NOODGEBIED
Georganiseerde zelfstudie
met grote geestdrift ontvangen
.REPORTAGE
Schaakrubriek
m
m
m
k
i®
fl
n
41
m
S3
m
s
4
De Waarheid van Zaterdag 7 Februari 1953
ONZE auto jaagt het Zuiden in. door een ochtend van koude, gladheid en ijzelig maanlicht.
Wij gaan de geteisterde gebieden tegemoet, over de grote rivierendoor ochtendlijke steden en
dorpen, die ongedeerd en nog slaperig op hun beschermde gronden liggen. Het licht breekt door
over Nederland en beschijnt het werk van duizenden mensen, die de normale dagelijkse ronde gaan
verrichten. Is hier dan niets veranderd? Toch wel er zijn met ons een sleep van auto's en vracht
wagens onderwegsommige gaan in dezelfde richting, zuidwestwaarts; andere komen daar vandaan.
Zij hebben er helpende mensen en helpend materiaal gebracht en keren naar het veilige gebied
terug, om meer hulp te halen En al sterker dringt zich de vraag aan ons op: hoe zal het daar
ginder zijn? Het is nog niet mogelijk, zich een voorstelling te vormen van wat wij er zullen aantrefen,
maar aan het nerveuze verkeer lezen wij de spanning af, die daar moet heersenwaar het water
tijn verwoesting heeft aangericht; spanning en zorg en de dringende vraag om hulp.
Wij zijn met z'n vieren; de chauffeur,
die ons met vaste hand naar het nood-
gebied stuurt, en met mij zijn nog twee
kameraden, een Franse en een Italiaan
se journalist naar Nederland gesneld,
zodra hun het bericht van de schrik
barende ramp heeft bereikt, waarin de
zee het kleine land in het noorden ge
dompeld heeft. Wij zeggen niet veel; af
en toe een vraag over de streken die
Wij passéren, een antwoord; allen ver
keren in de sombere afwachting van
hetgeen wij zullen zien.
Verloren doortocht
TJET is helder, zonnig weer, als wij
na een lange rit in Bergen op Zoom
aankomen. Wij zijn verlaat, wij hadden
de boot naar Ierseke willen hebben. Een
geslipte vrachtauto heeft ons voor
Utrecht een kostbaar stuk tijd doen
verliezen; de boot is weg en het is val
lend tij als wij aan het haventje van de
Brabantse stad staan; er zal geen nieu
we boot zijn vóór de avond, zes of zeven
uur Er is een gejaagde bedrijvigheid
bij de kleine sluizen, mensen lopen in
en uit het kantoortje van de haven
meester, om te weten of zij nog over
kunnen, en hoe, en wanneer. Militairen
worden in bootjes geladen. Het woord
„evacuatie" spookt in de atmosfeer.
Losse draden van het weefsel, dat wij
nog niet tot een patroon kunnen samen
knopen. Wij moeten iets doen. Achter
de havendammen hebben wij het zee
water over de kustlanden zien spoelen,
maar een verwoesting lijkt het nog niet,
eerder een gewoon, door vals licht be
schenen beeld van een waterrijke hol-
landse winter Wij klampen iemand
aan met een leren jekker en een uni
formpet. Iersèke? Maar er is toch een
weg over land? Een hand wijst ons naar
een briefje, dat op het kantoor van de
havenmeester geprikt zit, die ons geen
uitsluitsel kon geven Ierseke is be
reikbaar langs de dijkweg die rechts
vóór Rilland afbuigt, zo meldt het
briefje.
Wij rijden al weer. Auto's en bussen
langs de weg, die stijgt naar het beboste
heuvelland bezuiden Bergen op Zoom.
Alles ziet er nog steeds normaal uit en
de mensen lijken geen vluchtelingen,
maar alledaagse passagiers. Af en toe.
in een gaping van het landschap, zien
wij weer het ondergelopen buitenland.
Wij zwenken de dijk op naar Zuid-Be
veland. Een witgehelmde gedaante
houdt ons tegen. Geen doorgang!
Wij protesteren. Wij vertellen van het
briefje op het havenkantoor De M.P.
schudt het hoofd. De doorgang be
staat niet meer; de dijk staat op door
breken! Onze buitenlandse vrienden
vertonen hun perskaarten. De man met
de witte helm haalt de schouders op.
Op uw eigen verantwoording dan
en met_de_k&ps. dat uw auto daarginder
vJvT^en nerT~Wïj~ lagen langs het
^chadigd stuk van de Zuid-Beve-
dijk Rechts gorgelt het laat-
water van de springvloed door
grauwe voren van klei in de afvoerslo-
ten. Bedorven landDe dijk stijgt
snel. Een gedrang van auto's schijnt de
geklommen horizon af te sluiten. Zand-
'zakken en ijzeren platen versperren het
fietspad. Een motorrijder jaagt voorbij.
Andere M.P.-ers duiken op en versper
ren alle verdere doortocht. Wij kunnen
uit een wereld van
schrik en wee
DOOR THEIJN DE VRIES
I
de auto aan de kant zetten en pools
hoogte nemen, maar hier eindigt de rit
Krabbendijke vlucht
WIJ staan voor het begin van de
overstroming. Rechts een modder-
dijk, laag hurkende huizen. Links
landen en boomgaarden diep in het
leemgrijze water. Vlak voor ons uit zak
ken rijweg en spoordijk weg in die
brakke zee. Een vage verte van huisjes,
toren, een verdronken straatweg, ken
baar aan de rechte streep van naakte
boomtoppen. En vlak bijons, opgehoopt
langs de berm van de dijk, een rij
stomme, levenloze beesten, koeien, var
kens, een paard, opgezeuld uit die troos
teloze watervlakte. Grijze, metalen
wagen6 staan klaar om ze weg te halen.
Mannen slaan haken in het levenloze
vlees der gedierten, met kettingen hijst
men ze in de vrachtwagens
Dat zijn de dieren. En hoe is het niet
de mensen?
Er komen auto's met arbeiders, een
andere met soldaten De MP-ers rijden
af en aan met motorfietsen. Een huive
rend groepje burgers staat naar de ver
dronken weg te kijken. Vlak daarbij, aan
de spoorberm, bevindt zich een rij bus
sen. Wij lopen er naar toe. De beslagen
ruiten laten eerst nauwelijks zien, wat
zich daar binnen bevindt. Wij kijken
het zijn vrouwen, oudjes, meisjes
kinderen.
Geëvacueerd, zegt een boerin met
Zeeuwse kap en fluwelen omslagdoek.
Ze heeft alleen een bundeltje op schoot.
Uit Krabbendijke, Het dorp staat nog
droog, maar de dijk houdt het denkelijk
niet lang meer. Alleen de mannen zijn
achtergebleven.
Zij zitten in de bussen, de weggehaal-
den. En zij zijn nog maar de eersten.
De aanblik is zo troosteloos, dat wij het
niet te lang verdragen: de vermoeide,
glansloze gezichten, de kinderen die stil
en gedrukt tegen de moeders hangen,
de onnozele koffertjes en slopen met wat
onontbeerlijke have. Wij keren terug
naar de straatweg. Uit de watervlakte
duikt een zonderling voertuig op. Het
trekt een lange schuimljjn door het
grauw. Het brengt de volgende lading.
De duck kruipt moeizaam door het ver-
:anken land kruipt ^yen moei
:rand en zet zijn levende last af.
Vijftienhonderd vrouwen, kinderen en
ouden van dagen worden uit Krabben
dijke gehaald. Met handjevollen. Drie
ducks zwoegen heen en weer door het
water, dat nog vijandiger lijkt nu de
hemel met wolken betrekt. Lange tyd
staan wij tussen de mensen, die met lad
dertjes uit deze moderne reddingboten
klauteren, of er, oud en ziek en over
rompeld door de misère, uitgedragen
worden. De eerste bussen rijden met hen
KLINKKLARE ONZIN
In de rubriek, waarin de verantwoording
van de ISde reeks is gegeven, komt de op
lossing voor van het probleem No. 90 van de
componist C. S. Kissing. Bij deze oplossing
wordt een opmerking van de heer J. v. u.
Velde doorgegeven, die het probleem verge
lijkt met een zelf-mat. In het vervolg heeft
Uw medewerker, door een tot op heden nog
onverklaarbare oorzaak, de commentaar van
de heer Jessurun Lobo onjuist neergeschre
ven. Van zelfmat ben ik over helpmat gaan
echrijven. De onzin, welke onder de oplossing
bii het diagram is geschreven, gelieve U als
niet geschreven te beschouwen. Want... wit
„helpt" zwart niet om de witte koning mat
te zetten, wit „dwingt" zwart de witte koning
mat te zetten. Over enige tijd zullen we het
verschil tussen zelfmat en helpmat met enkele
voorbeelden nog eens klinkklaar illustreren.
Even noteren
A. Wielinga: No. 88 en 89 goed. Saldo wordt
112. J. A. Dijstelberge: No. 90 goed. Saldo
wordt 115.
Opgave No. 91
De driezet van J, Houben is gunstig ont
vangen en zeer goed gewaardeerd.
De oplossing luidt:
1. Th8e8g5xf4 (h4)2, Tg3—g8. on-
versch.; 3. TeSxb8±
L góg4; 2. Lh4—dS, LbS onversch.;
3. LdS—c7(:)±
Falende sleutelzetten:
1. Khl en 1. Kgl falen na: g4! 2.
LdS. Leó. 3.
1. TfS, g4! 2. LdS. Le6l! 3.
1. Tc8, g42.
Een volledige uitwerking van het probleem
toont aan. dat de heer J. Houben op de
goede weg is. Een mooie driezet!
Goede oplossingen:
J. v. d, Aa. Th. J. J. Blooker, A. J. Boer,
J. v. d. Bos, R, Bosma, Jos Bosman. D.
Bruin, J. Bruin. R. Dudink, J. A. Dijstel-
berge. M. Dijstelberge, Esperantisto, J. G.
van Exter, W. F. Gorree, G. v. d. Graaf.
A. Halsema, IJ. Hoogstraten. A. v. d. Horst.
J. Hoving. M. Joffer, J. C. Launspach, J.
JJeisner, D. F. Metz. W. van Nobelen.
Onderst0n. J. Raymakers. H. Rensburg.
Houben, J. R. Jessurun Lobo, H. Rensburg.
Th. Reulink, J. B. Servaas, M. Sluiter. D.
Steensma, J. v. d. Velde, A. Wielinga, H.
W. de Wilde. W. Zegwaard. F. Zeilstra en
J. Zurhaar (allen twee punten).
Opgave No. 92
De vierzet van Wolfgang Pauly is door
velen onderschat. Niet minder dan 12 inzen
dingen waren fout. We leggen U allereerst
de interessante oplossing voor:
1. Ld7 dreigt 2. Pf7f
1Lg6. 2. Lc6, Le8. 3. Le4. e
L Ldö. 2. Lc8. LgS. 3. Pd7t. e
1- 2Le6. 3. Le6:. c
Niet (Hi): 1. Lf7 wegens 1Lc6,
Lg«. Da2:
TdSf
TeS.
Tg5.
2. Dd8:±
2. e8:P±
2. g5:±
2. Te6±
2. Dc3:±
2. Df3:±
2. Pd5±
2. Pe4±
Goed opgelost door:
F. Zeilstra. J. R.
Jessurun Lobo, Bergs
Gerhard, W. F. Gorree. J. Houben, W. van
Nobelen, J. C. Launspach. J. Raymakers. J
Bruin, D. Bruin. Th. P.eulink. A. Schrevank,
M. Joffer, Esperantisto. R. Bosma. M. Slui
ter. Th. J. J. Blooker. J. B. Servaas. Jos
Bosman. A. Visbeen. G. M. v. a. Graaf.
J. Hoving. IJ. Hoogstraten en C. P. Leeg
water (allen 3 punten).
Eenvoudige, maar goede kost uit eigen keuken
Wat oplossers hierover schreven:
..De schaakrubriek wordt langzamerhand
geheel in eigen beheer uitgevoerd": ..Er
schijnen nog al wat bolle bozen onder de
deelnemers te zitten. Eerst en steeds Jessu
run Lobo, nu ook Houben en Bosma! Dat
zulke ..knapen" even goed aan de ladder-
wedstrijd deelnemen, doet Je deugd."
Opgave No. 93, Bnsma's eersteling
Vele woorden van waardering en bewonde
ring heb ik over Bosma's eersteling mogen
lezen. Een der oplossers zegt het zeer gees
tig: ..Z'n eersteling? Nu. dat belooft wat!"
Velen schreven: ..Wel eenvoudig, maar..."
waar zij gaven de falende sleutelzet: 1. Dd7.
De oplossing luidt:
li He2—<12 (dreigt Deö±)
Lc3t.
Lf4t.
Pf onv.
Falende sleutelzetten:
l Dd7 (dreigt De6 of f5±) faalt op Th6:l
1. pgo (dreigt Ph5±) faalt op L x D.
De tweelingen van J. Houben
„Schitterend!", dit ls de algemene reactie.
„Houben heeft goede ideeën." Bosma over
Houben: „Fantastisch mooi!"
Tweeling ,.A". Opgave Nu. 94
De oplossing luidt:
1 n,Jtb2"rh8, K1>7xhS. 2. h6—h7. Kh8xh7. 3.
Tbl—hl±
Tweeling „B". Opgave No. 95
De oplossing luidt:
1- Tb2—-b7-+' a5—a4" 2' Ta3—1h2- Kh7—h8. 3.
Goede oplossingen
Nrs 93. 91 en 95: W. van Nobelen. A. Halse
ma. Th. Reulink. R. Bosma. W. H. Sihom-
bing. J. v d. Velde. H. Verbeek. IJ. Hoog
straten. Bergs Gerhard. H. W. de Wilde. Jac,
Kooter D F. Metz, A. Schrevank, J. A.
Dijstelberge, J. R, Jessurun Lobo. M. Dijstel-
berge, A, Visbeen, J. Meisner. B. E. Koning.
S. Dijkstra. L. van Oosten. J. Houben. Espe
rantisto. R. Dudink en G. Knubbel (allen
in totaal 5 punten).
Nrs 94 en 95: F. Zeilstra. J. F. van Rheenen.
J. C. Raymakers. H. Boxem (allen in totaal
4 punten)
Alleen No. 94: A. van Oosten, C. Torenvlled
en C. P. Leegwater (allen één punt).
Correspondentie:
J. H. te A. Vanzelfsprekend geldt dén de
bepaling niét.
h, J. J. B. te A. Uw probleem zie Ik
tegemoet. Denkt U er aan: met sleutelzet.
dreiging en uitgewerkte varianten. Alles ;n
een afzonderlijke brief, a.u.b.
TER OPLOSSING
Opgave No. 96
T. Taverner
lste prijs Tenowine News
THEUN DE VRIES
weg. Andere nemen hun plaats in.
Vrachtwagens met stro en bankjes vol
gen. Tot vier maal zien wij toe, hoe de
aangrijpende overlading zich herhaalt.
Gered, ja. Maar elk van die volwassenen
en kinderen schijnt in zwijgende ellende
nog verbonden met het onzichtbare dorp,
daar achter die overspoelde landen en
boomtoppen. Wat is deze evacuatie?
Gedwongen scheiding fatale onver
mijdelijkheid, gepaard gaande aan be
rusting. Niets is erger dan het oude,
gebrekkige mannetje, dat door een paar
soldaten in een auto getild wordt, niets
verschrikkelijker dan het kleine kind in
het. gummimanteltje, dat de moeder
mét het rieten koffertje in de armen
klemt en dat verbaasd om zich kijkt,
omdat het niet weet, wat er gebeurt.
En daarna?
"Wordt
Langs de bedreigde dijk. waarlangs
geen passage meer is, komen nog tien
tallen mensen te voet naar dit zenuw
achtige verzamelpunt. Wfl zien ze niet,
wij weten alleen dat ze onder de verre,
nietige boompjes in de zeebocht lopen te
worstelen. Voor ons uit schiet een wagen
van de Gazet van Antwerpen hen tege
moet, zo ver het gaat. Ook wij aarzelen
niet langer: onze Italiaanse kameraad
en de chauffeur springen in de wagen
en volgen; nog andere personenauto's,
tor nog toe tegengehouden, gaan mee.
De MP wuift toestemmend: haal, wat
er te redden is.En een half uur
later helpen wij vijf mensen uit de
wagen, een moeder met haar dochter en
een jonge vrouw met twee kinderen,
één er van, een baby van zes weken.
In Ossendrecht bouwt men een nieu
we kazerne. Die is evacuatiecentrum
geworden.
Voor het eerst hebben de ruime ge
bouwen zin. Tussen groepjes militairen
door ergens wordt de wacht in me
chanische gedrildheid afgelost bren
gen wtj de jonge vrouw en haar kinderen
binnen. Haar twee oudsten zijn er al
een opluchtend weerzien... Wij dragen
de baby in haar mand zij krijst, als
bespeurt zij alle misère van de vlucht
naar de met honderden bedden vol
gepropte slaapzaal. Oude mannetjes in
Zeeuwse dracht, vrouwen met kappen,
vrouwen in regenjassen, kinderen met
tasjes over de schouder dringen door
elkaar; Rode Kruis-helpsters slepen de
kens aan. Deze evacuatie zal wel luk
ken... Maar daarnet? De zorg zit diep
in het gezicht van de kleine boer, die
by ons een cigaretje staat te draaien.
„Erg. erg", zegt hij, „en het ergste is
nog, dat er nog mensen zijn die anderen
bestelen... Bij ons op het eiland zijn
plunderaars aan het werk geweest ook...
Hoe is het mogelijk, bij al deze ellende?"
Wij beginnen geen discussie met hem
o^er een wereld, die de mensen opvoedt,
wolf onder wolven te zijn. De werkelijk
heid is een schrikbarende leermeesteres.
Op deze momenten, nu de mens zich
door de natuur verslagen ziet (wat nog
iets anders is dan overwonnen) komen
deugden en ondeugden nadrukkelijker
aan de dag dan ooit. En de deugden
overheersen, verreweg. Men bespeurt
niet alleen de ellende, men ziet ook de
hulpvaardigheid, die ze opvangt. Men
bespeurt de wil tot redding, die uit heel
Nederland in deze brandpunten samen
komt en die nog lang niet voor de volle
100 pet wordt gebruikt.
Uitgewiste grenzen
'"TERUG naar Bergen op Zoom, met
het voornemen, het droevige rijk van
de watervloed ergens anders binnen te
dringen. Maar het binnendringen is niet
zo makkelijk. Men zou vloten moeten
uitrusten, alsof het om een reusachtige
kruisvaart ging... en men heeft slechts
een begrensd aantal middelen. Wij. wil
len zien, of wij Tholen kunnen bereiken.
Maar als wy door Halstgren heen zijn en
de Eendracht naderen," waar de verbln-
dingsdijk loopt, zijn er geen Eendracht
en geen dyk meer. De straatweg houdt
plotseling op. De Brabantse kustlijn ein
digt in een afgeknabbelde, ruige woes
tenij, geplet riet, verstrooide natte zand
zakken, blank gelopen erfjes en daar
achter een watervlak zonder einde.
Wat wij op Zuid-Beveland zagen, was
omdat het overzicht allerwegen was
afgesneden kinderspel naast de wil?
dernis van water, die hier onaandoenlijk
over West-Brabant klotst. De smalle
richels van J
leven. De gezwollen karkassen van dood
vee dobberen tussen wilgenkruinen en
toppen van rietkragen. Eenzame bootjes
met soldaten en boeren kruisen over
deze vlakte en slepen het dode vee weg,
stoten de bodem -if naar de gezonkene...
Wat zullen zij nog vinden? Wat zal
de zee bloot geven, als het water straks
zakt? Het is niet mogelijk, zich voor te
stellen, hoe hier de razernij van de
storm heeft huisgehouden, zelfs niet nu
men de uitwerking met eigen ogen ziet.
Boven de vlakte zoeven de schroef
vleugels van helicopters. Wy horen ver
halen van mensen, die, met riemen op
de kleine insectachtige vliegtuigjes ge
bonden, bij nacht en ontij over deze
kleurloze zee in veiligheid zijn gebracht,
maar ook van anderen, die. er aan han
gend. in het water terugtuimelden en
niet meer gezien zijn. Waar een bloeiend,
rijk grasland zich uitstrekte, wiegelen
nu de platte pontons van Franse genie
troepen, met wie onze makkers uit het
Zuiden zich in een wip verstaan, nu de
buitenlanders zich gereed maken, aan-
hangmotdren vast te schroeven en zich
naar de verdronken boerderijen te be
geven, om er weg te halen, wat nog
redbaar isDe chauffeur en ik lopen
tussen Fransen, Nederlanders, vluchte
lingen en nieuwsgierigen, wij hebben
onze waterlaarzen aangesjord, alles
klotst hier op de laarzen. Van Halsteren
rydt een colonne hulpwagens aan. Ver
voor ons uit moet Tholen liggen; het is
nog droog, zegt men. Maar daarachter
weten wij het drama van Stavenisse,
een tragedie van honderden doden, de
toenemende dreiging der ondermijnde
dijken, de spanningen tussen de drang
om het leven te redden en de drang,
zich zo lang mogelijk vast te klemmen
aan dat, wat nog schijnbaar onaange
tast staat
Onuitsprekelijk
T\AAR komt een carrier, een metalen
reus, dreunend door het _\v*ter.'\HS
Vomt va«- 1-«•c«ciia4&Se mmtai-
rreu s-xvr.- onverdroten heen en weer. Zij
brengen er materialen, kleren, levens
middelen; in Tholen werken twee pos
ten van het Rode Kruis. De carrier laadt
Reeds tientallen deelnemers
huiverende mensen uit; zwenkt, de aan
hangwagen wordt reeds weer beladen,
dit keer met houten palen. De bestuur
der, een stevige jonge kerel met een
leren jak, drinkt snel iets en bereidt
zich alweer op een terugtocht voor. Wij
klampen de kapitein aan, die naar wij
horen met de volgende reis zal mee
gaan: Neem ons mee! Hy wil er niet
van horen. Ik duw hem mijn kaart van
de PENclub, de internationale schry-
versvereniglng, onder zjjn neus. Hij
maakt een gelaten gebaarWij krui
pen al op de carrier, die puft en dreunt.
Enkele minuten later rijden wij over
wat eens Tholen met het vasteland ver
bond. Wij rijden door een. anderhalve
meter water. De carrier maakt woeste
golven, het schuim slaat ons tot het ge
zicht, het is vuil en zilt; het is de kwade
vrucht van de zee. Links en rechts, zo
ver wij kunnen zien, breidt zich het
rijk, dat de storm op vreedzame mensen
heeft veroverd, uit.
Men tracht met woorden weer te ge
ven. wat men ziet. Het is in feite on
uitsprekelijk. Een wereld van schrik en
wee en daarmee is misschien alles
gezegd. Een Nederlandse krant sprak
gevoelvol van Gods adem, toen het
nieuws van de ramp bekend werd, Ik
weet niet, of het Gods adem was, die
deze onheilen aanrichtte; in dat geval
was het een naijverig God, en men zou
als de primitieven op zyn best in deze
verwildering de woede van een natuur-
demon kunnen zien. Maar hoe ook, het
is een godheid, die men moet temmen,
met alle middelen en alle macht, want
het wordt tijd, dat men tnplaats van
mensen op mensen los te hitsen, alle
menselijke energieën leert verenigen,
om paal en perk te stellen aan de vij
andschap van de zee en de wind.
D'
1 Wüi
Waterhei
.rhcid" sthat er op een ver
ons, by de opzet van de Zelfstudie, van
grote betekenis.
s
/"\OK de vrouwen nemen aan de Zelf-
Ktudip dppl F!n uit" ITrtr ep r», 11 ar. rl„
„Met genoegen las ik je artikel van
Zaterdagavond Graas zou ik het
scholingsmateriaal ontvangen. Ik kan
deze kennis heel goed gebruiken bij
het werk voor het behoud van de
vrede
'J/'
mw,
'■MM
i
tb
m
m
wm.
-
<Hff
Wit: Kf3, Dh2. Tel. Te4. Lgl, Lhl. Pa2.
pi c2. d2 en e6 (10 stukken).
Zwart: Kd5, La5. Pb6. pi. c6. d7 en 16
(6 stukken).
Wit begint en geelt in twee zetten mat.
Oplossingen tot en met Zaterdag 14 Fe
bruari 1953 te zenden aan de schnakredactie
De Waarheid, Keizersgracht 324 te Amster
dam (C), Nummer van de opgave, naam en
volledig adres a.u.b. duidelijk op de b r 1 e f -
kaart vermelden. Opgave van de sleutelzet
is voldoende.
Een vriendelijk verzoek
U wordt vriendelijk doch dringend verzocht
Uw oplossingen uitsluitend op een briefkaart
in te zenden en niet per brief ln te dienen.
Mag ik op aller medewerking rekenen? Bij
voorbaat mijn dank.
En t
Wt
Dat wil zeggen dat de 100ste opgave in het
zicht komt. Dit zal een bijzondere opgave
worden met extra prijzen. Er wordt in de
eigen keuken reeds aan gewerkt.
d. LEEDEN
IJET besluit van het Dagelijks Bestuur Duidelijk blijkt het besef bij de ka- studie deel. En uit verschillende
-LJ- van de Partij om de Zelfstudie te meraden. die ons schreven, dat het deel- brie.ven bïijkt> welke een uitstekende op-
organiseren, is een goed besluit ge- nemen aan de georganiseerde Zelfstudie ^attin° er bestaat over de gTote bete-
weest. Dit bewijzen ue tientallen aan- een grote mogelijkheid is om door het !cenis van de woorden van Lenin er
vragen om ingeschreven te worden, verbeteren van hun kennis hun werk m
welke direct reeds na het aitikel van de massa-organisaties te verbeteren en
Ha try Verhey in De Waarheid van Za- zodoende grotere resulaten op het ge-
terdag 24 Januari, bij ons binnen- bied van hun werk te behalen
kwamen. in een andere brief lezen wij:
Uit de brieven bleek de grote liefde
voor de Partij en de vastbesloten wil
om door het vernogen van de kennis
van het Marxisme-Leninisme tot gro
tere resultaten voor de Partij en de
arbeidersklasse te komen.
Wij willen uit de grote hoeveelheid
brieven enkele gedeelten brengen, hP1^,ff/™Z ur u"~
waaruit het enthousiasme van de deel- beho?"ende bi.> een be"
nemers blijkt en tevens hun grote inte- lr£°" g e" bloc voor bet
resse in een goed georganiseerde Zelf- ï®S!rnDefn de bearing van het
studie, welke tot uitdrukking kwam in f® f' studieplan „Het vraagstuk van
het geven van vele aanwijzingen om u va beweg-ing
deze georganiseerde Zelfstudie tot een M a betekems is de georgam-
zo groot mogelijk succes te maken. seerde Zelfstudie voor hen. die door hun
Een kameraad uit Kennemerland werkzaamheden verhinderd zijn om de
juichte de maatregelen van de Partij J^se? va" ?e PartlJ biJ te wonen. D
toe en wees in zijn brief op de grote bleek Ult de aanmelding van een nog enige goede aanwijzingen, waar
betekenis, niet alleen voor onze Partij, kameraad Ult Winschoten. Hy schrijft over .wij haar nog persoonlijk zullen
maar ook voor hen buiten de Partij, ons: schrijven.
die aan de cursus kunnen deelnemen "Ue scholing by ons vindt Vrydags- Ook kader-cursisten van "de Partij
en daardoor nog duidelijker de juistheid avonds plaats, terwijl de andere geven zich en bloc op.
van onze politieke inzichten zullen leren scbolinS' m on3 Partijdistrict Woens- Opmerkelijk is, dat bij het grote aan-
kennen.
Hoe enthousiast de Partij zelf rea
geert blijkt o.a. uit de aanmelding en
bloc van deelnemers aan de afdelings
vergadering van de Partij in Arnhem,
welke zich allen als deelnemer aan de
Zelfstudie lieten inschrijven.
Niet alleen de jongere kameraden
reageerden snel, ook ouderen.
Wij citeren:
„Met grote instemming heb ik het
jl. Zaterdag gepubliceerde artikel van
Harry Verhey gelezen
Stalin, namely k: Dat geen practijk
zonder theorie en geen theorie zonder
practijk mogelijk is. Zo schreef een
arbeidersvrouw ons in haar brief,
waarin zij de Partij dank brengt:
„Wij worden vermoeid, om die
reden, dat wij vaak niet weten op
een juiste manier leiding te geven.
Goed, voor een communist is alles
te leren en vooral uit het practische
werk leren wij veel. Maar wy ver
geten zo dikwijls de juiste manier
van werken, wanneer wij heel veel
werk te verrichten hebben. Daarom
is het, dat ik de Zelfstudie van harte
toejuich, omdat functionarissen, die
hun werk in de massa-organisaties
moeten verrichten (zij werkt name
lijk in een vrouwen-organisatie), deze
kennis zo hard nodig hebben."
Daarna geeft ook deze kameraad
dagavonds wordt gehouden. Daar ik tal deelnemende kameraden uit het
verzekeringsagent ben en myn werk land het percentage voor Amsterdam
vooral in de avonduren ligt. is het zo laag is.
onmogelijk voor mij aan deze cursus- Opmerkelijk is hierbij ook, dat voor
sen deel te nemen. Het is daarom, zover er uit Amsterdam i s gereageerd,
dat ik mij door het ontbreken van de dit individueel is geweest en nog geen
noodzakelijke kennis nogal eens on- aanmeldingen in Partijverband ons heb-
zeker voel in myn Party werk. Daar- ben bereikt,
om juich ik van harte de maatregel Wij verwachten echter, dat ons be-
van liet Dagelijks Bestuur toe om mü langrijkste Partijdistrict hierin snel
en zovele anderen op deze wijze in verandering zal brengen en met het-
staat te stellen het Marxismezelfde enthousiasme, waarmede uit an-
Leninisme te leren beheersen." dere delen van het land door de Partij-
Zelfs uit het sanatorium „Zonne- districten op onze Zelfstudie wórdt
Waarheid, betrekking hebbende op straal" bereikte ons een aanmelding gereageerd, het inschrijven der deel
de verbetering van het theoretische voor het deelnemen van de Zelfstudie, nemers zal aanpakken!
niveau van onze partijleden Ofschoon Deze kameraad komt ook met een reeks Binnen slechts enkele weken zal ons
ik reeds meer dan 30 jaar tot de zo- van vragen en opmerkingen, die ge- eerste studieplan worden gepubliceerd
genaamde Zelfstudie-beoefenaars be- tuigen van een grote mteresse en een Laten allen, die aan de georganiseerde
warme wil om bjj een goede doorvoe- Zelfstudie willen deelnemen, zich via
ring van de Zelfstudie behulpzaam te de Partij of door middel van onze
zÜn- Partijpers melden, zodat wij in staat
De problemen, welke hij aan de orde zijn hun alle verdere gegevens hiervoor
stelt, zyn van technische aard en voor toe te zenden.
hoor, geef ik mij met groot enthou
siasme als deelnemer op, omdat een
communist nooit te oud is om te le
ren."
Deze oudere makker sluit dan een
voorbeeld van scholingsmateriaal in
van de Marxistische Arbeidersschool,
welke voor de oorlog theoretisch ma
teriaal verstrekte en scholingscursussen
organiseerde.
JMJET alleen bleek de interesse voor de
Zelfstudie uit het aantal inschrij
vingen, maar zij die schreven werden
tegelijkertijd propagandist zo lezen wij
in een aanmelding van een havenarbei
der uit Amsterdam
„Ik hoop. dat deze wijze van scho
ling door een grote deelname zal
slagen en geef mij hierbij op a!s deel
nemer aan deze cursus Ik zal mij
nentwege mijn best doen zoveel
mogelijk partijgenoten en sympathi-
serenden voor deze cursus te interes
seren."
NEEMT DEEL AAN DE GEORGANISEERDE
ZELFSTUDIE!
Het eerste Studieplan „Het vraagstuk van de vakbeweging" wordt binnen
kort gepubliceerd en aan de ingeschreven deelnemers toegezonden
Ondergetekende:
Adres:
Plaats:
geeft zich op als deelnemer aan de Zelfstudie en verzoekt hem verden
gegevens toe te zenden.
Datum:
Handtekening:
S.V.P. INVULLEN MET BLOKLETTERS
zakt hek, dat zich amechtig uit
het water rekt. De boerderij daarachter
ligt hol, het water klotst er in en weer
uit. In de kruinen van de overspoelde
boomgaard hangen wier en stro. Zo
hoog was het water op de fatale
Zondag, de eerste Februari. Een dode
koe dobbert bij een ingezakte schuur.
Een gevel staat nog met holle kozijnen
midden in het schuim. Een ander huis
is pal doormidden gesneden. Een geel
bordje steekt boven het water uit:
Bushalte. Er is geen bus. geen weg en
geen passagier meer. Van sommige
huizen ziet men alleen dakbinten en
riet op het water dry ven; van het an
dere de opgewrikte houten vloer. De
rest spoelt ergens in de kilometerwijdte.
In een kleine boerenbehuizing staat een
man tot de heupen In het water en zoekt
wat er van zijn inboedel over is. Hij
wuift de soldaten van de carrier toe.
Wij passeren weer pontons: andere mi
litairen vissen met lange haken; hun
armzalige vangst ligt op de platte bo
dem: een lamp met een versplinterde
bol, een stuk van een naaimachine
schilderijtjes, een soepterrine. Hoeveel
mensen zijn in de gapende leegte van
hun eigen huizen weggezonken Hoeveel
kinderen op de vlucht blijven hangen
ln het prikkeldraad, dat hier en daar
uit óp vloed steekt Wat is er gedacht,
wat nog gehoopt, toen mensen zich te
vroeg terug waagden, om te kijken, wat
er van hun boeltje geworden was en
nog door de vloed verrast werden? Ue
zee heeft allen bedolven.
De macht van het alledaagse
W/'ONDERLIJK, dat na deze waterhei
nog een weg onder de rupsbanden
van de carrier opstijgt, dat wij weer
droge grond onder de voeten krijgen.
Tholen. Het nog gespaarde Tholen
maar aan alle kanten geknaagd en
bespoeld. rietbossen. balken, drijvende
dode dierenAan de kant van de
weg een omver gestorte militaire auto,
het achterstuk in de baren. Huiverende
mensen, die het uitladen van de carrier
blijkbaar volgen, alsof dit contact met
het vasteland een zekerheid geeft aan
hun sombere gedachten.
Bij mij stond het water Zondag
tot de stoep, zegt een vrouw in haar
Zeeuws dialect. Zij zegt het met een
zucht, en men raadt haar angst: wat.
als ook de laatste waterkering voor de
stad breekt
Reeds hobbelt de machtige carrier
over de brug, onder het booglicht door,
dat weer somber ln de sombere middag
gloort, nu de militairen noodkabeis
door de bomen naar het eiland hebben
geslagen, en wurmt zich over de dyk
heen het stadje in. om de laatste vracht
af te leveren: kleren en blikjes met le
vensmiddelen voor het Rode Kruis.
Want het gaat met mondjesmaat op
Tholen. en rnen heeft ons bij voorbaa'
v erboden eetwaar te kopen, dat immers de
inheemse bevolking zou worden ont
trokkenEen wonderlijk gevoel be
vangt mij, als wy de smalle straatjes
mdreunen: Men zou verwachten, dat al
wat hier leeft, of wat hier al geëva
cueerd zit, het binnenshuis niet kon uit
houden, dat wij rennende en pratende
en samenschuilende mensen zouden
zien. Niets van dit alles. Het is stil op
straat, er spelen wat kinderen, een
vrouw doet .boodschappen, een brood-
venter duwt zjjn blauwgeschïlderd kar
retje langs de deuren der klanten en
reikt het brood in een mandje naar bin
nenZo sterk is dus de drang tot hei
volhouden van de schijn der allesdaags-
heid! Bij een raam zit een poes en
poetst haar snorren op, en het kind. dal
achter het glas naar ons stalen vervoer
middel opkijkt, wuift en breit rustig
verder
Geen handen genoeg
VyiJ zijn maar enkele minuten op
Tholen. De onvermoeibare soldaten
Het is gelukkig geen kind,
dat hier temidden van de
door het nietsontziende
i stormgeweld veroorzaakte i
chaos ter neer ligt. Maar
tragisch blijft deze aanblik
van een stuk kinderspeel-
goed, een schrijnend beeld
van de ramp, die ons volk
heeft getroffen.
sommigen van hen hebben in nachten
niet geslapen keren al weer naar
het vasteland terug. Wij hebben pas
sagiers: moeders met kinderen, die naar
familie trekken. Wij rijden opnieuw door
de zeewoestijn en haar afschuwelijke
wrakken. En zien terug, naar Tholen,
naar de verten, waarin wij weten van
talloze stadjes en dorpen, waar men nog
leeft en wacht, waar de onvoorstelbare
ramp zich uitbreidt, een traag van
kwaad-tot-ergerDaar moeten an
dere bootjes dobberen, motorboten krui
sen, rubberbanden worden uitgeworpen,
helicopters dalen en mensen weghalen;
daar zijn de schilfers land, de over
spoelde zolders, waarop soms nog kin
deren worden geboren! Daar werken
volhardende kerels en arbeidsploegen
aan het dichten van de zwetende en
krakende dijken, en siepelt de golf van
vluchtelingen, langs de wonderlijkste
wegen, naar de veiligheid. En er zyn
nog lang en lang geen handen genoeg!
Wij nemen afscheid van de militairen:
ze hebben nauwelijks tijd, ons nog een
keer toe te knikken. Een zware kraan
wagen sleept een verzonken boot uit
de zoutzee naast de weg. Politie ver
drijft de nieuwsgierigen, die de smalle
doortocht dreigen te versperren. Wij
zien geen deod vee meer; het schym
al weggesleept te zijn. Onze buitenland
se vrienden komen nat en verkleumd
met de Fransen terug: het gaat sche
meren, men kan niets meer zien in de
zwarte wrakken der overspoelde boe
renwoningen.
De zee geïnviteerd
.Er is een bescheiden komen en gaan
in Het Locomotiefke ie Bergen op Zoom,
waar wij het contact met de wereld
hernemen. Onze Italiaanse vriend zoekt
via het zwaar belaste telefoonnet ver
binding met zijn redactie in Milaan,
wat uren van afwachting vergt. Onze
Franse makker pikt een Belgische auto
op en vertrekt; hij zal wel thuis komen
voor morgen, zegt hij. Wij luisteren
naar wat de komende en gaande man
in het café heeft te vertellen. Een be
roepsmilitair zwetst over het materiaal
der Amerikanen: wat er mee gedaan is,
horen wij niet precies. Een ambtelijk,
oud meneertje achter de kachel schudt
het hoofd, als iemand over de plunde
raars begint; men zegt, dat er al een
der parasieten door soldaten is berecht
op de plek van zijn misdrijf. Een paar
biljarters betuigen luidkeels bijval Wij
spreken over de toestand van de dijken
Misschien ligt het niet zozeer aan de
dijken en aan Waterstaat, oppert hel
keurige oude heertje, maar men
heeft al jaren verzuimd het enige plan
uit te voeren, dat ons land voor het
water kan redden.. De kustlijn recht
trekken! Geld. noch moeiten sparen om
het water uit te sluiten' Weet U, wat
men gedaan heeft met a'l die open ga
ten? Men heeft de zee geïnviteerd'
Volkskracht staat klaar!
A, men heeft de zee geïnviteerd, en
J deze heeft niet alleen de toegestoken
pink, maar de hele hand, het volledige
licnaam genomen En wij beseffen, dat
het de hoogste tijd is om alle krachten
van het Nederlandse volk. die daartoe
klaar staan, in de strijd te werpen, om
de kans op rampen als deze'van Febru
ari 1.953 voorgoed uit te bannen. Onze
volkskracht is daartoe sterk genoeg,
hulpvaardige Fransen en Amerikaans
technisch vertoon ten spijt Nederland
moet in de eerste pla.its Nederland hel
pen en men moei het daai in de vol
ledige mate de gelegenheid toe bieden.
Niet alleen de solidariteit der enke
lingen moet voor de redding worden
gebruikt, maar de staatsbeurs zelf. Met
millioenen moet men de gaten dichten,
om menselijk leven en welvaart te be
houden. in plaats van ze weg te smijten
in het oorlogsvat. dat nooit vol komt.
Dat men de denkbeeldige gevaren ein
delijk eens laat voor wat ze zijn- Her
senschimmen en propaganda en zorgt
dat de verschrikkingen van de bestaan
de werkelijkheid in de toekomst on
mogelijk worden Zo iets heet
regeren.
.Het sneeuwt, het regent, het mist,
als wij terugkeren Hulpcolonnes komen
ons al weer tegemoet in de diepe nacht.
Wij suizen over de perfecte wegen van
het snelverkeer Ja. wij zijn trots de
eladheid op behouden bodem Hoevelen
kunnen het zeggen? Wij komen thuis
wij draaien het lichtknopje aan en de
lamD brandt: wij openen de kraan en
hebben drinkwater; wij steken een
geyser aan en kunnen ons wassen Hne-
velen hebben al deze vanz»lf=n,mkpnrie
gemakken des levens verloren en
schreeuwen in de barre duisternis om
hulp?
De hulp moet en zal komen sneller,
grondiger, veelomvattender De doden
kunnen niet meer tot leven worden ge
wekt, maar de levenden kunnen
veiliger Nederland voor Nederlanders
bouwen Met man en macht, geleid door
mensen met waarachtige verantwoorde-
'tjkheid.