Hoe moeilijk hulp verlening kan zijn •Nare dagen pas op voor hinderlijke luchtjes EÏÏM1 ICASCADE yiHfft mitibdm rauw? a Naar Oude-Tonge ZONDAG GESLOTEN Buitenlands weekoverzicht NIEUWE ROTTERDAMSE COURANT ZATERDAG 7 FEBRUARI 1953 3 Naar de verdronken eilanden a/b Koninginneplaat. Nadat uit de ervaringen van de dagen daarvoor duidelijk was geworden, 4*t, alhoewel enkele duizenden schepen Van allerlei grootte en lengte in de Zeeuwse en Zuidhollandse wateren te hulp waren gesneld, er in de verdron ken polders achter de bezweken dijken maar weinig effectieve hulp kon worden geboden omdat het juiste type boot namelijk met een zeer ge ringe diepgang niet of niet in voldoende mate ter beschikking stond, is Donderdagmorgen in alle vroegte de, voor het vervoer van ruim honderd vluchtelingen ingerichte Koninginneplaat van Rotterdam naar Oude-Tonge op Goeree-Overflakkee vertrokken met achter zich aan twee motorvlets, waarmee getracht zou worden verbinding met de wal te maken daar waar de als „moederschip" fungerende Koninginneplaat zelf niet dicht genoeg »ou kunnen naderen. Op deze tocht, welke wij hebben kunnen meemaken Is ons wel heel duidelijk geworden op welke grote technische moeilijkheden de hulpverlening op vele plaatsen is gestuit. Een van de beide meegenomen hulp- boten. een teak-houten motorvlet ter waarde van ƒ7.500.was opgespeurd in •en pakhuis door enkele Rotterdamse vrienden, die begrepen wat er met een dergelijke boot in het op vele plaatsen moerassig geworden, ondergelopen pol derland zou kunnen worden gedaan en zij wisten de eigenaar, die op het punt «tond met vacantie naar de Riviera af te reizen, te bewegen, zijn plezier scheep je voor hulpverlening af te staan. Deze zwichtte, doch eiste een garantieverkla- ring van de gebruikers dan wel dat de vlet verzekerd zou worden. Hoewel van te voren vast stond, dat er met de boot „gepionierd" zou worden, dat het ranke kostbare scheepje het hard te verantwoorden zou kunnen krijgen, toonde een verzekeringsmaatschappij zich zo coulant het toch niet geringe risico te aanvaarden en, verzekerd en wel, kon worden vertrokken, waarna de eigenaar naar het zoele Zuiden afreisde. Donderdagmorgen. Het is een stralende dag. de zon schijnt uit een wolkenloze hemel en de natuur is zo kalm als zij water gaat stijgen,. Verder het dorp in- in weken met is geweest en het maakt gaan kan toch niet: de straten eindigen dat wat gebeurd is in die donkere nacht, in een modderpoel, waarachter het grau- nog maar enkele dagen geleden, slechts te we water spiegelt. Wat pakhuizen, waarin mysterieuzer. Over het water dansen alle'voorraden liggen opgeslagen, zullen wor- mogelijke vissersvaartuigen, uit IJmuiden,'den bewaakt door de weinige achterge- er nog in de lucht uitgeworpen broden staat te verorberen. Enkele honderden meters verder, in dej eerste straat, staat een zilverwit glan zende helicopter, geland op de kop van de haven, waarin we na dichterbij te zijn gekomen tal van schepen zien liggen. Op het pleintje voor het gemeentehuis staan groepjes mensen en tussen hen ont dekken we. in oliegoed gehuld, de com missaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland, mr L. A. Kesper, die met het toestel, dat wij zijn gepasseerd, is ge land om zich van de toestand op de hoog te te kunnen stellen. Hij verklaart, dat er geen hulp van schepen meer nodig Waar dan wel? We gaan het gemeente- alwaar hulp wel nodig schijnt te zijn. Het is al vier uur. Onderweg scheert het ene vliegtuig na het andere over, af en toe een duikvlucht makend naar een ons onbekend doel. Helicopters zijn er voortdurend in de lucht. Onder enkele zien we twee bran cards hangen, een bewijs dat zij weer mensen heoben weggehaald. De kapitein verhaalt hoe vele levens, dank zij deze toestellen konden worden gered, alhoewel de anderen onder de wat conservatieve eilanders, op het moment dat zij werden verzocht op de brancards te gaan liggen en de plastic kap op te zetten, verklaarden eigenlijk toch liever te willen verdrinken dan de lucht in te gaan. Maar enkele minuten later nadat de brancards onder het toestel waren ge schoven, landden de helicopters door gaans al op de droge grond en dan dacht men er anders over. Wanneer we tegen dat de schemer be gint te vallen Brumisse naderen scheert juist een vliegtuig over. dat een gele rubberboot uitwerpt. De boot blijft ach ter het hoogteroer steken, wordt nog een eind meegenomen, maar Valt dan geluk kig toch nog. We draaien de vluchthaven in. alwaar tientallen schepen al een plaats voor de nacht hebben gezocht. Het is onmogelijk om de kant te bereiken en we blijven liggen, wachtend op wat de weggestuur de vlet, die gaat informeren of we kunnen helpen, voor nieuws zal mee brengen. huis binnen, klauteren tegen de met klei j de vIe, langszU komt. lchai, n cirn npcirthlirHo irnnnon kar, pn Irpffon en stro besmeurde trappen op en treffen de burgemeester, met een baard van enkele dagen, met bezorgde trekken op zijn gezicht, die vertelt dat alle bewoners zijn weggeleid naar de andere kant van het eiland. Of we de wachtende schepen buiten willen waarschuwen dat hun hulp niet langer nodig is. Waar dan wel? Hij weet het niet. haastig afscheid, want het Bunschoten, Spakenburg. Urk, Volendam, Den Helder en Texel, sleepbootjes, langs welker pijpen de rook omhoog zindert, slepen vijf tot tien roeiboten, sloepen, Westiendse platboom vaartuigen en andere minder goed te definiëren bootjes voort, politieboten passeren, trawlers varen ons achter op. Het is een hele vloot welke opstoomt naar het Zuiden, naar de nood- gebieden. Kort na de middag bereikten wij Oude Tonge. waar men dringend om seheeps- gelegehheid voor de eilandbewoners heeft gevraagd. Voor ons in grijsbruine, in elkaar overvloeiende eindeloze vlakten van slik en water tekenen zich enkele restanten van dijken af. welke zich ver liezen in de nevelige verte de lucht is in korte tijd dreigend geworden, de zon is verdwenen en regenbuien beginnen neer te plensen waar enkele, uiterlijk nog gave, landmerken als een molentje, een kerkje en enkele rijtjes huizen het silhouet vormen van het zo zwaar ge teisterde Oude-Tonge. We varen voorbij aan een imposante ▼loot van schepen, opgevaren zo ver zij konden, afgekomen op de meest alarme rende radio- en andere berichten, wach tend op hoog water om het miniscule haventje te kunnen binnenlopen, En dan bij een nadere aanschouwing van de positie der schepen wordt ons •en glimp duidelijk waarom, ondanks de bij honderden spontaan toegeschoten schepen de effectieve hulpverlening op vele plaatsen zo weinig doeltreffend is geweest. De grote schepen zijn in diep water bü jven liggen, de kleinere zijn doorgeva ren; doch velen zijn bertvids vast komen te zitten op de verraderlijke gronden. Enkele grotere schepen liggen al scheef gezakt op een bank, maar ook een klein, blauw-wit reddingbootje. Er naast nog niet tot aan de kuiten in het water wandelen wat mannen in oliegoed rond midden in een tot aan de vaag te ont waren dijk zich uitstrekkende water vlakte. „Het duurt nog uren voor het vloed wordt eer ze naar binnen kunnen en als blevenen. Langs dezelfde troosteloze weg, eerst langs de drassige dijk, dan over een moe rassig stuk land zoeken we de weg naar zee. Wanneer we de dijk "hebben verlaten davert plotseling en zo laag. dat we in stinctief bukken, een groot vliegtuig over en enkele seconden later valt er op welijks een tiental meters van ons een witte parachute met er aan een groot pak in het water. We rennen er heen: het zijn baby-kleertjes. Met man en macht slepen we het lood zware pak weg, tegen de dijk op, opdat het gevonden, zal worden en niet door het stijgende water z_l worden omsloten. De parachute wordt er opgevouwen onder gelegd en dan in nog sneller tempo verder opdat we niet door het wassen de. ons niet bekende water zullen worden verrast. Honderden meters gaat het door zand. over grillige, wegrollende keien, door slib, modder en water. Af en toe moet er overleg worden gepleegd bij diepe tientallen meters grote kuilen. We hou den elkaar vast wanneer we ze door waden, maar we vorderen, ons oriënte rend naar de hier en daar als bakens uit het water tekende takjes. We zijn over tuigd dat onze vlet er nog ligt en pas seren enkele sloepen maar zien niets. Achter het volgende bootje zal de vlet wel zijn te vinden, maar daar aangeko men blijken we het mis te hebben en dan ineens is het een Van de onze, die zegt wat wij alles reed's wilden zeggen: De vlet is weg! We gaan nog wat verder en roepen dan een op twintig meter afstand liggend blauw-wit bootje, de Zeehond, helemaal van Leiden tot hier doorgedrongen met o.a. twee artsen aan boord. Het bootje stoomt naderbij maar zit vijf meter ver der al aan de grond, Er achteraan bun gelt een roeibootje. Dat wordt gebruikt om ons te halen en het lukt, ook al gaat het niet makkelijk. De Zeehond brengt ons naar dieper water, terug naar de wachtende Konin ginneplaat. Onderweg zien we ons vletje. ze eenmaal binnen zijn. dan kunnen ze dat na te zijn vastgeraakt via een andere vandaag niet meer naar buiten, aldus ver telt de rustige, jeugdige kapitein, die het vaarwater kent als zijn broekzak en in overleg met de machinist, wiens 101-jari ge grootvader ginds nog moet verblijven, ▼aart hij rustig voort evenwijdig aan de kust. om mijlen verder recht op de in de verte liggende dijk aan te sturen „Kijk. langs die takken moeten we" en hij zwaait langs de slechts aan insiders be kende, nauwelijks op te merken bakens zijn schip, om parallel met de di.jkrestan- ten terug te varen in de richting van de wachtende vloot Hij komt al heel wat dichter bij. maar meent op een gegeven ogenblik toch niet verder te mogen gaan. Het anker valt. We stappen over in de teak-houten vlet. welke slechts 60 cm diepgang heeft, de motor wordt gestart en terwijl we hozen wat we kunnen de boot heeft te lang droog gelegen in een pakhuis scheren we in de richting van de haven. We pas teren het ene na het andere omhoog ge varen schip, voortdurend peilend. Eerst is het water ruim een meter, dan 90 cm. •0 cm. het wordt 70 cm en dan schuren we langs de schelpengrond. blijven even steken, schommelen ons echter los om even later weer vooruit te gaan: de peil stok wijst 1.20 meter. We puffen verder langs een hier en daar boven water uitstekend dammetje van keien, raken vast. komen weer los. totdat ook wij ten slotte niet verder kun nen. Dan maar lopen. Aart land Voorzichtig, voetje voor voetje, steeds testend naar voldoende steun, soms hele einden erg makkelijk, dan uiterst moei lijk vorderend, gaat het in de richting van de dijk. Er zyn er. die struikelen, die uitglijden, maar ons groepje blijft compleet en na een half uur klauteren, aa een stukje moeras te zijn gepasseerd, tegen de dijk op. Boven gekomen dringt Êich een stil makend beeld op: zo ver et oog reikt ondergelopen land. de hori zon afgesloten door een korte huizenrij: Oude Tonge. Langs de dijk. waarin grote gaten zit ten weggevreten door het wrede water - lopen we moeizaam voort tegen de sterke bries in en elk «lijkgat herinnert aan het leed dat is geschied: er liggen complete schuurdeuren, stoelen, tafels en ander huisraad. Ook zien we een kinder- sleetie en een gele manneklomp. •Een volgend dijkgat biedt we lopen nu. beschutting zoekend aan de voet van de diik uitzicht op een onberoerde wa terplas. Een grauwe watervlakte met in het midden een watermolentje, dat draait met kwieke slag. voortgedreven door de wind. Het is als een symbool, dit kleine verdringende molentje in die oneindiee watermassa. Overal ziin stukken dijk met vrucht baar land er nehter weggevreten en diepe groeven honderden meters breed in het groene, nu moerassige land. verra den langs welke weg het vernietigende water is gekomen. Geel stro. millioenen penen en uien liggen aangespoeld tegen het talud even als een oranjekleurig rubbervlot Heeft het dienst kunnen doen? Het is een vraag waarmee men bezig blijft, voortgaande naar het dorp. waar men vluchtelingen verwacht, maar nergens ontwaren we een teken van leven. Het dorp ligt. stil en verlaten als be vangen in een doodssfeer. Geen hulp nodig Het eerste geluid dat we horen is dat van een var'-en, dat achter een half weg geslagen schuur rustig een van de vele. door overvliegende vliegtuigen er zijn' weg dieper water heeft gezocht en is af gedreven. Het wordt weggestuurd naar gindse schepen om hen er van te ver wittigen dat verder hulp voor Oude Tonge niet meer nodig is. Een half uur later varen we. met de beide vletten weer veilig achter ons aan, weg Var Oude-Tonge op weg naar Zijpe, Advertentie Verdrijf de periodieke pijnen ren dat lome, lusteloze gevoel l direct en afdoend meteen paarj door een megafoon het bericht, dat de Koninginneplaat hals over kop een pa tiënt. die een blindedarmontsteking heeft naar Dordrecht moet brengen en ver zocht wordt voor het aan boord nemen van de zieke te willen verhalen naar de Oude Haven. Subiet wordt het roer ge wend, de snelle vlet gaat vast vooruit met een brancard en enkele mensen van het Rode Kruis. Wanneer we in de Oude Haven aan eer- steiger liggen, is het bijna donker en de kapitein krijgt er een hard hoofd in. Varen in het donker zonder verlichte bakens, het zal niet meevallen. Wanneer het al bijna donker is gewor den krijgen we te horen dat er een mis verstand is: de zieke is al met een andere boot weg. In Bruinisse Donderdagavond. Daar we nu toch niet meer weg kunnen het is aardedonker en de vuren branden niet gaan we van boord, de dijk op waarachter het verdronken dorp ligt. Het is aardedon ker. maar we vinden de weg naar het huis van burgemeester H. K. Michaelis, die we druk aan het werk bij de voor bereiding ener algemene evacuatie treffen. „Alle kinderen, vrouwen ouden van dagen moeten weg. Maar ze willen niet graag en het zal heel wat moeite kosten de mensen van de nood zaak van vertrek te overtuigen. Morgen gaan we beginnen". Wat dat betreft is onze komst prachtig. Een goed ver warmd schip, dat is precies geschikt voor oudjes en kinderen. Of we dus wil len blijven. We vragen of er genoeg voedsel is. „Meer dan er ooit in het dorp is ge weest". Waarom dan nog al die drop pings? „Ik weet het niet; ik ben al 24 uur bezig alle verdere hulp af te zeg gen". Veel slachtoffers? „Een. omgeko men toen een jeep in een sloot reed". Er moet nog even een boodschap worden overgebracht naar de Vlucht haven en met een jeep mee rijdende zien we in een roetdonkere nacht, waar- slechts enkele, omhoog gerichte zoek lichten wat schijnsel brengen, het ver dronken land liggen en, o wonder, uit de door het water omringde huizen schijnt hier en daar nog het licht var een kaars. Hoe benard de omstandig heden ook mogen zijn, de mensen willen niet weg •s Avonds laat komen wat schippers, die te hulp zijn geschoten, aan boord een praatje maken. Enkele Urkers in markante klederdracht tonen zich bij zonder teleurgesteld dat zij niets maar dan ook niets hebben kunnen doen: „We zijn met liefst 200 schepen vertrokken, hals over kop we hadden nog niet is tijd om een mok koffie te drinken we hebben 24 uur aan een stuk door gestoomd, we hebben nu al 1000 liter verdraaid en we zijn van het kastje naar de muur gestuurd", aldus zegt er een. Vrij dagmorgen. Al vroeg ver dringen zich de dorpsbewoners voor het zwarte bekendmakingenbord waarop met krijt staat te lezen: „Op hoog bevel moe ten alle kinderen en niet werkenden cueren. Alle mensen moeten uit het deel der gemeente waar water staat". Er wordt over gepraat, tegen gemopperd, maar er zijn er ook die berusten in wat onvermijdelijk is geworden. Een oud baasje, dat kind noch kraai meer heeft, vraagt ong of hij mee mag. „Natuurlijk. Of we dan even een „pakje" voor hem willen dragen. We stemmen toe. Het „pakje" blijken we niet met twee man te kunnen dragen. We gaan de onderge lopen straten van het dorp in, op zoek naar mensen die mee willen, maar we komen niet ver. Het water stijgt spoedig Koningin Juliana heeft gisteren kolonel Valentini ontvangen, de militaire advi seur tan presidennt Einaudi van Italië. Kolonel Valentini verlaat het paleis aan de Lange Voorhout. boven onze laarzen uit en we moeten het werk overlaten aan militairen die met rubberboten de burgers gaan ophalen. Wanneer we terugkeren passeert ons een zich vreemd voort bewegend jongentje. We blijven staan en zien hoe hij, in waterlaarsjes zich voortbeweegt door de blank staande straat opeen autoped. waarvan alleen het stuur boven water uitsteekt. In een huis. waar kinderen te zien zijn, krijgen we te horen dat men weg wil. doch dat men bevreesd is, dat er gestolen zal worden. We vertellen, dat de bur gemeester het hele dorp na de eva cuatie zal afsluiten en dat niemand er zonder pas in zal kunnen komen. Men is niet overtuigd. „Bij de vorige evacuatie, in de oorlog, is mijn hele boeltje gesto len. Het zijn je eigen dorpsgenoten, die het je flikken." Weer buiten op straat passeert ons een hoogwielige wagen, voortgetrokken door in lieslaarzen gehulde brandweermannen. De wagen is er een als uit een sinistere carnavalsoptocht: een paar naaimachines, wat beddegoed, een vrouw met drie kin deren en.... een wasmachine. Daarmee wil men vluchten.Wat verder op rijdt juist een wagen weg, voortgetrokken door een tractor op hoge wielen. We vragen de bestuurder of hij wat mensen wil halen, want vóór half tien met het oog op het tij moeten we weg. „Eerst beesten halen, dan mensen," is het norse bescheid. We kunnen niet* meer doen en gaan eens zien of er belangstel ling voor de Koninginneplaat is, Nu, dat valt mee, er zitten al enkele tientallen mensen, vooral vrouwen en kinderen, alsmede een kat en een hond. Er is een tekort aan koffie, zodat we met een bon van de burgemeester naar de bevoorra dingsplaats gaan. een c»fé aan de haven, alwaar de kastelein ons vertelt, hoe hij door het water werd verrast. We vragen hoe hoog het water is gekomen. Hij wijst op een ongeveer 2 meter van de grond hangend geglazuurd herinneringsbordje met „Mei 1940" erop. „Zo hoog, meneer. We konden ons nog net redden door op de toonbank te gaan staan... Er is geen gemalen koffie, alleen bo nen, zodat we op zoek moeten naar een huis, waar een molen is. We malen koffie totdat we er pijn in onze arm van heb ben en keren dan ijlings terug naar de haven, maar de boot. al bijna helemaal vol, is vast naar buiten gegaan met het oog op het vallend tij. Met de beide vlet ten wordt de verbinding onderhouden. Oude. nuilende vrouwen, kinderen, man nen worden er in gezet, kleine en grote bundels kleren, een paar kinderwagens, koffers en dozen. Actie voor noodgebieden Eisenhower benoemt hulpcommissie President Eisenhower heeft een kabinetscommissie ingesteld, welke plannen zal maken voor hulp aan de door de overstroming getroffen ge bieden in West-Europa (met inbegrip van Groot-Britannië). In een verklaring van het Witte Huis wordt gezegd, dat het kabinet eenparig van oordeel is, dat het Amerikaanse volk de getroffen gebieden wenst te helpen. Voorzitter van de commissie is John Foster Dulles, de minister van buiten landse zaken. Leden zijn Charles Wil son, minister van defensie, Ezra Benson, minister van landbouw, en Harold Stassen, directeur van het bureau voor de wederzijdse beveiliging. De commissie heeft opdracht de feiten na te gaan en aanbevelingen te doen omtrent de wijze, waarop de slachtoffers geholpen zullen worden. Bondsraad verwerpt ontwerp-kieswet De Westduitse Bondsraad (senaat) heeft gisteren het ontwerp kieswet van de regering verworpen. Een woord- oerder van het ministerie van binnen landse zaken zei, dat de regering waar schijnlijk gebruik zou maken van haar recht om het ontwerp naar de Bondsdag te verwijzen. Wanneer deze het ontwerp zou aanvaarden, zou een parlementaire bemiddelingscommissie van tien leden uit elk der beide huizen een definitieve oplossing trachten te vinden. Het ontwerp van de regering was aangediend als een compromis tussen meerderheids- en evenredigheidsstel sel, bedoeld om kleine splinterpartijen uit het parlement te doen verdwijnen. Het opkomen van de Nazi's vóór 1933 werd begunstigd door het bestaan van te veel splinterpartijen, aldus voerde de regering aan. Toespraak van Nagib Generaal Nagib, de Egyptische mi nister-president, heeft gisteren t« Kairo een nieuw hoofdbureau voor de bevrijdingsbeweging geopend. Deze beweging, waarvan de generaal zelf de leiding neemt, komt in de plaats van de ontbonden politieke partijen. De generaal zei in een toespraak, dat Egypte al zijn krachten moet mo biliseren om de Britse troepen uit de kanaalzone te krijgen. ,,Wij moeten ons voorbereiden op de grote taak, welke ons wacht, wanneer de Engel sen vertrokken zijn". De Britse ambasadeur te Kairo, Sir Ralph Stevenson, heeft gisteren langdurig met generaal Nagib van gedachten gewisseld over de Soeda- nese kwestie. Zo sipoedig mogelijk vergadert men weer. Advertentie Wanneer men 's avonds nog kan ruiken dat U kool, ui of gebakken vis hebt gegeten - of als bijvoorbeeld de tabakslucht van de vorige avond 's morgens nog merkbaar is - dan heeft U vergeten Air-Wiek te gebruiken. Air-Wiek geeft de luchtjes geen kans, want het bevat o.a. chlorophyl en zorgt voor een steeds frisse MENS** EE* '°NE /raag uitsluitend de originele flacon Air-Wick a f 2.40 Dan gaat het de haven uit, naar bui ten. Het is vinnig koud en er komt nogal wat buiswater over. Af en toe schommelt de vlet hevig, maar men blijft rustig. Het aan boord van de Koninginneplaat brengen van mensen en bagage is niet ge makkelijk, maar het lukt en tenslotte varen we weg, geheel vol, met ruim hon derdvijftig mensen. Tegen een uur of zes wordt Rotterdam bereikt, alwaar de kapitein de mensen niet laat gaan alvorens hun. bewogen, het allerbeste te hebben toegewenst. Er welt een traan in zijn stem wanneer hij de hoop uitspreekt, dat zij spoedig allen in een hersteld dorp zullen mogen terug keren. De reis is ten einde. Honderdvijftig evacué's zijn in Rotterdam, waar ze een veilig onderkomen zullen vinden, dan wel waar vandaan een moeilijke reeks om zwervingen zal beginnen. Laten wij het eerste vurig hopen Wegens algemene gedenkdag Tsjiangs rol Het besluit van president Eisenhower Tsjiang Kai-sjek niet meer te belemmeren in zijn even tuele bewegingen is vermoedelijk ingegeven door verschillende overwegingen, waarbij het heel moeilijk is de doorslaggevende aan te wijzen In de eerste plaats is er de overweging van bin nenlandse politieke aard. Eisenhower heeft zijn verkiezingscampagne gevoerd onder de leus: „Het roer moet om", waarbij hij ook zijn wantrou wen in de Koreaanse en Aziatische politiek van Truman en Acheson door had laten schemeren. Zijn kiezers verwachtten wat van hem en inder daad heeft hij de indruk weten te vestigen, dat hij de zaken onder een nieuwe gezichtshoek is gaan bekijken. Dit op zichzelf wekt bij de kiezer al vertrouwen en hoop op verbetering. De linkse socialist Crossman meende in het Lagerhuis te moeten opmerken, dat de ware reden voor de Amerikaanse stap binnenlandse politiek was en hij zou dankbaar zijn, wanneer dit de volle prijs zou zijn, die Eisenhower en Dulles hadden moe ten betalen om met McCarthy en de „China lob by" een overeenkomst te bereiken. De handelingen van president Eisenhower lij ken ons uit oprechter ingeving voort te komen dan Crossman. die ten opzichte van de Ver. Staten buitengewoon achterdochtig is, wil doen geloven. Eisenhower en Dulles willen een-dynamischer poli tiek dan Truman gevoerd heeft, omdat zij me nen. dat de tegenstander, vooral in Azië, waar gevochten wordt, door de zorgvuldig afgebakende, voorzichtige politiek van Truman niet voldoende onder druk werd gezet, en erger nog, het uitslui tende recht op initiatief had gekregen. Het aller eerste object van Trumans "Aziatische politiek is geweest het localiseren van het Koreaanse con flict. Hoe het einde nader gebracht moest wor den met alle hachelijke politieke problemen, was niet de grootste zorg en kon dat ook niet zijn, zolang door de uitgesproken zwakte van de Ame rikaanse strijdkrachten in Oost-Azië en van de Atlantische strijdkrachten in Europa een aanzit ten aan een conferentietafel automatisch een Amerikaanse nederlaag betekende. Er is sinds Juni 1950 veel gedaan om de Amerikaanse en ook Europese militaire macht te vergroten. Hier door is de politiek wat uit de gevarenzone gekomen en is er wat meer armslag mogelijk. ATEN MAG NIET uit het oog verliezen, dat Eisenhower iets scherper kan gaan varen, omdat het defensie-apparaat dit nu waarschijn lijk toestaat. Het eerste doel van buitenlandse politieke aard is door de in vooruitzicht ge stelde inschakeling van Tsjiang Kai-sjek de druk op China te vergroten, waardoor Eisenhower hoopt de basis te leggen voor een bestand in Korea. Over de bedreiging van het Chinese vas teland lopen de meningen wat uiteen, maar men mag aannemen, dat zonder grotere Amerikaan se hulp en zonder medewerking van de Ameri kaanse vloot en luchtmacht Tsjiang slechts tot commando-raids in staat zal blijken. Aan het openen van een tweede front denkt ge*>n nuchter mens nog. De dreiging is dus beperkt van om vang en zal zeker aanvulling van andere kan ten behoeven om Peking enige vrees aan te ja gen. Wellicht zal Mao in de kuststreek tegenover Formosa wat meer soldaten moeten legeren, maar dat is slechts een ongemak, wanneer hij al zijn troepen elders nodig heeft, een situatie, die men zich met een tot Korea beperkte oorlog moeilijk voor kan stellen. President Eisenhower heeft duidelijk uit laten komen, dat hij geen aggressieve bedoelingen heeft en dat zou dus moeten implice ren, dat Tsjiang, wil hij iets doen. op eigen krachten aan gewezen zal blijven. Geruststellend is ook de uit lating van generaal Bradley, de voorzitter van de stafchefs, dat hij het onplezierig zou vinden, wanneer te veel Amerikaanse militaire kracht in China gebonden zou worden. Heeft de maatregel dan maar zo weinig om het lijf? Het is nog te vroeg om te beweren, dat dit het enige is, waardoor Eisenhower zich van Truman onderscheidt. Het is wellicht een onder deel van een geheel complex maatregelen, die de communisten in Korea niet zozeer op de knieën, dan wel tot een bestand moeten brengen Wij kunnen er naar raden en volgens diploma tieke kringen in Washington is het Eisenhowers bedoeling ook de communistische staatslieden aan het gissen en rade» te krijgen, hetgeen hun zelfbewustheid wat zou moeten laten afnemen. Bestand in Korea in op korte termijn het doel van de Ver. Staten. De communisten saboteren dit streven, o.a. door verwerping van het voor stel van India in de Ver. Naties. Door deze hou ding is het onlogisch, dat de Ver. Staten de Chi nese communisten tegen de nationalisten bescher men, waardoor deze communisten in staat wor den gesteld met groter straffeloosheid geallieer de soldaten in Korea te doden, aldus in de re denering van Eisenhower. TA OCH WAT IS Eisenhowers politiek op lange- re termijn? Deze kwestie is van groter be lang dan de nu wellicht mede op militaire gron den genomen maatregel. Dulles heeft al te ken nen gegeven, dat hij geen vrede heeft met een politiek van „containment" zijn politiek bete kent „liberation",*hoe heeft hij nog niet verkon digd. behalve dan dat het zonder oorlog dient te gebeuren. Zijn deze opmerkingen, gelanceerd in een verkiezingsstrijd, waar zij hun dienst bij de diverse minderheden ongetwijfeld gedaan heb ben. ook bruikbaar in de internationale politiek op hoger niveau dan de Stem van Amerika, moeten zij wellicht een bijdrage vormen tot de onzekerheid, die zich van het gissende Kremlin meester moet gaan maken of zijn zij wat Azië betreft wel degelijk de uitdrukking van de wens Mao door Tsjiang te laten verdrijven? Wanneer het niet de bewuste politiek van Eisen hower en Dulles is te proberen de communis tische overwinning in China ongedaan te maken, waarbij Aziaten het tegen Aziaten zullen opne men om een ongelukkige uitlating van Eisenho wer aan te halen, dan zal het te gelegener tijd een moeilijk probleem worden, hoe men Tsjiang weer tot Formosaans relict kan reduceren. Of wil men eens zien, in hoeverre het moge lijk is de rol van Rusland te imiteren en, zelf diplomatiek buiten schot blijvend, satellieten op de vijand af sturen? Dit is de bijzondere zorg van de landen in Zuidoost- en Zuid-Azië. die veel meer op Tsjiang dan op Mao gebeten zijn, in welke laatste zij toch ook vooral de hervor mer zien, terwijl Tsjiang op onherstelbare wijze het verfoeide ancien régime vertegenwoordigt. In Indo-China vrezen Vietnamezen en Fransen wat overdreven, dat een eventuele hervatting van de burgeroorlog in China met Amerikaanse steun aan de nationalisten de laatstr Chinese scrupules ten opzichte van Indo-China weg zul len vagen, waardoor localisatie een wensdroom zou worden. Voorlopig behoeft er zeker geen vrees te bestaan voor boze gevolgen van Eisen howers stap. De moeilijkheden liggen nog vrij ver voor de boeg. Bij de beoordeling daarvan zal het in de eerste plaats van belang zijn te weten wat Eisenhowers plannen met Tsjiang zijn, wanneer hij daar al een duidelijk omschreven voorstelling van zou hebben. Plaatsvervangers bijeen Gromyko vertegemvoordigt Rusland De vier plaatsvervangers van de ministers van buitenlandse zaken van Amerika, Engeland, Frankrijk en de Sowjetunie zijn gisteren voor het eerst sind« twee jaar te Londen bijeenge komen, om over het Oostenrijkse vre desverdrag te spreken. Ambassadeur Gromyko vertegenwoordigde de Sowjetunie. De conferentie is de 259ste poging om overeenstemming over het Oos tenrijkse staatsverdrag te bereiken. De plaatsvervangers werden het niet eens over de vraag, of het in Maart j.l. door de Westelijken voorge stelde beknopte verdrag" algeheel terzijde zal worden geschoven of in reserve gehouden. Rusland wil het eerste, de Westelijke mogendheden willen het laatste. In elk geval zal men de besprekingen over het oor spronkelijke ontwerp-verdrag van meer dan vijftig artikelen hervatten Maandag komt men opnieuw bijeen. Dulles waarschuwt De Westduitse kanselier, dr. Ade nauer, heeft officieel bekend gemaakt, dat de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken, John Foster Dulles, de Europese staatslieden heeft gewaarschuwd, dat het Amerikaanse Congres zou weigeren de militaire en economische hulpverlening voort te zetten, indien er voor April geen dui delijke tekenen zijn, dat het verdrag inzake het Europese leger zal worden geratificeerd. Rusland zou basis op Rügen houwen Volgens Hanson W. Baldwin, mili tair correspondent van de New York Times, bouwt de Sowjetunie op het Duitse eiland Rügen (Oostzee) een basis voor kleine marineschepen en vliegtuigen, zulks als poging om van de Oostzee een „Russische binnenzee" te maken. Een Duits vliegveld wordt volgens de correspondent verbeterd en een nieuw wordt er aangelegd. Voorts zouden kanalen naar ^t binnenmeer op Rügen worden ge graven, die dit tot een be~chutte ha ven voor kleine marmevaartuigen zouden kunnen maken. Naar men aanneemt, zo gaat het artikel verder, zullen meer dan hon derd duikboten, een of meer kruisers van het type Swerdlow, een groot aantal torpedomotorboten alsmede een aantal oude slagschepen in het Baltische gebied gestationneerd wor den naast zeven tot achthonderd ma rinevliegtuigen. Met de constructie van de basis- Rügen zou de Sowjetunie ook een „neutralisering" van de Scandinavi sche eilanden beogen, alsmede een versterking van de gehele positie in de Noordelijke wateren. Prawda meldt arrestaties Het orgaan van de Russische com munistische partij, de Prawda, meldt, dat vier Russen, o.w een vrouw, zijn gearresteerd op beschuldiging van spionnage voor vreemde mogendhe den. De betrokkenen worden de „ge heime vijanden" genoemd, voor wie de Russen voortdurend op hun hoede moeten zjjn. De gearresteerden zijn: A. D. Goerewitsj. die „een geheime Trotskist en gezworen vijand van het Russische volk" wordt genoemd. Hij zou de communistische partij hebben misleid en sinds 1939 als spion werkzaam zijn :eweest. 2. E. A. Taratoeta, een vrouwelijke dewerker aan de Russische academie van wetenschappen, die voor Goerewitsj „een aantal geheime documenten" zou hebben gestolen. 3. K. F. Romanow. van wie gez wordt, dat hij. na een mislukte poging om een grote som uit de staatskas te stelen, gearresteerd is, toen hjj zijn dien sten aanbood aan een buitenlandse spionnagedienst. 4. T. A. Sas. die als deserteur in de tweede wereldoorlog eerst voor de Gestapo en vervolgens voor de geheime dienst in kampen voor verplaatste per sonen in Duitsland zou hebben gewerkt. Volgens de Prawde hadden de ge arresteerden gepoogd ondermijnend werk te doen te Krivoi Rog, een cen trum van ijzermijnen in de Oekraine. Nog ernstige toestand bij Kallo In de streek van KalloMelsele is de toestand zeer ernstig. De bres, die te Pijp Toebak geslagen werd, kon wegens de hevigheid van de stroom nog niet gedicht worden. Te Bornem en te Wintham is de toestand beden kelijk. De nooddijk, die bij het Sas van Winthar^ werd aangelegd, dreigt te bezwijken. In dat geval zou de streek van Weert en Willebroek overstroomd worden. Critiek op koning Boudewijn Het onafhankelijke Belgische week blad Pourquoi Pas oefent er cri tiek op uit, dat koning Boudewijn naar de Franse Rivièra is vertrokken, terwijl zijn land overstroomd is. Het artikel, dat tot opschrift droeg „Toe wijding van koninklijke families", wijst op hetgeen koningin Elizabeth van Engeland en koningin Juliana en prins Bernhard gedaan hebben om hun onderdanen te helpen. Het blad schrijft verder: „In ons land is de toestand nog overal verre van bevredigend. In het Noordelijke deel van de provincie Antwerpen zijn nog mensen geïso leerd. Over tien dagen worden nieuw* vloedgolven verwacht en de vrees be staat, dat de tijdelijke herstellingen het niet zullen houden. In de Arden nen kan de dooi door de opeenhoping van de sneeuw een catastrofe tot ge volg hebben". Pourquoi Pas besluit: „Koning Boudewijn heeft het na een bezoek aan de kust, Antwerpen en Dender- monde niet nodig geoordeeld het ver blijf voor zijn herstel aan de Cóte d'Azur uit te stellen". De Belgische koning heeft namelijk de vorige week een aanval van in fluenza gehad en neemt thans va cantie te Antibes. Ook de socialistische pers uit zich in scherpe bewoordingen over de hou ding van de Koning. Maandag 7 Februarlj Engelsche Post LONDEN, 5 February. Het bekende verk Oncle Toms Cabin, heeft de aandacht zeer op den toestand der slaven in de Ver- eenigde Staten gevestigd. De volgende correspondentie uit Richmond in Virginië is derhalve niet van belang ontbloot te achten: De prys der slaven, zoowel in huur als te koop. is zoo buitensporig hoog, dat een Neger als een edelgesteente te beschouwen Men vraagt voor eene gewone keuken meid 75 dollars 's jaars, en, zoo ik mij niet bedrieg, moet men haar nog bovendien in klerding vrijhouden. Elke blanke dienst meid zou. zonder twijfel, dezelfde diensten leenen voor 6H dollars in de maand: maar daar deze laatsten ontbreken, moeten die genen. welke de middelen niet bezitten, eene kleurling te huren, het zonder dienstmeid doen. Buitendien verkiezen 'clen de zwarten boven de blanken, zoo zij an de eerste hetzelfde loon moeten geven. Indien goede dienstboden en keukenmeiden Baltimore of Philadelphia kwamen, zouden zij zeker goede plantsen kunnen be komen. De prys, dien men voor de mannen besteed, is betrekkelijk nog hooger. De aarde of liever derzelver prijs, is sedert het laatste jaar 30 pCt. gestegen, evenzeer als in al de staten. De bezitters der slaven vragen voor een gewonen arbeider 150 doll. het jaar, en voor een fabrieksarbeider 200 doll. Een slaaf, die tevens een werkman is, kost den tabaksfabriranten 375 doll, in het -, alles er onder begrepen; en men vindt blanke arbeiders, welke van 20 tot 24 doll, in de maand verdienen. Waarom dus zou slnven huren, die op omtrent 31 doll. Ie maand te staan komen, daar boven dien de blanken in vele op/.igten verkies lijker zijn, en bet loon der slaven, ziek wordende, voor eenen bepaalden tijd blijft doorloopen; hetgeen geenszins het geval is met de zwarten, die men slechts betaalt voor den tijd. dat zy werken. Indien er niet spoedig eene daling in den ijs der slaven komt, zal deze een ongun- stigen invloed, niet alleen op de tabaks- fabriecatie, maar ook op alle andere takken van industrie, uitoefenen: en het is zeer waarschijnlijk, dat er een tijd zal komen, waarin men in onze fnhrieken geenc andere dan blanke en vrye werklieden zal ge bruiken.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 2