GIGANTISCH PLAN Minister Algera ziet vele voordelen in dit plan Wekelijkse bijlage Za'.ieïcSag 7 Febr. 1953 Eén lange kustlijn van Lauwerszee over W add en- Zuidlrollandse en Ze euwse eilanden n E ONTZETTENDE RAMP die ons land getroffen heeft, doet bij ve len de .vraag opkomen, of de Neder landse waterbouwkundigen, die in de gehele wereld zo'n goede naam heb ben, de lage landen niet zó kunnen beschermen, dat dit nooit en nooit meer zal gebeuren. En opnieuw wordt de aandacht getrokken door een gigantisch plan dat al minstens vijftien jaar in studie is. Minister Algera heeft in de begrotingsdebatten van deze herfst meegedeeld, dat zijn departement deze plannen grondig be studeert ën naar aanleiding van de overstromingen heeft hij nog dezer dagen tegenover journalisten het grote belang van deze studie onderstreept. Welk plan? Eén .lange kustlijn van de Lauwerszee over de Waddeneilan den, de Zuidhollandse en de Zeeuwse eilanden tot Zeeuwsch-Vlaanderen toe! B ttvAT zou betekenen dat er dijken moeten worden gebouwd tussen Borkum en de kust van Groningen, tussen alle Waddeneilanden, tussen Texel en de punt van Noord-Holland, van het eiland Rozenburg over de Zeeuwse eilanden naar Zeeuwsch- Vlaanderen. Dat zou tevens betekenen de drooglegging en inpoldering van de Waddenzee en de zeearmen in het. Zuiden. Dat zou nog veel" meer be tekenen. Er zijn twee hoofdredenen waarom een aantal ingenieurs tot dit stoute plan zijn gekomen: het overstromings gevaar en de verzilting. Elk jaar zakt ons land ten opzichte van het peil van de zee anderhalve millimeter. Enorme ijsmassa's in de Poolgebieden zijn al duizenden jaren langzaam aan het smelten, doordat de temperatuur op aarde stijgt. De zeespiegel wordt hoger ën hoger. Men is geneigd zich daar niet al te veel van aan te trekken: eventueel gevaar ligt in zo verre toekomst. Toch is dat schijn; het gevaar is veel dichter bij, vooral het gevaar van verzilting. bodem op en vernielt de vruchtbaar ste grond. In het gebied van het Hoogheemraadschap Rijnland hoopt zich per jaar 350 millioen kilo zout op. In Voorne (Voorpe en Putten) be draagt de schade aan groente en fruit door de verzilting ieder jaar een half millioen gulden. Bij elke schutting van een zeeschip in de Noordersluis te IJmuiden komt 1,4 millioen kilo chloor binnen. Tot voorbij Rotterdam, Dordrecht en Amsterdam doet het brakke water zijn verdervende invloed gelden. B TJTOE kan men de zee buitendringen? Waterbouwkundigen hebben er zich reeds vóór de oorlog het hoofd over gebroken. Er kwam een ware plannenregen. Er werd gestudeerd, geschreven, gepraat. De regering nam een aantal plannen in studie. De Vereniging voor Landaanwinning deed deze week een beroep op rege ring en Staten-Generaal om er spoed achter te zetten. Het trekken van één kustlijn van Borkum tot Zeeuwsch-Vlaanderen zou de kust van 1400 km tot 450 km be korten. Er zou aan land gewonnen worden: 375.000 ha tot één millioen ha, na een eeuw van aanslibbing en inpoldering. Slechts eer. smalle Maasmond en enkele zoutlozingsslui- zen zouden overblijven. De Wester- schelde, het IJsselmeer en de Dol- lard zouden water blijven: prachtige boezems en zoetwaterreservoirs. De oesterputten van de Schelde zouden naar gedeelten van de Waddenzee kunnen worden verplaatst. Enkele onderdelen van deze grootse plannen zijn al min of meer in de tails bekend. Zo staat reeds het zg. twee-eilandenplan vast. De dam in de Brielse Maas en een dam in de Bot lek tussen Rozenburg en Voorne-Put- ten zullen het dijkonderhoud landin waarts gemakkelijker maken en de zoutgrens terugdringen. Een tweede variant is het vier- eilandenplan, waarbij ook IJsselmon- de en Beijerland betrokken zijn. In het Zuiden zou dan Het Spui moe ten worden afgedamd en in het Oos ten en Westen de Oude Maas. Plan nummer drie is het vijf-eilan denplan. Daarbij is ook het Eiland van Dordrecht betrokken. Dit plan zou 'Dordrecht voorgoed watervrij maken. Welke gevaren er nu voor Dordt dreigen, is wel gebleken. Een zesde eiland dat graag uit zijn isolement verlost wordt, is Goeree- Overflakkee. Dijkaanleg zal daar gro te moeilijkheden kunnen meebrengen. Een zevende eiland is Schouwen-Dui- veland. Hier zijn de moeilijkheden nog groter. Ten slotte is er het zg. drie-eilan denplan, dat Noord-Beveland moet verbinden met Zuid-Beveland en Wal cheren. Zullen al deze, schijnbaar fantasti sche, plannen eens tot uitvoering ko men, dan moet er nog meer gebeu ren. Ons rivierenstelsel zal anders worden. De Nederrijn en de Lek moe ten worden gekanaliseerd en de Hol- WANT de zoutwatergrens verplaatst zich meer en meer landinwaarts. Thans zijn de Zeeuwse eilanden, Zuid-Holland, Noord-Holland, een deel van Utrecht, Noord- en West-Fries land en Noord-Groningen omspoeld door zout water. Hoe hoger hel ni veau van de zee wordt, hoe minder rivierwater geloosd kan worden. Elke centimeter dat de zeespiegel hoger wordt (in zeven jaar tijds is het zo ver!), kunnen vele millioenen kubie ke meters water minder in zee ge loosd worden. Het rivierwater wordt teruggedrongen door de tegenvloed van het hogere zeewater. Dat bete kent een voortdurende bedreiging voor de dijken. Het betekent ook toe nemende verzouting. Het zoute en brakke water dringt door in de lage polders langs de zee armen en de kust. Het borrelt uit de Iandse IJssel moet bij Krimpen wor den afgedamd. Alles bij elkaar geno men, zal er gebouwd moeten worden van Borkum tot Zeeuwsch-Vlaande ren, van Rozenburg tot Lobith! DEZE plannen hangen niet in de lucht. In het Voorlopig Verslag over de begroting van Verkeer en Waterstaat over 1953 werd algemeen door de Tweede Kamer gevraagd of de regering het ogenblik reeds geko men acht om plannen voor te berei den ten einde de zeegaten in het Zui den en de Wadden in te polderen. En minister Algera antwoordde op 2 De cember •Schriftelijk, dat eerst zeer uit voerige studies moeten zijn uitge- (Vervolg op pag. 6) De dijk is doorgebroken en met niet te weerstaan geweld stort het bruisende en kokende water de -polder in. Voor hondenden landgenoten was't helaas niet mogelijk zich tijdig in veiligheid te stellen. Gedeeltelijk ingestort huis. Sinister beeldzoals dat in vele steden en dorpen te zien is.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 1