan ook „hefschroefvliegtuig" Tot in het begin van deze eeuw be stond dit type vliegtuig zich nog slechts in een zeer embryonale toestand. Het idee om door middel van een snel rond draaiende schroef steun in de lucht te vinden is reeds zeer oud en werd al door Leonardo da Vinei aangegeven. Jules Verne heeft in 1886 van het denk beeld een dankbaar gebruik gemaakt in zijn roman „Robur de Veroveraar" waarin het luchtschip „Albatros" als ee: helicoptère wordt beschreven. Van deze geniale schrijver stamt ook het denk beeld van tegen elkaar in draaiende hefschroeven om het draaikoppel van een dergelijk toestel tegen te gaan, een idee, dat bij de practische uitvoering van de helicoptères bij sommige types dan ook tot werkelijkheid is gekomen. De moderne practische toepassingen zijn voornamelijk te danken aan Si korsky in Amerika, de Pescara in Frankrijk en Focke Wolf in Duitsland Ook de Nederlandse ingenieur A. G von Baumhauer heeft omstreeks 1926 een helicoptère gebouwd met een 2-bla- dige hefschroef, waarbij het hierboven genoemde denkbeeld van Jules Verne voor het opheffen van de reactiekracht was toegepast, door het aanbrengen van een klein'e motor met schroef in de staart van het toestel waarmede een ver ticaal luehtschroefje werd aangedreven- De nu door het Amerikaanse leger zo spontaan ter beschikking gestelde heli coptères zullen wel voornamelijk van het type Sikorsky ScS. 51 en Bell zijn. Deze toestellen zijn in Amerika in grote serie's gebouwd meer speciaal voor het vervoer van gewonden en het bevoor raden van ingesloten troepen. De grote voordelen van de helicoptères bij het reddingswerk in de noodgebieden zijn wel, dat zij niet beïnvloed worden door remous of sterke schommelingen en dat, wanneer snelheidsverlies op treedt er geen gevaar voor neerstorten bestaat, daar zij volkomen ln de lucht kunnen stilstaan en in verticale rich- water het eiland overstroomt. Iedereen stak de handen uit. We zagen de dokter, de dominé, ja zelfs vrouwen helpen met het zandvervoer, doch machteloos moest men de strijd opgeven. Men kon de plaats des onheils niet eens benaderen. Wij nemen evacué's op Wij maken bedden gereed voor de vluchtelingen, die nu binnenstromen. Het oude plein staat vol angstig loeiend vee en bussen en vrachtwagens voeren men sen aan. die overhaast de vlucht moesten nemen voor de snel in omvang toenemen de overstroming. Zwijgend stappen ze uit om huiverend te verdwijnen in de school op het plein, die voor hun ontvangst is gereed gemaakt. Later worden ze onder- gebrach; bij de bevolking, 's Middags ko men onze evacué's. Een boerenarbeider met zijn vrouw uit Noordwelie, die be rustend het lot aanvaarden hun huisje te hebben moeten verlaten. Na eerst „de vrouwe" te hebben ge bracht keert de man terug om zijn boel tje zo goed en zo kwaad als het gaat op zolder te s'.auwen, „Waor ben de knie- nen?" is haar eerste vraag als de man terugkeert. „Op de muur", zegt hij rustig, 's Avonds komt er nog een „Slachter" uit den Osse, die helemaal is komen lopen omdat „de zeune" bij ons op het dorp woont. Maar de zeune heeft al tien evacué's, dus wordt hij bij ons op zolder ondergebracht. 's Avonds zitten we stilletjes bijeen. Het licht brandt weer voor een paar uur. Wij luisteren naar de storm, die tegen de vensters beukt. Wij wetten, dat wij mach teloos staan tegenover het water, dat door de woedende elementen nog steeds tegen de geschonden dijken wordt opgezweept. Zal het nog steeds wassende water, ons hoge dorp bereiken? We turen in de duistere nacht Onze gastheer wil een eindje de weg op lopen om te zien hoe ver de overstroming is genaderd. Doch onze evacué's raden het kortweg af. „Niet 's aovonds" is hun kort bescheid en dat dit een verstandige raad is, bemerken wij de volgende morgen, wanneer wij aan de achterkant van ons huis, de onafzien bare watervlakte ontwaren, die verrader lijk in de nacht is komen aankruipen. Doch nu kan menselijkerwijs gesproken het water niet verder komen. De storm is gaan liggen. Een slootje achter onze tuin scheidt ons van het ondergelopen land. Als in oorlogstijd De autoriteiten distribueren al direct de levensmiddelen, want niemand kan gissen hoelang deze noodtoestand zal duren Een dergelijke ramp is op Schouwen nog nooit voorgekomen Tegen de avond klinkt plotseling een be kend geluid in de kamer. De radio ls voor enkele ogenblikken uit zijn verstar ring bevrijd. Men komt ons helpen en Zonder voorafgaande waarschuwing zwijgt de stem en het is weer stil in de huiskamer. De kabels der electriciteit zijn onklaar geraakt. En als in de dagen van de oorlog moeten wij hannesen met knijpkatten, haastig opgezochte kerst boomkaarsjes en omdat wij electrisch koken, nu ook petroleumstellen. Ook de kiok staat stil, een symbool, want wij zijn geheel en al geïsoleerd. Van tijd tot tijd siepelt een bericht door: Drie man nen op een vlot zijn aangekomen in Zierikzee. Er hadden z;ch zes op weg begevenHet gat in de dijk ls 75 meter, neen honderd meter". „De havens zijn ook stuk". De autoriteiten eten er meer van, maar men kan oe If ders in het dorp niet overbelasten in deze noodtoestand door vragen naar de laatste berichten van de enige radio, die op accu's werkt en in het gemeentehuis staat. Vliegtuigen zwenken laag over het land, wij wuiven. Nu eerst beseffen wij weer, sinds de oorlogsdagen, hoezeer wij gewend zijn geraakt aan de moderne ge makken. waarmede de techniek ons heeft omgeven en die wij weer als van zelfsprekend nebben leren accepteren. En ook dat wij zo maar in een trem konden stappen, die ons voerde waar heen wij wilden. Na de ongeluksnacht hebben wij daaraan niet meer kunnen denken en wij zijn nog innig dankbaar, dat wij op het hoger gelegen deel van Schouwen zijn en hulp kunnen bieden aan de tijdelijk daklozen. „Aanders was heel Schouwen ver- zuupt," zegt een boer kernachtig en wij bewonderen de bevolking, die zonder veel gemoT de slag aanvaard heeft, die haar heeft getroffen. Want hoe zullen ze straks hun huizen weervinden, hun hof steden, het vee, dat moest worden achter gelaten in de vlucht om het vege lijf te redden? Wiener Symphoniker spelen voor liet Nat. Rampenfonds De Wiener Symphoniker geven op 27 Febr. a.s. te Wenen een gala-concert ten bate van het Nationale Rampenfonds. Willem van Otterloo is uitgenodigd, dit concert in Wenen te komen dirigeren. Cor de Groot zal als solist Beethovens derde pianoconcert vertolken. Amerikaans violist geeft concert ten bate van Rampenfonds De Amerikaanse Violist LOUIS KAUF MAN, heeft aangeboden alle ontvang sten van zijn concert op 14 Februari a.s. in Diligentia aan het Nationaal Rampen fonds af te staan. Op dit concert wordt een belangwek kend programma ten gehore gebracht. Met medewerking van GERARD HEN- GEVELD, piano en het RÖNTGEN KWARTET vyorden o.a. uitgevoerd So nates van Mozart, Beethoven en Hinde- mith en het welhaast nooit gespeelde Concert voor viool, piano en strijkkwar tet van Chausson. Schrijversbal afgelast Het schrijversbal, dat de openings avond van de boekenweek op 27 Februari zou besluiten, gaat niet door, wel echter de rest van de avond. De door de ver sobering vrijgekomen gelden gaan naar het Nat. Rampenfonds. ting kunnen stijgen en dalen, Zelfs wan neer de motor mocht afslaan zal geen neerstorten plaats vinden, maar door het veranderen van de invalshoeken van de schroefbladen door de bestuur der bij verticaal dalen, kan het toestel zeer gelijkmatig en langzaam op da grond worden gezet. f

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 6