f?ymdtuiü> VA L D A FLAMINGO EILAND De laatste uren van een gefolterde lipp Ramp liet ook de Amsterdamse Beurs niet onberoerd Hoe is het ontstaan Het nut van toevallige valpartijen „Een vinger op de en ZATERDAG 7 FEBRUARI 1953 EERSTE BLAD - PAGINA 3 EFFECTEN- EN GELDMARKT De mateloze ellende, die over een groot deel van ons volk is gebracht en de nog niet te schatten materiële schade, welke ze heeft veroorzaakt, hebben ook de Amster damse Beurs niet onberoerd gelaten. De angstige beklemming, die zich van alle wel denkende burgers heeft meester gemaakt, hield vooral gedurende de eerste dagen van de afgelopen week de beurshandel in zijn ban gevangen, zodat de omzetten, welke in de maand Januari een aanmerkelijke stij ging vertoonden, snel terugliepen en de on der normale omstandigheden belangrijke feiten en cijfers op de achtergrond werden gedrongen. Medeleven met en materiële hulp aan de door deze nationale ramp zo smartelijk getroffenen, beheersen thans ook de effectenbeurs, die, zo min als enige an dere instantie, kans ziet omvang en bete kenis van de ons land toegebrachte schade ook maar bij benadering te bepalen, temin- der daar elke nieuwe dag ons nieuwe on heilspellende berichten bracht. Zeker is dat de millioenen, die bij het Na tionaal Rampenfonds binnenstromen nog slechts een fractie zijn van wat nodig is om de persoonlijke nood te lenigen en te ver goeden wat aan stoffelijk bezit en vrucht bare cultuurgrond verloren ging en ook op deze plaats moge worden opgewekt tot een spontane offervaardigheid van allen die maar enigszins tot helpen in staat zijn. Deze ramp komt op een moment, dat Ne derland zich nog maar nauwelijks van de oorlogsgevolgen heeft hersteld, hoewel ge lukkig op dat punt de laatste jaren grote vorderingen zijn gemaakt en de mogelijk heden voor herstel thans ongetwijfeld aan merkelijk groter zijn dan bij het einde van de oorlog. De min. van Financiën heeft er echter in zijn antwoord aan de Eerste Kamer dezer dagen nog eens op gewezen, dat de finan ciële toestand van ons land, ondanks Mar shall hulp en zware belastingen, nog altijd belangrijk slechter is dan vóór de oorlog. Toen 'n nationaal inkomen van 5.3 milliard en een nationale schuld van 4 milliard, nu een nationaal inkomen van 19.fi mil liard en een staatsschuld van 24.6 mil- lard, zodat deze laatste thans 125°'n van het nationaal inkomen uitmaakt tegen 7°/o in 1937/38. Dat we de gevoleen van de oorlog nog niet te boven zijn. blijkt ook uit. de onlangs gepubliceerde cijfei-s inzake de Materiële Oorlogsschade, welke in totaal 6.4 mil liard heeft bedragen en waarvan nog altiid 2.7 milliard moet worden uitgekeerd, waarmee naar het. oordeal van de minister nog wel vier vijf iaren gemoeid zullen zim en waarvan de afwikkeling vertraagd wordt ten einde geen al te grote inflatoire tenden- zen in onze volkshuishouding on te roepen. Het is daarom goed er od te wijzen dat de hulp. welke thans ter bestrijding van de in het Zuid-Westen van ons land geleden schade moet worden verleend, niet een kwestie is van geld, maar van offers. Geld is gemakkelijk te produceren. De regering heeft thans bij de Nederlandsche Bank een tegoed van meer dan 1 milliard en de tegenwaarderekening van de Mar shallhulp is ook nog tot 'n dergelijk bedrag beschikbaar, doch aanwending van deze. te goeden zou een plotselinge en zeer sterke vergroting van de geldcirculatie met zich, brengen en het met moeite bereikte mone tair evenwicht radicaal verstoren. Bii een grote vlottende schuld welke het Rijk heeft, zou een staatslening, op de xiitgifte waar van sommigen aandringen, grotendeels een consolidatie van de staatsschuld betekenen en niet tot het gewenste resultaat leiden. deel door besparing op het nationaal inko men worden verkregen. En voor zover dit niet vrijwillig geschiedt of geschieden kan, zal het de vraag zijn of de regering haar aanvankelijke beloften in zake belastingverlaging zal kunnen ge stand doen, hoezeer dit anderzijds weer noodzakelijk is om handel en bedrijf nieuwe impulsen te geven voor de thans nog drin gender expansie van productie en export. Het is, zoals opgemerkt, nog te vroeg om omvang en betekenis van de aangerichte schade vast te stellen. Wanneer echter wordt bedacht, dat alleen de agrarische oor logsschade, welke ook voornamelijk op het Zuid-Westen van ons land betrekking had, 500 millioen heeft bedragen en de huis- raadschade 670 millioen. kan men zich enigermate een voorstelling maken van wat thans nodig kan zijn om de materiële schade te herstellen. En al is het een bittere tragiek, dat een groter of kleiner deel van het gedurende de laatste jaren verkregen financieel herstel nu weer moet worden prijsgegeven, aan de andere kant mogen we ons gelukkig prijzen, dat dit herstel er geweest is en de mogelijk heden daarom thans groter zijn dan aan het einde van 1945. Plet afgelopen jaar heeft een waarlijk overweldigend bewijs geleverd van de be lastingcapaciteit van de Nederlandse bevol king, waardoor het mogelijk was, dat in 1952 in totaal een bedrag van f 6'/< milliard aan directe en indirecte belastingen in de schatkist werd gestort tegen 5.6 milliard in het voorafgaand jaar. Hierin ziin uiter aard de geleidelijke belastinginhaal en en kele éénmalige baten begrepen, het feit ligt er toch. dat. meer dan f 6 milliard aan het volksinkomen voor de huishouding van de Staat kon worden onttrokken, ook al moest daarbh voor velen het kapitaal worden aan- gesoroken. Nu ten aanzien van de economische ont wikkeling in ons land een toestand van sta biliteit is ingetreden en een expansie, als die van de laatste jaren niet ma? worden verwacht, zou het zeer zeker sterk te be treuren ziin wannere tal "in maatregelen, "'elke door regering en volksvert.eeenwnor- dieing werden overwogen om de belasting druk te verlichten en aan handel en bedriif, ook aan d° beurshandel, een grotere mate van vriihpid te schenken, zouden moeten achterwege bliiven. We denken h'er aan de onheffing van de Snec'ilatiewinstbeiasting. verlon«inc van de termiin voor hü'ondere afschriivin" on n'euwe aanschaffingen, hoiastingvrhdom voor het. nrimaire dividend van naamio-e vennontsohannen. herstel van de mogplük- hsïd tot. h^t; hclenori van pf^tpn. dnnr (io heTancatelUnO voor de apndeien- mankt. 'nu wnrrlnr, vfnwnnnt en de h°d*""ven depeend kpnitpal pan t^ e»c IVTen Viegf* 'icVi pen Ho heU>*K P" nV«" ve»-l-.!nr1. det He „een Hen ^foetenhonHol von oen nnMiekrechtplnk liohnprn wear een civielrP"hteliilrp orepnisptie crpvnrHen is en kpn laven TTn in mo™ Hen één nn'icM yp_ den -""cMsherstel mag hier niet wor- Het is daarom te hopen dat de particu liere steunverlening hier en in het buiten land een zodanige omvang mag aannemen, dat de Nederlandse regering niet wordt ge dwongen tot fiscale en andere maatregelen, welke op het bedrijfsleven een nieuwe druk zouden leggen en voor de verdere ontplooi ing van de nationale economie een ernstige belemmering zouden zijn. Het drop-pen van zandzakken voor de on vermoeide dijkwerkers is nog steeds één van de belangrijkste bezigheden van de voortdurend over het noodgebied scherende vliegtuigen van verschillende nationalitei ten. Hier speelt het zich af tussen St. Annaland en Stavenisse. i Dit Woord: BOEK s i T\e Romeinse geschiedschrijver Taci- I tus deelt mede dat de oude Ger- g manen hun runen krasten op takken s I van vruchtdragende bomen. Dit maakt het zeer waarschijnlijk dat het woord 5 boek hetzelfde is als beuk. Boek is dus: schrijftafeltje van beukenhout. In het Gotisch bestaat boka: letter, f waarvan het meervoud bokos: docu- f I ment, brief, boek betekent. Het Mid- delnederlands duidt wat wij: letter noemen aan met het woord boecst.af, s 5 dat wij nog over hebben in het werk- I woord boekstaven: schriftelijk vast- leggen en dat het Duits als Buch- S stabe kent. Een boecstaf is dus eigen- lijk: een staf of stok van beukenhout, j waarin de runen, de oudgermaanse lettertekens, gekrast werriem--Daarna werd de betekenis overgedragen op j die lettertekens zelf en ten slotte op de gezamenlijke lettertekens die een geschrift vormen. En da.n zijn wij al een heel eind op weg naar de huidige betekenis van het woord boek. i Tl/Tooi, schreef ik verleden week, toen ik -"-■-ons nichtje hoorde thuiskomen, mooi, nu kan ik haar meteen vragen wat er met Jennie gebeuren moetMaar die vlieger ging niet op, want we leven weer eens In een griepperiode en die blijkt zelfs ras- sociale-werksters te vellen. Ze kwam zo grauw als stadssneeuw de trap opsukkelen en was enkel maar in staat om lijnrecht naar haar mandje te wankelen met die typische griepblik, die woordeloos om veel citroenen, aspirientjes en nog meer om rust smeekt, terwijl de conversatie beperkt blijft tot een enkele droge kuch en een smartelijk gesteun. Hetgeen nu niet be paald de gewenste gelegenheid biedt om uitsluitsel te krijgen inzake de juiste ge neesmethode van andere patiënten, ook al zijn dat dan duizendmaal haar bloed-eigen clubkleutevtjas. Ik volstond er op dat moment dus mee om haar warm in te stoppen en haar de eerste dosis tegengiften toe te dienen; ver der een wekker te halen, zodat ze zou kunnen zien hoe laat het was en 'm ver volgens weer weg te brengen, omdat ze niet tegen dat blikken getikker kon en het haar ijskoud liet of het. middernacht of high noon was. Daarna sleepte ik mijn eigen hebben en houwen naar Wims kamertje, dat nu toch leeg staat, omdat wij bij ons thuis altijd onmiddellijk en principieel elke zieke isoleren, sinds we eens met zes man tegelijk kinkhoest hebben gehad en aan die periode nog de raarste herinneringen bewaren. En eindelijk streek ik neer op ■Wims praalbed, om de toestand nader on der ogen te zien. Dat er voor Jennie wat gedaan behoorde te worden, stond als een paal boven water, maar wat En hoe Het duurde nog drie dagen voor ik weer zakgeld kreeg en ik heb bovendien nog schuld bij Mik, zodat bet te bezien stond, of zij niet onmiddellijk haar deel zou opeisen. Dat moet je trou wens wel doen, als je met zo'n stel arme kerkratten bent: je kunt gewoon geen uit staande schulden laten lopen. Aan de an dere kant moest ik aan geld zien te komen, maar hoe veroverde je dat? In een roman vind je dan meteen een portefeuille met tien duizend gulden. Die bezorg je prompt terug aan de verliezer, die er z'n naam kaartje met een adellijk kroontje bij voor baat in liet zitten. Hij is dan tot tranen tranen geroerd over zoveel eerlijkheid in een corrupte maatschappij. Omdatie dat bedrag toch toevallig bij één of andere clandestiene roulette gewonnen heeft, maar er in feite helemaal niet om verlegen zit, schenkt hij je zomaar de helft er van en gaat zich voor het geval interesseren en je richt daarvan ten compleet kinderhuis op en in, dat dan komt zingen bij de bruiloft van die millionnair met dat arme, eerlijke meisjeMaar ik heb nooit wat anders gevonden dan een lege portemonnaie, die het oppakken niet waard was. 70 stond ik te puzzelen, en als ik dat doe, ^sabbel ik altijd op iets en opeens ont- dekte ik, dat Let dat gouden hartje was, dat ik met Sinterklaas heb gekregen van ik weet nog altijd niet wie En ik dacht: als ik dat nou eens kon verkopen Of belenen, al weet ik niet hoe dat precies gebeuren moet. In elk geval kon ik eens raad gaan vragen bij die juwelier in onze buurt. Een gedachte, die me spoorslags naar beneden deed draven en op de. fiets sprin gen, want net was al bijna sluitingstijd voor de winkels. Je moet echter nooit met goeie voorne mens op een ijskoude winterdag naar bui ten gaan. Toen ik op mijn fiets zat en de wind langs mijn benen voelde blazen en 1- door DOROTHY QUENTIN 4) Omdat mijn jóngere zusje zei, dat het de kans van m'n leven was ze zag me al trouwen met één van uw kleinzoons Toni had even moeite om haar lachen in te houden.en verder omdat ik reizen wil en wat van de wereld zien. Flamingo Eiland trekt me aan en ik geloof, dat ik het met u zal kunnen vinden. Hoewel ik me door nie mand op de kop laat zitten Ha, halachte Olivia schor, ga zo door, m'n kind, vertel me altijd precies wat je denkt, dan worden we nog de beste maat jes. Ik haat kruipers en vleiers. En je weet dus, dat er geen kans op een plaatsje in mijn testament is, niet waar? Ik verlang enkel m'n salaris over drie maanden en betaling van m'n heen- en terugreis, antwoordde Toni rustig. Ik heb vanmorgen een en ander al overgemaakt aan juffrouw Cripps van het bureau, zei Olivia. Er heerste even een stilzwijgen. Toni moest dit verwerken. Ten slotte zei ze: U was er dus wel erg zeker van, dat ik zou accepteren. Olivia knikte. Ik wist 't op het moment, dat je hier voor het eerst de kamer bin nenkwam. Mensenkennis, kun je 't noemen. Als je je echter wilt terugtrekken, kan het bureau mijn chèques terugstorten. Ik wil me helemaal niet terugtrekken, zei Toni langzaam, maar ik zou wel een onderhoud met uw dokter willen hebben om te horen, welke verpleging u speciaal nodig hebt. De oude vrouw keek geamuseerd. M'n dokter is drieduizend mijl ver weg. Hij is een oude Schot. Fairly heet hij. Hij is een beetje aftands, maar hij kent mij goed. We zijn samen oud geworden. Fairly zal je alles wat je weten moet, vertellen. Maar je zult moeten wachten, tot 'we op Flamingo Eiland aangekomen 'zijn. Toni voelde, dat ze zich hierbij had neer te leggen. Ze had graag met een dokter het geval van mevrouw Burden besproken, maar ze zou dit dus moeten uitstellen. Er stond haar thans niet veel anders te doen dan de motregen in mijn gezicht kreeg, begon ik me feitelijk meteen te bedenken. Ik weet wel, dat dit niet held-achtig van me is: Dr Schweitzer of zo iemand zou het natuurlijk dóórgezet hebben. Maar van mijn kant bezien: je gooit toch zo maar geen gouden harten weg. Ten minste niet eer, voor je weet van wie het afkomstig is. Verbeeld je nou eens dacht ik dat het toch een heel serieuze en hoogstaande aanbidder is, die me in stilte gadeslaat en die dan ziet, dat ik zijn geschenk niet meer draag en zich met een treurig oog af wendtNou, en toen gaf ik een gil, want uit de zijstraat vloog een andere fiets pal op me in en we sloegen gemeenschappe lijk tegen de wereld, die erg nat en vies was op die plek en mijn uitverkoopnylons, die voor spotprijzen naar me toe waren gevlogen, vlogen nu rechtstreeks door naar de maan. Toen zag ik, dat de ander mijn bloedeigen broer Wim was en ik riep ,,0. Wim, wat een geluk! Jij kunt me vast wel helpen Ik moet een tientje heb ben, want Jennie is doodziek en d'r vader is van huis weggelopen en nu weet d'r moeder geen raad meer; dat is altijd zo als er iemand weglooptOpeens herin nerde ik me zijn eigen drama en van pure schrik zat ik opnieuw plat op de gladde straat. „Wat bazel je eigenlijk vroeg Wim broederlijk, terwijl hij me begon op te rapèn. Hij zei het op die goedmoedige ma nier, die broers aannemen als één van hun zussen in de soep ligt en ik had met een wel kunnen juichen, want ik voelde intuïtief, dat nu eigenlijk alles al weer in orde was. Dus vertelde ik het allemaal opnieuw en nu wat duidelijker en ik vlocht er een moraal doorheen, dat alle kinderen doodgaan als er iemand wegloopt en hij stond onderwijl zijn eigen stuur recht te buigen en tegen mijn voorwiel te trappen, dat net een ïcrakeling was en door die be handeling enkel maar een andere krake ling werd. Toen zagen we tegelijk, dat een stuk van mijn been mét de nylon mee in de prak lag en hij zei: „Kom mee pakte zijn fiets in de ene hand en de mijne over zijn schouder en wandelde naast me huiswaarts. En laat Vader nou op het zelfde moment óók op de stoep staan zich geschikte kleren voor de tropen aan te schaffen èn vervolgens met de wonder lijke oude vrouw te vertrekken om een nieuw leven tegemoet te gaan, dat opwin dend zou kunnen zijn, zoals Joy het zich voorstelde, of hopeloos saai en eentonig. Hoe 't ook zij. drie maanden betekenden niet een héél leven! En er zat iets gerust stellends in dat betaalde retourbiljet. Flamingo Eilandzei Toni langzaam. De naam klinkt romantisch. We hebben er gisteravond thuis de encyclopaedic op na geslagen, maar er stond niet veel over in. Olivia lachte. Geen enkele encyclopaedic zou Flamin go Eiland kunnen beschrijven, m'n kind. Het heeft een geschiedenis, zoals alle an dere Westindische eilanden, vol bloedver gieten, roofpartijen, plotselinge rijkdom, plotselinge dood en uitbuiting. Hel is er heel mooi, er is veel schittering naast iets. dat op verval wijst. Het huls Floriaria en mijn verdere bezittingen liggen op het mooiste gedeelte van het eiland, er behoren bergen, oerwoud, een moeras en een rivier toe, terwijl we ook een van de mooiste stranden van de wereld ons eigendom kun nen noemenik verveel je hoop ik niet? O nee, integendeel vertelt u me zoveel mogelijk! zei Toni, terwijl ze voorover leun de en ademloos luisterde. Er kwam een warme uitdrukking op Olivia's oude gezicht FOSTER DULLES: Geen eenheid, geen dollars De Westduitse bondskanselier, dr Adenauer, heeft bevestigd, dat de Ameri kaanse minister van buitenlandse zaken, Foster Dulles, hem heeft meegedeeld, dat Europa tegen April „zeer duidelijke teke nen" van voortgang op de weg naar een wording moet laten zien, wil het niet, dat het Amerikaanse Congres de dollarhulp besnoeit. Omstreeks 1 April moet de Amerikaanse regering het wetsontwerp betreffende hulp verlening aan het buitenland bij het Con gres indienen. Op 23 April komt de N.A.V.O.-raad weer bijeen. Minister Dulles doelde in het bijzonder op de ratificatie van het Europese leger- verdrag. Dulles was echter niet van plan „enige druk uit te oefenen" op de zes lan den van de E.D.G., zo verzekerde bonds kanselier Adenauer. Ten aanzien van het nieuwe nazisme jn West-Duitsland zei Adenauer "té geloven, dat minister Dulles dezelfde mening was toegedaan als de bondsregering, n.l. „dat wij moeten oppassen, maar dat er geen gevaar voor een nieuw nazisme in Duits land bestaat". Eisenhower heft looncontröle op. Presi dent Eisenhower heeft de regeringscontróle op de lonen opgeheven. Ook de prijs controle op een reeks verbruiksgoederen, waaronder alle vleesproducten, is opge heven. Scheepsbrand. Op het 4000 ton metende Zweedse koelschip Antarctic Odan uit Gothenburg, dat in de Hamburgse haven lag, is Donderdagmiddag brand uitgebro ken. Het schip is geheel uitgebrand. Franse begroting goedgekeurd. Met 415 tegen 205 (communisten en socialisten) stemmen heeft de Franse Nationale Ver gadering de begroting thans definitief goedgekeurd. CLOWNTJE RICK LETTERKUNDIGE KRONIEK Van Italië uit wordt over de hele wereld een net uitgeworpen, waarin men de beste roman uit het jaar 1952 probeert te vangen. Landelijke jury's trekken een deel van dat net door hun rayon. Het onbelangrijke goed glijdt door de mazen en mag weer verder zwemmen. De goede vis wordt gesorteerd. Eén vis, die in het betrokken land de beste wordt geacht, mag in Italië meedingen naar de wereldprijs. De Nederlandse vis is uitgezocht. Het is de roman „Een vinger op de lippen" van Pierre H. Dubois (uitgaaf G. A. van Oorschot te Am sterdam). De ondertitel luidt: „Bekentenissen van Lorenzo Vitelli, Florentijns monnik, omgekomen op de brandstapel in het jaar 1498". Een roman dus die in Italië, speelt. Misschien verhoogt dat de kans wel op de eindbekroning. De Neder landse jury had nog wel meer romans, die in Italië spelen, kunnen vinden als dat haar opzet was geweest. Ilc denk in :de eerste plaats aan de Borgia-roman „De scharlaken stad", van Hella S. Haasse. Ik denk ook aan „De ontvoering van Europa" van Johan Fabricius (spelend op Capri en in Napels) en aan de Schre- velius-roman van Ary den Hertog (spelend in Venetië). Ttalië, waar Couperus en de Schartens handeling voor hun beste boeken vonden, biedt onze romanciers dus opnieuw stof, historische zowel als actuele. Wat de actuele betreft in de toeristische sfeer (Fabricius en Den Hertog). De jury zal er zich mis schien over verbazen, dat hier gewezen wordt op de jongste Caprese roman van Fabricius en de omstreden Schrevelius- roman van Den Hertog, zulks in verband met de „wereldprijs" voor romanlitteratuur! Maar de opzet van de Italiaanse initiatief nemers is geweest, een roman met een ver halend karakter te bekronen. Verhalend zijn de romans van Fabricius en Den Hertog in hoge mate. Maar dat dan ook uitsluitend. Wat verdieping van de stof betreft en wat stijl aangaat zijn zij ondermaatse vis ge bleven. Aan alle eisen had de roman van Hella Haasse kunnen voldoen, als hij strak ker en klaarder was geweest. De kunste nares trachtte te véél te verwerken. „Een vinger op de lippen" heeft eigenlijk hele maal geen verhalend karakter. Maar het is tenminste volop litteratuur. Het is een ver slag van een zielkundig proces. Voor de figuur om wie het gaat, Lorenzo Vitelli, heeft de monnik Savonarola mo del gestaan, die op 22 Mei 1498 te Florence de vuurdood stierf. Toch heeft Dubois niet naar zuivere his toriciteit gestreefd. Wat niet wegneemt, dat men voortdurend aan Savonarola mag den ken. In de roman komt Lorenzo Vitelli wel iswaar de 14de Juni 1498 op de brandstapel, maar de 22ste Mei en de 14de Juni liggen zo dicht op elkaar, dat een conclusie om trent de identiteit van Vitelli voor de hand ligt. In het boek van Dubois beschrijft Vitelli zelf hoe hij zich in de kerker voorbereidt tot de dood, hoe hij zich slachtoffer van verdichtsels waarmee zijn aanhang hem omspon, slachtoffer ook van eigen waan bevrijdt van alle vervalsingen van de waar- -heid om de dood te kunnen aanvaarden lIs sluitstuk van het leven, méér zelfs: als een gebeurtenis die zijn leven pas waarlijk tot leven zal maken, want men heeft niet ge- leeft als men niet sterft. De weg naar de brandstapel zal wel zel den geplaveid zijn geweest met rozen van zulke zuivere redenering, >aaar Vitelli leeft, afgezien van het feit dat hij af en toe (Advertentie) U heeft een goede kans het ergste van griep en influenza te vermijden Ontsmet U enkele malen per dag met het geconcentreerde antiseptische ODOL MONDWATER. 'at was niet handig van die BunkieHij snorde op de slee naar be neden en dat ging even goad. Maar toen kwam de bocht! Het gebeurde precies, zoals Rick gevreesd had: in die bocht kon Bunkie, doordat hij rechtop zat, z'n evenwicht niet bewaren en met een grote boog vloog hij door de lucht, terwijl ook de slee met 'n vaart on derstboven kukelde! Bunkie kwam terecht in de sneeuwhoop op zij van de baan, met z'n hoofd naar be neden. Gelukkig maar, dat de sneeuw daar niet hard was! Nu schoot hij tot aan z'n middel in de sneeuw, en alleen z'n spar telende benen kwamen er nog bovenuit! en Toni voelde, hoezeer ze het eiland en haar huis liefhad. Alles heeft er kleur, dat is, geloof ik, een van de meest essentiële eigenschappen van het eiland. Als de bomen bloeien en je ziet dan bij zonsondergang de flamingo's over het moeras vliegen, dan lijkt het hele landschap één zee van brandende kleu ren. Ik kan de schoonheid daarvan moei lijk onder woorden brengen, maar het is werkelijk magnefiek. De oude stem, die even warm had geklonken, werd weer schor en droog, toen ze vervolgde: Maar denk niet. dat het leven er lijkt op een film, Toni! Flamingo Eiland ligt in de tropen, het klimaat maakt de mensen loom en onbeheerst, naast, de felle prachtige kleuren is overal verval zichtbaar. Alles heeft echter iets reëels. De mensen worden er geboren, leven en sterven er, met het gevoel van hier te horen, op dit vruchtbare plekje aarde. Ze voelen zich één met hun eiland, dat op de een of andere wijze aan dè greep van het modernisme is ontkomen. We leven in het verleden Toni knikte. Ze wilde het verhaal niet onderbreken. De Olivia, die hier van haar geboortegrond zat te vertellen, was een geheel andere vrouw dan de verbitterde, achterdochtige millionnaire, die ze tot dus ver had leren kennen. Floriana, is een groot huis, vervolgde de oude vrouw. Het is langs drie zijden van Dat kwam er nu van. Bunkit had het erg mooi en flink willen doen, maar het. gaat nu eenmaal niet op die manier, dat ondervond hij nu. En Rick had hem nog willen waarschuwen. Ja, toen Rick dit zag gebeuren, terwijl hij Bunkie nakeek, was hij eerst wel even ge schrokken. Die Bunkie maakte me daar even 'n reis door de lucht, voordat hij In de sneeuw terecht kwam! Maar toen zag Rick al gauw, dat hij niet ongerust hoefde te zijn; de sneeuw had Bunkie's val ge broken en hij zou er wel geen last van hebben, al zat hij nu zo ver in de sneeuw hoop een rechthoek gebouwd in een tijd, dat de mensen nog aan grote gezinnen deden. Toen ik er als jong meisje kwam te wonen, had het leven' nog gratie, De slaven waren geen slaven meer, maar de meeste nakomelingen van hen verkozen het op de plantages te blijven werken. Het leven was vol en ge lukkig en helemaal niet zo traag en saai a.ls sommige schrijvers menen het te moeten beschrijven. Onze familie bezat meer dan de helft van het eiland en hierdoor een grote verantwoordelijkheid. De mensen vergeten datTrouwens ook tegenwoor dig is mijn gezag nog groot, ondanks alle regelingen die getroffen zijn met betrekking tot het werk. want de inheemsen komen nog steeds bij mij om hulp voor al hun pro blemen. Ik heb een prima administrateur in dienst, een man met groot verantwoorde lijkheidsgevoel, die zijn vak kent. Je zult verbaasd staan te kijken over iemand als Carlos. Hij komt; uit Cuba, maar wij be schouwen hem volkomen als één der onzen Hij werd in Engeland opgevoed. Carlos? vroeg Toni belangstellend. Is hij van Spaanse afkomst? Hij komt uit Zuid-Amerika, antwoord de mevrouw Burden. Een generatie terug waren we niet dol op zijn soort, maar aan gezien hij een uitstekende kracht is en ik geen zoon of kleinzoon heb, die véél be langstelling voor de plantages en fabrieken heeft, kan ik hem zeer goed gebruiken en nog wel eens voor zijn rechters wordt ge roepen, of naar de martelkamer, als een monnik in zijn kerker en kan zich dus met pure hartstocht aan de ontlediging en de onthechting wijden. Hij doet dat dus schrijvend. Ik kan niet nalaten, even aan te halen waarom hij het verstervingsproces schrijvend wil volbren gen. Uit de aanhaling zal'blijken, waarom Vitelli weinig van een martelaar heeft, maar ook, hoe voortreffelijk Dubois de pen leidde in Vitelli's hand, „Zodra ik schrijf, sta ik zelf onafge broken, onvermoeibaar, met listige, loerende blik achter mij en eis nuances, eis kronkels en krullen, subtiele toevoe gingen, verg dat ik uitspraken terug neem, dat ik woorden opnieuw in de smeltkroes gooi en langs verhitte dis tilleerkolven in nieuwe druppels, in nieuwe, steeds fijner geslepen woorden gesplitst, laat overhevelen. Het is waar dat ik niet schrijf om te duren, ik schrijf om mijzelf door mijzelf te laten over tuigen. Ziften, ziften, de leugens uit mij wegziften, niet mijn eigen leugens alleen, maar ook die welke van binnen uit of van buiten af aan mij kleven als klonters door wier bijeen gehouden schepen". Fn dit dialectisch onthechtingswerk gaat de merkwaardige figuur Vitelli zover, dat h(j, eens de vrome boetprediker, zich van de illusie van een hiernamaals ontdoet, want is er een hiernamaals, dan is leven geen werkelijk leven, dan is er meer, en dan is de dood geen einde. En juist dat wil Vitelli bjj zijn versterving bereiken; de idee, te hebben geleefd, al is het maar een moment, want te lang heeft hij als het ware in misverstand rondgetobd. In één flits wil hij tussen de vlammen op de brand stapel constateren „ik w a s". Tpen ogenblik wordt hij in dit -*-1 zichzelf, in dit door de dood uiteindelijk toch nog tot leven komen gestoord door een infernale uitdaging van één van zijn rech ters, die hem zijn minnares in de armen voert. Het is een schitterende vrouw, die zelfs de heilige Antonius pijnlijk in ver zoeking zou hebben gebracht. De rechter hoopt de boetprediker door middel van deze zinnelijke schoonheid op het laatste ogenblik nog kapot te krijgen. Voor Vitelli, die boet prediker is geworden uit machteloze, onbe antwoorde liefde voor de stralende adelijke Beatrice Strozzi, is de vleselijke uitdaging een verschrikkelijke kwelling, maar kij weerstaat haar. Dit is één van de weinige passages met „handeling" in het boek van Dubois, overigens niet een van de beste. En dan wijdt Vitelli zich overeenkomstig zijn systeem ten dode. Consequent zuive rend offert hij zijn christelijke voorstelling van de schepping op, God tenslotte nog slechts beschouwend als 'n droom die on vervuld blijft. Als hij zover is, laat Dubois zijn romanfiguur wegzinken in een vorm van nihilisme, die een „enthousiaste begees tering" over hem doet komen. Lelijk gezegd. Een vlek in de overigens toch zo beeldende sonore en weloverwogen taal, waarin de boetprediker zichzelf de laatste biecht af neemt. „Begeestering" is een germanisme en „enthousiaste begeestering" is niet alleen vrijwel een pleonasme, maar bovendien een vertroebeling van de situatie, immers „enthousiasme" betekent van huis uit let terlijk „door God bezeten zijn", en Du bois heeft iuist alle moeite gedaan om Vi telli van de Godsdroom te bevrijden! Een tour de force die overigens niet overtuigend lukt. Als de boetprediker zijn geloof offert, waar om peinst hij dan nog door op het thema van de onvergankelijkheid van de geest? Waarom is dat dan geen droom? Maar Dubois geeft ons in het zielsproces van Vitelli wel te gevoelen, dat het belang rijkste wat wij kunnen doen is. te trachten ons leven in overeenstemming te brengen met de waarheid. Ik zeg trachten, want de waarheid is tenslotte toch een ondoorgron delijk mysterie. Het is natuurlijk niet de opzet van de Nederlandse jury geweest, een roman te kiezen die in Italië speelt. De roman van Dubois, ongetwijfeld een opmerkelijke lit teraire prestatie, is gekozen omdat hij re presentatief is. Hij zou ook gekozen zijn als Vitelli een Spanjaard was geweest, die zich voor de Spaanse inquisitie had moeten verantwoorden. Intussen zal men in Italië ongetwijfeld met belangstelling kennis ne men van de wijze, waarop een Nederlander zich (zijdelings) met 't probleem Savona rola heeft bezig gehouden. W. WAGENER. - 'Wir*rr w* ben ik erg op hem gesteld geraakt. Hij zit niet achter mijn geld aan en dat is al heel wat Het oude thema weer, dacht Toni. Ze probeerde zich een beeld te vormen van het eiland, maar slaagde hierin niet helemaal. Wat is Miranda voor een plaats? vroeg ze om van onderwerp te veranderen, ik weet alleen uit de encyclopaadie, dat het een inwonertal van 4300 heeft. Er glansde lets in Olivia's donkere ogen. Miranda is een stad, waar vele natio naliteiten leven. De bevolking bestaat uit Engelsen, Amerikanen, Spanjaarden, Fran- vreselijk gat, maar misschien vind jij 't er wel amusant. De blanke bevolking zal een nieuw gezicht hartelijk welkom helen, je zult op de Club ontvangen worden, ik zal je er zeker niet van weerhouden. Je zulJ wat mij betreft, paardrijden en zwemmen, dansen en tennissen, zoveel als je wilt. Ja. ik denk dat Miranda je wel zal bevallen, tenminste voor een poosje.... Met deze woorden beëindigde Olivia voor het ogenblik haar verhaal over het eiland. Ze drukte op een bel en een Spaans dienst meisje kwam het vertrek binnen; ze liep licht als een balletdanseresje en volkomen geluidloos. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 6