SCHOTSE
HOOGLANDEN
Het land van de duizenden meren
wE zullen nooit in staat zijn om
de familie Klaasjens anno 1953
juist te beoordelen, wanneer we
hun portret van tien jaar geleden
niet scherp voor ogen houden. Het
dient een kleurenfoto te worden,
waarop we dan allereerst de man
en vader ontwaren: een robuuste
kerel met 'n niet (hoewel splinter
nieuw en peperduurvlekkeloos
cosiuum. De linkerbinnenzak puilt
wat uit, maar vergeet niet dat
hij nu rondloopt met kapitalen
van twintig tot dertig mille in
zijn kalfslederen portefeuille. In
zijn mondhoek bungelt een Lucky
Strike, zijnde een van de meest ge
vraagde en enkel zwart te bekomen
Amerikaanse sigaretten. Het maakt
de lijnen van die mond niet sterker;
trouwens zijn gehele wezen straalt
geen kracht uit, al ontwaart men
sporen dat deze man vroeger zware
vrachten glimlachend heeft getild.
In zijn ogen is iets loerends ge
komen: ze speuren voortdurend om
zich heen; ze zoeken tegelijk klan
ten en zijn op hun hoede tegen
politie en justitie.
VOLKSWIJK
PORTRET 1943
ZONDAGSBLAD 7 FEBRUARI 1953
5
In de eenzaamheid der
EENZAAM is het hier in de Schot
se Hooglanden! Zoveel mensen
als er in het dal van de Clyde wonen,
waar Glasgow ligt met ongeveer 2
millioen inwoners, zo weinig bewoners
vindt men in het kale rotsgebergte
in het Noorden. De bergtoppen zijn
de gehele winter met een laag sneeuw
bedekt en op de hoogste top, de Ben
Nevis, kan men het gehele jaar door
ijs en sneeuw in de gletschers vin
den. Ook de minder hoge bergen,
meer naar het zuiden, houder in de
gletschers aan de noordelijke hellin
gen, waar de zon niet doordringt, het
ijs geruime tijd vast.
In dit hoge en ruwe bergland kan
men dagen lang rondwandelen zonder
een menselijk wezen te ontdekken.
Misschien treft men hier of daar een
eenzame schaapherder aan die met
zijn trouwe hond de schapen be
waakt en iedere dag met zijn kudde
naar boven klimt om de dieren op
het malse gras van de hoger gelegen
berghellingen te brengen.
Even talrijk als de schilderachtige
meren, die aan de oever gewoonlijk
door een bos zijn omgeven, zijn de
uit de middeleeuwen stammende
kastelen. Bijna elk kastee1 staat op
een rots aan een baai of aan de oe
ver van een der vele meren in het
binnenland.
Schotland is ook een land met eeu
wenoude tradities. De bewoners wa
ren in vroeger tijden onderverdeeld in
54 stamfamilies die in stamverband
leefden en de grond in gemeenschap
pelijk bezit hadden. Elk zo'n stamfa-
milie heette een clan en de leden
daarvan waren te herkennen aan een
bepaald patroon in de Schotse rok
en de Schotse deken, die ze over de
schouder dragen. Zelfs de schaapleren
doedelzak is met dezelfde stof van
hetzelfde patroon bekleed. De Schot
se rok (of kilt, zoals de Schotten zeg
gen) wordt thans niet zoveel meer
gedragen als in vroeger dagen. Toch
komt men thans in de grote steden,
zoals Glasgow, Edinburgh en Aber
deen, een enkel maal nog wel een
landedelman tegen, die aan de natio
nale kledij blijft vasthouden.
De Schotse Hooglanders zijn ook
goede klimmers. Het zou vreemd zijn
als men dat niet kon zeggen van een
volk dat temidden van een hoogge
bergte woont. Een hooggebergte vaak
zo steil, dat het op de Zwitserse al
pen gaat gelijken. De Ben Lomond,
de hoogste berg in de buurt van
Loch Lomond, een groot meer even
ten Noorden van Glasgow, is onge
veer 1000 meter hoog. Aan de noorde
lijke helling gaapt een afgrond van
bijna 600 meter loodrecht naar bene
den. De Schotse helden, zo zegt men,
vonden er vroeger een genoegen in
om op één been boven deze afgrond
te balanceren, om hun koelbloedigheid
en hun ijzeren zenuwen te toner Ze
ker is het in elk geval, dat er jaar
lijks een aantal onervaren klimmers
uit andere streken, aangelokt door de
steile rotswanden, bij deze klauter-
partijen de dood vinden.
EVEN hoog als het gebergte in
Schotland zijn de schilderachtige
rotseilanden voor de kust die, als het
weer helderder wordt, torenhoog bo
ven de zeenevels uit, voor het oog
van de toeschouwers opdoemen. Ar-
ran, het smokkelaars-eiland, waar de
lucht zwaar is van de romantiek. Hoe
veel films werden hier niet opgeno
men en hoeveel romans zijn er niet
over geschreven. Als de zee kalm is
glijden de kleine kustboten geluidloos
door het water. Grote groepen heron's
scheren met elegante zwaaien door
Mahoniehout
Mahoniebomen groeien niet in groep
jes bijeen, maar staan verspreid in 't
woud en zijn meestal verborgen in dicht
kreupelhout, slingerplanten enz. en
slechts 'n ervaren en kundige woudbe
woner kan ze vinden. Hij zoekt de hoog
ste plaats in een bos op. klimt boven
in de hoogste boom en overziet het om
ringende terrein. De mahonieboom heeft
een bijzonder soort loof en het erva
ren oog ontdekt alle bomen binnen de
gezichtskring. De houthakkers volgen
de zoeker en dan komen de zagers en
snoeiers: twee mannen hebben een ge
hele dag werk om een grote mahonie
boom te vellen. De zoeker heeft met
het vellen en vervoeren der bomen
niets te maken; hij wijst ze alleen aan.
het luchtruim en duiken af en toe
steil naar beneden om hun prooi te
bemachtigen. Met stormweer beuken
de kokende golven van de Atlantische
Oceaan op de verweerde rotskust
met een aanhoudend donderend la
waai. Dan is het haast onmogelijk om
de kusteilanden te bereiken, op ge
vaar af dat de boten op de klippen
te pletter slaan.
Dan is het ook een goede tijd voor
de whiskey-smokkelaars om hun slag
te slaan. De Schotse whiskey is im
mers even bekend als de Schotse doe
delzak en de Schotse ruiten! Wie op
een Zaterdagavond om een uur of
tien als de „pubs" sluiten, door de
straten van Glasgow loopt, verbaast
zich over de vele onbekwame wan
delaars die bijna de gehele straat
breedte nodig hebben om hun huis te
bereiken. Hij verbaast zich misschien
nog meer om de bewoners van Glas
gow zelf, die hiervan niet de minste
notitie nemen en dit schijnbaar als
de gewoonste zaak ter wereld be
schouwen. Ze laten de mar die in
een liefkozende omstrengeling een lan
taarnpaal omhelst en maar niet tegen
deze uitgepraat raakt, doodrustig aan
zijn lot over. Misschien dat de een
of ander hem nog een helpende hand
wil bieden om hem in een bus te
laden die onze onbekwame vriend, wie
weet. naar een van de Glasgowse
„slums" brengt. De Glasgowse arbei
derswijken waar de huizen allemaal
even vuil en eentonig zijn. Waar de
moeders de kleine kinderen soms met
een touw aan de deurkruk vastbinden,
omdat er binnen geen ruimte voor
ze is en ze op straat nog niet vrij
kunnen rondlopen.
Neen, Glasgow is geen mooie stad.
Een haastig gebouwde, industriestad
met rechte, evenwijdig lopende som
bere straten. Een stad, die in de
tweede helft van de 19e eeuw met
de snelle uitbreiding van de industrie
in een koortsachtig tempo is groot
geworden. Een stad ook met een
enorme scheepsbouw en machine
industrie, vroeger de grootste der
aarde.
St. Giles kathedraal in Edinburghdaterende uit de 14e eeuw. De kroon op
de toren werd veel later aangebracht.
De vrouw maakt een heel wat
minder luxueuze indruk. Ze staat
er maar armetierig bij, en aan haar
zou men niet zeggen dat er zoveel
textiel door haar mans handen gaat.
Bovendien heeft ze een sloverige,
tekort gedane uitdrukking op haar
gelaatdat eens knap moet geweest
zijn, maar nu enkel gra*w is en vol
rimpels zit. Haar dunne lippen zijn
stijf op elkaar genepen. Men voelt
dat dit nog maar het beste is:
zouden deze lippen zich openen,
berg je dan maar voor de stroom
van verwijten, klachten en aan
klachten, die losbreektAan de
manier waarop deze echtelieden
poseren, merkt men tevens dat deze
stortvloed van venijn zich direct tot
de man zou richten: ze kijken als
het ware elk maar een andere kant
uit omdat de ontmoeting der ogen
een slaande ruzie zou ontketenen.
Waarbij het recht ongetwijfeld aan
de zijde van moeder de vrouw staat.
Heeft ze niet vreugde en leed met
hem gedeeld? Heeft ze hem niet de
voorrechten van een gezin geschon
ken? Heeft ze hem niet de hand
boven het hoofd gehouden toen
hij indertijd werkloos werd? Heeft
ze in die dagen niet getracht om
op allerlei clandestiene manieren
althans nog zoveel bij te verdienen,
dat hun gezin niet helemaal de put
inging? En is ze hem onder alle
omstandigheden niet oprecht trouw
gebleven? Goed, het mag zijn dat
ze in donkere tijden niet van de
gemakkelijkste was, maar hij is
toch immers eenmaal juist op haar
verliefd geworden omdat hij haar
zo'n echte kattekop vond? Ze be
doelde het daarbij toch maar wat
goed en waaraan heeft ze het dan
verdiend dat die vent, nu hij een
man in bonis werd, zijn weelde
deelt met dubieuze vriendinnetjes,
die van alle kanten öp komen dagen,
zijn sigaretten roken en zijn ouwe
klare drinken, zijn textiel aantrek
ken en zijn sieraden omhangen,
terwijl hij haar aan haar lot over
laat? Deze vrouw is tot het uiterste
gespannen: haar liefde verkilde en
werd felle haat.
De beide oudste dochters staan
tussen de ouders in. De oudste lijkt
het meest op Vader, de jongste
meer op Moeder. Daar is reden
voor. De oudste zit maar met dat
kind, dat zo roekeloos op de wereld
gekomen is. Ze vindt zich werkelijk
nog te jong om nu al onbestorven
wedutve te zijn: ze wil genieten en
uit het leven halen wat er van te
halen valt. Tot die geneugten vormt
Vader als het ware de poort: hij is
HET Schotse cultuurleven is gecon
centreerd in Edinburgh, de eeu
wenoude hoofdstad van Schotland met
het „Holyroodhouse"-paleis, de rësi-
dentie van de Engelse koninklijke fa
milie wanneer deze in Edinburgh ver
toeft. Het is het paleis var. de oude
Schotse koningen, voordat het Schot
se koninkrijk bij Engeland werd ge
voegd. Trouwens nog altijd voelt de
Schot zich geen Engelsman, evenals
de Engelsman het als een buitenland
se reis beschouwt als de rf'lying
Scotsman"trein hem naar het Noor
den brengt. Dit niettegenstaande de
Schot zowel als de Engelsman zweert
bij een ontbijt met ham and eggs
als hij het tenminste kan betalen en
er eieren zijn de kool bij het
avondeten uit het water opdient en
in geen geval op een Zondag voetbalt.
Ook houden ze beiden vast aan de ge
zellige open vuren en de rode twee
dekker-autobussen. Het zijn allebei
bewoners van Groot-Brittannië.
Edinburgh is een mooie stad, ge
bouwd op zeven heuvels met het cen
trum in het dal. De hoofdstraat, Prin-
cestreet is uniek in de wereld. Deze
brede boulevard wordt aan een zijde
begrensd door huizenblokken en aan
de andere zijde over nagenoeg de
volle lengte door een groot prachtig
aangelegd park. Aan gene zijde van
het park rijzen de heuvels weer om
hoog, aan de westzijde bekroond door
een machtige stijle rotsberg waarop
„het Kasteel" troont, dat de stad be
heerst. Het kasteel is een oude ves
ting, daterende uit de 14e eeuw, nu
bestaande uit forten, bijgebouwen,
een kapel en dikke stenen muren,
's Avonds wordt het fantastisch door
een groot aantal schijnwerpers be
licht en men moet het zien om zich
te kunnen indenken hoezeer dit oude
bouwwerk de stad in haar ban heeft.
In vroeger dagen zijn er heel wat
stormen over heen gegaan Meerma
len verkeerde het in staat van beleg
om weerstand te bieden aan de Engel
se legers die Schotland van uit het
Zuiden trachtten te veroveren. Vele
legers streden om haar bezit. Thans
is het een museum en een historisch
monument. In de kapel staat een al
taar, een gedenkteken voor alle Schot
se gevallenen in de wereldoorlog. Het
altaar staat op een piek van het hoog
ste deel van de rots. De piek zelf
breekt door de vloer van de kapel,
die op de top van de rots werd ge
bouwd. Zo worden de Schotse doden
herdacht op het hoogstgelegen deel
van de Schotse hoofdstad, 130 meter
boven het oppervlak van de zee en
een goede 90 meter boven het dal
van het ravijn, waarin de Edinburgh-
se hoofdstraat ligt.
het, die de baby met weelde om
ringt omdat zijn dochter zo handig
allerlei relaties om haar welge
vormde pink draait. Vader voelt
dat deze oudste dochter, ondanks of
juist door haar enigermate scheve
positie, in feite een stuk handels
kapitaal betekent. En haar jongere
zus, die deze bevoorrechting aan
voelt, kiest instinctief de tegen
partij, temeer waar de baby per slot
van rekening aan haar zorg blijft
toevertrouwd als diens moeder er
op uit gaat om lucratieve handels
betrekkingen aan te knopen. Daar
komt nog iets bij: de oudste is een
schoonheid en de jongere heeft
het verbetene over zich, dat haar
Moeder kenmerkt: je kunt met haar
als groot zakenman zo geen eer
inleggen. Moge de liefde van de
oudste al egoïst en oppervlakkig
zijn, de haat van de jongste is ver
zengend-heet en diep.
Drie zonen completeren het
portret: de twee schoolknapen en
liet nakomertje van vlak na de
oorlogsaanvang. De laatste enkel
een verwend, kwaadaardig hoopje
mens: wolfje in de konijnenvacht,
hem door Vader duur gekocht. De
beide eersten ongezeggelijk, narrig,
eeuwig rebellerend, handig uit
buitend elke dagelijkse twist tussen
de ouders, tuk op centjes en roker
tjes, onbetrouwbaar, bedorven. In
geschakeld al bij Vaders duistere
praktijken. Op hun qui-vive tegen
over ieder mens, vreemd of eigen.
Jongens voor wie de wereld één
grenzenloos raadsel is, voor wie
iedere volwassene een bundeling
van de meest tegenstrijdige hoe
danigheden betekent. Onzinnige
ranselbuien en even onzinnige aan
haligheid met schatten aan snoep
Tegelijk zélf daardoor overvoed èn
ondervoed waar het waardevolle
vitaminen betreft. Zonder liefde,
zonder hoop, zonder geloof, zonder
God in de wereldDie meisjes
en die jongens zijn thans ouders:
vergeet hun portret asjeblieft nooit
WIJKPREDIKANT.