Kalme man schokt Ierland Fernand Léger, impulsen voor de beeldende kunst Strijdbaar criticus wordt 65 Frankrijks beste musici komen in Den Haag Een bibliotheek op drift Vernieuwmg en verjonging in de keramiek Matthijs Vermeulen zou ook nu nog Leve Sousakunnen roepen Kroning in kleuren Die Siïnderin Prijsvragen van de Avro Radio-orkest met strenge selectie Heden melden wij BEKROONDE ROLPRENT VAN JOHN FORD In grote trekken zuiver beeld Roode Kruis zond 800 ton goederen Uit de tuin der letteren Koude-golf in Scandinavië door Pierre Blanchard PARIJS. Fernand Léger, een der meesters van het cubisme, is zijn kunstbroeders Friesz, Braque, Picasso en Chagall gevolgd op het pad van de keramische experimenten. Een jaar of anderhalf geleden hield hij zijn eerste expositie en nu laat hij in de kunsthandel Louis Carré precies twee dozijn nieuwe producten zien. Zelf heeft hij het reliëf van de tegels en de tegeltableaux geboetseerd en ze geschilderd; uitvoerders stonden hem bij het bakken en glazuren terzijde. Veel variatie in onderwerpen heeft Léger niet nodig. Hij heeft genoeg aan een bloem, bij voorkeur een zonne bloem, aan een vrouwengelaat (het gezicht dat hij al jaren steeds weer schildert) en aan een klein Arcadië dat hij zich bouwt: twee vrouwen, een kind, een papegaai en wat bladeren of bloemen. De ene keer voegt hij die motieven tezam,en tot een zeer „her- Het resultaat is van een verbijsterende schoonheid en het lijkt wel o 1 de mees ter, die dit jaar twee en zeventig wordt, zich volledig heeft verjongd en ver nieuwd. Zijn wat „mechanische" stijl is hij weliswaar trouw gebleven, maar zo wel in de composities met figuren als in de „non-figuratieve" werken is hier een lichte tederheid en een zekere ge- negenheid_ voor het arcadische gekomen, die men in zijn oeuvre tot nu toe nog nooit zo duidelijk gemanifesteerd heeft gevonden. Léger is altijd de man van de groot gehouden vorm geweest. Af en toe kon men gerust zeggen dat hij meer grof dan groot v/as, dat men meer vericon van kracht dan innerlijk bewustzijn ervan in zijn werken kon constateren. Doch het nieuwe keramische werk vindt men „anders en eender" het werk van een meester, die het monumentale beheerst en in de Franse kunst van heden een eigen en uitzonderlijke plaats inneemt. Légers keramieken kan men verdelen In twee groepen: de voorstellingen met figuren en de abstracte composities. Groot is de onderlinge afstand niet: in voorstellingen neigt hij dikwijls naar het abstracte en in het abstracte meent men vaak reminiscenties aan bepaalde natu ralistische motieven te herkennen. De „vondst", wanneer men het- zo kan noemen, is het reliëf. Légers tegels zijn vaak meer dan twintig tot dertig centi meter hoog en in die hoogte heeft hij met natuurlijQc begrip voor de werking van licht en schaduw de plastiek van zijn onderwerp gebracht. Niet alleen, dat hij voor de contouren (die hij dan later als een zwarte lijn heeft geschilderd) de smalle hoogste partijen maakte, maar hij heeft sommige lijnen juist zo hoog „op gebracht" ten opzichte van andere, dat de schaduwwerking ze een bijzondere kracht heeft gegeven. kenbarevoorstelling, dan weer graaft hij diep of fantaseert hij luchtig ver der tot zijn verbeelding de sterren bereikt. Zelf verwacht de grijsaard veel moge lijkheden van deze techniek en hij droomt ervan openbare gebouwen met zijn tegelvoorstellingen te decoreren, zo als eens het paleis van Darius of de poorten van Babylon met tegels waren versierd. Inmiddels zijn de prijzen van een en ander zo, dat- alleen de zeer rijken iets kunnen kopen Doch dat is bijzaak. Blijvend is de werkelijke verrijking van het huidige Europese kunstidioom. Want is het niet heerlijk dat er, ergens in deze kante lende wereld mannen leven, die de leef tijd der sterken hebben bereikt, zoals Léger, Chag'all, Braque, Matisse en an deren, en die nog de beeldende kunst nieuwe impulsen kunnen geven? Het kind met de bloem, een van de tegeltableaux van de befaamde Franse cubislische schilder Fernand Léger, die sich hierin van een andere kant laat zien. LONDEN. De kroning van Konin gin Elisabeth van Engeland zal geheel door de J. Arthur Rank Organisatie in technicolor-kleuren gefilmd worden, met inbegrip van de plechtigheid in de Westminster Abbey. Voor de muzikale illustratie zorgt Sir Malcolm Sargent en het Engelse commentaar zal gespro ken worden door Sir Laurence Olivier, de bekende acteur. Na ïvanhoe: Koning Arthur HOLLYWOOD Het succes van ïvan hoe heeft de Metro-Goldwyn-Mayer- filmmaatschappij aangemoedigd om King Arthur and the round table defini tief op haar productieprogramma te zet ten. Evenals in ïvanhoe zal Robert Tay lor de hoofdrol spelen, namelijk die van Sir Lancelot. En zijn grote tegenstander wordt weer George Sanders (in de rol van Modred). De Mille naar Egypte HOLLYWOOD. Cecil B. de Mille gaat voor het eerst buiten de Verenig de Staten filmen. Tot dusver werden al zijn films geheel in Amerika geënsce neerd en verfilmd, ongeacht of zij het oude Rome of Palestina of Engeland tot achtergrond hadden. Voor zijn nieu- ste werk: De tien geboden, zal hij echter een filmploeg naar Egyote stu ren. Eigen Nieuwsdienst LONDEN. Douglas Fairbanks Jr, die tegenwoordig in Engeland geïnteres seerd is bij de filmproductie en -exploi tatie (hij financierde o.a. de nieuwe Bet te Davis-film: Vergif) heeft Willy Forsts Die Sünderin voor Engeland aange kocht. De film heeft in Duitsland nogal wat schandaal verwekt en zal niet in Nederland worden uitgebracht aange zien zij zou worden afgekeurd door de censuur. In Engeland wordt de film na gesynchroniseerd en hoofdrolspeelster Hildegard Knef is daartoe reeds in Lon den aangekomen. Het is mogelijk, zij daar tevens een rol op zich zal men in de nieuwe film van Carol (De derde man) Reed, waarvoor reeds James Mason en Claire Bloom zijn geënga geerd. Eigen Nieuwsdienst HILVERSUM. Ter gelegenheid van het 30-jarig bestaan in Juli heeft het bestuur van de Avro drie prijzen, resp. van 750, 500 en 250, uitgeloofd voor de beste inzendingen van serieuze muziek, dezelfde bedragen voor de beste hoorspelen en prijzen van 400, 200 en 100 voor de beste nummers in de lichte muziek. Bij de Avro zijn de voor waarden van inzending, welke voor 1 Mei a.s. moet geschieden, te verkrijgen. Los hiervan heeft het Avro-bestuur aan vijf componisten opdracht gegeven voor resp. twee werken voor symphonie- orkest, een voor fanfare-orkest, een voor blaaskwintet en een voor twee piano' door G. van Ravenzwaaij. De geregelde bezoekers van de Donderdagavond-abonnementsconcer ten van het Concertgebouw-orkest te Amsterdam weten de weinig op vallende plaats de achterste stoel in de hoek-links van het balcon waar Matthijs Vermeulen verborgen zit. Tóch trekt hij de aandacht, want hij is geen zwijgende concertbezoe ker. Fluisterend maakt hij zijn op merkingen, die soms erger zijn, dan de schreeuw „Leve Sousa", die hij nu ruim dertig jaar geleden door de zaal van het Concertgebouw liet horen, toen het hem niet naar 'de zin ging. Toen de reldie hij met deze wijze van critiek had veroorzaakt, de sen satie had verloren, vertrok hij naar Parijs. „Het leek mij toe, dat ik ver standiger deed met betere tijden af te wachten", schreef hij in 1921 in De Nieuwe Kroniek. Of hij vond dat die betere tijden na de tweede we reldoorlog waren aangebroken, is ons niet bekend, maar hij keerde terug als muziekredacteur van De Groene en gaf weldra blijk na deze vijf-en- twintig jaar niet minder fel en strie mend in zijn critiek te kunnen zijn. Doch zijn taal was rijker geworden en menigeen leest zijn artikelen om de gave van zijn pen, zij het meer malen onder voorbehoud van Ver- meulens opinies. Matthijs Vermeulen heeft de uiter sten behouden van ongebreidelde verheerlijking en smadelijke vernie tiging. Zijn artikelen groeien uit de impuls, maar in de uitwerking, die soms uren-, dagenlange arbeid kost, houdt hij aan de eerste beweeggrond vast. Het geadoreerde object gevoelt zich menigmaal verlegen door zo veel eerbetoon, het slachtoffer van „krakende critiek" ligt in stukken. En Matthijs Vermeulen was verwon derd, indien een kunstenaar na zulk een vivisectie onvriendelijk deed bij een eerstvolgende ontmoetingMat thijs Vermeulen streed immers voor een muzikale zaak, waarin hij meen de bóven het persoonlijke uit te stijgen! Het is niettemin belangwekkend zijn schrifturen te lezen, omdat hij fel en onbarmhartig, sóms profetisch kan schrijven. Maar het wordt ook wel eens moeilijk om te lezen, als de letterkundige Matthijs Vermeulen de criticus woorden laat schrijven, die door de schoonheid van het woord, de waarheid voorbijdraven. Dank zij die inslag kon hij echter de litteraire essay-prijs 1949 met zijn boekwerk Princiepen der Europese Muziek winnen, op welke studie ge duchte musicologische critiek is ge volgd. Of de componist Matthijs Ver meulen eenmaal een rol m het Nederlandse muziekleven zal spelen moet aan de toekomst worden over gelaten", zegt het tijdschrift De Muziek m 1930. Zijn liedcompositie La Vieille heeft bekendheid genoten; tot voor het concertseizoen 1949'50 had men evenwel nog niets van de door hem geschreven symphonieën gehoord. De uitvoeringen van zijn sympho- nisch werk gaven uitersten: men liep tijdens d'e uitvoering weg of men sprak over de mogelijk toekomstige waarde van deze muziek. Wat in 1930 werd geschreven, geldt ook voor 1953: „Voorlopig hebben zij weinig kans om tot klinkende werkelijkheid te worden." Toch zal Matthijs Vermeulen, als hij 8 Februari zijn 65ste verjaardag viert, ervaren, dat hij een opmerke lijke plaats in het muziekleven be kleedt. Hij heeft daarbij een ideaal gekoesterd, dat hij in het eerste deel van „De Twee Muzieken" (1918) omschreef: „De essens, de psyche, de toon, het rhythme, vinden wij in onze eigen seventiehde-eeuwsche muziek en in Valerius' Gedenckklanck, en wij behoeven niemand na te volgen, als wij ons maar rekenschap geven van de juiste methode en niet op nieuw in het ijle gaan werken." Dit woord moge hem als lover sieren bij het eerbetoon, dat muziek- minnend Nederland hem ongetwijfeld zal schenken. PARIJS De beste musici van Frankrijk behoren tot het Orchestre national de la Radiodiffusion frangaïse. dat 18 Februari in Den Haag speelt, zegt de kleine, kwieke hoofdadminis trateur-, de heer Pierre Dellard. En het zijn er meer dan honderd. Om aangenomen te worden moeten zij voor een nogal strenge jury spelen en om de homogeniteit van het ensem ble zo veel mogelijk te bewarengeven wij alleen contraeten voor vijf jaar. Henri Tomasi, die het Orchestre national de la Radiodiffusion franqaise dirigeert, dat 18 Februari in Den Haag Dat is vooral nuttig gebleken tijdens de tournée (42 concerten in 40 dagen), die wij in 1948 door Amerika maakten, want velen hebben toen aanbiedingen gekregen, die door „klinkende" argu menten waren ondersteund. Onze musici moeten 34 maal drie uur per maand bij ons spelen; verder mogen zij doen wat zij willen en daar zij bij ons gemiddeld 80.000 francs per maand ontvangen, verdienen zij er nog heel wat bij met het spelen in andere grote orkesten, met lesgevenenz. De laatste jaren heeft het orkest prac- tisch ieder jaar een korte tournée ge maakt: naar Duitsland en Zwitserland, naar Amerika, het heeft op het Edin- burgse zomerfeest gespeeld en dit jaar gaat het zowel naar Nederland als naar België, terwijl het ook aan de Floren tijnse Meimaand zal meewerken. Twee dirigenten zijn meer of minder vast aan het orkest verbonden: D. E. Inghelbrecht, die tot de oprichters behoort en Henri Ttmasi, d'ie het concert in Den Haag zal leiden. Tomasi is ongeveer vijftig jaar. Hii heeft de Prix de Rome gehad en hij is zelf ook componist. Een Corsicaanse suite (hij komt uit Corsica) is vooral van hem bekend geworden. Verder hebben in feite alle bekende dirigenten gediri geerd: Pierre Monteux, Toscanini, Münch, Schuricht, Bruno Walter en Van Otterloo onder anderen. Het repertoire is een stokpaardje van de heer Dellard: „Natuurlijk spe len we het klassieke repertoire. Maar daarenbuiten zijn wij er steeds op uit moderne muziek te brengen. Wij voelen dat trouwens als een verplichting jegens de jonge Franse componisten u weet, hoe moeilijk het voor hen is, een werk gespeeld te krijgen en jegens onze luisteraars. Dat we er suc ces mee hebben, blijkt uit de de hon derden brieven, die wij per week krijgen en die ons verzoeken dóór te gaan. En dan maakt het orkest ook veel gramofoonplaten, waarvan som mige de jaarlijkse Prix du disque reeds enige malen hebben gekregen." De Nederlanders zullen zich 18 Febru ari, hetzij in Den Haag, hetzij als radio luisteraar, van de kwaliteiten van het orkest, dat achttien jaar geleden werd opgericht, kunnen overtuigen. Het pro gramma zal in de eerste helft de Ouver ture Carnaval romain van Berlioz, het Capriccio voor orkest van Andriessen en de Derde symphonie van Albert Roussel o-ivatten, terwijl na de pauze La Péri van Dukas, de Nocturnes van Debussy en de befaamde wals van Ravel worden ge speeld. „Precies 90 minuten speeltijd", zegt de heer Dellard, een tabel raadplegend. „Ho pelijk vindt het publiek het niet te lang". Hij kan gerust zijn. Cliaplin als Oedipus HOLLYWOOD. Billy Wilder, regis seur van beroemde films als Lost Week end en The big carnival, heeft Charles Chaplin de hoofdrol aangeboden in zijn komende kleurenfilm Oedipus. Het ant woord van Chaplin is nog niet bekend. Volgens de laatste berichten heeft deze wel het plan een film in Engeland te maken. DAT: bet eerste lopende-bandtrottoir, van rubber, thans wordt gedemonstreerd in het museum voor de Wetenschap en In dustrie te Chicago. Hét trottoir wordt ge bruikt om bezoekers langs de tentoon stelling in bet mus im te leiden. Volgens deskundigen zou deze nieuwe vinding een practiscb middel zyn om grote aantal len mensen op drukke punten zo vlug en efficiënt mogelijk te verplaatsen. Men meent dat deze trottoirs van bijzonder nut kunnen zyn op vliegvelden en in bus- en treinstations, waar het personen verkeer zeer intensief is. DAT? de 25.-jarige Engelse graaf Bathurst by Kemble een expresse-trein tot stop pen beeft gebracht oindnt zijn meute van veertig bonden door de trein met de dood werd bedreigd. De dieren had den tussen de rails een vos gevangen en gedood, toen plotseling uit de tun nel de expresse kwam schieten, nauwe lijks vijfhonderd meter verder. De graaf sprong zonder zich le bedenken van zijn paard, rende naar de spoordijk en be gon met zyn armen te zwaaien. De machi nist zag hem en bracht de trein op een meter afstand tot staan. DAT? volgens scheepvaartdeskundigen New York een aanzienlijke daling moet worden venvacht in de bouw van zee waardige tankschepen. De huidige ton nage zou ruim voldoende zyn om te vol doen aan de toegenomen internationale vraag naar olie- Het aanbod van nieuwe schepen heeft reeds het vorige jaar de vraag ver overtroffen. Vandaar de malaise op het gebied van de tankscheepvaart. DAT: Scotland Yard een onderzoek is be gonnen naar de klachten volgens welke de kortgeleden gehouden politie-examens waardeloos zouden zijn geweest, omdat er met de opgaven was geknoeid. De exa minatoren vermoeden dat vele candida- ten vóór de exuinendag reeds in het be zit van de opgaven zijn gekomen. Ver scheidene „geslaagden" zyn reeds onder vraagd. Het onderzoek staat onder lei ding van het hoofd van Scotland Yard, sir Harold Scott. door Hugo Lous mogelijkheden van de bioscoop is, dat zij o,us in één ruk kan ver plaatsen naar het hart van vreem de landen. Helaas gebruiken vele re gisseurs de „couleur locale" slechts atls een vluchtig getoonde achter grond voor hun filmverhalen. En vaak ook is die couleur verre van authentiek. Des te boeiender zijn dan ook de filmwerken, die ous het gevoel geven: zie, hier wordt ook een verhaal verteld, maar dit is echt, dit heefteen diep verband met het gindse land, het volk, de menta- Film van boek van Greene LONDEN. De Engelse filmprodu cer Ian Dalrymple gaat Graham Gree ne's boek The heart of the matter, waarover bij het verschijnen nogal wat te doen is geweest en dat o.a. in Ier land werd verboden, verfilmen met in! de hoofdrollen Trevor Howard en Eli-: zabeth Allan. De regie is in handen van George More O'Ferrall. DEN HAAG. Het Nederlandse Roode Kruis heeft deze week tot nu toe 24 schepen met in toaal 800 ton goederen gezonden naar Vlissingen en Middelburg, Goes, Krabbendijke- Sint Philipsland, Klundert en Zuid- land. Zodra zekerheid bestaat op welke manier de herbouw van de getroffen gebieden het beste kan worden ge steund, zal de internationale hulp worden gebruikt voor bepaalde be stemmingen. Men denkt bijvoorbeeld aan landbouwwerktuigen, meubilair, e.d. Dit zal eerst kunnen worden vastgesteld, wanneer de mensen weer naar hun haardsteden zijn teruggekeerd. Het bestemmen van de 'buitenlandse hulp zal uiteraard in overleg met de regering geschieden. netië in 1952 verwierf, bewyzen wel dat vele kenners de film als een eerlijk kunstwerk beschouwen. Wat aangedikt ste succeswerk: The quiet man. Deze onderhoudende film toont ons Ierland als een wijd, zacht getint land bewoond door ongehaaste, praatlusti ge, vechtgrage. maar goedhartige lie den. Zij laat ons een ietwat primitieve maatschappij zien, beheerst door hard nekkige, oude tradities. Geen jongeman, die met een jonge- dochter uit vrijen wil, waagt het zon der tussenkomst van de huwelijksmake laar. De verlovingstijd is ingedeeld in stadia, waarin voorzichtig-aan iets meer intimiteit wordt toegestaan, na dat het paar begonnen is met wande lingen onder het wakend oog van de nv-kelaar. Een bruid, die zonder bruid schat (hoe klein ook) bij haar man in huis komt, voelt zich niet zijn echt genote en huisvrouw, maar ten hoog ste een dienstmeid. De echtgenoot, die een ongehoorzame vrouw aar haar ha ren naar huis sleept, kan rekenen de enthousiaste toejuichingen van gehele bevolking. En als het erop aan komt, is het vrouwtje zelf ook nog ver rukt. In Amerika rijk geworden Dit alles brengt John Fords The quiet man te pas in de historie van een in Amerika rijk geworden Ier (John Wayne), die naar zijn geboortehuis te rugkeert en daar een onstuimig meisje kiest (Maureen O'Hara), maar haar en iedereen verbaast en teleurstelt door de zelfbeheersing waarmee hij allerlei be ledigingen slikt. Hij heeft daar, zoals wij later zien, zijn goede reden voor. En het grandioze ogenblik waarop hij van zich afslaat, komt heus wel. Het boeiende van de film is haar uit heems (in di't geval Iers) karakter. Dat Ierland daarbij nergens geweld wordt aangedaan, zouden wij niet graag willen garanderen. Maar regis seur John Ford en Maureen O'Hara zijn geboren Ieren en Victor McLag- len (aanwezig in een te zeer overspan nen rol) en de kostelijke Barry Fitzge rald hebben ook Keltisch bloed in hun aderen. Een groot deel van de overi ge personages wordt voorts uitgebeeld door in Ierland gerecruteerde acteurs. Wy mogen dus aannemen, dat wij in The quiet man in grote trekken een zuiver beeld van het eeuwig-groene eiland krijgen. En de drie eervolle prij- Len. die de film op het Festival te Ve- De toeschouwer krijgt wèl het gevoel dat bepaalde karaktertrekken van het Ierse volkje wat worden aangedikt. Zie bijvoorbeeld de merkwaardige plichts opvattingen van he't treinpersoneel en de homerische veldslag in etappes tus sen John Wayne en Victor McLaglen. Maar het geschiedt allemaal op een lustige, liefhebbende manier. En het resultaat is een zeer humoristisch wer kende frisse film, die bovendien met haar smaakvolle, getemperde technico- lor-opnamen het Ierse landschap en de pittige, roodharige Maureen O'Ha ra alle recht laat wedervaren. John Wayne vangt Maureen O'Hara als zij uit zijn huisje wil vluchten, dat zij stilletjes wat aan kant heeft gemaakt voor de vreemdeling. Een opname uit de film The quiet man. door G. H. M. van Huet O TEL U voor: een jongeman erft van zijn vader een bibliotheek het beste, wat deze, een negentiende-eeuw- se intellectueel, zijn zoon heeft na te laten. Van vroeg af aan met al die boeken vertrouwd hij heeft er im mers voor een groot deel zijn opvoeding aan te danken voelt de erfgenaam zich natuurlijk aan het vaderlijke bezit verknocht. Hoe verknocht, zal hij ech ter pas ervaren, wanneer hij, door po litieke omstandigheden gedwongen, de vlucht moet nemen en alles, dus ook zijn boekenbezit, in de steek moet Ia- ten. Hoe groot is zijn vreugde, wan neer vrienden er na enige tijd in sla gen hem de boeken in zijn wijkplaats na te zenden; hoe groot zijn verslagen heid, wanneer hij andermaal moet op breken en nu definitief van zijn boeke rij moet scheiden! Na jaren in den vreemde te hebben gewoond, wordt hij op een goede dag door heimwee over weldigd. Hij neemt zich voor uit het hoofd een inventaris van zijn verre, en waarschijnlijk verstrooide, boekenschat op te maken en de som van hetgeen er zo al aan wijsheid en schoonheid, aan gevoelens, denkbeelden en idealen in school, te vergelijken met de werkelijk heid. Het resultaat is een treurzang: de autobiografie van een ten onder gaande cultuur. 11/rEN zal moeten toegeven, dat dit een uitermate gelukkig gegeven is, in weerwil van alle somberheid, die het schijnt te bevatten. Een bibliotheek is immers heel iets anders dan alleen maar een willekeurige verzameling boeken. Zij maakt de stoffering van iemands geest uit en geeft ons als het ware een intellectueel beeld van de bezitter. Daarenboven kan zij ons uitsluitsel ver schaffen omtrent een bepaalde tijd. De vader van Walter Mehring, wiens bi bliotheek het onderwerp van „Die ver lorene Bibliothek" is (uitg. Rowohlt, Hamburg) was een typisch liberale ratio nalist uit de vorige eeuw, wiens hele leven gegroepeerd was om zijn boeken. De studeerkamer gold hem als middel punt van het bestaan. Hier trof zijn zoon Walter, de latere dichter, hem aan, wanneer de jongen, van school thuis komend, brokstukken van verwoede mo nologen opving; dan had de oude recen- t, wiens autoriteiten Darwin, Spen cer, Strauss en Haeckel heetten, het aan de stok met een pas verschenen werk, dat zijn misnoegen opwekte en hem tot uitroepen bewoog als: „Onzin! Kolen brandersbijgeloof" of: „U bent trapt! Verdedig u, zwart op wit! Geen uitvluchten in ongrijpbare beschouwin gen. Feiten, feiten!" Haer ook vond de politie van Wilhelm II de humanis tische republikein, toen zij hem voor het cachot kwam halen. Dat was erg ge weest, al duurde het verblijf daar slechts enkele dagen' maar erger, veel erger, was hetgeen de zoon zou overkomen, die vluchten moest voor Hitler, van Berlijn naar Wenen, van Wenen naar Parijs, van Parijs naar de overzijde van Oceaan. Slechts eenmaal, te Wenen, zou de bibliotheek de vluchteling nog achter halen. Deze had toen weken nodig gehad om plank voor plank in te richten, .juist zoals het thuis was geweest", en maanden waren voorbijgegaan met het herlezen van de idolen zijner jeugd, van Perrault en Grimm tot Conrad. Wede- kind en Dostojewski. Sindsdien had de jonge Mehring zijn bibliotheek uit het oog verloren en nu zat hij dan. een Europeaan met een ongeneeslijk zwak voor boeken, zich er van bewust, dat zijn „heden en toekomst door de boe ken erfelijk was belast", op een boer derij in New England en trachtte hij zich de wereld van vroeger voor te stel len, toen men kon „reisen, wohin der Sinn einem steht, und lesen, worauf man Lust hat. TT ET is geen wonder, dat de toon van Mehrings boek in het algemeen nog al bitter is. Zoveel hoop, zoveel stoute verwachtingen, zoveel hooggestemdheid aan de ene kant: „de vooruitgang is geen toeval, maar noodzaak"; „kwaad immoraliteit moeten verdwijnen"; „het is zeker, dat de mens volmaakt wordt" zoveel teleurstellingen en be- nauwenissen, in oorlog en concentratie kamp, in onderdrukking en verproleta- risering, staan daar tegenover. Zo komt de zoon er toe, wanneer hij over deze dingen nadenkt en steeds schrijnender de tegenstelling tussen die twee werel den, namelijk die van voor en die van na 1914, ervaart, de vader vol verwijt die optimistische en zo strikt weten schappelijke boeken voor te houden; zie hier al het papier, dat gij ons hebt'ver maakt. Er doen zich allerlei vragen aan hem voor. Zijn boeken dus niet alleen maar goed en nuttig? Kan hun uitwer king ook rampzalig zain? De negentiende eeuw, bedacht op handhaving van de algemene leerplicht, „die men even hoog opnam als het voorgeslacht de kerk gang", gaf een ieder het vermogen tot lezen, zonder er verder bij stil te staan, dat zij zodoende ook een fataal genie de toegang verschafte tot de meest or dinaire geesten. Ge behoeft slechts aan namen als Macchiavelli, Clausewitz, Marx en Nietzsche te denken en een enkele blik op de wereld om u heen te slaan, om te beseffen, hoezeer Walter Mehring gelijk heeft, wanneer hij tot zijn vader zegt: „Es ist Eure Schuld." TTOE origineel het gegeven nu ook is JLA en hoe voortreffelijk het materiaal, toch is „Die verlorene Bibliothek" een teleurstellend boek geworden. Dit is voor namelijk toe te schrijven aan de stijl, welke, uitermate flakkerend en onrustig en wemelend van overbodige tussenzin nen en onderbrekingen, de lezer al na enige tientallen bladzijden een gevoel van uitputting bezorgt, een beuheid, waarvan hij zich niet zo gemakkelijk herstelt. Dit is jammer, want de wetens waardigheden, die deze zoon van een polyhistor mee te delen heeft, zijn legio en de rake opmerkingen, welke hij naar aanleiding van hedendaagse verschijnse len weet te maken, zijn niet van de lucht. Zo leren wij op blz. 164, waar het woord „fellow-traveller" vandaan komt. Het stamt namelijk van Trotski, die in aansluiting op een slagzin van Lemn: „Revoluties zijn de locomotie ven der wereldgeschiedenis", de Russi sche kunstenaars verweet, dat zij slechts „voyageurs", „fellow-travellers" war-en die „ons slechts een eindweegs mo gen begeleiden." En elders schrijft hij over de ballingschap, een toestand, die hij zelf aan den lijve heeft ondervon den; Wie voor zijn overtuiging in bal lingschap gaat, is er niet beter aan toe dan de arme dichter, die de dochter van een rijkaard schaakt eö haar nu verder met de akeligste broodschrijverij moet zien te onderhouden." Het is om opmerkingen als deze, dat men schrijver graag zijn stijl vergeeft de 15 a 30 graden vorst STOCKHOLM (Reuter) Als vliegen op een vliegenvanger zitten er langs ae Zweedse kust vele schepen vast in een laag ijs die zich plotseling heeft gevormd na een periode van hevige sneeuwval en een koude wind uit het Westen. IJsbrekers proberen de sche pen uit hun isolement te verlossen. De temperatuur blijft dalen en is nu al gezakt tot 15 a 30 graden Celsius onder nul. Verder in de Oostzee is de scheepvaart er wat beter aan - zolang het duurt Saterdag 7 Februari 1953 DE DORDTENAAR Pag. f

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 4