Het noodlot is hardnekkig,
maar niet minder de mens
DOOR HET WATER GEVANGEN OP
HET PUNTJE VAN SCHOUWEN
Wat een oud geschiedenisboek
over het water vertelt
Sirene loeide de Zondag in
Bij financiële politiek belangrijke
wijzigingen onontkoombaar
HET VADERLAND
10
ZATERDAG T FEBRUARI 1953
„Ook sloeg, in Slagteiaand dezes jaars 1421, een storm uit het Noord
westen, het water met zulk een geweld tegen de Dyken, dat de gantsche
Zuid-Hollandsche Waard onderliep, en wel 72 Dorpen en een groot aan
tal menschen verdronken...." Aldus vermeldt, zakelijk en beknopt, een
geschiedenisboekje uit 1801, De Vaderlandsche Historie in Themata
geheten, een klein deel van de ramp die de St. Elisabethsvloed geweest
is, een van de grootste rampen uit ons nationaal verleden, waaraan de
Biesbosch zijn ontstaan dankt en een deel van Zeeland zijn vorm.
Het staat er in enkele simpele woor
den, die simpele woorden die veel
dieper en onmiddellijker treffen dan alle
pathetische omslag. Wat in deze dagen
in het buitenland zoveel verbazing wekt,
is de gelaten hardnekkigheid, de ver
beten vanzelfsprekendheid waarmee de
bevolking in de geteisterde streken haar
lot ondergaat en waarmee het overige
Nederland in een minimum van tijd een
maximum aan energie en persoonlijke
hult) weet op te leveren.
Moet men de verklaring daarvan zoe
ken in het edelmoedige hart van de
Nederlander? Zonder iets aan die edel
moedigheid te willen afdoen, komt het
ons voor dat het Nederlandse hart niet
per se edelmoediger is dan de harten
van anderen, maar dat de verklaring
veel meer moet worden gezocht bij een
soort van nationale trouw en traditie.
De trouw is dan die aan land, volk en
natuurlijk lot, de traditie is de rampza
lige strijd tegen het water die niet los
te denken is van ons nationale bestaan.
Een oud geschiedenisboek, vergeeld
en bruin geworden, gesierd met koper
gravures en kaarten, kan ons over die
strijd heel wat vertellen, denkt men zo,
als men de zojuist genoemde Vaderland
sche Historie in Themata mijmerend
doorbladert. En dit boek is dan geen
volledige geschiedenis, het laat tal van
belangrijke gebeurtenissen achterwege
en het vermeldt onnodig tal van onbe
langrijke details. En het loopt ook maar
tot 1300 en het doet uit alles wat ervóór
ligt, bewust, slechts enkele snelle grepen.
Maar juist in zo'n boek, dat niet daarvoor
geschreven is en dat misschien in hoofd
zaak maar enkele toetsen aanslaat die
het Nederlandse gemoed raken, is het
curieus te bladeren en te zoeken naar
wat. helaas, tot de constanten van onze
geschiedenis blijkt te hebben behoord.
Wat lezen wij in dit boek over het
water ap de bladzijden die ons onder
ogen komen? „Zeeland leedt in dezen
tijd, naamlojk Ao. 1530 veel van een' zo
geweldigen watervloed-, dat 'er verschei-
dien huizen gesloopt werden, en vee-Ie
mensohen en beesten verdronken, In 1532
werdt door een' dergeldjken storm en
watervloed in Holland, het water een
voet hoog over de dijken gejaagd". Het
was altijd hetzelfde, van onze vroegste
geschiedenis af tot heden toe. Nu eens
waren de gevolgen groter dan weer ge-
ringer in omvang, maar het is één door
lopende keten, één ononderbroken on-
frontatie van de mens met de natuur.
1717
In 1717 werd het land door een vre
selijke storm en watervloed bezocht.
Bijna heel Noord-Holland én de kusten
van Groningen en Friesland kwamen
onder water te 'staan. In het jaar 1732
constateerde men de ondermijning van
de dijken ten gevolge van een of ander
schadelijk ongedierte, een soort hout
wormen. Een enkele stormwind of plot
selinge hoge vloed zou heel het achter
land noodlottig kunnen worden. Onze
voorvaderen, die toch ook iedere stuiver
tweemaal omdraaiden, maar die inder
daad beter bij kas waren dan hun na
komelingen, bedachten zich niet lang en,
zegt het geschiedenisboek, „men voor
zag tegen dit gebrek, door eene alge-
meene vernieuwing en ophooging, door
middel van zwaare steenen, aan 's Lan-ds
zeedijken te doen, 't welk in 't eerst wel
zwaare kosten veroorzaakte, maar ver
volgends aan 't jaarlijks onderhoud een
groote somme bespaarde."
In 1760 opnieuw de overmacht van het
water: een geweldige overstroming
teisterde de Krimpener- en Lopiker-
waarden tengevolge van kruiend ijs er
een daarop aansluitende storm. Het ene
noodlot brengt het andere mee, -zoals
ook dit keer weer terdege bewezen is.
1775
Het jaar 1775 was bijzonder ongeluk-
kig voor ons land, dat op 14 November
door een ongewoon zware storm en wa
tersnood werd getroffen.
Tal van dijken bezweken en al het
achterliggende land liep onder. Het wa
ter drong tot de voornaamste steden
door, om van de kustplaatsen niet te
spreken, en stond in Amsterdam, Rotte:
dam, Dordrecht, waar hst onnoemelijke
schade aan koopwaren en handelsarti
kelen aanrichtte. Het is zo erg, dat het
sobere en woordkarige geschiedboek er
spraakzaam van wordt en aan 't ver
tellen slaat:
„Het badt den gantschen dag zwaar
uit het Zuid-westen gestormd, waardoor
de zee met geweld van onze kusten af-
gedreeven en als opeen gepakt was,
maar des avonds schoot de wind veel
Noordelijker, waardoor de weg-gestorm-
de zee, met een verdubbelde kragt, tegen
onze kusten en dykagiën gesmeeten
werdt, dezelven of overstaag, of verbrys-
selde, en eene menigte van menschen er
vee aan zijne woede opofferde. Eene
zeer felle koude volgde, in het jaar 1776,
op dit voor den lande zo treffend on
heil...."
1784
ki Maart 1784 opnieuw een ongemeen
hoog water, opnieuw overstromingen,
ditmaal van d-e Rijn en andere rivieren
die in Gelderland en vooral in Nijme
gen en Zutphen zeer grote verwoestin
gen en. schade aanrichtten. En het houdt
niet op. De lange stroom van noodlottige
jaartallen gaat voort: op 3 Juli 1788 be
speurde men boven Amsterdam en de
omgeving van de stad de voortekenen
van naderend onheil. Om drie uur des
middags stak een ongewone wervelwind
op die tot een geweldige orkaan aan
zwol. In een ogenblik tijds verkeerden
tal van schepen op het Y, waar onder
andere het zogenaamde Admiraalschip
zeilde, in het grootste gevaar; zij sloe
gen om of werden door wind en golven
tegen de wal aan stukken geslagen. Het
duurde maar heel kort, maar het resul
taat was dat zestig mannen, vrouwen en
kinderen in het water- omkwamen.
1789
In 1739 trad de Waal buiten haar oevers
en daarmee overstroomde een groot deel
van Gelderland en speciaal de stad TieL
Ook in Zeeland vonden weer overstro
mingen plaats en alleen de schade aan
de dijken werd toen op een millioen
ooroorlogse guldens geschat.
1791
De provincies Groningen en Overïjvel
rerden door storm en overstromingen
geteisterd in Februari 1791. In Zwolle
brak de Bonnendijk door, waardoor het
water de stad kon binnenstromen. Een
dijkbreuk buiten de stad zette het ver
keer, d.w.z. de postwagens, stop. Door
het bezwijken van de Geumkkerdijk
kwamen Kampen, Elburg en Hattem on
der water te staan. Ook de stad Gronin
gen en het omliggende land wred over
stroomd en de meeste dijken in de pro
vincie werden ondermijnd.
1798
En verder gaat de rij van rampen.
Winter 1798. Koude en ijs, die groot ge
brek met zich brachten en voor haast
iedereen het onontbeerlijkste bijna on
toegankelijk maakten. Maar het leed
was nog niet groot genoeg en ons ge
schiedenisboek vertelt: „Dit onheil werdt
in d-e ma-aod February van 't volgende
jaar 1799 niet weinig vermeerderd door
verscheidene overstroomingen en door-
braaken der Dijken, waar door de elende
in top gevoerd, en de Provincie Gelder
land inzonderheid deerlijk geteisterd
werdt. De Dijken bij Doornik, Hedik-
huizen, Milligen enz. doorgebroken zijn
de, veroorzaakten niet alleen eene aan
merkelijke schade, maar stelden de ste
den Nijmegen en Tiel aan het grootste
gevaar bloot van mede, door de zwaare
Ijsgangen, overstroomd te worden.
In Overijssel stond de stad Zwol rond
om onder water, terwijl de Snippelings-
dyk bij Deventer ook voor den aandruis-
senden vloed bezweek De ongelukken,
schade en elende door alle deze Over
stroomingen verzoorzaakt. overtroffen
an den jaare 1784 zeer verre, en
sedert twee Eeuwen geen voor
beelden te vinden waren. In de maand
April werdt door de geheele Bataafse
Republiek eene algemeene Inzameling
voor de noodlijdenden van de door het
IJs veroorzaakte O-verstroomingen ge
daan, waardoor het gebrek, zo niet ge
heel weggenomen, ten minsten, aanmer
kelijk verzagt werdt
Men ziet de bijna starre gelijkheid van
de onregelmatig terugkerende natuur
rampen. Februari, dijkdoorbraken, hoge
zeeèn, springvloed, buiten de oevers tre
dende rivieren, slachtoffers, onnoeme
lijke schade. En daartegenover; de hulp
der anderen, de „algemene inzamelin
gen", het gemeenschappelijk gedragen
leed.
Andere data
Ons geschiedenisboek is onvolledig.
Er wordt niet in gesproken van de over
stromingen van 1514, van de Allerheili
genvloed van 1570. van de dijkdoorbra
ken in 1601, van de overstroming van de
Zuiderzee in 1610. van de doorbraak der
IJ-dijken in 1616, van de Velzerdijk in
1621, van de overstroming van bijna heel
Noord-Holland in Februari 1625. van de
ontzettende ramp van de St Petri-vloed
in Februari 1651, van de overstroming van
Waterland in 1665, van nogmaals Noord-
Holland in 1675. van de dijkdoorbraak
van 1702, waarbij de zee zich uitstrekte
van Haarlem tot Amersfoort, van de
vloed van 1773.
En de stormen van 1808. van Februari
1825, van Januari 1916, zij moesten nog
geschiedenis worden.
De ramp van 1953 is misschien
de grootste die ons land ooit heeft
gekend. Voor zover wij de gegevens
van het verleden bezitten, zijn al deze
rampen van, tenslotte, geringere om
vang geweest, was althans, absoluut
gezien, de prijs aan mensenlevens en
vee, hoe groot ook, kleiner. Maar toch
is er iets troostends in het doorbla
deren van een oud boek: het noodlot
is hardnekkig, maar niet minder
hardnekkig is de mens, die telkens
weer, zij het gekneusd en bloedend,
de zee en het water weet te overwin
nen en terug te dringen!
Slachtoffers uit Zeeland naar
Amerika
De gemeente 'aad van Zeeland (Michi
gan) heeft gisteren telegrafisch bij presi
dent Eisenhower aangedrongen het
ïmmigratiequotum vcor Nederlanders
verhogen om vluchtelingen uit de Neder-
1 idse noodgebieden in de gelegenheid
te stellen naar de Ver. Stalen te komen.
De raad nam dit besluit r.a, op verzoek
van burgemeester dr Bloemendaal,
•iiengewone zitting Li; mgeku. ïen
zijn. De gemeente Zeeland werd 106 jaar
geleden gesticht door Nederlandse kolo
nisten uit d£ provincie Zeeland. Verder
heeft de raad er op aangedrongen
geteisterde gebied alle mogelijke hulp te
bieden. Onbeperkte immigratie van
derlanders zou in het voordeel van
beide landen zijn, aldus de gemeenteraad
van Zeeland. Hulp aan Nederland in het
uur van zijn grootste nood sinds eeuwen
zou de goodwill voor de Ver. Staten
onmetelijk doen toenemen.
De burgemeester van Bergen op
Zoom heeft de carnavalsvereniging op
gedragen zich te belasten met de inza
meling voor het rampenfonds; het eerste
doel is f 100.000.
Première t.b.v. het Nationaal
Rampenfonds
Op Zaterdag 14 Februari a s. zal de
Haagse Comedie in de Koninklijke
Schouwburg een speciale voorstelling
geven ten bate van het Nationale Ram
penfonds. Hiervoor is gekozen de eerste
opvoering van Het Heilige Ex
periment, spel in vijf bedrijven van
de Oostenrijkse auteur Fritz Hochwal-
der onder leiding van de beroemde
regisseur Erwin Piscator, die ook de
regie voerde van „Androcles en de
Leeuw". Victor E. van Vriesland heeft
de Nederlandse vertaling verzorgd.
De hoofdrol wordt vertolkt door Paul
Steenbergen. Van de verdere medewer
kenden noemen wij Bob de Lange, Jan
Retèl. Henri Eerens, Johan Valk, Frans
van der Lingen, Luc Lutz, Henk van
Buuren, Gerard Hartkamp, Pim Dikkers,
Walter van der Kamp, Bernhard Droog,
Luc van Gent, Gerard de Groot, Carl van
der Plas. Het décor is van Willem
Deering.
Op Zondagmiddag 15 Februari a.s. zal
de tweede voorstelling van „Het Heilige
Experiment" plaatsvinden.
Lectuurverzorging voor jongeren
Dezer dagen is opgericht de Stichting
„Lectuurvoorziening Jongeren", die be
oogt het schrijven, uitgeven en versprei
den te bevorderen van goede en goed
kope lectuur voor de schooljeugd van
het voortgezette onderwijs. De stichting
berust uitsluitend op ideële motieven. In
het bestuur, dat werkt onder presidium
van de Commissaris der Koningin in de
provincie Utrecht, de heer M. A. Rei-
nalda, hebben zitting genomen wethou
ders van onderwijs in een aantal ge
meenten. Het secretariaat is in handen
van de Rotterdamse wethouder de heer
A. J. van der Vlerk.
Mislukt weekend
(Van een medewerker)
Zo ver ons oog reikt, zien wij zoetjes kabbelend zeewater, waarop de
zon kleine lichtpuntjes tovert. Een boom en een boerenhoeve, die hal
verwege uit de watervlakte opsteken, onderbreken de troosteloze aanblik
van verdronken land. De lage gronden om het oude slot staan blank. Van
morgen ging een boerenarbeider op een hoog paard ivadend door de op
rijlaan om naar de schuren te kijken waar de wintervoorraden liggen opge
tast. Een stil groepje boeren en arbeiders staren het dier na, dat met zijn
berijder slechts stapvoets verder komt en tot aan de buik in het water
zakt. Over deze weg liepen wij nog kortgeleden, en wij praatten met- de
slotheer, die werkte op zijn landen.
Het water is gestegen tot vlak achter
het huis, waar wij voor een wintervacan-
tie enige weken verblijf hielden en waar
de watersnood ons overviel. Maar wy
staan nog droog in dit oude dorp in de
kop van Schouwen evenals de wegen
naar Haamstede en de stuifduinen langs
de kust. Ook Burgh bleef gespaard. Ver
der is heel Schouwen ondergelopen,
Het begon voor ons met een langdurig
geloei van de sirene Zondagochtend na
een nacht van bulderende storm, die
rukte aan onze vensters en kozijnen en
het dak bijna van het huis sloeg. Snel in
de kleren geschoten zagen wij over het
plein zware tractors, veewagens en ge-
requireerde personen-auot's rijden, bela
den met zandzakken en andere materia
len om een hopeloze strijd te gaan voe
ren tegen het razende water, dat een gat
van 75 meter had geslagen in een der
dijken, die het ingepolderde land be
schermen moeten. Later bleek, dat niet
één, doch twee dijken het geweld van het
wassende water niet hebben kunnen
keren en dat van twee kanten het
De watersnoodfinancieel
In 1953 wordt van de totale uitgaven van de Ned. Staat 26,7 pet besteed
voor defensie (de bekende f 1500 millioen); voorts 12,6 pet voor het aflos
sen van schulden; 11,3 pet voor &ociale zorg; 9,1 pet voor het Onderwijs;
7,7 pet voor herstel van oorlogsschade en tenslotte.4,3 pet voor Water
staat. Dit zijn officiële cijfers van de Organisatie voor Europese Econo
mische Samenwerking.
De nationale betalingsbalans, die over
1952 nog een overschot opleverde van
rond f 250 millioen dollars, wordt voor
dc periode 1952/1953 geacht slechts een
overschot van 26 millioen dollars te heb
ben en voor half 1953 tot en met half
1954 slechts 6 millioen dollars,
zijnde 22,8 min gulden. Deze da-
ri ling wordt in verband gebracht
in met grotere invoer en groter
binnenlands verbruik.
j Het is zonder meer duidelijk,
dat déze cijfers én de binnen
landse begroting 1953 na de watersnood
aanzienlijk zullen veranderen en om
hoog gaan.
Op de afdeling waterstaat werd in de
millioenennota (rijksbegroting 1953) in
totaal f 242.1 min uitgetrokken hetgeen
f 15 millioen meer was dan de herziene
raming van 1952 en dat in de millioenen
nota zeer nadrukkelijk in verband werd
gebracht met de noodzakelijkheid om
waterstaatswerken te doen uitvoeren in
het kader van de werkgelegenheidspoli-
tiek.
Onder het boekingshoofd „waterstaat",
onder „verkeer", onder „landbouw" en
onder een nieuw hoofd „schade waters
nood" zullen gedurende 1953 en volgende
jaren honderden millioenen moeten
worden geboekt als uitgaven ten be
hoeve van het herstel van de schade en
ten behoeve van verdere beveiliging van
het Hollandse polderland.
Deze schade is nog volstrekt niet te
overzien. Men kan ten hoogste enkele
aspecten signaleren. Er is schade in de
particuliere sector en bij de overheids
instanties: rijk, provincie en gemeenten.
Er is schade aan huizenbezit en persoon
lijk huishoudelijk bezit, maar ook enor-
m" bedrijfsschade. Er is schade aan
175.000 ha cultuurgrond en schade aan
de veestapel. De productie is in elk ge
val ernstig geschaad: zij ligt grotendeels
in het agrarische vlak (landbouw en
veeteelt met daarop baserende in
dustrieën).
De agrarische export zal dalen en te
vens zal de nationale productiviteit da
len. Tenslotte is een zeker inflatoir élé
ment bij de wederopbouw beslist niet
te vermijden.
De financiering heeft tal van mogelijk
heden. Hoe men deze ook uitwerkt, er
zal de eerste maanden enorm veel kas
geld nodig zijn: dringende contante uit
gaven; uitbetalingen door verzekeringen,
steun e.d. De omvang van de schade
maakt het reeds a priori noodzakelijk
om dit als een buitengewone uitgave
(„kapitaaldienst") op te vatten, zodat de
uitgaven boekhoudkundig over meer
jaren kunnen worden verdeeld.
Het Nederlandse volk zal echter deze
uitgaven moeten opbrengen. Zelfs, indien
men er toe zou besluiten bepaalde facet
ten van de betalingsbalans (waar minis-
De was kon niet wachten
De commandant van een Oxford
van de Marineluchtvaartdienst, die
boven Tiengemeten heeft gevlogen,
constateerde, dat bijna het hele
eilandje verdwenen is. In het
dorpje zag hij de bewoners naar
buiten komen. Bewoners van enige
huisjes in het uiterste oosten kon
hij niet ontdekken, maar wel zag
hij, dat de was aan drooglijnen
wapperde.
ter Lieftinck en zijn aanhang zo trots ou
waren) tijdelijk op te offeren, dan ont
komt men toch niet aan de noodzakelijk
heid. dat de uitgaven moeten worden op
gebracht.
Hett is bekend, dat de belastingen in
1952 slechts een onbelangrijk bedrag var,
824.000 gulden méér opbrachten dan in
de herziene raming was voorzien. De be
lastingopbrengst was in 1952 bovendien
lager dan in 1951 en heeft (als voldoende
bekend) een dalende tendentie.
Er zal derhalve by de Regering van
straks een neiging bestaan om via grote
re belastingdruk het geld bij elkaar te
krijgen, althans het deel dat onmiddellijk
nodig is voor de jaarlijkse aflossing der
te maken schulden. De verhalen over het
gebruik van de tegenwaarderekening van
de dollarhulp moet men niet al te serieus
nemen.
Die zijn het gevolg van een goedhartige
ingeving, maar verder financieel weinig
-gant, aangezien dan een minder juist
gebruik van een boekhoudkundig slechts
betekenis hebbende rekening zou worden
gemaakt. Doch dit is thans niet actueel.
Actueel is nadat het water is wegge
trokken, althans nadat er geer onmiddel
lijke hulp meer te verlenen valt, dat
deze of de volgende regering zich niet
wéér laat verleiden om uit hoofde van
allerlei spectaculaire en in het kader van
de tijd niet belangrijke betalingsbalans
overwegingen en uitzichten de tot dus
verre gevoerde financiële politiek t.a v
waterstaat voort te zetten.
Er zal veel en snel en afdoend hersteld
moeten worden. Het waterstaatscomplex
zal terdege onder ogen moeten worden
gezien. Er zal echter gebroken moeten
worden met een penny wise en pound
foolish-politiek, die honderden mensen
in enkele dagen volkomen onnodig het
leven kost.
De ramp werd tenslotte pas een ramp
doordat de middelen van de moderne
techniek niet tijdig en in voldoende mate
gebruikt zijn om het natuurgeweld Ie
keren. Zoals men dc pest en de cholera
tegenwoordig heel anders bestrijdt dan
200 jaar geleden, dient ook de strijd tegen
het water op een techniiscli veel en veel
hoger niveau te komen en dat mag niel
worden geremd door betalingsbalansover
wegingen.
De ontwikkeling van
de helicoptère
Jules Verne dacht er al aan
(Van een technische medewerker.)
Bij het verlenen van hulp aan de door
de overstromingen geteisterde streken
verrichten helicoptères een belangrijke
taak. Daar waar vliegtuigen de beschik
king moeten hebben over vrij lange ter
reinen voor het opstijgen en dalen, is
de helicoptère in staat om in vrijwel
verticale richting te dalen en weer op
te stijgen en kan zelfs in de lucht tot
stilstand worden gebracht. Deze eigen
schappen hebben dan ook de naam van
de helicoptère doen ontstaan, want bet
woord is afgeleid van de Griekse wi
den „helico" dat schroef betekent
„ptere" of vleugel. Een goed hollands
woord is dan ook „hefschroefvliegtuig"
Tot in het begin van deze eeuw be
stond dit type vliegtuig zich nog slechts
in een zeer embryonale toestand. Het
idee om door middel van een snel rond
draaiende schroef steun in de lucht te
vinden is reeds zeer oud en werd al
door Leonardo da Vinei aangegeven.
Jules Verne heeft in 1886 van het denk
beeld een dankbaar gebruik gemaakt in
zijn roman „Robur de Veroveraar"
waarin het luchtschip „Albatros" als ee:
helicoptère wordt beschreven. Van deze
geniale schrijver stamt ook het denk
beeld van tegen elkaar in draaiende
hefschroeven om het draaikoppel van
een dergelijk toestel tegen te gaan, een
idee, dat bij de practische uitvoering
van de helicoptères bij sommige types
dan ook tot werkelijkheid is gekomen.
De moderne practische toepassingen
zijn voornamelijk te danken aan Si
korsky in Amerika, de Pescara in
Frankrijk en Focke Wolf in Duitsland
Ook de Nederlandse ingenieur A. G
von Baumhauer heeft omstreeks 1926
een helicoptère gebouwd met een 2-bla-
dige hefschroef, waarbij het hierboven
genoemde denkbeeld van Jules Verne
voor het opheffen van de reactiekracht
was toegepast, door het aanbrengen van
een klein'e motor met schroef in de
staart van het toestel waarmede een ver
ticaal luehtschroefje werd aangedreven-
De nu door het Amerikaanse leger zo
spontaan ter beschikking gestelde heli
coptères zullen wel voornamelijk van
het type Sikorsky ScS. 51 en Bell zijn.
Deze toestellen zijn in Amerika in grote
serie's gebouwd meer speciaal voor het
vervoer van gewonden en het bevoor
raden van ingesloten troepen.
De grote voordelen van de helicoptères
bij het reddingswerk in de noodgebieden
zijn wel, dat zij niet beïnvloed worden
door remous of sterke schommelingen
en dat, wanneer snelheidsverlies op
treedt er geen gevaar voor neerstorten
bestaat, daar zij volkomen ln de lucht
kunnen stilstaan en in verticale rich-
water het eiland overstroomt. Iedereen
stak de handen uit. We zagen de dokter,
de dominé, ja zelfs vrouwen helpen met
het zandvervoer, doch machteloos moest
men de strijd opgeven. Men kon de plaats
des onheils niet eens benaderen.
Wij nemen evacué's op
Wij maken bedden gereed voor de
vluchtelingen, die nu binnenstromen. Het
oude plein staat vol angstig loeiend vee
en bussen en vrachtwagens voeren men
sen aan. die overhaast de vlucht moesten
nemen voor de snel in omvang toenemen
de overstroming. Zwijgend stappen ze uit
om huiverend te verdwijnen in de school
op het plein, die voor hun ontvangst is
gereed gemaakt. Later worden ze onder-
gebrach; bij de bevolking, 's Middags ko
men onze evacué's. Een boerenarbeider
met zijn vrouw uit Noordwelie, die be
rustend het lot aanvaarden hun huisje te
hebben moeten verlaten.
Na eerst „de vrouwe" te hebben ge
bracht keert de man terug om zijn boel
tje zo goed en zo kwaad als het gaat op
zolder te s'.auwen, „Waor ben de knie-
nen?" is haar eerste vraag als de man
terugkeert. „Op de muur", zegt hij rustig,
's Avonds komt er nog een „Slachter" uit
den Osse, die helemaal is komen lopen
omdat „de zeune" bij ons op het dorp
woont. Maar de zeune heeft al tien
evacué's, dus wordt hij bij ons op zolder
ondergebracht.
's Avonds zitten we stilletjes bijeen. Het
licht brandt weer voor een paar uur. Wij
luisteren naar de storm, die tegen de
vensters beukt. Wij wetten, dat wij mach
teloos staan tegenover het water, dat door
de woedende elementen nog steeds tegen
de geschonden dijken wordt opgezweept.
Zal het nog steeds wassende water, ons
hoge dorp bereiken? We turen in de
duistere nacht Onze gastheer wil een
eindje de weg op lopen om te zien hoe
ver de overstroming is genaderd. Doch
onze evacué's raden het kortweg af.
„Niet 's aovonds" is hun kort bescheid en
dat dit een verstandige raad is, bemerken
wij de volgende morgen, wanneer wij aan
de achterkant van ons huis, de onafzien
bare watervlakte ontwaren, die verrader
lijk in de nacht is komen aankruipen.
Doch nu kan menselijkerwijs gesproken
het water niet verder komen. De storm
is gaan liggen. Een slootje achter onze
tuin scheidt ons van het ondergelopen
land.
Als in oorlogstijd
De autoriteiten distribueren al direct
de levensmiddelen, want niemand kan
gissen hoelang deze noodtoestand zal
duren Een dergelijke ramp is op
Schouwen nog nooit voorgekomen
Tegen de avond klinkt plotseling een be
kend geluid in de kamer. De radio ls
voor enkele ogenblikken uit zijn verstar
ring bevrijd. Men komt ons helpen en
Zonder voorafgaande waarschuwing
zwijgt de stem en het is weer stil in de
huiskamer. De kabels der electriciteit
zijn onklaar geraakt. En als in de dagen
van de oorlog moeten wij hannesen met
knijpkatten, haastig opgezochte kerst
boomkaarsjes en omdat wij electrisch
koken, nu ook petroleumstellen. Ook de
kiok staat stil, een symbool, want wij
zijn geheel en al geïsoleerd. Van tijd tot
tijd siepelt een bericht door: Drie man
nen op een vlot zijn aangekomen in
Zierikzee. Er hadden z;ch zes op weg
begevenHet gat in de dijk ls
75 meter, neen honderd meter". „De
havens zijn ook stuk". De autoriteiten
eten er meer van, maar men kan oe
If ders in het dorp niet overbelasten in
deze noodtoestand door vragen naar de
laatste berichten van de enige radio, die
op accu's werkt en in het gemeentehuis
staat.
Vliegtuigen zwenken laag over het
land, wij wuiven. Nu eerst beseffen wij
weer, sinds de oorlogsdagen, hoezeer wij
gewend zijn geraakt aan de moderne ge
makken. waarmede de techniek ons
heeft omgeven en die wij weer als van
zelfsprekend nebben leren accepteren.
En ook dat wij zo maar in een trem
konden stappen, die ons voerde waar
heen wij wilden. Na de ongeluksnacht
hebben wij daaraan niet meer kunnen
denken en wij zijn nog innig dankbaar,
dat wij op het hoger gelegen deel van
Schouwen zijn en hulp kunnen bieden
aan de tijdelijk daklozen.
„Aanders was heel Schouwen ver-
zuupt," zegt een boer kernachtig en wij
bewonderen de bevolking, die zonder
veel gemoT de slag aanvaard heeft, die
haar heeft getroffen. Want hoe zullen ze
straks hun huizen weervinden, hun hof
steden, het vee, dat moest worden achter
gelaten in de vlucht om het vege lijf te
redden?
Wiener Symphoniker spelen
voor liet Nat. Rampenfonds
De Wiener Symphoniker geven op 27
Febr. a.s. te Wenen een gala-concert ten
bate van het Nationale Rampenfonds.
Willem van Otterloo is uitgenodigd,
dit concert in Wenen te komen dirigeren.
Cor de Groot zal als solist Beethovens
derde pianoconcert vertolken.
Amerikaans violist geeft concert
ten bate van Rampenfonds
De Amerikaanse Violist LOUIS KAUF
MAN, heeft aangeboden alle ontvang
sten van zijn concert op 14 Februari a.s.
in Diligentia aan het Nationaal Rampen
fonds af te staan.
Op dit concert wordt een belangwek
kend programma ten gehore gebracht.
Met medewerking van GERARD HEN-
GEVELD, piano en het RÖNTGEN
KWARTET vyorden o.a. uitgevoerd So
nates van Mozart, Beethoven en Hinde-
mith en het welhaast nooit gespeelde
Concert voor viool, piano en strijkkwar
tet van Chausson.
Schrijversbal afgelast
Het schrijversbal, dat de openings
avond van de boekenweek op 27 Februari
zou besluiten, gaat niet door, wel echter
de rest van de avond. De door de ver
sobering vrijgekomen gelden gaan naar
het Nat. Rampenfonds.
ting kunnen stijgen en dalen, Zelfs wan
neer de motor mocht afslaan zal geen
neerstorten plaats vinden, maar door
het veranderen van de invalshoeken
van de schroefbladen door de bestuur
der bij verticaal dalen, kan het toestel
zeer gelijkmatig en langzaam op da
grond worden gezet.
f