NOODGEBIED Georganiseerde zelfstudie met grote geestdrift ontvangen .REPORTAGE Schaakrubriek m m m k i® fl n 41 m S3 m s 4 De Waarheid van Zaterdag 7 Februari 1953 ONZE auto jaagt het Zuiden in. door een ochtend van koude, gladheid en ijzelig maanlicht. Wij gaan de geteisterde gebieden tegemoet, over de grote rivierendoor ochtendlijke steden en dorpen, die ongedeerd en nog slaperig op hun beschermde gronden liggen. Het licht breekt door over Nederland en beschijnt het werk van duizenden mensen, die de normale dagelijkse ronde gaan verrichten. Is hier dan niets veranderd? Toch wel er zijn met ons een sleep van auto's en vracht wagens onderwegsommige gaan in dezelfde richting, zuidwestwaarts; andere komen daar vandaan. Zij hebben er helpende mensen en helpend materiaal gebracht en keren naar het veilige gebied terug, om meer hulp te halen En al sterker dringt zich de vraag aan ons op: hoe zal het daar ginder zijn? Het is nog niet mogelijk, zich een voorstelling te vormen van wat wij er zullen aantrefen, maar aan het nerveuze verkeer lezen wij de spanning af, die daar moet heersenwaar het water tijn verwoesting heeft aangericht; spanning en zorg en de dringende vraag om hulp. Wij zijn met z'n vieren; de chauffeur, die ons met vaste hand naar het nood- gebied stuurt, en met mij zijn nog twee kameraden, een Franse en een Italiaan se journalist naar Nederland gesneld, zodra hun het bericht van de schrik barende ramp heeft bereikt, waarin de zee het kleine land in het noorden ge dompeld heeft. Wij zeggen niet veel; af en toe een vraag over de streken die Wij passéren, een antwoord; allen ver keren in de sombere afwachting van hetgeen wij zullen zien. Verloren doortocht TJET is helder, zonnig weer, als wij na een lange rit in Bergen op Zoom aankomen. Wij zijn verlaat, wij hadden de boot naar Ierseke willen hebben. Een geslipte vrachtauto heeft ons voor Utrecht een kostbaar stuk tijd doen verliezen; de boot is weg en het is val lend tij als wij aan het haventje van de Brabantse stad staan; er zal geen nieu we boot zijn vóór de avond, zes of zeven uur Er is een gejaagde bedrijvigheid bij de kleine sluizen, mensen lopen in en uit het kantoortje van de haven meester, om te weten of zij nog over kunnen, en hoe, en wanneer. Militairen worden in bootjes geladen. Het woord „evacuatie" spookt in de atmosfeer. Losse draden van het weefsel, dat wij nog niet tot een patroon kunnen samen knopen. Wij moeten iets doen. Achter de havendammen hebben wij het zee water over de kustlanden zien spoelen, maar een verwoesting lijkt het nog niet, eerder een gewoon, door vals licht be schenen beeld van een waterrijke hol- landse winter Wij klampen iemand aan met een leren jekker en een uni formpet. Iersèke? Maar er is toch een weg over land? Een hand wijst ons naar een briefje, dat op het kantoor van de havenmeester geprikt zit, die ons geen uitsluitsel kon geven Ierseke is be reikbaar langs de dijkweg die rechts vóór Rilland afbuigt, zo meldt het briefje. Wij rijden al weer. Auto's en bussen langs de weg, die stijgt naar het beboste heuvelland bezuiden Bergen op Zoom. Alles ziet er nog steeds normaal uit en de mensen lijken geen vluchtelingen, maar alledaagse passagiers. Af en toe. in een gaping van het landschap, zien wij weer het ondergelopen buitenland. Wij zwenken de dijk op naar Zuid-Be veland. Een witgehelmde gedaante houdt ons tegen. Geen doorgang! Wij protesteren. Wij vertellen van het briefje op het havenkantoor De M.P. schudt het hoofd. De doorgang be staat niet meer; de dijk staat op door breken! Onze buitenlandse vrienden vertonen hun perskaarten. De man met de witte helm haalt de schouders op. Op uw eigen verantwoording dan en met_de_k&ps. dat uw auto daarginder vJvT^en nerT~Wïj~ lagen langs het ^chadigd stuk van de Zuid-Beve- dijk Rechts gorgelt het laat- water van de springvloed door grauwe voren van klei in de afvoerslo- ten. Bedorven landDe dijk stijgt snel. Een gedrang van auto's schijnt de geklommen horizon af te sluiten. Zand- 'zakken en ijzeren platen versperren het fietspad. Een motorrijder jaagt voorbij. Andere M.P.-ers duiken op en versper ren alle verdere doortocht. Wij kunnen uit een wereld van schrik en wee DOOR THEIJN DE VRIES I de auto aan de kant zetten en pools hoogte nemen, maar hier eindigt de rit Krabbendijke vlucht WIJ staan voor het begin van de overstroming. Rechts een modder- dijk, laag hurkende huizen. Links landen en boomgaarden diep in het leemgrijze water. Vlak voor ons uit zak ken rijweg en spoordijk weg in die brakke zee. Een vage verte van huisjes, toren, een verdronken straatweg, ken baar aan de rechte streep van naakte boomtoppen. En vlak bijons, opgehoopt langs de berm van de dijk, een rij stomme, levenloze beesten, koeien, var kens, een paard, opgezeuld uit die troos teloze watervlakte. Grijze, metalen wagen6 staan klaar om ze weg te halen. Mannen slaan haken in het levenloze vlees der gedierten, met kettingen hijst men ze in de vrachtwagens Dat zijn de dieren. En hoe is het niet de mensen? Er komen auto's met arbeiders, een andere met soldaten De MP-ers rijden af en aan met motorfietsen. Een huive rend groepje burgers staat naar de ver dronken weg te kijken. Vlak daarbij, aan de spoorberm, bevindt zich een rij bus sen. Wij lopen er naar toe. De beslagen ruiten laten eerst nauwelijks zien, wat zich daar binnen bevindt. Wij kijken het zijn vrouwen, oudjes, meisjes kinderen. Geëvacueerd, zegt een boerin met Zeeuwse kap en fluwelen omslagdoek. Ze heeft alleen een bundeltje op schoot. Uit Krabbendijke, Het dorp staat nog droog, maar de dijk houdt het denkelijk niet lang meer. Alleen de mannen zijn achtergebleven. Zij zitten in de bussen, de weggehaal- den. En zij zijn nog maar de eersten. De aanblik is zo troosteloos, dat wij het niet te lang verdragen: de vermoeide, glansloze gezichten, de kinderen die stil en gedrukt tegen de moeders hangen, de onnozele koffertjes en slopen met wat onontbeerlijke have. Wij keren terug naar de straatweg. Uit de watervlakte duikt een zonderling voertuig op. Het trekt een lange schuimljjn door het grauw. Het brengt de volgende lading. De duck kruipt moeizaam door het ver- :anken land kruipt ^yen moei :rand en zet zijn levende last af. Vijftienhonderd vrouwen, kinderen en ouden van dagen worden uit Krabben dijke gehaald. Met handjevollen. Drie ducks zwoegen heen en weer door het water, dat nog vijandiger lijkt nu de hemel met wolken betrekt. Lange tyd staan wij tussen de mensen, die met lad dertjes uit deze moderne reddingboten klauteren, of er, oud en ziek en over rompeld door de misère, uitgedragen worden. De eerste bussen rijden met hen KLINKKLARE ONZIN In de rubriek, waarin de verantwoording van de ISde reeks is gegeven, komt de op lossing voor van het probleem No. 90 van de componist C. S. Kissing. Bij deze oplossing wordt een opmerking van de heer J. v. u. Velde doorgegeven, die het probleem verge lijkt met een zelf-mat. In het vervolg heeft Uw medewerker, door een tot op heden nog onverklaarbare oorzaak, de commentaar van de heer Jessurun Lobo onjuist neergeschre ven. Van zelfmat ben ik over helpmat gaan echrijven. De onzin, welke onder de oplossing bii het diagram is geschreven, gelieve U als niet geschreven te beschouwen. Want... wit „helpt" zwart niet om de witte koning mat te zetten, wit „dwingt" zwart de witte koning mat te zetten. Over enige tijd zullen we het verschil tussen zelfmat en helpmat met enkele voorbeelden nog eens klinkklaar illustreren. Even noteren A. Wielinga: No. 88 en 89 goed. Saldo wordt 112. J. A. Dijstelberge: No. 90 goed. Saldo wordt 115. Opgave No. 91 De driezet van J, Houben is gunstig ont vangen en zeer goed gewaardeerd. De oplossing luidt: 1. Th8e8g5xf4 (h4)2, Tg3—g8. on- versch.; 3. TeSxb8± L góg4; 2. Lh4—dS, LbS onversch.; 3. LdS—c7(:)± Falende sleutelzetten: 1. Khl en 1. Kgl falen na: g4! 2. LdS. Leó. 3. 1. TfS, g4! 2. LdS. Le6l! 3. 1. Tc8, g42. Een volledige uitwerking van het probleem toont aan. dat de heer J. Houben op de goede weg is. Een mooie driezet! Goede oplossingen: J. v. d, Aa. Th. J. J. Blooker, A. J. Boer, J. v. d. Bos, R, Bosma, Jos Bosman. D. Bruin, J. Bruin. R. Dudink, J. A. Dijstel- berge. M. Dijstelberge, Esperantisto, J. G. van Exter, W. F. Gorree, G. v. d. Graaf. A. Halsema, IJ. Hoogstraten. A. v. d. Horst. J. Hoving. M. Joffer, J. C. Launspach, J. JJeisner, D. F. Metz. W. van Nobelen. Onderst0n. J. Raymakers. H. Rensburg. Houben, J. R. Jessurun Lobo, H. Rensburg. Th. Reulink, J. B. Servaas, M. Sluiter. D. Steensma, J. v. d. Velde, A. Wielinga, H. W. de Wilde. W. Zegwaard. F. Zeilstra en J. Zurhaar (allen twee punten). Opgave No. 92 De vierzet van Wolfgang Pauly is door velen onderschat. Niet minder dan 12 inzen dingen waren fout. We leggen U allereerst de interessante oplossing voor: 1. Ld7 dreigt 2. Pf7f 1Lg6. 2. Lc6, Le8. 3. Le4. e L Ldö. 2. Lc8. LgS. 3. Pd7t. e 1- 2Le6. 3. Le6:. c Niet (Hi): 1. Lf7 wegens 1Lc6, Lg«. Da2: TdSf TeS. Tg5. 2. Dd8:± 2. e8:P± 2. g5:± 2. Te6± 2. Dc3:± 2. Df3:± 2. Pd5± 2. Pe4± Goed opgelost door: F. Zeilstra. J. R. Jessurun Lobo, Bergs Gerhard, W. F. Gorree. J. Houben, W. van Nobelen, J. C. Launspach. J. Raymakers. J Bruin, D. Bruin. Th. P.eulink. A. Schrevank, M. Joffer, Esperantisto. R. Bosma. M. Slui ter. Th. J. J. Blooker. J. B. Servaas. Jos Bosman. A. Visbeen. G. M. v. a. Graaf. J. Hoving. IJ. Hoogstraten en C. P. Leeg water (allen 3 punten). Eenvoudige, maar goede kost uit eigen keuken Wat oplossers hierover schreven: ..De schaakrubriek wordt langzamerhand geheel in eigen beheer uitgevoerd": ..Er schijnen nog al wat bolle bozen onder de deelnemers te zitten. Eerst en steeds Jessu run Lobo, nu ook Houben en Bosma! Dat zulke ..knapen" even goed aan de ladder- wedstrijd deelnemen, doet Je deugd." Opgave No. 93, Bnsma's eersteling Vele woorden van waardering en bewonde ring heb ik over Bosma's eersteling mogen lezen. Een der oplossers zegt het zeer gees tig: ..Z'n eersteling? Nu. dat belooft wat!" Velen schreven: ..Wel eenvoudig, maar..." waar zij gaven de falende sleutelzet: 1. Dd7. De oplossing luidt: li He2—<12 (dreigt Deö±) Lc3t. Lf4t. Pf onv. Falende sleutelzetten: l Dd7 (dreigt De6 of f5±) faalt op Th6:l 1. pgo (dreigt Ph5±) faalt op L x D. De tweelingen van J. Houben „Schitterend!", dit ls de algemene reactie. „Houben heeft goede ideeën." Bosma over Houben: „Fantastisch mooi!" Tweeling ,.A". Opgave Nu. 94 De oplossing luidt: 1 n,Jtb2"rh8, K1>7xhS. 2. h6—h7. Kh8xh7. 3. Tbl—hl± Tweeling „B". Opgave No. 95 De oplossing luidt: 1- Tb2—-b7-+' a5—a4" 2' Ta3—1h2- Kh7—h8. 3. Goede oplossingen Nrs 93. 91 en 95: W. van Nobelen. A. Halse ma. Th. Reulink. R. Bosma. W. H. Sihom- bing. J. v d. Velde. H. Verbeek. IJ. Hoog straten. Bergs Gerhard. H. W. de Wilde. Jac, Kooter D F. Metz, A. Schrevank, J. A. Dijstelberge, J. R, Jessurun Lobo. M. Dijstel- berge, A, Visbeen, J. Meisner. B. E. Koning. S. Dijkstra. L. van Oosten. J. Houben. Espe rantisto. R. Dudink en G. Knubbel (allen in totaal 5 punten). Nrs 94 en 95: F. Zeilstra. J. F. van Rheenen. J. C. Raymakers. H. Boxem (allen in totaal 4 punten) Alleen No. 94: A. van Oosten, C. Torenvlled en C. P. Leegwater (allen één punt). Correspondentie: J. H. te A. Vanzelfsprekend geldt dén de bepaling niét. h, J. J. B. te A. Uw probleem zie Ik tegemoet. Denkt U er aan: met sleutelzet. dreiging en uitgewerkte varianten. Alles ;n een afzonderlijke brief, a.u.b. TER OPLOSSING Opgave No. 96 T. Taverner lste prijs Tenowine News THEUN DE VRIES weg. Andere nemen hun plaats in. Vrachtwagens met stro en bankjes vol gen. Tot vier maal zien wij toe, hoe de aangrijpende overlading zich herhaalt. Gered, ja. Maar elk van die volwassenen en kinderen schijnt in zwijgende ellende nog verbonden met het onzichtbare dorp, daar achter die overspoelde landen en boomtoppen. Wat is deze evacuatie? Gedwongen scheiding fatale onver mijdelijkheid, gepaard gaande aan be rusting. Niets is erger dan het oude, gebrekkige mannetje, dat door een paar soldaten in een auto getild wordt, niets verschrikkelijker dan het kleine kind in het. gummimanteltje, dat de moeder mét het rieten koffertje in de armen klemt en dat verbaasd om zich kijkt, omdat het niet weet, wat er gebeurt. En daarna? "Wordt Langs de bedreigde dijk. waarlangs geen passage meer is, komen nog tien tallen mensen te voet naar dit zenuw achtige verzamelpunt. Wfl zien ze niet, wij weten alleen dat ze onder de verre, nietige boompjes in de zeebocht lopen te worstelen. Voor ons uit schiet een wagen van de Gazet van Antwerpen hen tege moet, zo ver het gaat. Ook wij aarzelen niet langer: onze Italiaanse kameraad en de chauffeur springen in de wagen en volgen; nog andere personenauto's, tor nog toe tegengehouden, gaan mee. De MP wuift toestemmend: haal, wat er te redden is.En een half uur later helpen wij vijf mensen uit de wagen, een moeder met haar dochter en een jonge vrouw met twee kinderen, één er van, een baby van zes weken. In Ossendrecht bouwt men een nieu we kazerne. Die is evacuatiecentrum geworden. Voor het eerst hebben de ruime ge bouwen zin. Tussen groepjes militairen door ergens wordt de wacht in me chanische gedrildheid afgelost bren gen wtj de jonge vrouw en haar kinderen binnen. Haar twee oudsten zijn er al een opluchtend weerzien... Wij dragen de baby in haar mand zij krijst, als bespeurt zij alle misère van de vlucht naar de met honderden bedden vol gepropte slaapzaal. Oude mannetjes in Zeeuwse dracht, vrouwen met kappen, vrouwen in regenjassen, kinderen met tasjes over de schouder dringen door elkaar; Rode Kruis-helpsters slepen de kens aan. Deze evacuatie zal wel luk ken... Maar daarnet? De zorg zit diep in het gezicht van de kleine boer, die by ons een cigaretje staat te draaien. „Erg. erg", zegt hij, „en het ergste is nog, dat er nog mensen zijn die anderen bestelen... Bij ons op het eiland zijn plunderaars aan het werk geweest ook... Hoe is het mogelijk, bij al deze ellende?" Wij beginnen geen discussie met hem o^er een wereld, die de mensen opvoedt, wolf onder wolven te zijn. De werkelijk heid is een schrikbarende leermeesteres. Op deze momenten, nu de mens zich door de natuur verslagen ziet (wat nog iets anders is dan overwonnen) komen deugden en ondeugden nadrukkelijker aan de dag dan ooit. En de deugden overheersen, verreweg. Men bespeurt niet alleen de ellende, men ziet ook de hulpvaardigheid, die ze opvangt. Men bespeurt de wil tot redding, die uit heel Nederland in deze brandpunten samen komt en die nog lang niet voor de volle 100 pet wordt gebruikt. Uitgewiste grenzen '"TERUG naar Bergen op Zoom, met het voornemen, het droevige rijk van de watervloed ergens anders binnen te dringen. Maar het binnendringen is niet zo makkelijk. Men zou vloten moeten uitrusten, alsof het om een reusachtige kruisvaart ging... en men heeft slechts een begrensd aantal middelen. Wij. wil len zien, of wij Tholen kunnen bereiken. Maar als wy door Halstgren heen zijn en de Eendracht naderen," waar de verbln- dingsdijk loopt, zijn er geen Eendracht en geen dyk meer. De straatweg houdt plotseling op. De Brabantse kustlijn ein digt in een afgeknabbelde, ruige woes tenij, geplet riet, verstrooide natte zand zakken, blank gelopen erfjes en daar achter een watervlak zonder einde. Wat wij op Zuid-Beveland zagen, was omdat het overzicht allerwegen was afgesneden kinderspel naast de wil? dernis van water, die hier onaandoenlijk over West-Brabant klotst. De smalle richels van J leven. De gezwollen karkassen van dood vee dobberen tussen wilgenkruinen en toppen van rietkragen. Eenzame bootjes met soldaten en boeren kruisen over deze vlakte en slepen het dode vee weg, stoten de bodem -if naar de gezonkene... Wat zullen zij nog vinden? Wat zal de zee bloot geven, als het water straks zakt? Het is niet mogelijk, zich voor te stellen, hoe hier de razernij van de storm heeft huisgehouden, zelfs niet nu men de uitwerking met eigen ogen ziet. Boven de vlakte zoeven de schroef vleugels van helicopters. Wy horen ver halen van mensen, die, met riemen op de kleine insectachtige vliegtuigjes ge bonden, bij nacht en ontij over deze kleurloze zee in veiligheid zijn gebracht, maar ook van anderen, die. er aan han gend. in het water terugtuimelden en niet meer gezien zijn. Waar een bloeiend, rijk grasland zich uitstrekte, wiegelen nu de platte pontons van Franse genie troepen, met wie onze makkers uit het Zuiden zich in een wip verstaan, nu de buitenlanders zich gereed maken, aan- hangmotdren vast te schroeven en zich naar de verdronken boerderijen te be geven, om er weg te halen, wat nog redbaar isDe chauffeur en ik lopen tussen Fransen, Nederlanders, vluchte lingen en nieuwsgierigen, wij hebben onze waterlaarzen aangesjord, alles klotst hier op de laarzen. Van Halsteren rydt een colonne hulpwagens aan. Ver voor ons uit moet Tholen liggen; het is nog droog, zegt men. Maar daarachter weten wij het drama van Stavenisse, een tragedie van honderden doden, de toenemende dreiging der ondermijnde dijken, de spanningen tussen de drang om het leven te redden en de drang, zich zo lang mogelijk vast te klemmen aan dat, wat nog schijnbaar onaange tast staat Onuitsprekelijk T\AAR komt een carrier, een metalen reus, dreunend door het _\v*ter.'\HS Vomt va«- 1-«•c«ciia4&Se mmtai- rreu s-xvr.- onverdroten heen en weer. Zij brengen er materialen, kleren, levens middelen; in Tholen werken twee pos ten van het Rode Kruis. De carrier laadt Reeds tientallen deelnemers huiverende mensen uit; zwenkt, de aan hangwagen wordt reeds weer beladen, dit keer met houten palen. De bestuur der, een stevige jonge kerel met een leren jak, drinkt snel iets en bereidt zich alweer op een terugtocht voor. Wij klampen de kapitein aan, die naar wij horen met de volgende reis zal mee gaan: Neem ons mee! Hy wil er niet van horen. Ik duw hem mijn kaart van de PENclub, de internationale schry- versvereniglng, onder zjjn neus. Hij maakt een gelaten gebaarWij krui pen al op de carrier, die puft en dreunt. Enkele minuten later rijden wij over wat eens Tholen met het vasteland ver bond. Wij rijden door een. anderhalve meter water. De carrier maakt woeste golven, het schuim slaat ons tot het ge zicht, het is vuil en zilt; het is de kwade vrucht van de zee. Links en rechts, zo ver wij kunnen zien, breidt zich het rijk, dat de storm op vreedzame mensen heeft veroverd, uit. Men tracht met woorden weer te ge ven. wat men ziet. Het is in feite on uitsprekelijk. Een wereld van schrik en wee en daarmee is misschien alles gezegd. Een Nederlandse krant sprak gevoelvol van Gods adem, toen het nieuws van de ramp bekend werd, Ik weet niet, of het Gods adem was, die deze onheilen aanrichtte; in dat geval was het een naijverig God, en men zou als de primitieven op zyn best in deze verwildering de woede van een natuur- demon kunnen zien. Maar hoe ook, het is een godheid, die men moet temmen, met alle middelen en alle macht, want het wordt tijd, dat men tnplaats van mensen op mensen los te hitsen, alle menselijke energieën leert verenigen, om paal en perk te stellen aan de vij andschap van de zee en de wind. D' 1 Wüi Waterhei .rhcid" sthat er op een ver ons, by de opzet van de Zelfstudie, van grote betekenis. s /"\OK de vrouwen nemen aan de Zelf- Ktudip dppl F!n uit" ITrtr ep r», 11 ar. rl„ „Met genoegen las ik je artikel van Zaterdagavond Graas zou ik het scholingsmateriaal ontvangen. Ik kan deze kennis heel goed gebruiken bij het werk voor het behoud van de vrede 'J/' mw, '■MM i tb m m wm. - <Hff Wit: Kf3, Dh2. Tel. Te4. Lgl, Lhl. Pa2. pi c2. d2 en e6 (10 stukken). Zwart: Kd5, La5. Pb6. pi. c6. d7 en 16 (6 stukken). Wit begint en geelt in twee zetten mat. Oplossingen tot en met Zaterdag 14 Fe bruari 1953 te zenden aan de schnakredactie De Waarheid, Keizersgracht 324 te Amster dam (C), Nummer van de opgave, naam en volledig adres a.u.b. duidelijk op de b r 1 e f - kaart vermelden. Opgave van de sleutelzet is voldoende. Een vriendelijk verzoek U wordt vriendelijk doch dringend verzocht Uw oplossingen uitsluitend op een briefkaart in te zenden en niet per brief ln te dienen. Mag ik op aller medewerking rekenen? Bij voorbaat mijn dank. En t Wt Dat wil zeggen dat de 100ste opgave in het zicht komt. Dit zal een bijzondere opgave worden met extra prijzen. Er wordt in de eigen keuken reeds aan gewerkt. d. LEEDEN IJET besluit van het Dagelijks Bestuur Duidelijk blijkt het besef bij de ka- studie deel. En uit verschillende -LJ- van de Partij om de Zelfstudie te meraden. die ons schreven, dat het deel- brie.ven bïijkt> welke een uitstekende op- organiseren, is een goed besluit ge- nemen aan de georganiseerde Zelfstudie ^attin° er bestaat over de gTote bete- weest. Dit bewijzen ue tientallen aan- een grote mogelijkheid is om door het !cenis van de woorden van Lenin er vragen om ingeschreven te worden, verbeteren van hun kennis hun werk m welke direct reeds na het aitikel van de massa-organisaties te verbeteren en Ha try Verhey in De Waarheid van Za- zodoende grotere resulaten op het ge- terdag 24 Januari, bij ons binnen- bied van hun werk te behalen kwamen. in een andere brief lezen wij: Uit de brieven bleek de grote liefde voor de Partij en de vastbesloten wil om door het vernogen van de kennis van het Marxisme-Leninisme tot gro tere resultaten voor de Partij en de arbeidersklasse te komen. Wij willen uit de grote hoeveelheid brieven enkele gedeelten brengen, hP1^,ff/™Z ur u"~ waaruit het enthousiasme van de deel- beho?"ende bi.> een be" nemers blijkt en tevens hun grote inte- lr£°" g e" bloc voor bet resse in een goed georganiseerde Zelf- ï®S!rnDefn de bearing van het studie, welke tot uitdrukking kwam in f® f' studieplan „Het vraagstuk van het geven van vele aanwijzingen om u va beweg-ing deze georganiseerde Zelfstudie tot een M a betekems is de georgam- zo groot mogelijk succes te maken. seerde Zelfstudie voor hen. die door hun Een kameraad uit Kennemerland werkzaamheden verhinderd zijn om de juichte de maatregelen van de Partij J^se? va" ?e PartlJ biJ te wonen. D toe en wees in zijn brief op de grote bleek Ult de aanmelding van een nog enige goede aanwijzingen, waar betekenis, niet alleen voor onze Partij, kameraad Ult Winschoten. Hy schrijft over .wij haar nog persoonlijk zullen maar ook voor hen buiten de Partij, ons: schrijven. die aan de cursus kunnen deelnemen "Ue scholing by ons vindt Vrydags- Ook kader-cursisten van "de Partij en daardoor nog duidelijker de juistheid avonds plaats, terwijl de andere geven zich en bloc op. van onze politieke inzichten zullen leren scbolinS' m on3 Partijdistrict Woens- Opmerkelijk is, dat bij het grote aan- kennen. Hoe enthousiast de Partij zelf rea geert blijkt o.a. uit de aanmelding en bloc van deelnemers aan de afdelings vergadering van de Partij in Arnhem, welke zich allen als deelnemer aan de Zelfstudie lieten inschrijven. Niet alleen de jongere kameraden reageerden snel, ook ouderen. Wij citeren: „Met grote instemming heb ik het jl. Zaterdag gepubliceerde artikel van Harry Verhey gelezen Stalin, namely k: Dat geen practijk zonder theorie en geen theorie zonder practijk mogelijk is. Zo schreef een arbeidersvrouw ons in haar brief, waarin zij de Partij dank brengt: „Wij worden vermoeid, om die reden, dat wij vaak niet weten op een juiste manier leiding te geven. Goed, voor een communist is alles te leren en vooral uit het practische werk leren wij veel. Maar wy ver geten zo dikwijls de juiste manier van werken, wanneer wij heel veel werk te verrichten hebben. Daarom is het, dat ik de Zelfstudie van harte toejuich, omdat functionarissen, die hun werk in de massa-organisaties moeten verrichten (zij werkt name lijk in een vrouwen-organisatie), deze kennis zo hard nodig hebben." Daarna geeft ook deze kameraad dagavonds wordt gehouden. Daar ik tal deelnemende kameraden uit het verzekeringsagent ben en myn werk land het percentage voor Amsterdam vooral in de avonduren ligt. is het zo laag is. onmogelijk voor mij aan deze cursus- Opmerkelijk is hierbij ook, dat voor sen deel te nemen. Het is daarom, zover er uit Amsterdam i s gereageerd, dat ik mij door het ontbreken van de dit individueel is geweest en nog geen noodzakelijke kennis nogal eens on- aanmeldingen in Partijverband ons heb- zeker voel in myn Party werk. Daar- ben bereikt, om juich ik van harte de maatregel Wij verwachten echter, dat ons be- van liet Dagelijks Bestuur toe om mü langrijkste Partijdistrict hierin snel en zovele anderen op deze wijze in verandering zal brengen en met het- staat te stellen het Marxismezelfde enthousiasme, waarmede uit an- Leninisme te leren beheersen." dere delen van het land door de Partij- Zelfs uit het sanatorium „Zonne- districten op onze Zelfstudie wórdt Waarheid, betrekking hebbende op straal" bereikte ons een aanmelding gereageerd, het inschrijven der deel de verbetering van het theoretische voor het deelnemen van de Zelfstudie, nemers zal aanpakken! niveau van onze partijleden Ofschoon Deze kameraad komt ook met een reeks Binnen slechts enkele weken zal ons ik reeds meer dan 30 jaar tot de zo- van vragen en opmerkingen, die ge- eerste studieplan worden gepubliceerd genaamde Zelfstudie-beoefenaars be- tuigen van een grote mteresse en een Laten allen, die aan de georganiseerde warme wil om bjj een goede doorvoe- Zelfstudie willen deelnemen, zich via ring van de Zelfstudie behulpzaam te de Partij of door middel van onze zÜn- Partijpers melden, zodat wij in staat De problemen, welke hij aan de orde zijn hun alle verdere gegevens hiervoor stelt, zyn van technische aard en voor toe te zenden. hoor, geef ik mij met groot enthou siasme als deelnemer op, omdat een communist nooit te oud is om te le ren." Deze oudere makker sluit dan een voorbeeld van scholingsmateriaal in van de Marxistische Arbeidersschool, welke voor de oorlog theoretisch ma teriaal verstrekte en scholingscursussen organiseerde. JMJET alleen bleek de interesse voor de Zelfstudie uit het aantal inschrij vingen, maar zij die schreven werden tegelijkertijd propagandist zo lezen wij in een aanmelding van een havenarbei der uit Amsterdam „Ik hoop. dat deze wijze van scho ling door een grote deelname zal slagen en geef mij hierbij op a!s deel nemer aan deze cursus Ik zal mij nentwege mijn best doen zoveel mogelijk partijgenoten en sympathi- serenden voor deze cursus te interes seren." NEEMT DEEL AAN DE GEORGANISEERDE ZELFSTUDIE! Het eerste Studieplan „Het vraagstuk van de vakbeweging" wordt binnen kort gepubliceerd en aan de ingeschreven deelnemers toegezonden Ondergetekende: Adres: Plaats: geeft zich op als deelnemer aan de Zelfstudie en verzoekt hem verden gegevens toe te zenden. Datum: Handtekening: S.V.P. INVULLEN MET BLOKLETTERS zakt hek, dat zich amechtig uit het water rekt. De boerderij daarachter ligt hol, het water klotst er in en weer uit. In de kruinen van de overspoelde boomgaard hangen wier en stro. Zo hoog was het water op de fatale Zondag, de eerste Februari. Een dode koe dobbert bij een ingezakte schuur. Een gevel staat nog met holle kozijnen midden in het schuim. Een ander huis is pal doormidden gesneden. Een geel bordje steekt boven het water uit: Bushalte. Er is geen bus. geen weg en geen passagier meer. Van sommige huizen ziet men alleen dakbinten en riet op het water dry ven; van het an dere de opgewrikte houten vloer. De rest spoelt ergens in de kilometerwijdte. In een kleine boerenbehuizing staat een man tot de heupen In het water en zoekt wat er van zijn inboedel over is. Hij wuift de soldaten van de carrier toe. Wij passeren weer pontons: andere mi litairen vissen met lange haken; hun armzalige vangst ligt op de platte bo dem: een lamp met een versplinterde bol, een stuk van een naaimachine schilderijtjes, een soepterrine. Hoeveel mensen zijn in de gapende leegte van hun eigen huizen weggezonken Hoeveel kinderen op de vlucht blijven hangen ln het prikkeldraad, dat hier en daar uit óp vloed steekt Wat is er gedacht, wat nog gehoopt, toen mensen zich te vroeg terug waagden, om te kijken, wat er van hun boeltje geworden was en nog door de vloed verrast werden? Ue zee heeft allen bedolven. De macht van het alledaagse W/'ONDERLIJK, dat na deze waterhei nog een weg onder de rupsbanden van de carrier opstijgt, dat wij weer droge grond onder de voeten krijgen. Tholen. Het nog gespaarde Tholen maar aan alle kanten geknaagd en bespoeld. rietbossen. balken, drijvende dode dierenAan de kant van de weg een omver gestorte militaire auto, het achterstuk in de baren. Huiverende mensen, die het uitladen van de carrier blijkbaar volgen, alsof dit contact met het vasteland een zekerheid geeft aan hun sombere gedachten. Bij mij stond het water Zondag tot de stoep, zegt een vrouw in haar Zeeuws dialect. Zij zegt het met een zucht, en men raadt haar angst: wat. als ook de laatste waterkering voor de stad breekt Reeds hobbelt de machtige carrier over de brug, onder het booglicht door, dat weer somber ln de sombere middag gloort, nu de militairen noodkabeis door de bomen naar het eiland hebben geslagen, en wurmt zich over de dyk heen het stadje in. om de laatste vracht af te leveren: kleren en blikjes met le vensmiddelen voor het Rode Kruis. Want het gaat met mondjesmaat op Tholen. en rnen heeft ons bij voorbaa' v erboden eetwaar te kopen, dat immers de inheemse bevolking zou worden ont trokkenEen wonderlijk gevoel be vangt mij, als wy de smalle straatjes mdreunen: Men zou verwachten, dat al wat hier leeft, of wat hier al geëva cueerd zit, het binnenshuis niet kon uit houden, dat wij rennende en pratende en samenschuilende mensen zouden zien. Niets van dit alles. Het is stil op straat, er spelen wat kinderen, een vrouw doet .boodschappen, een brood- venter duwt zjjn blauwgeschïlderd kar retje langs de deuren der klanten en reikt het brood in een mandje naar bin nenZo sterk is dus de drang tot hei volhouden van de schijn der allesdaags- heid! Bij een raam zit een poes en poetst haar snorren op, en het kind. dal achter het glas naar ons stalen vervoer middel opkijkt, wuift en breit rustig verder Geen handen genoeg VyiJ zijn maar enkele minuten op Tholen. De onvermoeibare soldaten Het is gelukkig geen kind, dat hier temidden van de door het nietsontziende i stormgeweld veroorzaakte i chaos ter neer ligt. Maar tragisch blijft deze aanblik van een stuk kinderspeel- goed, een schrijnend beeld van de ramp, die ons volk heeft getroffen. sommigen van hen hebben in nachten niet geslapen keren al weer naar het vasteland terug. Wij hebben pas sagiers: moeders met kinderen, die naar familie trekken. Wij rijden opnieuw door de zeewoestijn en haar afschuwelijke wrakken. En zien terug, naar Tholen, naar de verten, waarin wij weten van talloze stadjes en dorpen, waar men nog leeft en wacht, waar de onvoorstelbare ramp zich uitbreidt, een traag van kwaad-tot-ergerDaar moeten an dere bootjes dobberen, motorboten krui sen, rubberbanden worden uitgeworpen, helicopters dalen en mensen weghalen; daar zijn de schilfers land, de over spoelde zolders, waarop soms nog kin deren worden geboren! Daar werken volhardende kerels en arbeidsploegen aan het dichten van de zwetende en krakende dijken, en siepelt de golf van vluchtelingen, langs de wonderlijkste wegen, naar de veiligheid. En er zyn nog lang en lang geen handen genoeg! Wij nemen afscheid van de militairen: ze hebben nauwelijks tijd, ons nog een keer toe te knikken. Een zware kraan wagen sleept een verzonken boot uit de zoutzee naast de weg. Politie ver drijft de nieuwsgierigen, die de smalle doortocht dreigen te versperren. Wij zien geen deod vee meer; het schym al weggesleept te zijn. Onze buitenland se vrienden komen nat en verkleumd met de Fransen terug: het gaat sche meren, men kan niets meer zien in de zwarte wrakken der overspoelde boe renwoningen. De zee geïnviteerd .Er is een bescheiden komen en gaan in Het Locomotiefke ie Bergen op Zoom, waar wij het contact met de wereld hernemen. Onze Italiaanse vriend zoekt via het zwaar belaste telefoonnet ver binding met zijn redactie in Milaan, wat uren van afwachting vergt. Onze Franse makker pikt een Belgische auto op en vertrekt; hij zal wel thuis komen voor morgen, zegt hij. Wij luisteren naar wat de komende en gaande man in het café heeft te vertellen. Een be roepsmilitair zwetst over het materiaal der Amerikanen: wat er mee gedaan is, horen wij niet precies. Een ambtelijk, oud meneertje achter de kachel schudt het hoofd, als iemand over de plunde raars begint; men zegt, dat er al een der parasieten door soldaten is berecht op de plek van zijn misdrijf. Een paar biljarters betuigen luidkeels bijval Wij spreken over de toestand van de dijken Misschien ligt het niet zozeer aan de dijken en aan Waterstaat, oppert hel keurige oude heertje, maar men heeft al jaren verzuimd het enige plan uit te voeren, dat ons land voor het water kan redden.. De kustlijn recht trekken! Geld. noch moeiten sparen om het water uit te sluiten' Weet U, wat men gedaan heeft met a'l die open ga ten? Men heeft de zee geïnviteerd' Volkskracht staat klaar! A, men heeft de zee geïnviteerd, en J deze heeft niet alleen de toegestoken pink, maar de hele hand, het volledige licnaam genomen En wij beseffen, dat het de hoogste tijd is om alle krachten van het Nederlandse volk. die daartoe klaar staan, in de strijd te werpen, om de kans op rampen als deze'van Febru ari 1.953 voorgoed uit te bannen. Onze volkskracht is daartoe sterk genoeg, hulpvaardige Fransen en Amerikaans technisch vertoon ten spijt Nederland moet in de eerste pla.its Nederland hel pen en men moei het daai in de vol ledige mate de gelegenheid toe bieden. Niet alleen de solidariteit der enke lingen moet voor de redding worden gebruikt, maar de staatsbeurs zelf. Met millioenen moet men de gaten dichten, om menselijk leven en welvaart te be houden. in plaats van ze weg te smijten in het oorlogsvat. dat nooit vol komt. Dat men de denkbeeldige gevaren ein delijk eens laat voor wat ze zijn- Her senschimmen en propaganda en zorgt dat de verschrikkingen van de bestaan de werkelijkheid in de toekomst on mogelijk worden Zo iets heet regeren. .Het sneeuwt, het regent, het mist, als wij terugkeren Hulpcolonnes komen ons al weer tegemoet in de diepe nacht. Wij suizen over de perfecte wegen van het snelverkeer Ja. wij zijn trots de eladheid op behouden bodem Hoevelen kunnen het zeggen? Wij komen thuis wij draaien het lichtknopje aan en de lamD brandt: wij openen de kraan en hebben drinkwater; wij steken een geyser aan en kunnen ons wassen Hne- velen hebben al deze vanz»lf=n,mkpnrie gemakken des levens verloren en schreeuwen in de barre duisternis om hulp? De hulp moet en zal komen sneller, grondiger, veelomvattender De doden kunnen niet meer tot leven worden ge wekt, maar de levenden kunnen veiliger Nederland voor Nederlanders bouwen Met man en macht, geleid door mensen met waarachtige verantwoorde- 'tjkheid.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 3