t Is hier een beetje koud
maar morgen ben ik thuis
Willem Goedbloed
REDDING en HERSTEL
WILLEM
RADIOPROGRAMMA
OVERGANGSTOESTAND TUSSEN
Giften ook via
„Het Parool"
DRIE UIT VELEN UIT HET
RAMPGEBIED
Gerry Williams
Maarten Roels
ZATERDAG 7 FEBRUARI 1953
HET PAROOL
5
AAN HET EIND van het dorp lag het TAR STOPTE EEN AUTO bij de weg.
bedrijfje ran de sloper: een scheef IIV Er stapte
gezakt keetje en een stukje wei-1
land onder de grijze lucht, waar wat ii
verroeste stukken lagen van motoren
en het vergane karkas van een antieke
auto. Daar lag ook de boot: een log,
plat ijzeren ding van een meter of vijf.
Ik liep al een tijd met de schipper mee.
Hij was ergens in het Noorden van het
land gestart met zijn schip op het ogen
blik dat hij hoorde van de ramp. Drie
andere schippers waren achter hem aan
gevaren, maar die begonnen onderweg
te rekenen. De eerste zei. dat het al
lang afgelopen zou zijn als ze in de
bedreigde gebieden aan zouden komen.
De tweede zei. da.t er genoeg schippers
dichter in de buurt waren, die hulp in
overvloed konden bieden. De derde zei.
dat hij geen eigen baas was en er zijn
compagnon eigenlijk in moest kennen
Maar deze schipper was doorgevaren
tot zijn motor onklaar raakte. Toen had
hij zijn schip gemeerd, en was te voet,
per auto. en met een andere schuit ver
der gegaan, om te zien of hij zelf nog
van nut kon zijn. want hij kende het
water daar. In het dorpskroegje zaten
nog vijf schippers die hadden doorge
zet in een hoek naast de kachel op or
ders te wachten.
Mijn schipper was een jonge vent van
vijf en dertig jaar, met een gesloten
flegmatiek gezicht onder zijn blauwe
pet. Hij stor.d in gedachten te kijken
naar de groep mensen die voor het
keetje van de sloper waren samenge
dromd. Een stuk of zes opgeschoten
jongens, een drietal huismoeders, die
met de schort nog voor uit de huizen
i verderop waren gelopen, en een man
met een hard, verbitterd gezicht. Ze
stonden luid roepend te debatteren met
het slopertje dat in het keetje zat. De
jongens scholden er dreigden op de
manier van mensen die naar zichzelf
luisteren. De man met het bittere ge
zicht bonsde steeds als hij iets gezegd
had, hard op de deur van het wrakke
keetje, terwijl hij riep: „Nou, wat zeg
je hé!"
Het bleek, dat het slopertje de oude
boot niet wilde afstaan om te gaan
zoeken naar slachtoffers. Hij had hem
pas gekocht, en er zijn werkkapiltaaltje
in gestoken, De motor werkte niet meer,
en het ding was niet berekend op roeien,
was zijn argument. Als je het met roeien
probeerde dreef je af, en don was hij
zijn boot en zijn werkkapiitaaltje kwijt.
„Vraag maar aan de burgemeester of
die hem vordert!" riep hij schel uit zijn
hokje, telkens als die ene man op zijn
keetje bonsde. En dan bonsde de man
nog eens zo hard. Maar zonder een vor
deringspapier waarop hij later vergoe
ding kon krijgen, gaf hij de boot niet
af. Twee jongens riepen, dat zijn toe
stemming 'hun' gestolen kon worden, en
begonnen aan de boot te rukken, maar
die lag te vast, Toen liepen ze weg om
Ihulp te halen.
man uit, die in het
doip bekend was geworden als „de
ingenieur", en van wie ze drie dagen
geleden nog betwijfelden of hij een echte
was, of slechts een kamerstudent, in wie
alleen zijn moeder een toekomstige dij
kenbouwer zag. Een bleke figuur met
een jong gezicht. Hij was de dijk
opgegaan met de ko.ele afstand van een
theoreticus. Hij had er in plaats van
met een passer en een rekenlat gema
noeuvreerd met polderwerkers: twee
honderd kromgegroeide mannen in ver
stelde kleren, die na een paar uur in het
klamme stro kreunend de barak uit
kwamen strompelen, terwijl hun benen
en armen ongericht stampten en sloegen
in de kou, om dan vanzelf weer in de
houding te vallen, waarin een mens het
meest doelmatig de schop hanteert, of
de zandzakken.
Ze hadden dat eerste uur twijfelend
gekeken naar die jonge intellectueel,
die met een onbegrijpelijke rust beslist
had, dat punt C. gevaar liep, en punt F.
het wel zou houden. Hij had zijn logge
leger opgesteld, en aan het werk gezet.
Misschien was zijn besluit juist. Als
straks ook deze polder onderloopt heeft
hij gedaan wat hij kon. Zijn gezicht was
in die beslissende uren het gezicht ge
worden van iemand die geleerd heeft te
werken met de beperkte mogelijkheden
van de mens.
HIJ BLEEF MAAR een halve minuut.
Hij boog zich over het motortje, en
trok een grimas. „Daar weten
jullie vast meer van dan ik" zei hij. Hij
legde zijn pakje sigaretten bij ons neer,
DE SCHIPPER LIEP om het keetje
heen in een onverschillige slenter
pas om de aandacht van de drom
niet te trekken. Zachtjes klopte hij aan
de achterdeur. Een ogenblik later ging
de deur open, en stond een kleine groe
zelige man voor ons,
„Natuurlijk drijf je af met dat ding
als je gaat roeien" zei de schipper.
„Maar ik wou proberen de motor op
gang te brengen''.
De kleine man barstte in huilen uit.
„Asjeblieft", snikte hij. „Denk je
dat ik een onmens ben? Maar als ze
gaan roeien is ie naar de kelder; en er
is net een Amerikaanse monteur ge
weest, en die kreeg hem ook niet op
gang.
Hy ging tussen ons in lopen om be
scherming te zoeken tegen de mensen.
De drom had ons in de gaten gekregen
en kwam nu op ons af in de mening dat
wjj met het slopertje heulden. Maar de
argeloze rust waarmee de schipper aan
het motortje begon te morrelen, hield
hem terug. Het was een onwaarschijn
lijk oud motortje. Ik kon me best begrij
pen, dat een hoog ontwikkelde Ameri
kaanse technicus er geen weg mee had
geweten, want om de werking er van te
begrijpen moest je eigenlijk weer uit
gaan van grondprincipes als het deksel
van een keteltje dat gaat rammelen als
het water kookt.
Oud-strijders stichten
watersnoodsfonds
De wereldfederatie van Oud-Strijders,
die organisaties uit honderd landen
omvat, heeft besloten een fonds te
stichten voor hulp aan de slachtoffers
van de watersnood in Nederland.
Komende week zal een vertegenwoordi
ger van het secretariaat-generaal van
deze federatie uit Parijs naar Neder
land komen om hierover contact op te
nemen.
Olieboring bi j Zeddam
(Van onze correspondent)
NIJMEGEN, Zaterdag. De Neder
landse Aardolie Maatschappij heeft de
eerste maatregelen getroffen voor de
boring naar olie in de Gelderse achter
hoek onder de gemeente Bergh nabij het
dorp Zeddam. Er wordt een 45 meter
hoge boortoren opgericht en drie groe
pen technisch personeel treffen de
voorbereidende maatregelen.
en raasde weer weg met zijn auto. De
schipper zat het motortje uit mekaar
te nemen met langzame, bijna strelende
gebaren.
Toen kwam het slopertje weer uit zijn
keetje scharrelen. Hij scnoot tussen de
kijkers door op ons toe met schichtige
beweg.'ngen, als verwachtte hij elk
ogenblik een trap. Hij bradhit koffie. Het
was een heldendaad. Toen hy zag dat
hem niets gebeurde bleef hij op en neer
rennen, met olie, met benzine, met ge
reedschap, met moertjes en schroefjes.
Van de andere kant kwam een zware
man aanslenteren. Ik kende hem, want
hij had me die middag op straat aan
gesproken. Of ik soms wist waar zyn
vluchtelingen bleven, had hij gevraagd.
Hij was de waard van een uitspanning,
en hij had zijn gelegenheid aangeboden
om vluchtelingen onder te brengen. Ze-
hadden hem op het stadhuis gezegd dat
hij de zaal maar vast moest ontruimen.
Dat had hij gedaan, en nu zat hij al de
hele dag te wachten. Hy had nog eens
opgebeld, maar men had gezegd, dat
zijn ruimte beschikbaar bleef voor het
geval men vastliep met de ruimte in
het NutsgeDOuw. Niemand wist wanneer
dat zou gebeuren. - En alle klanten
gingen naar zijn concurrent aan
overkant Zelfs de mensen van het hulp
werk, die er even uitwipten, en de
vluchtelingen die het Nutsgebouw uit
liepen om zich wat te vertreden, want
zijn zaal was immers ontruimd. Of Ik
daar niets aan kon doen? Hij had ver
baasde blauwe ogen. Naast hem stond
zjjn vrouw: vroeg oud van de zorg, en
met een dunnen mond die het altijd wel
geweten had.
Hij keek een tijdje naar de schipper,
die in het motortje verdiept was met
een toegewijde ernst als was hij in ge
sprek met de ziel van het scheepje. Toen
presenteerde hij hem een sigaar. De
schipper nam het geschenk aangenaam
verrast aan. en stak het blij onder zijn
pet. Toen begon hij aan een zwengel-
tje -te rukken, en opeens zei net
motortjesjoeksjoeksjoek.
VERDEROP LAG NOG een tiental
bootjes klaar, die onder leiding van
een man, die de streek kende als zijn
Zoals wij reeds eerder heb
ben aangekondigd verleent
„Het Parool" gaarne zijn be
middeling bij de inzameling ten
bate van het Nationaal Ram
penfonds.
Lezers, die van deze bemid
deling gebruik willen maken,
kunnen hun bijdrage sturen
aan ons adres, N.Z. Voorburg
wal 225, Amsterdam-C., óf
storten op één onzer giro
nummers: gemeentegiro no.
P 10.000, postgiro 200728, óf
on onze rekeningen bij de Am-
sterdamsehe Bank N.V., bij
kantoor Damrak, en de Bank
Van Vloden en De (Jiiselaar
N.V. te Amsterdam, alles on-
•Jpr Mine „Watersnood"
„Het Parool" zal er voor
'orgen, dat al deze giften wor
den gestort op rekening van
het Nationaal Rampenfonds.
tegen
Heem
besmetting
kouvatten
broekzak, een laatste, korte speurtocht
zouden maken voor het donker werd en
verder zoeken nutteloos en gevaarlijk
was. De mannen hadden zich verzameld
In het kroegje dat de hele klandizie van
de man die zijn uitspanning beschikbaar
had gesteld, had overgenomen. De vijf
schippers waren weg, maar in de leun
stoel bij het tafeltje aan het raam hing
een meisje van een jaar of twintig met
naar voren gezakte schouders en een
gezicht dat na veertig uren draven
kribbig was van moeheid. Tegenover
haar zat een verpleegster van misschien
dertig jaar, voor wie de vermoeienis een
oude kennis scheen, met wie men kon
leren omgaan. De slapeloosheid drukte
op haar oogleden, maar haar blik hield
geroutineerd de laatste spleetjes open.
Toen ging de deur open, en een kale
man trad binnen. Het meisje in
leunstoel keek snibbig in zijn richting,
en begon opeens te ratelen tegen de ver
pleegster op een hortende hitstoon.
„Daar heb je hem!", zei ze. „Je weet
wel, die vent van afdeling schoenen! Ik
zeg tegen hem: „Ik heb twee paar kin
derschoenen nodig voor „Aankomst"
En hij zegt: „De nieuwe zending is nog
niet gecatalogiseerd, en ik kan u niet
helpen, want ik ben aan het organise-
Het was de verpleegster niet aan te
zien of ze luisterde naar dat gekleurde
communiqué van een ruzietje tussen
twee op het eind van hun zenuwen
balancerende helpers. Maar het meisje
praatte door. „Ik zeg: „Zozo is meneer
aan het organiseren! En werpt die orga
nisatie ook vrucht af, als ik vragen
mag?"
Het was even stil. Toen vroeg de ver
pleegster: „En wat zei hij?"
„Ach mens! Hij wees gewoon naar
een grote zak en hij zei: „Zoek zelf dan
maar uit!" En toen moest ik ook nog
die hele zak vol door mekaar liggende
schoenen voor hem leeg graaien, terwijl
ze op „Aankomst" om me zaten te
springen! En die vent stond intussen
aan een ander precies te vertellen wat
die nou eens doen moest, terwijl hij zelf
in een boek zat te schrijven!"
De verpleegster keek naar de kale
man die bij de kachel was gaan zitten.
Hij sliep al. Zijn uitgezakte mannen-
hoofd rolde langzaam van links naar
rechts over zijn vest. Hij had een slecht
zitten bruin confectiepak aan, dat kreu
kelde in de knieholten.
„Hij moest natuurlijk catalogiseren
om te weten waar hij weinig van had,
en wat hij dus moest bewaren voor de
ergste urgentiegevallen", zei de ver
pleegster nog. Maar het meisje tegen
over haar hoorde het niet meer. Die had
haar zenuwen ontladen en was in slaap
gevallen.
rEN KWAM DE RODE-KRUISMAN
binnen, die ons kon vertellen waar
volgens de laatste schaarse berich
ten over het verdronken land misschien
nog mensen konden zitten. Hij had een
scherp militair gezicht. „Over tien ver
wacht ik de gissingen van de burge
meesters", zei hij. Hij keek ons aan en
vervolgde met de pathetische trilling in
zgn stem van een ervaren oorlogsleider
die weet dat, wanneer je veel van de
mannen moet vragen, je het nooit moet
laten als je iets voor ze kan doen: „Ik
heb in orde gemaakt, dat jullie via de
noodverbinding even met je vrouwen
kunt bellen."
Achter in het kroegje was de tele
foon. De eerste man greep de hoorn en
riep zijn nummer in het toestel. Hjj had
merkwaardig snel verbinding, en aan
zjjn benarde gezicht kon je zien dat hij
eigenlijk niet wist wat te zeggen. „Dag
Mie", zei hij toen maar. „*t Is hier een
beetje koud, maar morgen ben in thuis".
De anderen keken opgelucht. Die wis
ten nu wat ze zeggen moesten. „Dag
Sjaan! 't Is hier een beetje koud, maar
morgen ben ik thuis". Er was er geen
die zjjn beurt voorbjj liet gaan. Het was
goed even de stem te horen van het
mens thuis.
WIJ KONDEN MET dat ijzeren sloop-
schip de roeiers van de andere
boten maar net bijhouden, want het
motortje moest zo langzaam mogelijk
draaien, omdat er twee koppelingen in
zaten die slechts met ijzerdraad ver
bonden waren.
De schipper lette op de motor. Na
een kwartier varens sloeg die af. De
schipper zei, dat ik de boot recht op
de stroom moest leggen, dan dreven
we niet zo snel af. Hij begon weer aan
de motor te prutsen. Met snelle kat
achtige bewegingen nu, want het getij
kwam op, en we dreven hard.
Toen hg de motor weer op gang had
waren we de vloot kwijt. We voeren
nog een tijdje scherp uitkijkend op het
rïchtingsinstinct van de schipper, maar
het had geen zin. We kenden de streek
niet. en overal konden zich ondergelo
pen ruïnes bevinden, als klippen onder
water. Ik wist niet wat te zeggen. Dit
ras de laatste kans geweest om van
nut te zijn. Ik dacht aan het bedrijfs
verlies dat de schipper had geleden, en
aan de aarzelingen die hij gehad moest
hebben, toen de eerste collega die af
viel zei dat het allang afgelopen zou
zijn als ze in de bedreigde gebieden zou
den komen, en toen die tweede zei dat
er genoeg schippers dichter in de buurt
waren, en die derde, die met zijn com
pagnon moest overleggen. Nu voelt hij
zich belachelijk tegenover de verstan-
digen, die hun zuur verdiende centen
niet in het water hebben gesmeten,
dacht ik, en ik zei: „Laat ze maar pra
ten, schipper! Laat ze maar rustig
lachen hoor!"
Hij draaide zich om en keek me ver
baasd aan. Hij was volkomen vrjj van
de kleinzielige problematiek die ik hem
had toegedacht. Hij had een gebaar ge
maakt tegen de aangolvende dood. Het
was helemaal zijn eigen gebaar geweest,
en dan ben je nooit belachelijk, zoals
die waard van de uitspanning ook nooit
belachelijk kan zijn, of die man van de
afdeling schoenen. Dan heb je een
heilig gelyk.
Langzaam voeren we het stuk
terug dat we afgedreven waren.
Het begon al te schemeren. Hier en
daar stak een stuk muur uit het water
van een ingestorte stal of boerderij,
soms gemarkeerd door scheef gezakte
bomen. De schipper hurkte in de boeg
en gaf aanwijzingen.
En plotseling kwam er een andere
toon in zijn stem, die zei dat ik moest
bydraaien. Ik had het niet gezien, want
ik lette alleen op het roer en de schip
per. Pas toen hij zei dat de motor af
moest, en we traag in de stroom dreven,
merkte ik dat we op een boom af
schoven, waarvan de onderste tak een
bundel kleren droeg, die een man was.
Ik hijgde van de schok. Kier was de
rechtvaardiging van de onderneming
waarnaar ik zo hevig had verlangd. De
mens die op de schipper wachtte, toen
die doorvoer, steeds maar door.
e man zat op de tak in de hartver
scheurend behoedzame houding van een
die wist dat hij daar lang zou liggen,
en die uren tyd had gehad om zich zo
te schikken dat hij het zuinigst om kon
gaan met zijn uithoudingsvermogen.
Toen we onder de boom voeren remde
de schipper ons laatste restje vaart af,
door de stam te grijpen. Tegelijk begon
de boom te kraken, In een bliksem
snelle reactie hief de schipper de
armen naar de bundel die naar beneden
viel. Hij ving hem verend op, en dat
was goed, want de man gaf niet mee,
omdat zijn lichaam de verstarring waar
in hij al dde tijd had liggen wachten niet
prys gaf.
Amsterdams student als
vrijwilliger
aan dijken
Ergens langs
de straatweg
van Bergen op
Zoom naar Roo
sendaal stond Wil
lem Goedbloed, ne
gentien jaar, stu
dent in de wis- en
natuurkunde te
Amsterdam, te
liften.
Met 50 Amsterdamse studenten was
hij Zondag van Amsterdam over Ant
werpen en Dendermonde naar Zeeuwsch-
Vlaanderen gereisd. „Om te scheppen
op de dijk" zei hij. „Ik ben een Zeeuw.
Ik ben geboren op Walcheren. Mijn hart
trok naar mijn land. Na een dag schep
pen zijn wij via Breda naar Fijnaart in
West-Brabant vertrokken. We hebben
er cadavers geruimd. Hoeveel koeien-
lijken ik heb geborgen weet ik niet. Het
was een smerig werk. Twee nachten
kwam er niets van slapen. Maar Dins
dagnacht konden wij in een school in
Klundert op wat stro in slaap zakken
en nu ben ik sinds een paar dagen inge
deeld in colonne 3 van het Rode Kruis
uit Roosendaal.
We hebben kleren en goederen naar
St. Philipsland gebracht en we hebben
daar toen ook maar weer een schop ge
pakt om te helpen bij de dijkversterkin
gen. Ik ben no- maar jong en ik had
nog niet zoveel meegemaakt. Maar nu,
na een paar dagen, wil de ellende je
eigenliik niet meer goed loslaten. In het
begin sohrok je van het eerste lijk en
dan aanvaardde je alles, zonder er sterk
bij na te denken. Dat moest wel, anders
kon je niet tegen je zelf op. Maar nu
krijg ik soms zo'n wee gevoel in mijn
maag. Soms wil je er in eens helemaal
uit. Weg, naar huis. Maar dan denk je
weer: niet slap zijn, niet toegeven. Door
zetten. Ik vergeet deze rotzooi nooit."
Willem Goedbloed heeft een jong fris
gezicht. Maar hij had een paar ogen van
een man van veertig jaar.
In schoolboekjes las
ik over
Zeeland
en herstel. De vrouwen en vee langs de dijk deze nare
kinderen zijn, op een enkele soort toeristen wel verjagen,
uitzondering na, langzamer-
Diep in de nacht
Men is druk bezig het dode
vee te bergen en waar moge
lijk, bouwt men weer aan de
dijken. Het woord is nu aan
Öp" het laagste punt van de onze technici van Waterstaat
eb kon ik Rilland-Bath be- en waterschap, aan de ïn-
reiken, ook al moest de auto sfemeurs en technici, die hier
hand weg. De dorpen, waar
ik vandaag door trok, lagen
verlaten. Men hoorde alleen
het geklots van het water en
een enkele maal het gebas
van een mannestem.
Politieman in ontruimd dorp
De nachten zijn afschuwelijk
(Van een onzer verslaggevers)
BREDA, Zaterdag. Gistermorgen stond op Dintel-
sas aan het Volkerak, tegenover Goeree-Overflakkee een
sluisdeur open. Het water golfde er door naar buiten,
r j 7 i.i i renten, ook ai moest de auto uic .UCi
op weg naar zee. In net land daarachter begonnen de door een iaa? water van 50in groten getale aanwezig
eerste polders droog te vallen. Wat lager op de dag werd 75 cm. Op het stadhuis daar, z9n- e*} di,e t.ot dieP in, de
ik, vlak voor Rilland-Bath op de strekdam naar "USÏSeÜtfSaSd"'1'ee£ maken." Vaf hen" haS
Beveland op de weg naar Krabbendijke aangehouden dikke wachtmeester van de veel af. Want was de kreet
door een militaire politieman. „U kunt de dijk niet rijkspolitie uit Zuid-Limburg, drie dagen eeleden nog: „De
- i r» j-i m- Hij en zyn mannen zijn de bevolking weg. en snel! dit
over zei hij. „De dijk staat op instorten. Wij enige bewoners. Uitgerust kreet zal spoedig in veel ge-
durven er zelf ook niet meer op." met lieslaarzen, een petro- bieden worden. „De evacué's
leumkachelt.ie en zonder een naar huis, en zo gauw moge-
In de middag zag ik bij op de weg een waterkering sprankje licht bewaken zij lijk!"
Halsteren diezelfde brand- en dan hopen wij de laatste het dorp. De nachten hier Vandaag is het een week
weerman, die mij Maandag polder voor de brug te kun- zijn afschuwelijk, zei hij eer-
het afgrijselijke verhaal
zijn omgekomen brandweer
commandant had verteld. Hij
stond nog op ongeveer de
zelfde plaats aan het water,
waar de weg naar Tholen
leegmalen", vertelde de
dijkgraaf van Moerdijk. „Dat
betekent, dat wij dan gauw
aan herstel van de spoordijk
en de weg kunnen beginnen
aan de verbinding Noord-
Kijkers geweerd
verdwijnt. „We hebben van- Zuid kunnen gaan denken."
daag weer vijf lijken gevon- Gisteravond laat. in mijn
den zei hy. Zyn ogen ston- hotel ten slotte, at ik een
den nog meer weggezonken ^ord soep caast een ingenieur
in zijn hoofd. Op zyn wangen van de Rijkswaterstaat, die
was nu alle vlees verdwenen. diep gebogen zat over een
En 's avonds stond ik aan de g-ecletailleerde kaart van Zee-
Moerdyk recht tegenover de land en de Zuidhollandsc
plaats, waar ik Zondagmid- cj]anden. ..Tienduizenden hec-
dag op bet eiland van Dor- ^aren jand verzopen", zei hij.
drecht, de grote brug had
proberen te bereiken. Ook nu
kon ik die brug maar nu
van de andere kant
in de verte zien liggen. Onbe
schadigd
Verlaten dorp
geleden, dat het water kwam.
lyk. En na zeven dagen sti'rjd
staan w- nu op een nieuw
punt. een gevaarlijk punt.
Want al mochten wij u giste-
Op de weg naar de ren vertellen van de vloed-
Moerdjjk hield een militai- golf-hulp en die loopt nog
re politieman mij aan. steeds door de vrijwilli-
Hebt u een briefje van de ffers zien wy hier langzamer-
burgemeester van het hand wegtrekken. De mensen
dorp?" vroeg hij. „Zo lui- zijn doodon. de nieuwe Zon
de»? mijn orders". Die or- dag is in zicht en nu wij door
ders zijn noodzakelijk. In bet ergstheen zijn. denken
de eerste plaats natuurlijk zii aan eigen huis. aan eigen
voor de plunderaars, i?i de werk. Het leven gaat nu een-
tu-eede plaats voor heden maal door. Er komt een dag
die het toch blijkbaar niet en die is heel nabij, dat de
kunnen latende ellende mannen in de lege dorpen
van anderen als een stukje zich eenzaam te midden van
toneel te komen bekijken", de oneindige watervlakte vin
den. Het is aan de mannen.
Overigens zou twee kilo. die het herstel leiden, deze
ling indrukken, hoe men hier meter verderop de doordrin- ijjd zo kort mogelijk te doen
„We bouwen hier midden hangt tussen de fazen redding gende stank van het rottende zyn.
JN een cafeetje in
rikaanse soldaat jlr^
Gerry Williams uit f; f ;:fi
Chicago Donder- VyÉfN*»-
dagmiddag een W0- Jf
paar Duitse mar- N? Jr
ken op de toon-
bank. De kroeg- beier dan niksen
baas wist niet goed, wat hij er mee
moest aanvangen "en hoeveel de Neder
landse geldswaarde was, wist hij bij
benadering niet.
„De eerste dagen schonk iik alles
gratis", zei hij. „Maar je kunt toch niet
aan de gang blijven."
Gerry Williams was met een water
zuiveringsinstallatie en drie Duks uit
Karlsruhe naar ons land gereden.
„In Chicago op school leerden wij,
dat de Hollanders altijd tegen het water
vochten, en dat ze het water verdron
gen". vertelde hrj. „Maar nu weet ik
het beter. Ik had nog nooit een dijk ge
zien en ik wist helemaal niet. wat
ondergelopen land was. Nu weet ik het.
Dit moet de hele wereld weten. De
mensen moeten weten, hoe erg het hier
is. Ik ben verschrikkelijk blij. dat ze
ons uit Duitsland hierheen stuurden. In
Duitsland zaten we toch maar dc hele
dag te „niksen". En ik hoop. dat ik
hier zo lang mogelijk kan blijven. Ik wil
alles doen en als ze mij straks een
schop in mijn poten geven, zal ik zand
zakken vullen tot ik er bij neerval. Ik
zag zo even een man met een kinder-
üikje in zijn armen. Als ik dan aan mijn
eigen kleine zoon denk. dan zweer ik
bij mijzelf, dat wii alles doen zullen, om
jullie uit deze rommel te helpen."
Dank je wel. Gerry Williams.
zijn dak wou. Toen we aanlegden, werd
hij zo opgewonden, dat hy naar omlaag
gleed. Met drie man sprongen wij het
water in, en doken hem na. Maar er
stond een sterke stroom en drie meter
water. We hebben hem niet gevonden.
Maarten Roels heeft deze dagen ge
slapen in militaire auto's of soms zo
^naar op de grond, ergens in een huis,
'waar de zolder nog droog stond.
„Onze hulp, de hulp van de vrijwilli
gers, loopt nu af" zei hij. „Ik heb ver
schrikkelijke slaap. Ik zou me zo graag
eens even wassen."
Maarten Roels is, u weet het al, ze
ventien jaar. U moet nog
eens zeggen, dat de Neder
landse jeugd anno 1953 ver
wilderd en slap zou zijn. Hoed
af voor jongens als Maarten
Roels.
Vier en twee jaar geëist
tegen handelaars in
valse dollarbiljetten
Tegen de 32-jarige bouwvakarbeider
l. M. en de 28-jarige kantoorbediende
A.A.B., belden uit Amsterdam, heeft de
procureur-generaal bij het Amster
damse gerechtshof, mr W. P. Bakhoven
gisteren resp. vier en twee jaar met
aftrek geëist in zake handel in valse
biljetten van honderd dollar. De officier
van justitie, die in appèl was gegaan,
had tegen beiden vier jaar met aftrek
geëist, de rechtbank had hen veroor
deeld tot twee jaar.
Op 20 Februari zal het Hof arrest
wijzen.
Oplaag fotogedenkboek
100.000 exemplaren
(Van een onzer verslaggevers)
Het foto-gedenkboek over de storm
ramp 1953, dat door de Vereniging ter
Bevordering van de Belangen des Boek
handels wordt uitgegeven en waarvan
de netto opbrengst ten goede komt aan
het Nationaal Rampenfonds zal in eerste
druk in een oplaag van 100.000 stuks
verschijrien.
Aanvankelijk was het plan om een op
laag van 50.000 te maken, maar de be
langstelling is zo groot, dat besloten
is dat cijfer te verdubbelen. Een fabriek
is bezig speciaal papier voor dit boek
te produceren.
De eerste exemplaren zullen over on
geveer veertien dagen verschijnen.
lHoest? Keelpij
I SterV
De omroepverenigingen hebben, in
verband met het bijzondere karakter,
dat de Zondag in ons land zal dragen,
haar programma's gewyzigd. Wy geven
hieronder de nieuwe programma's. Het
blijft natuurlijk mogelijk, dat actuele
gebeurtenissen hier nog veranderingen
in brengen.
Voor de volgende dagen van de week
zullen in grote lijnen de vastgestelde
programma's worden gegeven. Gedeel
ten, welke niet in overeenstemming zijn
met de huidige situatie, worden door
andere vervangen. Zoveel mogelijk wor
den wijzigingen tijdig bekend gemaakt.
De rede van koningin Juliana wordt
Zondagmiddag 1 uur over beide zenders
uitgezonden.
Terug naar huis voor
liet Paas- rapport
MAARTEN ROELS is zeventien jaar.
Hij is leerling aan de H.
HILVERSUM I. S.00 Nieuws. S.30 Voor
dracht gedichten, prof. dr G. Stuiveling.
S.45 Gr. 'J.15 Dr J. C. Brandt Corstius over
„Het menselijk verbond' 9.30 Oratorium
Elias. Mendelsohn. 10.00 Zondagshalluur
-. L. Speiberg-Stokmans. 10.30 Bjjzon-
dienst uit de Nieuwe Kerk te Amster
dam. predicate prof. dr S. F H. J. Berlcel- oov
bac'n v. d. Sprenkel, voorz. Oec. Raad van' 11.35 Kamerorkest.
13.30 Da
wereld helpt Nederland, klankbeeld: 13.45
Symphonisch concert, Mahlers Klndertoten-
lieder en Sinfonja sacra in memorlam
patris van Guiliaume Landré; 14 43 „Al tot
myn lippen staat het woelend water", voor
dracht uit de psalmen in de Nederlandse
berijming van Gabriel Smit door Willem
Tollenaar, muzikale omlijsting Rosa Spier;
15.05 Werken van Ravel, Hendrik Andries-
sen. Racine Frieker en Laly Boulanger:
16.10 Gordon Manley speelt Liszt; 16.30
Vespers: 17.00 S:uitingsoienst van de Oec-
l'eugdconfer. in de aula van het Ned. Herv.
lyceum te Amsterdam17.45 Zangdienst in
de Westerkerk te Amsterdam, voorganger
ds H. A. Visser1S.45 Ds A. A. Koolhaas
spreekt in de pastorale rubriek; 19.00 Com
positie J. Felderhof op thema van Valerius
„Stort tranen uit", aansl. gram.: 19.45
Nieuws: 20.05 Kerltmuziek: 20.30 Liederen-
programma; 21.00 O dierbaar land, klank
beeld 21,30 gram22.10 ..Weerloos sleuren
mij de barre vloeden", voordracht uit de
psalmen in de Nederlandse berijming van
Gabriel Smit door Willem Tollenaar, muzi
kale omlijsting Rosa Spier; 22.30 Negro
spirituals- 22 l Avondgeoeü; 23.00 Nieuws,
daarna gram.
Kerken. Lithurg prof. dr W. J. Kooiman.
Ev. Lutli. hoogleraar. 12.00 Treurmars
Kroica. 12.20 Koraalmuziek Bach. 12.30
Strijkorkest. 13.00 Toespraak van Koningin
Juliana. 13.10 nieuws. 13.30 Tragische
ouverture Joh. Brahms. 13.45 Geestelijke
liederen; 14.00 Dr P. H Ritter spreekt.
14.15 Pierre Palla, pianomuziek. 14.35 Re
quiem Gabriel Fauré. 15.15 Fragment Tho
mas Moore van Henriëtte Roiand Holst-
Van der Schalk. 15.55 Bruckners Sympho-
nie nr 2 in C kl. t. 17.00 Toespraak J. v. d
Kieft, minister van Financiën. 17.10 Korte
kerkdienst uit de Ned. Herv. Kerk le Aar
denburg in Zeeuws Vlaanderen, geleid door
ds L. S. Blom. 17.30 Prof. dr W. Banning
„Bezinning in stormtij". 17.50 Gr. 18.00
Nieuws, evt. toespraak dr L. G. Korten-
horst. 1S.30 Eïn Deutsches Requiem.
Brahms 20.00 Nieuws, evt. toespraak dr
L. G. Kortenhorst. 20.15 Actus tragicus
(Gottes Zelt 1st die allerbeste Zeit) Canta
te 106, Bach; 20.40 Nel Knoop, poëzievoor-
dr.21.00 Symph. concert met werken van
Haydn, Mozart. Schubert, Mahler. 22.30
Toespraak prof. dr A. A, van Ruler. 22.40
Dolf Hendrikse bespeelt het orgel van de
Ned. Herv. Kerk te Zoutelande op Walche
ren. 23.00 Nieuws. 23.15 strijkorkest: Der
Tot und das Madchen, Schubert..
MAANDAG, 9 FEBRUARI
HILVERSUM I. 402 m. 7.00 Nieuws.
.10 Gr. 8.00 Nieuws. 8.15 Gr. 9.00 Morgen
wijding. 9.15 Koor en orgel. 9.25 v. d vrouw.
9.30 Waterstanden. 9.35 Gr. 11.00 Voordr.
1 12.CHJ ürgel
Eindhoven. Hij zit er i.. de vierde
klas. Hij is gisteravond thuis gekomen.
Ik moet toen eens even naa: nuis. zei
hij ons vrijmoedig in St. Philipsland
(West-Brabant), want anders loopt mijn
Paasrappoit mis en dan krijg ik van
myn vader op mijn huid.
Maarten Roels is Zondagmiddag, na de
eerste berichten, onmiddellijk naar
West-Brabant gegaan.
„Ik belandde eerst in Zevenbergen.
tw ^Iaanda? HILVERSUM II. S.00 Nieuws: 8.30 Mor-
ging ik naar Wagenburg. Ik heb er uren ^„wijding door prof. dr K. Dijk9.15 Con.
lang met lyken gesjouwd. We voeren eert „Hor mem Bitten' o.l.v. Marlnus Voor
met bootjes langs de boerderijen. We berg; 9.45 Quatre petitcs prières, Fr. Pou-
vonden een boer op het dak, die wou, lenc; 9,55 Hoogmis 111 de St Jansbasilielt te
dat wij eerst een geldkistje uit de kei- ^are» <N.H celebrant kapelaan A. W.
der haalden. Toen zijn we maar eens Y-ee^nh,uls' bestoten door'volkszang (uitzen-
even een eindje doorgevaren tot hij ons eft™» V? a'
smeekte, hem te verlossen. We konden 111.40 Cantate nr'56 van J, S. Bacii.'Stabat
toch zeker die kelder met m. Mater van Vivaldj; 12.20 Strijkkwartet
andere boer, die niet van Anton Bruckner; 13.00 Toespraak van
Er was
12.30 Land- en tuinbouw. 12.33 „In 't spion
netje". 12.38 Gevar. muziek. 13.00 Nieuws.
13.20 Promenade orkest. 13.50 Gr. 14.00
„Wat gaat er om in de wereld?" causerie.
14.20 Gr. 14.30 Voordr. 14.45 Pianorecital.
15.15 v. d. Vrouw. 16.15 Gr. 17.30 v. d. pad
vinders. 17.45 Gr. 17.50 Militair commen
taar. 18.00 Nieuws. 18.15 West-Indisch or
kest. 18.30 Accordeonmuzielc. 19.00 Muzikale
causerie. 19.15 Reportage of gr. 19.2F
39 25 Piano, e-itaar en has. 19 AS R.«nver
gitaar en bas, 19.45 Regerings-
Rietberg: ..De suiker-
20.00 Nieuws. 20.05 Omroepor-
19 25 Piano.
uitzending:
bietenteelt". r
kest. 21.05 Gr. 21.30 „De mensen zullen
zeggen", hoorspel. 22.45 Hammondorgel.
23.00 Nieuws. 23.15 Film. 23.45—24.00 Gr.
HILVERSUM II. 29S m. 7.00 Nieuws.
7.10 Gr. 7.15 Gymn. 7.30 Gr. 7.45 Een woord
v. d. dag. 8.00 Nieuws. 8.10 Sport. S.20 Gr.
8.23 Gewijde muziek. 8.45 Gr. 9.00 V. d.
zieken. 9.30 V. d. huisvrouw. 9.35 Gr. 10.00
Sopraan en piano, 10.30 Morgendienst. 11.00
Gr. 11.15 Lichte muziek. 12.25 Voor boer en
tuinder. 12.30 Land- en tuinbouw. 12.33
Orgel. 12.59 Klokgelui. 13.00 Nieuws. 13.15
Mandoline-ensemble. 13.45 Gr. 14.00 School
radio. 14.30 Gr. 14.45 V. d. vrouw. 15.15
Gr. 15.25 Pianokwlnitet. 16.00 Bijbellezing.
16.30 Gr. 17.00 V. d. kleuters. 17.15 Gr. 17.30
V. d. jeogd. 17.45 Regeringsuitzending:
D. J. van Wijnen: „Nederlands officie.e
vertegenwoordigingen in Indonesië". 1S.OO
Orkestconcert. 18.20 Sport. 18.30 Gr. 1S.45
Engelse les. 19.00 Nieuws. 19.10 Pianorecital.
19.30 Parlementair commentaar. 19.45 Zi-
geunerkwintet. 20.00 Radiokrant. 20.20 Gr.
20,30 „Tropenherinneringen". hoorspel. 21.15
Jr. 21.45 Gewyde muziek. 22.20 „Rijkdom
onder de grond: aardolie", causerie. 22.30
Lichte muziek. 22.45 Avondoverdenking.
23.00 Nieuws. 23.15 „Man en vrouw", cause-
23.30—24.00 Gr.