HET FRANSE HOFBALLET
Met de dichter denken
aan Holland
Reeds vaak braken springvloeden
de dijken in onze Lage Landen
Een meditatie over de waters
nood en het dichterschap
Creosel
De Belgische textielnijverheid wenst
con tin sen tering Nederlandse invoer
Wilt Gij ONDERWIJZER worden?
j= De gave van raad
De leerschool van de
danskunst
Europese
Zaterdag 7 Februari 1953r)
Pagina 4
BUITEN waait roeer de noord-westelijke wind. Dezelfde van vorige week
Zaterdag. Weer is deze wind over de Zeeuwse eilanden gestreken eer
hij hierhet veilige binnenland, de regenvlagen tegen de ruiten komt jagen. Er
brandt een lamp op mijn tafel, er is fijn glad papier onder mijn hand en het is
warm op deze kamer. Ik zal schrijven over poëzie; de wind buiten steekt feller op;
en zijn nu ruim dertienhonderd doden in de watergewesten. Is het niet wreed
poëzie te snuiven, op dit ogenblik? dit ogenblik dat de onheilsberichten niet kan
verwerken. De radio is een openbare telefoon geworden, de aether gonst van de
•meest algemene en meest particuliere noodroepen. Wat doet je nu met verzen?
1V'a( anders dan de bedrukten dieper termeer slaan met je onbegrip? de getroffenen
a tdennaal treffen door je afgckcerdheid? Dit is een uur waarop niemand dc
actualiteit mag ontlopen. Niemand mag nu nalaten de feiten onder ogen te zien.
Niemand mag naar Erasmus luisteren en zeggen: .Ja. maar ik houd van de
bommen en mijn rust. ik ben een boekenwurm en geen soldaat". Iedereen moet er
bij zijn, niemand terzijde.
En toch, ik kan het niet helpen, se
dert Zondag speel i, me een gedicht
door het hoofd. Ik zeg het op onbe
waakte ogenblikken, zoals je op on
bewaakte ogenblikken het deuntje van
de dag gaat zingen. Je betrapt er je
op, je zingt het zomaar, je was het niet.
van plan, het verrast je. Het is hei ge
dicht van Marsman dat begint met:
Denkend aan Holland....
Denkend aan Holland wie denkt
er één ogenblik niet aan Holland? Wie
wordt niet gebiologeerd door die na
men: Stavenisss, Ossenisse, Spijkenis-
se, Bruinisse, Middelharnis en Oude
Tonge, Dordrecht en Ossendrecht, Hal
steren en Dinteloord, Rilland en Bath,
en dan die naam die altijd al zo sinis
ter klonk: Raamsconksveer, en Geer-
truidenberg, Steenbergen, Bergen op
Zoom allen ramen waar de verge
telheid door het water is afgewassen,
die helder zijn opgestaan in ens klan
kengeheugen en daar staan te klinken
als versregels, onvergetelijke woor
den
Het gedicht van Marsman is zo:
Denkend aan Holland
zie ik brede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,
dijen ondenkbaar
ijle populieren
als hooge pluimen
aan den einder staan;
en in de geweldige
ruim te verzonken
de boerderijen
verspreid door het land,
boomgroepen, dorpen,
geknotte torens,
kerken en olmen
in een grootsch verband
de lucht hangt er laag
en de zon vordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord,
en in alle gewesten
wordt de stem van hel water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.
Het is een bekend gedicht. Alle mid
delbare schooljongens kennen hei van
buiten, of althans enige regels. Het
heet: Herinnering aan Holland. Zoals
het vaak met herinneringen gaat, deze
herinnering geeft een scherper beeld
van ons land dan een feto, een land
kaart of eigen aanschouwing. Dit is
Holland.
Het gedicht is me van de eerste le
zing af in het geheugen blijven klin-
men moet een v/atersnood meemaken
om dit te begrijpen. De dichter Mars
man begreep het anders dat hij een
watersnood meemaakte. Dat bewijst
juist zijn dichterschap; zó iets helder
weten, dat is de dichter voorbehouden,
de vater, de ziener. Marsman had de
gave in onthutsende mate. Hij die in
Juni 1940, vluchtend van Frankrijk
naar Engeland, zonk en zijn getorpe
deerd schip in de Noordzee cn daarbij
omkwam, hij had dit voordien ge
droomd en de drcom had zijn beslag
gekregen in een gedicht. Ongetwijfeld
was Marsman een dichtelijk ziener.
Hij heeft zijn eigen levenseinde voor
zien. Hij voorzag zelfs deze onze late
sentimenten.
Nu vrees ik de zee, nu ik de wind
hoor, de regen tegen glas, en de kou
voel die bij elke rukwind onder het
gordijn uit stroomt.
In de krant van deze avond staat 'n
afstotend verslag van een journalist
die een Zeeuws eiland heeft bezocht-
ellende, droefheid, verlatenheid, angst.
Het. bruine modderwater gulpt langs
alle moderne communicatie-middelen
onze huiskamer binnen. Het water is
een ellendig water.
Stavenisse hoeveel doden? Os
senisse, Spijkenisse van boven Spij-
kenisse tot onder Bergen op Zoom,
water, het ellendige, moordende, droe
fenis verspreidende, eindeloos gulzige,
vies-bruine water, stormwater, water-
vijand, hatelijk water, en ik denk,
wanhopig bedroefd aan West-Brabant
en de vlakke polders waarin ik als
jongen heb gewandeld, het blonde
Zeeland en het mistige Dordrecht on
der trage wolken;
de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord
en denkend aan Holland ziet de ver
liefde herinnering,
brede rivieren
laagland gaan,
dijen ondenkbaar
ijle populieren
als lioogc pluimen
aan den einder staan
en plots komt heel het dierbare
landschap voor mijn geest, de gewel
dige ruimte en daarin verzonken de
boerderijen, verspreid dcor het land.
boomgroepen, dorpen, en er spelen
kinderen, ik hcor ze zingen, het is 'n
vrolijk helden land, Holland, blinkend
van het trage water, het brave, gedul
dige water waarover boten varen, o 't
r\ - 1 1 ctLV-i. t\oi \J V tl k/VJLtill va-LCJl, KJ L
ken. Dat is bijna een bewijs voor de gewillige water, het vriendelijke wa-
kwaliteit ervan. Goede gedichten heb
ben de eigenaardigheid dat ze je nooit
geheel meer verlaten net zo min
als je persoonlijkheid je ooit helemaal
verlaat. Maar het was juist één van
de regels die zich nu het krachtigst
aan mij opdringen waarover ik me
destijds, laat ik zeggen: verbaasde.
Oprecht gesproken: ik hield die regel
voor een onnodige zwakke stee. Ik be
doel de laatste regel, W3ar gesproker
wordt „gevreesd en gehoord". Het is
wordt „gevreesd en gehoord". Het is
misschien een kalfsnuchtere logica die
daartegen in verzet kwam, maar het
leek me volstrekt ongewenst dat de
stem van het water éérst gevreesd en
pas vervolgens gehoord werd. Welke
stem immers kun je vrezen die je niet
hebt gehoord? Eerst roepen, dan ho
ren en vervolgens vrezen. Dat is de
passende volgorde. En laat „gehoord"
dan maar niet rijmen op „gesmoord".
Intussen, merk ik, ben ik, geheel in
strijd met mijn plannen, begonnen aan
iets wat aanstonds natuurlijk zal ont
aarden in een technische uiteenzetting
omtrent iets wat nu allerminst actueel
is. De westenwind doet me snel op
mijn schreden terugkeren, ik weersta
in den beginne. En het kost me geen
moeite. Want de wind en de regen
trekken me telkens terug in die ellen
dige holle gang, waarin de radio-stem
spreekt van zoveel doden in Stavenis
se, zoveel in Ossenisse, zoveel in Spij-
kenisse houd op, de dreun begint
weer, de ruiten rammelen in de spon
ningen
i» alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.
Maar nu ben ik het gaan weten,
deze week toen voor de zoveelste keer
die regels opfladderden in mijn brein:
Holland vreest de stem van het water
vóór het die hoort. Dit vrezen is het
vrezen van de psalmist, dit is: ontzag
hebben. Holland heeft een erfelijk ont-
zag voor het water. Eér daar in het
westen een kind zich van water be
wust is, rijpt :r. het onderbewuste al
het ingeboren ontzag, de ingeschapen
vrees voor het water. Dan al is de ver
houding bepaald tot het grillig ele
ment, dat vriend heet, en vijand, om
beurten, al naar het de maan wil en
de richting van de wind.
Men moet natuurlijk niet zo in en
in „binnenlands" zijn als ik ben, of
Erespeldje van Katholiek
Thuisfront voor
rector Ailard
DEN HAAG, 6 Febr. Het ere-
speldje, waarmede Thuisfront hen on
derscheidt, die zich bijzonder verdien
stelijk hebben gemaakt voor de mili
tairen, is uitgereikt aan: rector
F.N.O.B.M. Allard, Asten.
Uitzendingen van om
roepen weer gescheiden
DEN HAAG, 6 Febr. De omroep
verenigingen KRO, NCRV en VARA,
die gedurende de rampdagen coördi
nerend werkten bij het doorgeven
van berichten etc. zullen nu vanaf
hedenmorgen 12.00 uur de normale
wijze van uitzenden hervatten.
Alleen bij reportages werkt men
nog gezamenlijk en bij de doorgifte
van berichten van de berichtendienst.
ter onder lage luchten en in alle
gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
Wat doe ik? Geeft het nü pas het
water te vleien. Moet ik in dit uur
lieve naampjes bedenken voor het
water. Zie ik niet die soldaten, Rode-
Kruismannen, v'uchtelingen, dodencij
fers?
Ik zie. het. Ik kan niet andeis meer
zien, de hele dag hoor en zie ik niet
anders, dan deze ellende, het horen
en zien boort me uit, maar nu van
avond geniet ik van het water. Het
water is mooi, het is vriendelijk, het
is gewillig de dichter zegt het. En
de dichter heeft gelijk. De dichter
heeft altijd gelijk. I-Iij is een ziener, ik
niet. Zijn woorden hechten zich in mij
en ik kan ze zo min verliezen als mijn
persoonlijkheid, mijn woorden daar
entegen waaien iedere minuut verlo
ren hebben niet hoegenaamd met mijn
persoonlijkheid van doen. Het is
wreed, om het nu zeggen, ik weet
het, maar het water is onze vriend, 't,
is Holland, de dichter zegt het. De
dichter is een wrede waarheid-spre
ker. Al zou hij willen liegen, hij kan
het niet. Al zou hij het water willen
vloeken, de Hollandse dichter kan het
niet. Wij zijn misschien allen te veel
birmenlanders om dat te begrijpen.
Misschien moet, eer wij dat begrijpen,
eerst de zon weer schijnen, de polder
vrij zijn, terwijl dt runderen glanzen
en dromen met een boterbloem in de
bek.
De dichter echter is zeevaarder,
kustbewoner cn binnenlander tegelijk.
De dichter ziet, verneemt en weet al
les. Hij voelt de westerstorm en hij
droomt van grijze veelkleurige dam
pen voor de zonneschijf. Hij wandelt
tussen badgasten en hij vreest de
steun van het water: met zijn eeuwige
rampen. De dichter weet altijd alles.
Daarom is poëzie-lezen méér dan het
lezen van de bsst-geïnformeerde voor
pagina van welke krant dan ook. De
Poëzie-lezer weet bijna net zo veel
als de dichter: hij weet bijna alies.
Op avonden als deze leert hij weer
wat bij.
Het regent, koud water op koude
wind.
De Zeeuwen geven de dichter ge
lijk: nevengedrukt verbonden zijn het
worstelen en het te boven kornen.
LAMBERT TEGENBOSCH
De heilzaam werkende Franse Siroop
Creosel brengt onmiddellijk uitkomst.
Deze desinfecterende hoestsiroopdoet
de hoest snel bedaren en neemt dat
benauwde gevoel weg. Een ideaal
middel voor de bestrijding van aan
doeningen der luchtwegen, verwaar
loosde hoest, bronchitis of catarrh.
Per flacon f 1.25 bïï Apoth. en Drog.
IMP fa H. TEN HEMEL. HILVERSUM
Millioenenorder voor
Nederlandse scheeps
werven
ZAANDAM, 6 Febr. De scheeps
werven „Kraaier" te Zaandam en
Gebrs. Niestern te Zaltbommel en
Groningen hebben een contract afge
sloten met de republiek Indonesia
voor de bouw van drie vrachtschepen
met een lengte van 74 m. en een
breedte van 11.20 m. de totale op
dracht beloopt tien millioen gulden.
C t;
BRUSSEL, 6 Febr. De federatie der
Belgische textielnijverheid heeft aan
de Belgische minister van economische
zaken een uitvoerige nota overhandigd
betreffende de Benelux. In deze no
ta wordt het standpunt der federatie
betreffende de Benelux uiteengezet en
wordt een voorstel gedaan tot het
treffen van beschermingsmaatregelen
ten gunste van bepaalde sectoren van
deze industrie, die bijzonder door de
Nederlandse concurrentie worden be
dreigd.
Als zodanig worden genoemd rayon
weefsels, wollen weefsels, wollen de
kens, tapijten van cocos- en andere
harde vezels, tricot rayonweefsels en
geconfectioneerde tricotartikelen (in
terlock). Door de Belgische federatie
wordt er op aan gedrongen, dat de
Belgische regering ten spoedigste met
de Nederlandse regering zal onderhan
delen om te komen tot contigentering
van de Nederlandse invoer in België
van de bovengenoemde artikelen op
basis van 50 percent der ingevoerde
hoeveelheden in de eerste 9 maanden
van 1952.
Op grond van deze Belgische nota
hebben afgevaardigden van de Ne
derlandse wollen-stoffenindustrie
Brussel besprekingen gevoerd met
vertegenwoordigers van de Union
Beige de Tisseurs de Laine. Deze be
sprekingen zijn gehouden op uitnodi
ging van de Belgische organisatie en
de Nederlandei's hadden de uitnodi
ging aanvaard, om de wensen van hun
Belgische collega's te vernemen. Van
Horeca vraagt rustig
Zondagsverloop te
bevorderen
DEN HAAG, 6 Febr. De bedrijfs
groep Horeca heeft de ondernemers in
de Horeca-branche gevraagd in ver
band met het ingetogen karakter van
Zondag, die dag het bedrijf zo kalm
mogelijk te laten verlopen, in de
avonduren de buitenverlichting te do
ven en zich te onthouden van andere
muziek dan die van de officiële radio
uitzendingen
Post voor overzee
DEN HAAG, 6 Febr. Met de volgen
de schepen kan zeepost worden verzon
den. De data, waarop de corresponden
tie uiterlijk ter post moet zijn bezorgd,
staan, tussen haakjes, achter de naam
van het schip ermeld.
Indonesië: M.S. „Talisse" (12 Febr.);
Nw.-Guinea: M.S. „Langkoeas"
(12 Febr.); Ned. Ajitillen M.S. „Wil
lemstad" (17 Febr.); Suriname: S.S.:
„Cottica" (18 Febr.); Unie v. Zuid-
Afrika en z.w.-Afrika: M.S. „Oranje
fontein" (10 Febr.), Canada S.S.
..Rijndam" (12 Febr.); Australië en
Nvv.-Zeeland: MS „Fairsea" (12 Febr.)
Argentinië, Chili. Paraguay, Uraguay,
Brazilië: M.S. „Alhena" (11 Febr.).
(Advertentie).
Vraag dan zo spoedig mogelijk een
prospectus aan bij
HILVERSUM
(Bokendo schriftelijke
Sinds meer den
school" ongeëvenaarde successen, leder ji
Staatsexamen voor Onderwijzer.
Zeer goede opleidingen zijn ook: H.B.S.,
„Schriftelijke Kweek-
10 |aar heelt onze
ar slagen tienteller
Staatsexamen Gymnasium en Mulo.
Belgische zijde is tijdens de bespre
kingen voorgesteld op basis van vrij
willigheid te komen tot een contin-
gentcring van de Nederlandse invoer
in België, waarna desbetreffende voor
stellen ter bekrachtiging aan de be
trokken regeringen zouden kunnen
worden voorgelegd. Van Nederlandse
zijde is men tijdens deze besprekingen
echter niet verder kunnen gaan dan
het kennisnemen van het Belgische
standpunt, daar de wollen stoffen
slechts een der textielsectoren is, wel
ke van Belgische zijde bedreigd wor
den geacht door de Nederlandse con
currentie. Er zijn dus op geen enkele
wijze bindende afspraken gemaakt. Bo
vendien had de Nederlandse delegatie
geen mandaat om namens alle betrok
ken sectoren van de Nederlandse tex
tielindustrie op ie treden.
Mr. Roolvink lid der
Tweede Kamer
DEN HAAG, 6 Februari De voor
zitter van het centraal stembureau
heeft in de vacature ontstaan door het
ontslag nemen van mejuffrouw dr. A.
do Waal, die benoemd is tot staatsse
cretaris van onderwijs, tot lid van de
Tweede Kamer benoemd verklaard de
heer mr. E. G. A. Roolvink te Almelo.
De heer Roolvink heeft reeds eerder
voor de K.V.P. zitting gehad in dit
college
Schrijversbal van Boeken
week gaat niet door
AMSTERDAM, 6 Febr. Het
schrijversbal, dat <j,e officiële openings
avond van de boekenweek op 27 Fe
bruari a.s. zou besluiten, zal in ver
band met de ramp, die ons land heeft
getroffen, dit jaar niet worden gege
ven. Het eerste gedeelte, de officiële
opening van de boekenweek en de
opvoering van de vier bekroonde een-
acters, zal normaal doorgang vinden.
De door deze versobering vrijgekomen
gelden zullen worden overgemaakt
aan het nationaal rampen fonds-
Engeland leidt Duitse
piloten op
LONDEN, 6 Febr. Naar' aanlei
ding van het communiqué van het
Britse ministerie van buitenlandse za
ken over ,.de militaire samenwerking
tussen Engeland en de Europese ver
dedigingsgemeenschap" delen verschei
dene Britse bladen onder grote kop
pen mee. dat in Engeland Duitse pilo
ten zullen worden opgeleid. Volgens
de „Daily Telegraph" zal Groot-Brit-
tannië ook helpen bij de opleiding
van Duitse grondstrijdkrachten, zij 't
in kleinere omvang.
Mijnwerkersbond in
Saarland werd verboden
SAARBRUECKEN, 6 Febr. De rege
ring van Saarland heeft de ontbinding
bevolen van de mij'nwerkersbond, die
een onwettige politieke bedrijvigheid
aan de dag zou leggen. Vele arbeiders
en leden, aldus de regering, zijn lid van
de communistische partij, die de bond
als mantelorganisatie wil gebruiken.
Er zijn 42.000 mijnwerkers bij de bond
aangesloten.
Donderdag was ln Moskou de
koudste dag van het jaar. Het kwik
zakte tot 32 graden onder nul.
West-Berlijn heeft reeds
58.000 vluchtelingen
BERLIJN, 6 Februari De Westber-
lijnse autoriteiten voor de vluchtelin
genzorg hebben geweigerd een van
Oostduitslands meest vooraanstaande
rechters, Alfred Heïnrich Trapp, als po
litiek vluchteling te erkennen. Trapp
vluchtte in September van het vorig
jaar naar West-Berlijn.
De Westberlynse anti-communistische
organisatie van „vrije juristen" heeft de
autoriteiten voor de vluchtelingenzorg
materiaal overhandigd over de activi
teit van Trapp in Oost-Duitsland, waar
hij sinds 1950 rechter van het hoogge
rechtshof is geweest.
Meer dan 58.000 vluchtelingen zijn
erkend. Ongeveer 50.000 vluchtelingen
hebben politiek asyl gekregen. Erken
ning betekent voedsel, onderdak, voor
rang bij het vervoer per vliegtuig naar
West-DuiIsland en de mogelijkheid om
weer te kunnen werken. Niet-erkende
vluchtelingen krijgen wel voedsel en on
derdak, doch hebben geen kans op werk
of op vervoer naar West-Duitsland. Zy
kunnen wel in West-Berlijn blijven
"verenigde staten helpen
Vier ton voor vluchte-
telingen uit Oost-Europa
GENEVE, 6 Februari De Ameri
kaanse organisatie voor vluchtelingen
heeft te Génève een cheque van 102.350
dollar (bijna 400.000 gulden) overhan
digd aan de commissie voor Europese
migratie, als eerste bijdrage op grond
van de overeenkomst tussen de Ame
rikaanse regering en genoemde com
missie voor hulp aan vluchtelingen uit
Oosteuropese landen.
Sinds de overeenkomst in Juli j.l. van
kracht werd, heeft de commissie 1.344
vluchtelingen overgebracht, van wie 990
werden toegelaten in de V.S. en de rest
in Canada, Australië en Brazilië.
Het Amerikaanse program voor
vluchtelingen heeft 4.300.000 dollar (on
geveer 16 millioen gulden) voor hulp
aan vluchtelingen uit Oost-Europa uit
getrokken.
Onder de hoofddeugden is er een,
die de naam voorzichtigheid draagt.
Door welke taalkundige omstandig
heden ook kreeg dit woord in onze
samenleving een zeer toegespitste be
tekenis, welke blijkt uit het spreek
woord: voorzichtigheid is de moeder
van de porseleinkast. Wij noemen een
voorzichtig mens iemand, (lie vóór hij
iets onderneemt heel precies het voor
en tegen overweegt en zo zal een zeer
voorzichtig man heel vaak niet tot
de daad of de handeling komen, met
andere woorden: ons begrip van voor
zichtigheid heeft een inslag van
terughouding, van terugtocht, van
bezwaren tegen de gevolgen.
Dit laatste is in de
eigenlijke hoofddeugd,
die wij veel beter
vooruitziendheid of
verstandigheid kunnen noemen, niet
te vinden. Zij toch voert immer tot
de daad en zij laat die verlopen in de
richting van het menselijk einddoel.
In het natuurlijke vlak beheerst en
bestuurt zij evengoed als in het bo
vennatuurlijke ieder van onze hande
lingen; zij is een deugd van het ver
stand, dat aan het begin staat van
iedere wilsdaad: zij is de grote deugd
der heiligen, die iedere minuut van
hun leven deden uitgaan naar God
en het goddelijke. Bij ons, gewone
stervelingen, wordt zij zo vaak ge
hinderd omdat het beeld der omstan
digheden waarin wij leven zo sterk
wisselend is: zoals wij zelden twee
mensen ontmoeten van precies gelij
kend uiterlijk, zo bevinden wij ons
bijna nooit in twee dezelfde sifuaties
waarvoor wij dezelfde wijzen van
handelen kunnen bepalen.
Dooh de hindernissen voor onze
verstandigheid komen ook en wel
vooral van binnen uit, Wat de mo
derne psychologie als nieuwe elemen
ten van zieleven onder onze aandacht
brengt kennen de Christenen uit de
leer der Kerk en uit hun eigen erva-
daa
Zondagsgedachten j
ring: dedrievoudige begeerlijkheid.
Deze is de oorzaak van al dat onef
fene, dat gebrek aan harmonie in ons
wezen, want het verstand oordeelt
zo vaak verkeerd en onzeker, omdat
er in dat oordeel elementen zijn ge
slopen van onreinheid, van hebzucht
cn hoogmoed. Zo is er in ons een
voortdurende strijd en de deugd van
verstandigheid bovennatuurlijk,
maar wortelend in een natuurlijk
vermogen heeft te kampen met de
uitingen onzer natuur, welke door de
erfzonde getroffen altyddoor lijdt aan
haar verwondingen. Zo komt het, dat
wij bijna ieder uur van de dag moe
ten constateren iets gezegd of ge
daan te hebben wat
anders en beter
hadden kunnen en
moeten doen.
Als de mens aan zichzelf wordt
overgelaten komt er ondanks de
betogen der humanisten weinig of
niets van hem terecht. Als hij door
Gods geschenk, de bovennatuurlijke
deugden, wordt geholpen, zal hij vaak
de juiste weg inslaan, maar toch ook
dikwijls verkeerd handelen, omdat
zijn verstand ondanks het goddelijk
licht te zeer van de oude kwalen te
lijden heeft. Doch wij hebben Chris
tus' beloft'e, dat Hij ons Zijn heilige
Geest zal zonde-n met Zijn gaven. En
cle gave, die de verstandigheid bij
staat, is de gave van raad. Nodig is
alleen, dat wij ons daarvoor open
stellen door ingekeerdheid en gebed,
want God en Zijn Geest spreken al
leen in de stilte des harten. Als wij
rustig zijn en ontvankelijk zal Hij ons
bevelen en bemoedigen, ons de weg
wijzen en antwoorden op onze vragen
en moeilijkheden. Dan wordt ons le
ven voor onszelf maar ook voor onze
omgeving t'otaal gewijzigd: wij zullen
langzamerhand meer handelen als
echte Christenen, ais kinderen Gods,
die de wil doen van de Vader In de
hemel door te lopen aan Zijn hand.
C. A. T.
Van de vroegste tijden af
Geweldige verwoestingen werden aan
gericht, er vielen veel slachtoffers
De Lage Landen zijn altijd door het water bedreigd geweest.
Kon het ook anders? Hier stuwen immers sinds vele eeuwen grote
stromen als Rijn, Maas en Schelde hun watermassa's de zee in.
Zeeland en een gedeelte van Zuid-Holland is een echt deltagebied.
Lang vóór onze jaartelling en ook nog eeuwen daarna liepen uit
gestrekte gebieden tussen die riviermonden onder water, zo dik
wijls het vloed was en voornamelijk in de winter. De mensen, die
zich hier vestigden, woonden dan ook uitsluitend op gronden,
waarvan ze zeker waren, dat ze droog zouden blijven. In Oost-
Friesland vindt men nu nog de Hallingen: plaatsen, die door het
vloedwater telkens van het vasteland worden gescheiden, en die
door boeren en vissers bewoond zijn.
In de Si. Elisabeihsvloed
onisiond de Biesbos
Natuurlyk waren er ook wel gronden,
die niet altijd onder water geraakten en
de mensen als bouw- of weiland aan
lokten. Om zich met hun vee veilig bij
die gronden te kunnen vestigen legden
de boeren daar zelf hoogten aan, van
zelfsprekend op het toch al hoogst ge
legen punt. Vooral gebeurde dat in Zee
land: het zijn de hillen of vliedbergen.
Volgens dr. De Man, die over deze hoog
ten in het Zeeuwse landschap schreef,
moeten er wel 135 geweest zjjn; thans
zijn er nog een vijftigtal over. Volgens
hem moeten zjj opgeworpen zijn door
President Eisenhower
stort zijn bezittingen in
een speciaal fonds
SAN FRANCISCO, 6 Febr. President
Eisenhouwer heeft al zijn geldelijke
bezittingen in een speciaal fonds ge
stort, dat door een administrateur
wordt beheerd. De president ging hier
toe over om te voorkomen dat men hem
zou kunnen verwijten z\jn beslissingen te
laten beïnvloeden door deze bezittingen.
Aldus werd meegedeeld door kapitein
ter zee Butcher, de adjudant van gene
raal Elsenhower tijdens de wereldoor
log.
Butcher verklaarde dat een deel van
dit fonds bestaat uit de opbrengst van
eerkoop van een oliebron, die, indien
de president de verkoop twee of drie
weken had uitgesteld, meer zou heb
ben opgebracht. De administrateur van
het fonds behoeft Eisenhower voor zijn
handelingen niet te raadplegen Het
enige wat de president zal doen Is het
ontvangen van de inkomsten-
de Friezen In de vijfde, zesde en zeven
de eeuw.
Eerst later Is men begonnen de lan
den bezijden de rivieren en achter de
duinen voor overstroming te behoeden
door het aanleggen van dijken. Door
datzelfde middel van dammen trachtte
men van toen af ook gronden, die 's zo
mers droog lagen en bruikbaar waren
voor landbouw en veeteelt, aan de over
stromingen te onttrekken. Het schijnt,
dat vooral de kloosterlingen der mid
deleeuwen met de dijkenaanleg begon
nen zijn. Met name de Cisterciënsers in
Friesland en Groningen hebben zich in
gespannen om door middel van dijken
het land te beveiligen tegen het zee
ter. „Telkens en telkens", schrijft prof.
dr. H. Brugmans in het eerste deel van
„Geschiedenis van Nederland", lezen we
in de dertiende-eeuwse kronieken van
dijkdoorbraken en overstromingen. Aan
bedijkingen en waterlozingen was der
halve hier nog zeer veel te doen.. En de
monniken van deze orde met die
andere hebben zich hiervoor zeer ver
dienstelijk gemaakt".
IN NOVEMBER
Geheel bedwongen zou het gevaar
van het wassende water echter nooit
worden en ondanks bedijking en water
lozing zyn grote stukken waardevol land
verloren gegaan. Herhaaldelijk kwamen
grote springvloeden (le dijken breken en
ontzettende verwoestingen aanrichten in
de polders. Merkwaardig is nu, dat deze
overstromingen vooral voorkwamen in
het begin van de maand November. Zo
werd Holland tweemaal geteisterd op
Allerheiligendag. Met Allerheiligen in
1170 brak de zee van het noorden door
naar de reeds in de achtste eeuw ge
vormde Zuiderzee, tot voor de «allen
van Utrecht: toen werd West-Friesland
voorgoed van het eigenlijke Friesland
gescheiden.
De tweede Allerheiligenvloed, van
1570 vier eeuwen later dus ver
woestte nagenoeg de gehele kuststreek
niet alleen Zeeland en Holland doch ook
Friesland en Groningen werden toen
as
Frankrijk was het eerste land, waar het
ballet min of meer vaste vorm kreeg. Het hof
was daar namelijk het oord waar de statige,
met langzame passen en in pompeuse costumes
uitgevoerde dans een groot aanzien genoot,
ingewikkelde, meetkundige figuren, vormden
het stramien waarop de beweging geborduurd
werd. Een grote stoot kreeg het ballet toen
Mazarin, de Italiaan, die de grote Franse
minister was en koningin Anna van Oostenrijk
Italiaanse dansers in Parijs importeerden en
hun voorliefde voor de Vcnetiaanse opera aan
het hof en de Parisiens wilden opdringen. Maar
de voorstellingen, die van 1645 tot 1647 gege
ven werden en de uitvoeringen ter gelegenheid
van de jonge koning Lodewijk XIV konden on
danks de schitterende pracht en de pompeuze
mise en scène van de befaamde Italiaanse deco
rateurs Torelli en Burnaccini het hart van het
publiek niet treffen. De jonge koning, die graag
een dansje maakte, kon zich met de mytholo
gische heldendrama's maar matig amuseren. Zo
kwam het oude Franse ballet, die glorieuze
Franse traditie van Lodewijk XIII weer in het
middelpunt van de belangstelling.
De grote balletuitvoering, die eens per jaar
werd gegeven, werd een ware staatsinstelling.
Andere voorwendsels werden gezocht om klei
nere stukken op te voeren. Het karakter van
het schouwspel blijft hetzelfde: grote, meetkun
dig gefiguurde inleidingsstukken en nauwkeurig
uitgevoerde dansen met groter uitdrukkings
karakter. Het grote slotballet wordt dan een
vuurwerk, dat in prachtige, ingewikkelde figu
ren explodeert. De toneelmachinerieën, toppun-
ten van vernuft en verbeeldingskunst, en de
fijne minutieus geschilderde decors maken van
het geheel een strookje. Muziek en zang krijgen
echter toch geleidelijk de overhand. Bepaalde
actes worden korte scènes uit een oprea.
PIERRE BEAUCHAMP
Het bleef aan de grote danskunstenaar Pierre
Beauchamp (16361705) voorbehouden om al
(lie overgeleverde, vrij onsamenhangende frag
menten tot één groot geheel te bundelen en zo
doende dc grondslag te leggen voor een grote
traditie. Hij was bij de Italiaanse meesters ter
schole gegaan en was een bekwame, goed onder
legde figuur, die om zijn scheppingen zeer ge
zocht was. Met hem begint de evolutie, die het
karakter van de danskunst zal veranderen. Deze
bestaat er in dat de persoonlijkheid van dc dan
ser (vrouwen traden niet in het ballet op) het
gaat winnen van de vrij strakke tyrannie van
de figuren. De wijze van uitvoering wint aan
belangstelling. Hij had bekwame mensen nodig
om zijn scheppingen te verbeelden. De koning
zelf, die graag als solist optrad, werd door hem
in de geheimen van de kunst ingewijd.
Hij wordt deken van de koninklijke dans-
academie en schrijft de eerste grammatica van
zijn kunst. Hij vindt ook een schrift uit dat de
vluchtige danspassen kan vastleggen. Dit schrift
is later helaas verloren gegaan.
DE ZONNEKONING
Lodewijk de XIV was een prachtlievend vorst,
di« nooit geld te kort had, wanneer het erom
ging kunsten en wetenschappen te steunen en
bij te laten dragen tot de glorie van het Franse
hof. Hij was dol op dansen, muziek, theater en
ballet. Hij zelf trad vaak in een der hoofdrollen
op. zijn debuut dateert van 1651 hij was toen
13 jaar toen hij in Cassandra optrad. In
1685 stelde hij op 46-jarige leeftijd nog een
nymph voor in het grote ballet: „De Lof van
Versailles". Aan het eind van zijn regering
kwam de toneelkunst veel zelfstandiger te
staan. De nobele overeenkomst, die deze eer
tijds met muziek en dans geslotenheid, werd
verbroken. De Franse opera was geboren en
eiste zijn rechten op. Het oude hofballet was
na een kortstondige bloei uitgeput. De dans
kunst zou nieuwe vormen gaan aannemen.
JEAN, BAPTISTE, DE NAPOLITAAN
In 1652 ontmoette Lodewijk XIV de Napoli-
taan Jean Baptiste Lulli (16321687). Deze
springlevende Italiaan, waardig vertegenwoor
diger van de muzikale tradities van zijn ge
boortestad, was op 14-jarige leeftijd in Frankrijk
geïmporteerd. Hij werd zanger en violist in de
hofkapel van 's konings zuster. Hier merkt de
koning hem op en laat hem voortaan de festi
viteiten van het hof regelen. Dat was een
kolfje naar de hand van dc dienaar, die, be
halve violist, zanger en danser, vooral hoveling
was. Hij krijgt van de koning, die hem ver
eerde, de hoogste posten en hij wordt de vaste
leverancier van groots opgezette hoffeesten cn
eanavalspartijen. De muziekgeschiedenis ver
eeuwigde zijn naam als een geestig, gevat en
vrolijk componist.
COMEDIANT EN DANSEUR
Toen de ster van het hofballet begon te dalen,
verzette Lulli de bakens. Hij maakte kennis
met Molière, de grote toneelschrijver, die ook
in de omgeving van het hof personaia grata
was. Deze had ook grote belangstelling voor
muziek. In zijn eerste comedies waren zang
en dansstukken ingevoegd. Samen met Lulli
vindt hij een nieuwe formule: het comédie-bal-
let, een van de vroegere voorgangers van de
huidige operette. Samen hadden ze bij de Ita
liaanse comedianten, die overal kermissen en
jaarmarkten afliepen, het vak geleerd. Hun
samenwerking werd zeer vruchtbaar. Beiden
waren spirituele lieden, die op een voortreffe
lijke wijze aan de comedie van hun tijd ge
stalte gegeven hebben. Hun levenswarme
kunst gaf aan de aderverkalkte, oude hofkunst
nieuw bloed aan. Cr.
zwaar geteisterd. Alleen in de twee
laatst genoemde gewesten zouden vol
gens dr. Westendorp Boerma in „Twin
tig Eeuwen" wel twintigduizend men
sen zjjn omgekomen! Het volk was toen
toch al ontevreden wegens de werk
loosheid, de duurte en de dreiging van
nieuwe belastingdruk. De ellende, die
deze natuurramp daarbij voegde, maak
te de algemene toestand nog slechter
en zo werd deze Allerheiligenvloed
mede ooi-zaak, dat het verzet tegen
Spanje ook in het noorden algemeen
werd.
Eveneens in het begin van November
was de St. Felixvloed (5 November
1530) en de Cosmas- en Damianusvloed
(2 November 1532). Grote overstromin
gen vinden wy in de kronieken vermeld
in de jaren 1551, 1552 en 1557, De wa
tersnood van laatstgenoemd jaar maak
te practisch een einde aan het stadje
Reimerswaal in Zeeland: bij laag water
kan men er nog de overblijfselen van
vinden. Vele Zeeuwse edelen moeten
door die overstromingen volkomen ver
armd zijn en menige Zeeuwse boer, vis
ser of landarbeider zou nog van adel
lijke afkomst zijn.
ST. ELISABETHSVLOED
Een der verschrikkelijkste rampen,
«•elke water en wind in de Lage Landen
veroorzaakten, is echter wel de St. Eli-
sabethsvloed geweest. In de nacht van
18 op 19 November 1421 brak het door
de Noordwester opgezweepte water
door de dyken van de Grote of Zuidhol
landse Waard, overstroomde een groot
deel van de streek tussen Merwede en
Mark en spoelde hele dorpen weg. Een
oppervlakte van vijftigduizend hectaren
ging verloren. Waar eerst 64 dorpen en
gehuchten lagen, strekte zich een grote
watervlakte uit, tussen Oosterhout in
het zuiden en Werkendam in het noor
den, Putten in het westen en Heusden
in het oosten.
Zo ontstond onze Biesbosch met zyn
talryke eilandjes en kreken. „De twee
oude Hollandse steden Dordrecht en
Geertruidenberg waren door een zee
van meer dan tien uur gaans lengte en
meer dan twee uur breedte van elkaar
gescheiden", lezen we by dr. H. van
Velthoven in zijn werk „Noord-Brabant,
een gewest in opkomst". Volgens som
mige geschiedschi'ijvei's verloren toen
wel honderdduizend mensen het leven'.
Een verschrikkelijk hoog cijfer voor de
geringe bevolking van ons land in die
tijd. Diezelfde vloed vernielde ook de
duinen by Petten, welk gat later ge
dicht werd door de zgn. Hondsbosse
Zeewering.
Volgens een overlevering zou bij de
St. Elisabethsvloed slechts een kind ge
red zyn, een meisje, dat Beatrix heette.
Het sliep in haar wieg en werd zo door
de golven meegevoerd. Een kat, die
waarschijnlijk eveneens in de wieg te
slapen lag, hield het ongewone vaartuig
door haar angstige sprongen in even
wicht tot het vast raakte in de biezen
langs een djjk bij Dordi-echt. Daar werd
het kind door buurtbewoners ontdekt
en sindsdien moet die dijk de Kinder
dijk heten.
Het schynt, dat de St. Elisabethsvloed
met zijn verschrikkelijke gevolgen mo
gelijk werd door de slechte staat van
do waterkeringen. Deze zou veroorzaakt
zyn door de binnenlandse troebelen, die
ij uit onze geschiedenisboekjes kennen
als de twisten tussen de Hoeksen en de
Kabeljauwsen. In die beroerten was er
tijd noch geld voor het onderhoud der
zo hard nodige dijken. Door de heer
sende armoede werd ook de herwinning
van het ondergelopen land niet ter hand
genomen. De boeren uit liet land van
Altena verarmden zozeer, dat z\j rovers
benden vormden en zo plunderend door
het land trokken.
Ook later is ons land herhaaldelijk
geteisterd geweest door ernstige over
stromingen. Maar onze mensen lieten
zich door al de ellende, die deze ver
oorzaakten, niet ontmoedigen: altijd
opnieuw wierpen zij dammen op en leg
den zij dijken aan. Luetor et emergo!
En zal deze verbeten strijd niet blijven
duren zolang de zee dit land bespoelt?
De brede zeestromen in het zuidwesten
bly'ven een ernstige bedreiging voor
het lagere binnenland, dat van binnen
uit ook nog wordt aangevallen door re
genwater vanuit de lucht en kwelwater
vanuit de grond. Daarbij weten wij, dat
zeespiegel langzaam maar zeker
stijgt en dat de bodem van ons land
langzaam maar zeker wegzakt.
Voor wat de ernstigste bedreiging
e vanuit zee betreft, is de leus van
onze waterbouwkundigen „Sluit de
kust". Ook bij de springvloed van 1 Fe
bruari is immers het alles vernielend
wegspoelend zeewater door de grote
stromen van Zeeland het land binnen
gedrongen. Is de aanleg van de Afsluit
dijk door de Zuiderzee een eerste, be
langrijke stap in die richting?