t Is hier een beetje koud maar morgen ben ik thuis Willem Goedbloed REDDING en HERSTEL WILLEM RADIOPROGRAMMA OVERGANGSTOESTAND TUSSEN Giften ook via „Het Parool" DRIE UIT VELEN UIT HET RAMPGEBIED Gerry Williams Maarten Roels ZATERDAG 7 FEBRUARI 1953 HET PAROOL 5 AAN HET EIND van het dorp lag het TAR STOPTE EEN AUTO bij de weg. bedrijfje ran de sloper: een scheef IIV Er stapte gezakt keetje en een stukje wei-1 land onder de grijze lucht, waar wat ii verroeste stukken lagen van motoren en het vergane karkas van een antieke auto. Daar lag ook de boot: een log, plat ijzeren ding van een meter of vijf. Ik liep al een tijd met de schipper mee. Hij was ergens in het Noorden van het land gestart met zijn schip op het ogen blik dat hij hoorde van de ramp. Drie andere schippers waren achter hem aan gevaren, maar die begonnen onderweg te rekenen. De eerste zei. dat het al lang afgelopen zou zijn als ze in de bedreigde gebieden aan zouden komen. De tweede zei. da.t er genoeg schippers dichter in de buurt waren, die hulp in overvloed konden bieden. De derde zei. dat hij geen eigen baas was en er zijn compagnon eigenlijk in moest kennen Maar deze schipper was doorgevaren tot zijn motor onklaar raakte. Toen had hij zijn schip gemeerd, en was te voet, per auto. en met een andere schuit ver der gegaan, om te zien of hij zelf nog van nut kon zijn. want hij kende het water daar. In het dorpskroegje zaten nog vijf schippers die hadden doorge zet in een hoek naast de kachel op or ders te wachten. Mijn schipper was een jonge vent van vijf en dertig jaar, met een gesloten flegmatiek gezicht onder zijn blauwe pet. Hij stor.d in gedachten te kijken naar de groep mensen die voor het keetje van de sloper waren samenge dromd. Een stuk of zes opgeschoten jongens, een drietal huismoeders, die met de schort nog voor uit de huizen i verderop waren gelopen, en een man met een hard, verbitterd gezicht. Ze stonden luid roepend te debatteren met het slopertje dat in het keetje zat. De jongens scholden er dreigden op de manier van mensen die naar zichzelf luisteren. De man met het bittere ge zicht bonsde steeds als hij iets gezegd had, hard op de deur van het wrakke keetje, terwijl hij riep: „Nou, wat zeg je hé!" Het bleek, dat het slopertje de oude boot niet wilde afstaan om te gaan zoeken naar slachtoffers. Hij had hem pas gekocht, en er zijn werkkapiltaaltje in gestoken, De motor werkte niet meer, en het ding was niet berekend op roeien, was zijn argument. Als je het met roeien probeerde dreef je af, en don was hij zijn boot en zijn werkkapiitaaltje kwijt. „Vraag maar aan de burgemeester of die hem vordert!" riep hij schel uit zijn hokje, telkens als die ene man op zijn keetje bonsde. En dan bonsde de man nog eens zo hard. Maar zonder een vor deringspapier waarop hij later vergoe ding kon krijgen, gaf hij de boot niet af. Twee jongens riepen, dat zijn toe stemming 'hun' gestolen kon worden, en begonnen aan de boot te rukken, maar die lag te vast, Toen liepen ze weg om Ihulp te halen. man uit, die in het doip bekend was geworden als „de ingenieur", en van wie ze drie dagen geleden nog betwijfelden of hij een echte was, of slechts een kamerstudent, in wie alleen zijn moeder een toekomstige dij kenbouwer zag. Een bleke figuur met een jong gezicht. Hij was de dijk opgegaan met de ko.ele afstand van een theoreticus. Hij had er in plaats van met een passer en een rekenlat gema noeuvreerd met polderwerkers: twee honderd kromgegroeide mannen in ver stelde kleren, die na een paar uur in het klamme stro kreunend de barak uit kwamen strompelen, terwijl hun benen en armen ongericht stampten en sloegen in de kou, om dan vanzelf weer in de houding te vallen, waarin een mens het meest doelmatig de schop hanteert, of de zandzakken. Ze hadden dat eerste uur twijfelend gekeken naar die jonge intellectueel, die met een onbegrijpelijke rust beslist had, dat punt C. gevaar liep, en punt F. het wel zou houden. Hij had zijn logge leger opgesteld, en aan het werk gezet. Misschien was zijn besluit juist. Als straks ook deze polder onderloopt heeft hij gedaan wat hij kon. Zijn gezicht was in die beslissende uren het gezicht ge worden van iemand die geleerd heeft te werken met de beperkte mogelijkheden van de mens. HIJ BLEEF MAAR een halve minuut. Hij boog zich over het motortje, en trok een grimas. „Daar weten jullie vast meer van dan ik" zei hij. Hij legde zijn pakje sigaretten bij ons neer, DE SCHIPPER LIEP om het keetje heen in een onverschillige slenter pas om de aandacht van de drom niet te trekken. Zachtjes klopte hij aan de achterdeur. Een ogenblik later ging de deur open, en stond een kleine groe zelige man voor ons, „Natuurlijk drijf je af met dat ding als je gaat roeien" zei de schipper. „Maar ik wou proberen de motor op gang te brengen''. De kleine man barstte in huilen uit. „Asjeblieft", snikte hij. „Denk je dat ik een onmens ben? Maar als ze gaan roeien is ie naar de kelder; en er is net een Amerikaanse monteur ge weest, en die kreeg hem ook niet op gang. Hy ging tussen ons in lopen om be scherming te zoeken tegen de mensen. De drom had ons in de gaten gekregen en kwam nu op ons af in de mening dat wjj met het slopertje heulden. Maar de argeloze rust waarmee de schipper aan het motortje begon te morrelen, hield hem terug. Het was een onwaarschijn lijk oud motortje. Ik kon me best begrij pen, dat een hoog ontwikkelde Ameri kaanse technicus er geen weg mee had geweten, want om de werking er van te begrijpen moest je eigenlijk weer uit gaan van grondprincipes als het deksel van een keteltje dat gaat rammelen als het water kookt. Oud-strijders stichten watersnoodsfonds De wereldfederatie van Oud-Strijders, die organisaties uit honderd landen omvat, heeft besloten een fonds te stichten voor hulp aan de slachtoffers van de watersnood in Nederland. Komende week zal een vertegenwoordi ger van het secretariaat-generaal van deze federatie uit Parijs naar Neder land komen om hierover contact op te nemen. Olieboring bi j Zeddam (Van onze correspondent) NIJMEGEN, Zaterdag. De Neder landse Aardolie Maatschappij heeft de eerste maatregelen getroffen voor de boring naar olie in de Gelderse achter hoek onder de gemeente Bergh nabij het dorp Zeddam. Er wordt een 45 meter hoge boortoren opgericht en drie groe pen technisch personeel treffen de voorbereidende maatregelen. en raasde weer weg met zijn auto. De schipper zat het motortje uit mekaar te nemen met langzame, bijna strelende gebaren. Toen kwam het slopertje weer uit zijn keetje scharrelen. Hij scnoot tussen de kijkers door op ons toe met schichtige beweg.'ngen, als verwachtte hij elk ogenblik een trap. Hij bradhit koffie. Het was een heldendaad. Toen hy zag dat hem niets gebeurde bleef hij op en neer rennen, met olie, met benzine, met ge reedschap, met moertjes en schroefjes. Van de andere kant kwam een zware man aanslenteren. Ik kende hem, want hij had me die middag op straat aan gesproken. Of ik soms wist waar zyn vluchtelingen bleven, had hij gevraagd. Hij was de waard van een uitspanning, en hij had zijn gelegenheid aangeboden om vluchtelingen onder te brengen. Ze- hadden hem op het stadhuis gezegd dat hij de zaal maar vast moest ontruimen. Dat had hij gedaan, en nu zat hij al de hele dag te wachten. Hy had nog eens opgebeld, maar men had gezegd, dat zijn ruimte beschikbaar bleef voor het geval men vastliep met de ruimte in het NutsgeDOuw. Niemand wist wanneer dat zou gebeuren. - En alle klanten gingen naar zijn concurrent aan overkant Zelfs de mensen van het hulp werk, die er even uitwipten, en de vluchtelingen die het Nutsgebouw uit liepen om zich wat te vertreden, want zijn zaal was immers ontruimd. Of Ik daar niets aan kon doen? Hij had ver baasde blauwe ogen. Naast hem stond zjjn vrouw: vroeg oud van de zorg, en met een dunnen mond die het altijd wel geweten had. Hij keek een tijdje naar de schipper, die in het motortje verdiept was met een toegewijde ernst als was hij in ge sprek met de ziel van het scheepje. Toen presenteerde hij hem een sigaar. De schipper nam het geschenk aangenaam verrast aan. en stak het blij onder zijn pet. Toen begon hij aan een zwengel- tje -te rukken, en opeens zei net motortjesjoeksjoeksjoek. VERDEROP LAG NOG een tiental bootjes klaar, die onder leiding van een man, die de streek kende als zijn Zoals wij reeds eerder heb ben aangekondigd verleent „Het Parool" gaarne zijn be middeling bij de inzameling ten bate van het Nationaal Ram penfonds. Lezers, die van deze bemid deling gebruik willen maken, kunnen hun bijdrage sturen aan ons adres, N.Z. Voorburg wal 225, Amsterdam-C., óf storten op één onzer giro nummers: gemeentegiro no. P 10.000, postgiro 200728, óf on onze rekeningen bij de Am- sterdamsehe Bank N.V., bij kantoor Damrak, en de Bank Van Vloden en De (Jiiselaar N.V. te Amsterdam, alles on- •Jpr Mine „Watersnood" „Het Parool" zal er voor 'orgen, dat al deze giften wor den gestort op rekening van het Nationaal Rampenfonds. tegen Heem besmetting kouvatten broekzak, een laatste, korte speurtocht zouden maken voor het donker werd en verder zoeken nutteloos en gevaarlijk was. De mannen hadden zich verzameld In het kroegje dat de hele klandizie van de man die zijn uitspanning beschikbaar had gesteld, had overgenomen. De vijf schippers waren weg, maar in de leun stoel bij het tafeltje aan het raam hing een meisje van een jaar of twintig met naar voren gezakte schouders en een gezicht dat na veertig uren draven kribbig was van moeheid. Tegenover haar zat een verpleegster van misschien dertig jaar, voor wie de vermoeienis een oude kennis scheen, met wie men kon leren omgaan. De slapeloosheid drukte op haar oogleden, maar haar blik hield geroutineerd de laatste spleetjes open. Toen ging de deur open, en een kale man trad binnen. Het meisje in leunstoel keek snibbig in zijn richting, en begon opeens te ratelen tegen de ver pleegster op een hortende hitstoon. „Daar heb je hem!", zei ze. „Je weet wel, die vent van afdeling schoenen! Ik zeg tegen hem: „Ik heb twee paar kin derschoenen nodig voor „Aankomst" En hij zegt: „De nieuwe zending is nog niet gecatalogiseerd, en ik kan u niet helpen, want ik ben aan het organise- Het was de verpleegster niet aan te zien of ze luisterde naar dat gekleurde communiqué van een ruzietje tussen twee op het eind van hun zenuwen balancerende helpers. Maar het meisje praatte door. „Ik zeg: „Zozo is meneer aan het organiseren! En werpt die orga nisatie ook vrucht af, als ik vragen mag?" Het was even stil. Toen vroeg de ver pleegster: „En wat zei hij?" „Ach mens! Hij wees gewoon naar een grote zak en hij zei: „Zoek zelf dan maar uit!" En toen moest ik ook nog die hele zak vol door mekaar liggende schoenen voor hem leeg graaien, terwijl ze op „Aankomst" om me zaten te springen! En die vent stond intussen aan een ander precies te vertellen wat die nou eens doen moest, terwijl hij zelf in een boek zat te schrijven!" De verpleegster keek naar de kale man die bij de kachel was gaan zitten. Hij sliep al. Zijn uitgezakte mannen- hoofd rolde langzaam van links naar rechts over zijn vest. Hij had een slecht zitten bruin confectiepak aan, dat kreu kelde in de knieholten. „Hij moest natuurlijk catalogiseren om te weten waar hij weinig van had, en wat hij dus moest bewaren voor de ergste urgentiegevallen", zei de ver pleegster nog. Maar het meisje tegen over haar hoorde het niet meer. Die had haar zenuwen ontladen en was in slaap gevallen. rEN KWAM DE RODE-KRUISMAN binnen, die ons kon vertellen waar volgens de laatste schaarse berich ten over het verdronken land misschien nog mensen konden zitten. Hij had een scherp militair gezicht. „Over tien ver wacht ik de gissingen van de burge meesters", zei hij. Hij keek ons aan en vervolgde met de pathetische trilling in zgn stem van een ervaren oorlogsleider die weet dat, wanneer je veel van de mannen moet vragen, je het nooit moet laten als je iets voor ze kan doen: „Ik heb in orde gemaakt, dat jullie via de noodverbinding even met je vrouwen kunt bellen." Achter in het kroegje was de tele foon. De eerste man greep de hoorn en riep zijn nummer in het toestel. Hjj had merkwaardig snel verbinding, en aan zjjn benarde gezicht kon je zien dat hij eigenlijk niet wist wat te zeggen. „Dag Mie", zei hij toen maar. „*t Is hier een beetje koud, maar morgen ben in thuis". De anderen keken opgelucht. Die wis ten nu wat ze zeggen moesten. „Dag Sjaan! 't Is hier een beetje koud, maar morgen ben ik thuis". Er was er geen die zjjn beurt voorbjj liet gaan. Het was goed even de stem te horen van het mens thuis. WIJ KONDEN MET dat ijzeren sloop- schip de roeiers van de andere boten maar net bijhouden, want het motortje moest zo langzaam mogelijk draaien, omdat er twee koppelingen in zaten die slechts met ijzerdraad ver bonden waren. De schipper lette op de motor. Na een kwartier varens sloeg die af. De schipper zei, dat ik de boot recht op de stroom moest leggen, dan dreven we niet zo snel af. Hij begon weer aan de motor te prutsen. Met snelle kat achtige bewegingen nu, want het getij kwam op, en we dreven hard. Toen hg de motor weer op gang had waren we de vloot kwijt. We voeren nog een tijdje scherp uitkijkend op het rïchtingsinstinct van de schipper, maar het had geen zin. We kenden de streek niet. en overal konden zich ondergelo pen ruïnes bevinden, als klippen onder water. Ik wist niet wat te zeggen. Dit ras de laatste kans geweest om van nut te zijn. Ik dacht aan het bedrijfs verlies dat de schipper had geleden, en aan de aarzelingen die hij gehad moest hebben, toen de eerste collega die af viel zei dat het allang afgelopen zou zijn als ze in de bedreigde gebieden zou den komen, en toen die tweede zei dat er genoeg schippers dichter in de buurt waren, en die derde, die met zijn com pagnon moest overleggen. Nu voelt hij zich belachelijk tegenover de verstan- digen, die hun zuur verdiende centen niet in het water hebben gesmeten, dacht ik, en ik zei: „Laat ze maar pra ten, schipper! Laat ze maar rustig lachen hoor!" Hij draaide zich om en keek me ver baasd aan. Hij was volkomen vrjj van de kleinzielige problematiek die ik hem had toegedacht. Hij had een gebaar ge maakt tegen de aangolvende dood. Het was helemaal zijn eigen gebaar geweest, en dan ben je nooit belachelijk, zoals die waard van de uitspanning ook nooit belachelijk kan zijn, of die man van de afdeling schoenen. Dan heb je een heilig gelyk. Langzaam voeren we het stuk terug dat we afgedreven waren. Het begon al te schemeren. Hier en daar stak een stuk muur uit het water van een ingestorte stal of boerderij, soms gemarkeerd door scheef gezakte bomen. De schipper hurkte in de boeg en gaf aanwijzingen. En plotseling kwam er een andere toon in zijn stem, die zei dat ik moest bydraaien. Ik had het niet gezien, want ik lette alleen op het roer en de schip per. Pas toen hij zei dat de motor af moest, en we traag in de stroom dreven, merkte ik dat we op een boom af schoven, waarvan de onderste tak een bundel kleren droeg, die een man was. Ik hijgde van de schok. Kier was de rechtvaardiging van de onderneming waarnaar ik zo hevig had verlangd. De mens die op de schipper wachtte, toen die doorvoer, steeds maar door. e man zat op de tak in de hartver scheurend behoedzame houding van een die wist dat hij daar lang zou liggen, en die uren tyd had gehad om zich zo te schikken dat hij het zuinigst om kon gaan met zijn uithoudingsvermogen. Toen we onder de boom voeren remde de schipper ons laatste restje vaart af, door de stam te grijpen. Tegelijk begon de boom te kraken, In een bliksem snelle reactie hief de schipper de armen naar de bundel die naar beneden viel. Hij ving hem verend op, en dat was goed, want de man gaf niet mee, omdat zijn lichaam de verstarring waar in hij al dde tijd had liggen wachten niet prys gaf. Amsterdams student als vrijwilliger aan dijken Ergens langs de straatweg van Bergen op Zoom naar Roo sendaal stond Wil lem Goedbloed, ne gentien jaar, stu dent in de wis- en natuurkunde te Amsterdam, te liften. Met 50 Amsterdamse studenten was hij Zondag van Amsterdam over Ant werpen en Dendermonde naar Zeeuwsch- Vlaanderen gereisd. „Om te scheppen op de dijk" zei hij. „Ik ben een Zeeuw. Ik ben geboren op Walcheren. Mijn hart trok naar mijn land. Na een dag schep pen zijn wij via Breda naar Fijnaart in West-Brabant vertrokken. We hebben er cadavers geruimd. Hoeveel koeien- lijken ik heb geborgen weet ik niet. Het was een smerig werk. Twee nachten kwam er niets van slapen. Maar Dins dagnacht konden wij in een school in Klundert op wat stro in slaap zakken en nu ben ik sinds een paar dagen inge deeld in colonne 3 van het Rode Kruis uit Roosendaal. We hebben kleren en goederen naar St. Philipsland gebracht en we hebben daar toen ook maar weer een schop ge pakt om te helpen bij de dijkversterkin gen. Ik ben no- maar jong en ik had nog niet zoveel meegemaakt. Maar nu, na een paar dagen, wil de ellende je eigenliik niet meer goed loslaten. In het begin sohrok je van het eerste lijk en dan aanvaardde je alles, zonder er sterk bij na te denken. Dat moest wel, anders kon je niet tegen je zelf op. Maar nu krijg ik soms zo'n wee gevoel in mijn maag. Soms wil je er in eens helemaal uit. Weg, naar huis. Maar dan denk je weer: niet slap zijn, niet toegeven. Door zetten. Ik vergeet deze rotzooi nooit." Willem Goedbloed heeft een jong fris gezicht. Maar hij had een paar ogen van een man van veertig jaar. In schoolboekjes las ik over Zeeland en herstel. De vrouwen en vee langs de dijk deze nare kinderen zijn, op een enkele soort toeristen wel verjagen, uitzondering na, langzamer- Diep in de nacht Men is druk bezig het dode vee te bergen en waar moge lijk, bouwt men weer aan de dijken. Het woord is nu aan Öp" het laagste punt van de onze technici van Waterstaat eb kon ik Rilland-Bath be- en waterschap, aan de ïn- reiken, ook al moest de auto sfemeurs en technici, die hier hand weg. De dorpen, waar ik vandaag door trok, lagen verlaten. Men hoorde alleen het geklots van het water en een enkele maal het gebas van een mannestem. Politieman in ontruimd dorp De nachten zijn afschuwelijk (Van een onzer verslaggevers) BREDA, Zaterdag. Gistermorgen stond op Dintel- sas aan het Volkerak, tegenover Goeree-Overflakkee een sluisdeur open. Het water golfde er door naar buiten, r j 7 i.i i renten, ook ai moest de auto uic .UCi op weg naar zee. In net land daarachter begonnen de door een iaa? water van 50in groten getale aanwezig eerste polders droog te vallen. Wat lager op de dag werd 75 cm. Op het stadhuis daar, z9n- e*} di,e t.ot dieP in, de ik, vlak voor Rilland-Bath op de strekdam naar "USÏSeÜtfSaSd"'1'ee£ maken." Vaf hen" haS Beveland op de weg naar Krabbendijke aangehouden dikke wachtmeester van de veel af. Want was de kreet door een militaire politieman. „U kunt de dijk niet rijkspolitie uit Zuid-Limburg, drie dagen eeleden nog: „De - i r» j-i m- Hij en zyn mannen zijn de bevolking weg. en snel! dit over zei hij. „De dijk staat op instorten. Wij enige bewoners. Uitgerust kreet zal spoedig in veel ge- durven er zelf ook niet meer op." met lieslaarzen, een petro- bieden worden. „De evacué's leumkachelt.ie en zonder een naar huis, en zo gauw moge- In de middag zag ik bij op de weg een waterkering sprankje licht bewaken zij lijk!" Halsteren diezelfde brand- en dan hopen wij de laatste het dorp. De nachten hier Vandaag is het een week weerman, die mij Maandag polder voor de brug te kun- zijn afschuwelijk, zei hij eer- het afgrijselijke verhaal zijn omgekomen brandweer commandant had verteld. Hij stond nog op ongeveer de zelfde plaats aan het water, waar de weg naar Tholen leegmalen", vertelde de dijkgraaf van Moerdijk. „Dat betekent, dat wij dan gauw aan herstel van de spoordijk en de weg kunnen beginnen aan de verbinding Noord- Kijkers geweerd verdwijnt. „We hebben van- Zuid kunnen gaan denken." daag weer vijf lijken gevon- Gisteravond laat. in mijn den zei hy. Zyn ogen ston- hotel ten slotte, at ik een den nog meer weggezonken ^ord soep caast een ingenieur in zijn hoofd. Op zyn wangen van de Rijkswaterstaat, die was nu alle vlees verdwenen. diep gebogen zat over een En 's avonds stond ik aan de g-ecletailleerde kaart van Zee- Moerdyk recht tegenover de land en de Zuidhollandsc plaats, waar ik Zondagmid- cj]anden. ..Tienduizenden hec- dag op bet eiland van Dor- ^aren jand verzopen", zei hij. drecht, de grote brug had proberen te bereiken. Ook nu kon ik die brug maar nu van de andere kant in de verte zien liggen. Onbe schadigd Verlaten dorp geleden, dat het water kwam. lyk. En na zeven dagen sti'rjd staan w- nu op een nieuw punt. een gevaarlijk punt. Want al mochten wij u giste- Op de weg naar de ren vertellen van de vloed- Moerdjjk hield een militai- golf-hulp en die loopt nog re politieman mij aan. steeds door de vrijwilli- Hebt u een briefje van de ffers zien wy hier langzamer- burgemeester van het hand wegtrekken. De mensen dorp?" vroeg hij. „Zo lui- zijn doodon. de nieuwe Zon de»? mijn orders". Die or- dag is in zicht en nu wij door ders zijn noodzakelijk. In bet ergstheen zijn. denken de eerste plaats natuurlijk zii aan eigen huis. aan eigen voor de plunderaars, i?i de werk. Het leven gaat nu een- tu-eede plaats voor heden maal door. Er komt een dag die het toch blijkbaar niet en die is heel nabij, dat de kunnen latende ellende mannen in de lege dorpen van anderen als een stukje zich eenzaam te midden van toneel te komen bekijken", de oneindige watervlakte vin den. Het is aan de mannen. Overigens zou twee kilo. die het herstel leiden, deze ling indrukken, hoe men hier meter verderop de doordrin- ijjd zo kort mogelijk te doen „We bouwen hier midden hangt tussen de fazen redding gende stank van het rottende zyn. JN een cafeetje in rikaanse soldaat jlr^ Gerry Williams uit f; f ;:fi Chicago Donder- VyÉfN*»- dagmiddag een W0- Jf paar Duitse mar- N? Jr ken op de toon- bank. De kroeg- beier dan niksen baas wist niet goed, wat hij er mee moest aanvangen "en hoeveel de Neder landse geldswaarde was, wist hij bij benadering niet. „De eerste dagen schonk iik alles gratis", zei hij. „Maar je kunt toch niet aan de gang blijven." Gerry Williams was met een water zuiveringsinstallatie en drie Duks uit Karlsruhe naar ons land gereden. „In Chicago op school leerden wij, dat de Hollanders altijd tegen het water vochten, en dat ze het water verdron gen". vertelde hrj. „Maar nu weet ik het beter. Ik had nog nooit een dijk ge zien en ik wist helemaal niet. wat ondergelopen land was. Nu weet ik het. Dit moet de hele wereld weten. De mensen moeten weten, hoe erg het hier is. Ik ben verschrikkelijk blij. dat ze ons uit Duitsland hierheen stuurden. In Duitsland zaten we toch maar dc hele dag te „niksen". En ik hoop. dat ik hier zo lang mogelijk kan blijven. Ik wil alles doen en als ze mij straks een schop in mijn poten geven, zal ik zand zakken vullen tot ik er bij neerval. Ik zag zo even een man met een kinder- üikje in zijn armen. Als ik dan aan mijn eigen kleine zoon denk. dan zweer ik bij mijzelf, dat wii alles doen zullen, om jullie uit deze rommel te helpen." Dank je wel. Gerry Williams. zijn dak wou. Toen we aanlegden, werd hij zo opgewonden, dat hy naar omlaag gleed. Met drie man sprongen wij het water in, en doken hem na. Maar er stond een sterke stroom en drie meter water. We hebben hem niet gevonden. Maarten Roels heeft deze dagen ge slapen in militaire auto's of soms zo ^naar op de grond, ergens in een huis, 'waar de zolder nog droog stond. „Onze hulp, de hulp van de vrijwilli gers, loopt nu af" zei hij. „Ik heb ver schrikkelijke slaap. Ik zou me zo graag eens even wassen." Maarten Roels is, u weet het al, ze ventien jaar. U moet nog eens zeggen, dat de Neder landse jeugd anno 1953 ver wilderd en slap zou zijn. Hoed af voor jongens als Maarten Roels. Vier en twee jaar geëist tegen handelaars in valse dollarbiljetten Tegen de 32-jarige bouwvakarbeider l. M. en de 28-jarige kantoorbediende A.A.B., belden uit Amsterdam, heeft de procureur-generaal bij het Amster damse gerechtshof, mr W. P. Bakhoven gisteren resp. vier en twee jaar met aftrek geëist in zake handel in valse biljetten van honderd dollar. De officier van justitie, die in appèl was gegaan, had tegen beiden vier jaar met aftrek geëist, de rechtbank had hen veroor deeld tot twee jaar. Op 20 Februari zal het Hof arrest wijzen. Oplaag fotogedenkboek 100.000 exemplaren (Van een onzer verslaggevers) Het foto-gedenkboek over de storm ramp 1953, dat door de Vereniging ter Bevordering van de Belangen des Boek handels wordt uitgegeven en waarvan de netto opbrengst ten goede komt aan het Nationaal Rampenfonds zal in eerste druk in een oplaag van 100.000 stuks verschijrien. Aanvankelijk was het plan om een op laag van 50.000 te maken, maar de be langstelling is zo groot, dat besloten is dat cijfer te verdubbelen. Een fabriek is bezig speciaal papier voor dit boek te produceren. De eerste exemplaren zullen over on geveer veertien dagen verschijnen. lHoest? Keelpij I SterV De omroepverenigingen hebben, in verband met het bijzondere karakter, dat de Zondag in ons land zal dragen, haar programma's gewyzigd. Wy geven hieronder de nieuwe programma's. Het blijft natuurlijk mogelijk, dat actuele gebeurtenissen hier nog veranderingen in brengen. Voor de volgende dagen van de week zullen in grote lijnen de vastgestelde programma's worden gegeven. Gedeel ten, welke niet in overeenstemming zijn met de huidige situatie, worden door andere vervangen. Zoveel mogelijk wor den wijzigingen tijdig bekend gemaakt. De rede van koningin Juliana wordt Zondagmiddag 1 uur over beide zenders uitgezonden. Terug naar huis voor liet Paas- rapport MAARTEN ROELS is zeventien jaar. Hij is leerling aan de H. HILVERSUM I. S.00 Nieuws. S.30 Voor dracht gedichten, prof. dr G. Stuiveling. S.45 Gr. 'J.15 Dr J. C. Brandt Corstius over „Het menselijk verbond' 9.30 Oratorium Elias. Mendelsohn. 10.00 Zondagshalluur -. L. Speiberg-Stokmans. 10.30 Bjjzon- dienst uit de Nieuwe Kerk te Amster dam. predicate prof. dr S. F H. J. Berlcel- oov bac'n v. d. Sprenkel, voorz. Oec. Raad van' 11.35 Kamerorkest. 13.30 Da wereld helpt Nederland, klankbeeld: 13.45 Symphonisch concert, Mahlers Klndertoten- lieder en Sinfonja sacra in memorlam patris van Guiliaume Landré; 14 43 „Al tot myn lippen staat het woelend water", voor dracht uit de psalmen in de Nederlandse berijming van Gabriel Smit door Willem Tollenaar, muzikale omlijsting Rosa Spier; 15.05 Werken van Ravel, Hendrik Andries- sen. Racine Frieker en Laly Boulanger: 16.10 Gordon Manley speelt Liszt; 16.30 Vespers: 17.00 S:uitingsoienst van de Oec- l'eugdconfer. in de aula van het Ned. Herv. lyceum te Amsterdam17.45 Zangdienst in de Westerkerk te Amsterdam, voorganger ds H. A. Visser1S.45 Ds A. A. Koolhaas spreekt in de pastorale rubriek; 19.00 Com positie J. Felderhof op thema van Valerius „Stort tranen uit", aansl. gram.: 19.45 Nieuws: 20.05 Kerltmuziek: 20.30 Liederen- programma; 21.00 O dierbaar land, klank beeld 21,30 gram22.10 ..Weerloos sleuren mij de barre vloeden", voordracht uit de psalmen in de Nederlandse berijming van Gabriel Smit door Willem Tollenaar, muzi kale omlijsting Rosa Spier; 22.30 Negro spirituals- 22 l Avondgeoeü; 23.00 Nieuws, daarna gram. Kerken. Lithurg prof. dr W. J. Kooiman. Ev. Lutli. hoogleraar. 12.00 Treurmars Kroica. 12.20 Koraalmuziek Bach. 12.30 Strijkorkest. 13.00 Toespraak van Koningin Juliana. 13.10 nieuws. 13.30 Tragische ouverture Joh. Brahms. 13.45 Geestelijke liederen; 14.00 Dr P. H Ritter spreekt. 14.15 Pierre Palla, pianomuziek. 14.35 Re quiem Gabriel Fauré. 15.15 Fragment Tho mas Moore van Henriëtte Roiand Holst- Van der Schalk. 15.55 Bruckners Sympho- nie nr 2 in C kl. t. 17.00 Toespraak J. v. d Kieft, minister van Financiën. 17.10 Korte kerkdienst uit de Ned. Herv. Kerk le Aar denburg in Zeeuws Vlaanderen, geleid door ds L. S. Blom. 17.30 Prof. dr W. Banning „Bezinning in stormtij". 17.50 Gr. 18.00 Nieuws, evt. toespraak dr L. G. Korten- horst. 1S.30 Eïn Deutsches Requiem. Brahms 20.00 Nieuws, evt. toespraak dr L. G. Kortenhorst. 20.15 Actus tragicus (Gottes Zelt 1st die allerbeste Zeit) Canta te 106, Bach; 20.40 Nel Knoop, poëzievoor- dr.21.00 Symph. concert met werken van Haydn, Mozart. Schubert, Mahler. 22.30 Toespraak prof. dr A. A, van Ruler. 22.40 Dolf Hendrikse bespeelt het orgel van de Ned. Herv. Kerk te Zoutelande op Walche ren. 23.00 Nieuws. 23.15 strijkorkest: Der Tot und das Madchen, Schubert.. MAANDAG, 9 FEBRUARI HILVERSUM I. 402 m. 7.00 Nieuws. .10 Gr. 8.00 Nieuws. 8.15 Gr. 9.00 Morgen wijding. 9.15 Koor en orgel. 9.25 v. d vrouw. 9.30 Waterstanden. 9.35 Gr. 11.00 Voordr. 1 12.CHJ ürgel Eindhoven. Hij zit er i.. de vierde klas. Hij is gisteravond thuis gekomen. Ik moet toen eens even naa: nuis. zei hij ons vrijmoedig in St. Philipsland (West-Brabant), want anders loopt mijn Paasrappoit mis en dan krijg ik van myn vader op mijn huid. Maarten Roels is Zondagmiddag, na de eerste berichten, onmiddellijk naar West-Brabant gegaan. „Ik belandde eerst in Zevenbergen. tw ^Iaanda? HILVERSUM II. S.00 Nieuws: 8.30 Mor- ging ik naar Wagenburg. Ik heb er uren ^„wijding door prof. dr K. Dijk9.15 Con. lang met lyken gesjouwd. We voeren eert „Hor mem Bitten' o.l.v. Marlnus Voor met bootjes langs de boerderijen. We berg; 9.45 Quatre petitcs prières, Fr. Pou- vonden een boer op het dak, die wou, lenc; 9,55 Hoogmis 111 de St Jansbasilielt te dat wij eerst een geldkistje uit de kei- ^are» <N.H celebrant kapelaan A. W. der haalden. Toen zijn we maar eens Y-ee^nh,uls' bestoten door'volkszang (uitzen- even een eindje doorgevaren tot hij ons eft™» V? a' smeekte, hem te verlossen. We konden 111.40 Cantate nr'56 van J, S. Bacii.'Stabat toch zeker die kelder met m. Mater van Vivaldj; 12.20 Strijkkwartet andere boer, die niet van Anton Bruckner; 13.00 Toespraak van Er was 12.30 Land- en tuinbouw. 12.33 „In 't spion netje". 12.38 Gevar. muziek. 13.00 Nieuws. 13.20 Promenade orkest. 13.50 Gr. 14.00 „Wat gaat er om in de wereld?" causerie. 14.20 Gr. 14.30 Voordr. 14.45 Pianorecital. 15.15 v. d. Vrouw. 16.15 Gr. 17.30 v. d. pad vinders. 17.45 Gr. 17.50 Militair commen taar. 18.00 Nieuws. 18.15 West-Indisch or kest. 18.30 Accordeonmuzielc. 19.00 Muzikale causerie. 19.15 Reportage of gr. 19.2F 39 25 Piano, e-itaar en has. 19 AS R.«nver gitaar en bas, 19.45 Regerings- Rietberg: ..De suiker- 20.00 Nieuws. 20.05 Omroepor- 19 25 Piano. uitzending: bietenteelt". r kest. 21.05 Gr. 21.30 „De mensen zullen zeggen", hoorspel. 22.45 Hammondorgel. 23.00 Nieuws. 23.15 Film. 23.45—24.00 Gr. HILVERSUM II. 29S m. 7.00 Nieuws. 7.10 Gr. 7.15 Gymn. 7.30 Gr. 7.45 Een woord v. d. dag. 8.00 Nieuws. 8.10 Sport. S.20 Gr. 8.23 Gewijde muziek. 8.45 Gr. 9.00 V. d. zieken. 9.30 V. d. huisvrouw. 9.35 Gr. 10.00 Sopraan en piano, 10.30 Morgendienst. 11.00 Gr. 11.15 Lichte muziek. 12.25 Voor boer en tuinder. 12.30 Land- en tuinbouw. 12.33 Orgel. 12.59 Klokgelui. 13.00 Nieuws. 13.15 Mandoline-ensemble. 13.45 Gr. 14.00 School radio. 14.30 Gr. 14.45 V. d. vrouw. 15.15 Gr. 15.25 Pianokwlnitet. 16.00 Bijbellezing. 16.30 Gr. 17.00 V. d. kleuters. 17.15 Gr. 17.30 V. d. jeogd. 17.45 Regeringsuitzending: D. J. van Wijnen: „Nederlands officie.e vertegenwoordigingen in Indonesië". 1S.OO Orkestconcert. 18.20 Sport. 18.30 Gr. 1S.45 Engelse les. 19.00 Nieuws. 19.10 Pianorecital. 19.30 Parlementair commentaar. 19.45 Zi- geunerkwintet. 20.00 Radiokrant. 20.20 Gr. 20,30 „Tropenherinneringen". hoorspel. 21.15 Jr. 21.45 Gewyde muziek. 22.20 „Rijkdom onder de grond: aardolie", causerie. 22.30 Lichte muziek. 22.45 Avondoverdenking. 23.00 Nieuws. 23.15 „Man en vrouw", cause- 23.30—24.00 Gr.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 3