Hoe moeilijk hulp verlening kan zijn
•Nare dagen
pas op
voor
hinderlijke
luchtjes
EÏÏM1
ICASCADE
yiHfft mitibdm rauw?
a
Naar Oude-Tonge
ZONDAG GESLOTEN
Buitenlands weekoverzicht
NIEUWE ROTTERDAMSE COURANT
ZATERDAG 7 FEBRUARI 1953
3
Naar de verdronken eilanden
a/b Koninginneplaat.
Nadat uit de ervaringen van de dagen daarvoor duidelijk was geworden,
4*t, alhoewel enkele duizenden schepen Van allerlei grootte en lengte in de
Zeeuwse en Zuidhollandse wateren te hulp waren gesneld, er in de verdron
ken polders achter de bezweken dijken maar weinig effectieve hulp kon
worden geboden omdat het juiste type boot namelijk met een zeer ge
ringe diepgang niet of niet in voldoende mate ter beschikking stond, is
Donderdagmorgen in alle vroegte de, voor het vervoer van ruim honderd
vluchtelingen ingerichte Koninginneplaat van Rotterdam naar Oude-Tonge
op Goeree-Overflakkee vertrokken met achter zich aan twee motorvlets,
waarmee getracht zou worden verbinding met de wal te maken daar waar
de als „moederschip" fungerende Koninginneplaat zelf niet dicht genoeg
»ou kunnen naderen. Op deze tocht, welke wij hebben kunnen meemaken
Is ons wel heel duidelijk geworden op welke grote technische moeilijkheden
de hulpverlening op vele plaatsen is gestuit.
Een van de beide meegenomen hulp-
boten. een teak-houten motorvlet ter
waarde van ƒ7.500.was opgespeurd in
•en pakhuis door enkele Rotterdamse
vrienden, die begrepen wat er met een
dergelijke boot in het op vele plaatsen
moerassig geworden, ondergelopen pol
derland zou kunnen worden gedaan en
zij wisten de eigenaar, die op het punt
«tond met vacantie naar de Riviera af
te reizen, te bewegen, zijn plezier scheep je
voor hulpverlening af te staan. Deze
zwichtte, doch eiste een garantieverkla-
ring van de gebruikers dan wel dat de
vlet verzekerd zou worden.
Hoewel van te voren vast stond, dat
er met de boot „gepionierd" zou worden,
dat het ranke kostbare scheepje het hard
te verantwoorden zou kunnen krijgen,
toonde een verzekeringsmaatschappij zich
zo coulant het toch niet geringe risico
te aanvaarden en, verzekerd en wel, kon
worden vertrokken, waarna de eigenaar
naar het zoele Zuiden afreisde.
Donderdagmorgen. Het is een stralende
dag. de zon schijnt uit een wolkenloze
hemel en de natuur is zo kalm als zij water gaat stijgen,. Verder het dorp in-
in weken met is geweest en het maakt gaan kan toch niet: de straten eindigen
dat wat gebeurd is in die donkere nacht, in een modderpoel, waarachter het grau-
nog maar enkele dagen geleden, slechts te we water spiegelt. Wat pakhuizen, waarin
mysterieuzer. Over het water dansen alle'voorraden liggen opgeslagen, zullen wor-
mogelijke vissersvaartuigen, uit IJmuiden,'den bewaakt door de weinige achterge-
er nog in de lucht uitgeworpen broden
staat te verorberen.
Enkele honderden meters verder, in dej
eerste straat, staat een zilverwit glan
zende helicopter, geland op de kop van
de haven, waarin we na dichterbij te
zijn gekomen tal van schepen zien
liggen.
Op het pleintje voor het gemeentehuis
staan groepjes mensen en tussen hen ont
dekken we. in oliegoed gehuld, de com
missaris der Koningin in de provincie
Zuid-Holland, mr L. A. Kesper, die met
het toestel, dat wij zijn gepasseerd, is ge
land om zich van de toestand op de hoog
te te kunnen stellen. Hij verklaart, dat
er geen hulp van schepen meer nodig
Waar dan wel? We gaan het gemeente-
alwaar hulp wel nodig schijnt te zijn. Het
is al vier uur.
Onderweg scheert het ene vliegtuig na
het andere over, af en toe een duikvlucht
makend naar een ons onbekend doel.
Helicopters zijn er voortdurend in de
lucht. Onder enkele zien we twee bran
cards hangen, een bewijs dat zij weer
mensen heoben weggehaald.
De kapitein verhaalt hoe vele levens,
dank zij deze toestellen konden worden
gered, alhoewel de anderen onder de wat
conservatieve eilanders, op het moment
dat zij werden verzocht op de brancards
te gaan liggen en de plastic kap op te
zetten, verklaarden eigenlijk toch liever
te willen verdrinken dan de lucht in te
gaan. Maar enkele minuten later nadat
de brancards onder het toestel waren ge
schoven, landden de helicopters door
gaans al op de droge grond en dan dacht
men er anders over.
Wanneer we tegen dat de schemer be
gint te vallen Brumisse naderen scheert
juist een vliegtuig over. dat een gele
rubberboot uitwerpt. De boot blijft ach
ter het hoogteroer steken, wordt nog een
eind meegenomen, maar Valt dan geluk
kig toch nog.
We draaien de vluchthaven in. alwaar
tientallen schepen al een plaats voor de
nacht hebben gezocht. Het is onmogelijk
om de kant te bereiken en we blijven
liggen, wachtend op wat de weggestuur
de vlet, die gaat informeren of we
kunnen helpen, voor nieuws zal mee
brengen.
huis binnen, klauteren tegen de met klei j de vIe, langszU komt. lchai,
n cirn npcirthlirHo irnnnon kar, pn Irpffon
en stro besmeurde trappen op en treffen
de burgemeester, met een baard van
enkele dagen, met bezorgde trekken op
zijn gezicht, die vertelt dat alle bewoners
zijn weggeleid naar de andere kant van
het eiland. Of we de wachtende schepen
buiten willen waarschuwen dat hun hulp
niet langer nodig is. Waar dan wel? Hij
weet het niet.
haastig afscheid, want het
Bunschoten, Spakenburg. Urk, Volendam,
Den Helder en Texel, sleepbootjes, langs
welker pijpen de rook omhoog zindert,
slepen vijf tot tien roeiboten, sloepen,
Westiendse platboom vaartuigen en andere
minder goed te definiëren bootjes voort,
politieboten passeren, trawlers varen ons
achter op. Het is een hele vloot welke
opstoomt naar het Zuiden, naar de nood-
gebieden.
Kort na de middag bereikten wij Oude
Tonge. waar men dringend om seheeps-
gelegehheid voor de eilandbewoners heeft
gevraagd. Voor ons in grijsbruine, in
elkaar overvloeiende eindeloze vlakten
van slik en water tekenen zich enkele
restanten van dijken af. welke zich ver
liezen in de nevelige verte de lucht is
in korte tijd dreigend geworden, de zon
is verdwenen en regenbuien beginnen
neer te plensen waar enkele, uiterlijk
nog gave, landmerken als een molentje,
een kerkje en enkele rijtjes huizen het
silhouet vormen van het zo zwaar ge
teisterde Oude-Tonge.
We varen voorbij aan een imposante
▼loot van schepen, opgevaren zo ver zij
konden, afgekomen op de meest alarme
rende radio- en andere berichten, wach
tend op hoog water om het miniscule
haventje te kunnen binnenlopen,
En dan bij een nadere aanschouwing
van de positie der schepen wordt ons
•en glimp duidelijk waarom, ondanks
de bij honderden spontaan toegeschoten
schepen de effectieve hulpverlening op
vele plaatsen zo weinig doeltreffend is
geweest.
De grote schepen zijn in diep water
bü jven liggen, de kleinere zijn doorgeva
ren; doch velen zijn bertvids vast komen
te zitten op de verraderlijke gronden.
Enkele grotere schepen liggen al scheef
gezakt op een bank, maar ook een
klein, blauw-wit reddingbootje. Er naast
nog niet tot aan de kuiten in het water
wandelen wat mannen in oliegoed rond
midden in een tot aan de vaag te ont
waren dijk zich uitstrekkende water
vlakte.
„Het duurt nog uren voor het vloed
wordt eer ze naar binnen kunnen en als
blevenen.
Langs dezelfde troosteloze weg, eerst
langs de drassige dijk, dan over een moe
rassig stuk land zoeken we de weg naar
zee.
Wanneer we de dijk "hebben verlaten
davert plotseling en zo laag. dat we in
stinctief bukken, een groot vliegtuig over
en enkele seconden later valt er op
welijks een tiental meters van ons een
witte parachute met er aan een groot
pak in het water. We rennen er heen: het
zijn baby-kleertjes.
Met man en macht slepen we het lood
zware pak weg, tegen de dijk op, opdat
het gevonden, zal worden en niet door
het stijgende water z_l worden omsloten.
De parachute wordt er opgevouwen onder
gelegd en dan in nog sneller tempo
verder opdat we niet door het wassen
de. ons niet bekende water zullen worden
verrast.
Honderden meters gaat het door zand.
over grillige, wegrollende keien, door
slib, modder en water. Af en toe moet
er overleg worden gepleegd bij diepe
tientallen meters grote kuilen. We hou
den elkaar vast wanneer we ze door
waden, maar we vorderen, ons oriënte
rend naar de hier en daar als bakens uit
het water tekende takjes. We zijn over
tuigd dat onze vlet er nog ligt en pas
seren enkele sloepen maar zien niets.
Achter het volgende bootje zal de vlet
wel zijn te vinden, maar daar aangeko
men blijken we het mis te hebben en dan
ineens is het een Van de onze, die zegt
wat wij alles reed's wilden zeggen: De
vlet is weg!
We gaan nog wat verder en roepen
dan een op twintig meter afstand liggend
blauw-wit bootje, de Zeehond, helemaal
van Leiden tot hier doorgedrongen met
o.a. twee artsen aan boord. Het bootje
stoomt naderbij maar zit vijf meter ver
der al aan de grond, Er achteraan bun
gelt een roeibootje. Dat wordt gebruikt
om ons te halen en het lukt, ook al gaat
het niet makkelijk.
De Zeehond brengt ons naar dieper
water, terug naar de wachtende Konin
ginneplaat. Onderweg zien we ons vletje.
ze eenmaal binnen zijn. dan kunnen ze dat na te zijn vastgeraakt via een andere
vandaag niet meer naar buiten, aldus ver
telt de rustige, jeugdige kapitein, die het
vaarwater kent als zijn broekzak en in
overleg met de machinist, wiens 101-jari
ge grootvader ginds nog moet verblijven,
▼aart hij rustig voort evenwijdig aan de
kust. om mijlen verder recht op de in de
verte liggende dijk aan te sturen „Kijk.
langs die takken moeten we" en hij
zwaait langs de slechts aan insiders be
kende, nauwelijks op te merken bakens
zijn schip, om parallel met de di.jkrestan-
ten terug te varen in de richting van de
wachtende vloot Hij komt al heel wat
dichter bij. maar meent op een gegeven
ogenblik toch niet verder te mogen gaan.
Het anker valt.
We stappen over in de teak-houten vlet.
welke slechts 60 cm diepgang heeft, de
motor wordt gestart en terwijl we hozen
wat we kunnen de boot heeft te lang
droog gelegen in een pakhuis scheren
we in de richting van de haven. We pas
teren het ene na het andere omhoog ge
varen schip, voortdurend peilend. Eerst is
het water ruim een meter, dan 90 cm.
•0 cm. het wordt 70 cm en dan schuren
we langs de schelpengrond. blijven even
steken, schommelen ons echter los om
even later weer vooruit te gaan: de peil
stok wijst 1.20 meter.
We puffen verder langs een hier en
daar boven water uitstekend dammetje
van keien, raken vast. komen weer los.
totdat ook wij ten slotte niet verder kun
nen. Dan maar lopen.
Aart land
Voorzichtig, voetje voor voetje, steeds
testend naar voldoende steun, soms hele
einden erg makkelijk, dan uiterst moei
lijk vorderend, gaat het in de richting
van de dijk. Er zyn er. die struikelen,
die uitglijden, maar ons groepje blijft
compleet en na een half uur klauteren,
aa een stukje moeras te zijn gepasseerd,
tegen de dijk op. Boven gekomen dringt
Êich een stil makend beeld op: zo ver
et oog reikt ondergelopen land. de hori
zon afgesloten door een korte huizenrij:
Oude Tonge.
Langs de dijk. waarin grote gaten zit
ten weggevreten door het wrede water
- lopen we moeizaam voort tegen de
sterke bries in en elk «lijkgat herinnert
aan het leed dat is geschied: er liggen
complete schuurdeuren, stoelen, tafels en
ander huisraad. Ook zien we een kinder-
sleetie en een gele manneklomp.
•Een volgend dijkgat biedt we lopen
nu. beschutting zoekend aan de voet van
de diik uitzicht op een onberoerde wa
terplas. Een grauwe watervlakte met in
het midden een watermolentje, dat draait
met kwieke slag. voortgedreven door de
wind. Het is als een symbool, dit kleine
verdringende molentje in die oneindiee
watermassa.
Overal ziin stukken dijk met vrucht
baar land er nehter weggevreten en diepe
groeven honderden meters breed in
het groene, nu moerassige land. verra
den langs welke weg het vernietigende
water is gekomen.
Geel stro. millioenen penen en uien
liggen aangespoeld tegen het talud even
als een oranjekleurig rubbervlot Heeft
het dienst kunnen doen? Het is een vraag
waarmee men bezig blijft, voortgaande
naar het dorp. waar men vluchtelingen
verwacht, maar nergens ontwaren we een
teken van leven.
Het dorp ligt. stil en verlaten als be
vangen in een doodssfeer.
Geen hulp nodig
Het eerste geluid dat we horen is dat
van een var'-en, dat achter een half weg
geslagen schuur rustig een van de vele.
door overvliegende vliegtuigen er zijn'
weg dieper water heeft gezocht en is af
gedreven. Het wordt weggestuurd naar
gindse schepen om hen er van te ver
wittigen dat verder hulp voor Oude
Tonge niet meer nodig is.
Een half uur later varen we. met de
beide vletten weer veilig achter ons aan,
weg Var Oude-Tonge op weg naar Zijpe,
Advertentie
Verdrijf de periodieke pijnen
ren dat lome, lusteloze gevoel
l direct en afdoend meteen paarj
door een megafoon het bericht, dat de
Koninginneplaat hals over kop een pa
tiënt. die een blindedarmontsteking heeft
naar Dordrecht moet brengen en ver
zocht wordt voor het aan boord nemen
van de zieke te willen verhalen naar de
Oude Haven. Subiet wordt het roer ge
wend, de snelle vlet gaat vast vooruit
met een brancard en enkele mensen van
het Rode Kruis.
Wanneer we in de Oude Haven aan eer-
steiger liggen, is het bijna donker en de
kapitein krijgt er een hard hoofd in.
Varen in het donker zonder verlichte
bakens, het zal niet meevallen.
Wanneer het al bijna donker is gewor
den krijgen we te horen dat er een mis
verstand is: de zieke is al met een
andere boot weg.
In Bruinisse
Donderdagavond. Daar we nu toch niet
meer weg kunnen het is aardedonker
en de vuren branden niet gaan we
van boord, de dijk op waarachter het
verdronken dorp ligt. Het is aardedon
ker. maar we vinden de weg naar het
huis van burgemeester H. K. Michaelis,
die we druk aan het werk bij de voor
bereiding ener algemene evacuatie
treffen. „Alle kinderen, vrouwen
ouden van dagen moeten weg. Maar ze
willen niet graag en het zal heel wat
moeite kosten de mensen van de nood
zaak van vertrek te overtuigen. Morgen
gaan we beginnen". Wat dat betreft is
onze komst prachtig. Een goed ver
warmd schip, dat is precies geschikt
voor oudjes en kinderen. Of we dus wil
len blijven.
We vragen of er genoeg voedsel is.
„Meer dan er ooit in het dorp is ge
weest". Waarom dan nog al die drop
pings? „Ik weet het niet; ik ben al 24
uur bezig alle verdere hulp af te zeg
gen". Veel slachtoffers? „Een. omgeko
men toen een jeep in een sloot reed".
Er moet nog even een boodschap
worden overgebracht naar de Vlucht
haven en met een jeep mee rijdende
zien we in een roetdonkere nacht, waar-
slechts enkele, omhoog gerichte zoek
lichten wat schijnsel brengen, het ver
dronken land liggen en, o wonder, uit
de door het water omringde huizen
schijnt hier en daar nog het licht var
een kaars. Hoe benard de omstandig
heden ook mogen zijn, de mensen willen
niet weg
•s Avonds laat komen wat schippers,
die te hulp zijn geschoten, aan boord
een praatje maken. Enkele Urkers in
markante klederdracht tonen zich bij
zonder teleurgesteld dat zij niets maar
dan ook niets hebben kunnen doen: „We
zijn met liefst 200 schepen vertrokken,
hals over kop we hadden nog niet
is tijd om een mok koffie te drinken
we hebben 24 uur aan een stuk door
gestoomd, we hebben nu al 1000 liter
verdraaid en we zijn van het kastje naar
de muur gestuurd", aldus zegt er een.
Vrij dagmorgen. Al vroeg ver
dringen zich de dorpsbewoners voor het
zwarte bekendmakingenbord waarop met
krijt staat te lezen: „Op hoog bevel moe
ten alle kinderen en niet werkenden
cueren. Alle mensen moeten uit het
deel der gemeente waar water staat".
Er wordt over gepraat, tegen gemopperd,
maar er zijn er ook die berusten in wat
onvermijdelijk is geworden. Een oud
baasje, dat kind noch kraai meer heeft,
vraagt ong of hij mee mag. „Natuurlijk.
Of we dan even een „pakje" voor hem
willen dragen. We stemmen toe. Het
„pakje" blijken we niet met twee man
te kunnen dragen. We gaan de onderge
lopen straten van het dorp in, op zoek
naar mensen die mee willen, maar we
komen niet ver. Het water stijgt spoedig
Koningin Juliana heeft gisteren kolonel
Valentini ontvangen, de militaire advi
seur tan presidennt Einaudi van Italië.
Kolonel Valentini verlaat het paleis
aan de Lange Voorhout.
boven onze laarzen uit en we moeten het
werk overlaten aan militairen die met
rubberboten de burgers gaan ophalen.
Wanneer we terugkeren passeert ons een
zich vreemd voort bewegend jongentje.
We blijven staan en zien hoe hij, in
waterlaarsjes zich voortbeweegt door de
blank staande straat opeen autoped.
waarvan alleen het stuur boven water
uitsteekt.
In een huis. waar kinderen te zien zijn,
krijgen we te horen dat men weg wil.
doch dat men bevreesd is, dat er gestolen
zal worden. We vertellen, dat de bur
gemeester het hele dorp na de eva
cuatie zal afsluiten en dat niemand er
zonder pas in zal kunnen komen. Men is
niet overtuigd. „Bij de vorige evacuatie,
in de oorlog, is mijn hele boeltje gesto
len. Het zijn je eigen dorpsgenoten, die
het je flikken."
Weer buiten op straat passeert ons een
hoogwielige wagen, voortgetrokken door
in lieslaarzen gehulde brandweermannen.
De wagen is er een als uit een sinistere
carnavalsoptocht: een paar naaimachines,
wat beddegoed, een vrouw met drie kin
deren en.... een wasmachine. Daarmee
wil men vluchten.Wat verder op rijdt
juist een wagen weg, voortgetrokken
door een tractor op hoge wielen. We
vragen de bestuurder of hij wat mensen
wil halen, want vóór half tien met
het oog op het tij moeten we weg.
„Eerst beesten halen, dan mensen," is het
norse bescheid. We kunnen niet* meer
doen en gaan eens zien of er belangstel
ling voor de Koninginneplaat is, Nu, dat
valt mee, er zitten al enkele tientallen
mensen, vooral vrouwen en kinderen,
alsmede een kat en een hond. Er is een
tekort aan koffie, zodat we met een bon
van de burgemeester naar de bevoorra
dingsplaats gaan. een c»fé aan de haven,
alwaar de kastelein ons vertelt, hoe hij
door het water werd verrast. We vragen
hoe hoog het water is gekomen. Hij wijst
op een ongeveer 2 meter van de grond
hangend geglazuurd herinneringsbordje
met „Mei 1940" erop. „Zo hoog, meneer.
We konden ons nog net redden door op
de toonbank te gaan staan...
Er is geen gemalen koffie, alleen bo
nen, zodat we op zoek moeten naar een
huis, waar een molen is. We malen koffie
totdat we er pijn in onze arm van heb
ben en keren dan ijlings terug naar de
haven, maar de boot. al bijna helemaal
vol, is vast naar buiten gegaan met het
oog op het vallend tij. Met de beide vlet
ten wordt de verbinding onderhouden.
Oude. nuilende vrouwen, kinderen, man
nen worden er in gezet, kleine en grote
bundels kleren, een paar kinderwagens,
koffers en dozen.
Actie voor noodgebieden
Eisenhower benoemt
hulpcommissie
President Eisenhower heeft een
kabinetscommissie ingesteld, welke
plannen zal maken voor hulp aan de
door de overstroming getroffen ge
bieden in West-Europa (met inbegrip
van Groot-Britannië).
In een verklaring van het Witte Huis
wordt gezegd, dat het kabinet eenparig
van oordeel is, dat het Amerikaanse
volk de getroffen gebieden wenst te
helpen.
Voorzitter van de commissie is John
Foster Dulles, de minister van buiten
landse zaken. Leden zijn Charles Wil
son, minister van defensie, Ezra
Benson, minister van landbouw, en
Harold Stassen, directeur van het
bureau voor de wederzijdse beveiliging.
De commissie heeft opdracht de
feiten na te gaan en aanbevelingen te
doen omtrent de wijze, waarop de
slachtoffers geholpen zullen worden.
Bondsraad verwerpt
ontwerp-kieswet
De Westduitse Bondsraad (senaat)
heeft gisteren het ontwerp kieswet van
de regering verworpen. Een woord-
oerder van het ministerie van binnen
landse zaken zei, dat de regering waar
schijnlijk gebruik zou maken van
haar recht om het ontwerp naar de
Bondsdag te verwijzen. Wanneer deze
het ontwerp zou aanvaarden, zou een
parlementaire bemiddelingscommissie
van tien leden uit elk der beide huizen
een definitieve oplossing trachten te
vinden.
Het ontwerp van de regering was
aangediend als een compromis tussen
meerderheids- en evenredigheidsstel
sel, bedoeld om kleine splinterpartijen
uit het parlement te doen verdwijnen.
Het opkomen van de Nazi's vóór 1933
werd begunstigd door het bestaan van
te veel splinterpartijen, aldus voerde
de regering aan.
Toespraak van Nagib
Generaal Nagib, de Egyptische mi
nister-president, heeft gisteren t«
Kairo een nieuw hoofdbureau voor de
bevrijdingsbeweging geopend. Deze
beweging, waarvan de generaal zelf
de leiding neemt, komt in de plaats
van de ontbonden politieke partijen.
De generaal zei in een toespraak,
dat Egypte al zijn krachten moet mo
biliseren om de Britse troepen uit de
kanaalzone te krijgen. ,,Wij moeten
ons voorbereiden op de grote taak,
welke ons wacht, wanneer de Engel
sen vertrokken zijn".
De Britse ambasadeur te Kairo,
Sir Ralph Stevenson, heeft gisteren
langdurig met generaal Nagib van
gedachten gewisseld over de Soeda-
nese kwestie. Zo sipoedig mogelijk
vergadert men weer.
Advertentie
Wanneer men 's avonds nog kan ruiken dat U
kool, ui of gebakken vis hebt gegeten - of als
bijvoorbeeld de tabakslucht van de vorige
avond 's morgens nog merkbaar is - dan
heeft U vergeten Air-Wiek te gebruiken.
Air-Wiek geeft de luchtjes geen kans, want het
bevat o.a. chlorophyl en zorgt voor
een steeds frisse
MENS** EE* '°NE
/raag uitsluitend de originele flacon Air-Wick a f 2.40
Dan gaat het de haven uit, naar bui
ten. Het is vinnig koud en er komt nogal
wat buiswater over. Af en toe schommelt
de vlet hevig, maar men blijft rustig.
Het aan boord van de Koninginneplaat
brengen van mensen en bagage is niet ge
makkelijk, maar het lukt en tenslotte
varen we weg, geheel vol, met ruim hon
derdvijftig mensen.
Tegen een uur of zes wordt Rotterdam
bereikt, alwaar de kapitein de mensen
niet laat gaan alvorens hun. bewogen, het
allerbeste te hebben toegewenst. Er welt
een traan in zijn stem wanneer hij de
hoop uitspreekt, dat zij spoedig allen in
een hersteld dorp zullen mogen terug
keren.
De reis is ten einde. Honderdvijftig
evacué's zijn in Rotterdam, waar ze een
veilig onderkomen zullen vinden, dan wel
waar vandaan een moeilijke reeks om
zwervingen zal beginnen. Laten wij het
eerste vurig hopen
Wegens algemene gedenkdag
Tsjiangs rol
Het besluit van president Eisenhower Tsjiang
Kai-sjek niet meer te belemmeren in zijn even
tuele bewegingen is vermoedelijk ingegeven door
verschillende overwegingen, waarbij het heel
moeilijk is de doorslaggevende aan te wijzen In
de eerste plaats is er de overweging van bin
nenlandse politieke aard. Eisenhower heeft zijn
verkiezingscampagne gevoerd onder de leus: „Het
roer moet om", waarbij hij ook zijn wantrou
wen in de Koreaanse en Aziatische politiek van
Truman en Acheson door had laten schemeren.
Zijn kiezers verwachtten wat van hem en inder
daad heeft hij de indruk weten te vestigen, dat
hij de zaken onder een nieuwe gezichtshoek is
gaan bekijken. Dit op zichzelf wekt bij de kiezer
al vertrouwen en hoop op verbetering. De linkse
socialist Crossman meende in het Lagerhuis te
moeten opmerken, dat de ware reden voor de
Amerikaanse stap binnenlandse politiek was en
hij zou dankbaar zijn, wanneer dit de volle prijs
zou zijn, die Eisenhower en Dulles hadden moe
ten betalen om met McCarthy en de „China lob
by" een overeenkomst te bereiken.
De handelingen van president Eisenhower lij
ken ons uit oprechter ingeving voort te komen dan
Crossman. die ten opzichte van de Ver. Staten
buitengewoon achterdochtig is, wil doen geloven.
Eisenhower en Dulles willen een-dynamischer poli
tiek dan Truman gevoerd heeft, omdat zij me
nen. dat de tegenstander, vooral in Azië, waar
gevochten wordt, door de zorgvuldig afgebakende,
voorzichtige politiek van Truman niet voldoende
onder druk werd gezet, en erger nog, het uitslui
tende recht op initiatief had gekregen. Het aller
eerste object van Trumans "Aziatische politiek is
geweest het localiseren van het Koreaanse con
flict. Hoe het einde nader gebracht moest wor
den met alle hachelijke politieke problemen, was
niet de grootste zorg en kon dat ook niet zijn,
zolang door de uitgesproken zwakte van de Ame
rikaanse strijdkrachten in Oost-Azië en van de
Atlantische strijdkrachten in Europa een aanzit
ten aan een conferentietafel automatisch een
Amerikaanse nederlaag betekende. Er is sinds
Juni 1950 veel gedaan om de Amerikaanse en
ook Europese militaire macht te vergroten. Hier
door is de politiek wat uit de gevarenzone gekomen
en is er wat meer armslag mogelijk.
ATEN MAG NIET uit het oog verliezen, dat
Eisenhower iets scherper kan gaan varen,
omdat het defensie-apparaat dit nu waarschijn
lijk toestaat. Het eerste doel van buitenlandse
politieke aard is door de in vooruitzicht ge
stelde inschakeling van Tsjiang Kai-sjek de druk
op China te vergroten, waardoor Eisenhower
hoopt de basis te leggen voor een bestand in
Korea. Over de bedreiging van het Chinese vas
teland lopen de meningen wat uiteen, maar men
mag aannemen, dat zonder grotere Amerikaan
se hulp en zonder medewerking van de Ameri
kaanse vloot en luchtmacht Tsjiang slechts tot
commando-raids in staat zal blijken. Aan het
openen van een tweede front denkt ge*>n nuchter
mens nog. De dreiging is dus beperkt van om
vang en zal zeker aanvulling van andere kan
ten behoeven om Peking enige vrees aan te ja
gen. Wellicht zal Mao in de kuststreek tegenover
Formosa wat meer soldaten moeten legeren,
maar dat is slechts een ongemak, wanneer hij
al zijn troepen elders nodig heeft, een situatie,
die men zich met een tot Korea beperkte oorlog
moeilijk voor kan stellen.
President Eisenhower heeft duidelijk uit laten
komen, dat hij geen aggressieve bedoelingen
heeft en dat zou dus moeten implice ren, dat
Tsjiang, wil hij iets doen. op eigen krachten aan
gewezen zal blijven. Geruststellend is ook de uit
lating van generaal Bradley, de voorzitter van
de stafchefs, dat hij het onplezierig zou vinden,
wanneer te veel Amerikaanse militaire kracht
in China gebonden zou worden.
Heeft de maatregel dan maar zo weinig om het
lijf? Het is nog te vroeg om te beweren, dat
dit het enige is, waardoor Eisenhower zich van
Truman onderscheidt. Het is wellicht een onder
deel van een geheel complex maatregelen, die
de communisten in Korea niet zozeer op de
knieën, dan wel tot een bestand moeten brengen
Wij kunnen er naar raden en volgens diploma
tieke kringen in Washington is het Eisenhowers
bedoeling ook de communistische staatslieden
aan het gissen en rade» te krijgen, hetgeen hun
zelfbewustheid wat zou moeten laten afnemen.
Bestand in Korea in op korte termijn het doel
van de Ver. Staten. De communisten saboteren
dit streven, o.a. door verwerping van het voor
stel van India in de Ver. Naties. Door deze hou
ding is het onlogisch, dat de Ver. Staten de Chi
nese communisten tegen de nationalisten bescher
men, waardoor deze communisten in staat wor
den gesteld met groter straffeloosheid geallieer
de soldaten in Korea te doden, aldus in de re
denering van Eisenhower.
TA OCH WAT IS Eisenhowers politiek op lange-
re termijn? Deze kwestie is van groter be
lang dan de nu wellicht mede op militaire gron
den genomen maatregel. Dulles heeft al te ken
nen gegeven, dat hij geen vrede heeft met een
politiek van „containment" zijn politiek bete
kent „liberation",*hoe heeft hij nog niet verkon
digd. behalve dan dat het zonder oorlog dient
te gebeuren. Zijn deze opmerkingen, gelanceerd
in een verkiezingsstrijd, waar zij hun dienst bij
de diverse minderheden ongetwijfeld gedaan heb
ben. ook bruikbaar in de internationale politiek
op hoger niveau dan de Stem van Amerika,
moeten zij wellicht een bijdrage vormen tot de
onzekerheid, die zich van het gissende Kremlin
meester moet gaan maken of zijn zij wat Azië
betreft wel degelijk de uitdrukking van de wens
Mao door Tsjiang te laten verdrijven?
Wanneer het niet de bewuste politiek van Eisen
hower en Dulles is te proberen de communis
tische overwinning in China ongedaan te maken,
waarbij Aziaten het tegen Aziaten zullen opne
men om een ongelukkige uitlating van Eisenho
wer aan te halen, dan zal het te gelegener tijd een
moeilijk probleem worden, hoe men Tsjiang weer
tot Formosaans relict kan reduceren.
Of wil men eens zien, in hoeverre het moge
lijk is de rol van Rusland te imiteren en, zelf
diplomatiek buiten schot blijvend, satellieten op
de vijand af sturen? Dit is de bijzondere zorg
van de landen in Zuidoost- en Zuid-Azië. die
veel meer op Tsjiang dan op Mao gebeten zijn,
in welke laatste zij toch ook vooral de hervor
mer zien, terwijl Tsjiang op onherstelbare wijze
het verfoeide ancien régime vertegenwoordigt.
In Indo-China vrezen Vietnamezen en Fransen
wat overdreven, dat een eventuele hervatting
van de burgeroorlog in China met Amerikaanse
steun aan de nationalisten de laatstr Chinese
scrupules ten opzichte van Indo-China weg zul
len vagen, waardoor localisatie een wensdroom
zou worden. Voorlopig behoeft er zeker geen
vrees te bestaan voor boze gevolgen van Eisen
howers stap. De moeilijkheden liggen nog vrij
ver voor de boeg. Bij de beoordeling daarvan
zal het in de eerste plaats van belang zijn te
weten wat Eisenhowers plannen met Tsjiang zijn,
wanneer hij daar al een duidelijk omschreven
voorstelling van zou hebben.
Plaatsvervangers bijeen
Gromyko vertegemvoordigt
Rusland
De vier plaatsvervangers van de
ministers van buitenlandse zaken van
Amerika, Engeland, Frankrijk en de
Sowjetunie zijn gisteren voor het eerst
sind« twee jaar te Londen bijeenge
komen, om over het Oostenrijkse vre
desverdrag te spreken. Ambassadeur
Gromyko vertegenwoordigde de
Sowjetunie.
De conferentie is de 259ste poging
om overeenstemming over het Oos
tenrijkse staatsverdrag te bereiken.
De plaatsvervangers werden het
niet eens over de vraag, of het in
Maart j.l. door de Westelijken voorge
stelde beknopte verdrag" algeheel
terzijde zal worden geschoven of in
reserve gehouden. Rusland wil het
eerste, de Westelijke mogendheden
willen het laatste. In elk geval zal
men de besprekingen over het oor
spronkelijke ontwerp-verdrag van
meer dan vijftig artikelen hervatten
Maandag komt men opnieuw bijeen.
Dulles waarschuwt
De Westduitse kanselier, dr. Ade
nauer, heeft officieel bekend gemaakt,
dat de Amerikaanse minister van
buitenlandse zaken, John Foster
Dulles, de Europese staatslieden heeft
gewaarschuwd, dat het Amerikaanse
Congres zou weigeren de militaire en
economische hulpverlening voort te
zetten, indien er voor April geen dui
delijke tekenen zijn, dat het verdrag
inzake het Europese leger zal worden
geratificeerd.
Rusland zou basis op
Rügen houwen
Volgens Hanson W. Baldwin, mili
tair correspondent van de New York
Times, bouwt de Sowjetunie op het
Duitse eiland Rügen (Oostzee) een
basis voor kleine marineschepen en
vliegtuigen, zulks als poging om van
de Oostzee een „Russische binnenzee"
te maken. Een Duits vliegveld wordt
volgens de correspondent verbeterd
en een nieuw wordt er aangelegd.
Voorts zouden kanalen naar ^t
binnenmeer op Rügen worden ge
graven, die dit tot een be~chutte ha
ven voor kleine marmevaartuigen
zouden kunnen maken.
Naar men aanneemt, zo gaat het
artikel verder, zullen meer dan hon
derd duikboten, een of meer kruisers
van het type Swerdlow, een groot
aantal torpedomotorboten alsmede
een aantal oude slagschepen in het
Baltische gebied gestationneerd wor
den naast zeven tot achthonderd ma
rinevliegtuigen.
Met de constructie van de basis-
Rügen zou de Sowjetunie ook een
„neutralisering" van de Scandinavi
sche eilanden beogen, alsmede een
versterking van de gehele positie in
de Noordelijke wateren.
Prawda meldt arrestaties
Het orgaan van de Russische com
munistische partij, de Prawda, meldt,
dat vier Russen, o.w een vrouw, zijn
gearresteerd op beschuldiging van
spionnage voor vreemde mogendhe
den. De betrokkenen worden de „ge
heime vijanden" genoemd, voor wie
de Russen voortdurend op hun hoede
moeten zjjn.
De gearresteerden zijn:
A. D. Goerewitsj. die „een geheime
Trotskist en gezworen vijand van het
Russische volk" wordt genoemd. Hij zou
de communistische partij hebben misleid
en sinds 1939 als spion werkzaam zijn
:eweest.
2. E. A. Taratoeta, een vrouwelijke
dewerker aan de Russische academie van
wetenschappen, die voor Goerewitsj „een
aantal geheime documenten" zou hebben
gestolen.
3. K. F. Romanow. van wie gez
wordt, dat hij. na een mislukte poging
om een grote som uit de staatskas te
stelen, gearresteerd is, toen hjj zijn dien
sten aanbood aan een buitenlandse
spionnagedienst.
4. T. A. Sas. die als deserteur in de
tweede wereldoorlog eerst voor de
Gestapo en vervolgens voor de geheime
dienst in kampen voor verplaatste per
sonen in Duitsland zou hebben gewerkt.
Volgens de Prawde hadden de ge
arresteerden gepoogd ondermijnend
werk te doen te Krivoi Rog, een cen
trum van ijzermijnen in de Oekraine.
Nog ernstige toestand
bij Kallo
In de streek van KalloMelsele is
de toestand zeer ernstig. De bres, die
te Pijp Toebak geslagen werd, kon
wegens de hevigheid van de stroom
nog niet gedicht worden. Te Bornem
en te Wintham is de toestand beden
kelijk. De nooddijk, die bij het Sas van
Winthar^ werd aangelegd, dreigt te
bezwijken. In dat geval zou de streek
van Weert en Willebroek overstroomd
worden.
Critiek op koning
Boudewijn
Het onafhankelijke Belgische week
blad Pourquoi Pas oefent er cri
tiek op uit, dat koning Boudewijn
naar de Franse Rivièra is vertrokken,
terwijl zijn land overstroomd is. Het
artikel, dat tot opschrift droeg „Toe
wijding van koninklijke families",
wijst op hetgeen koningin Elizabeth
van Engeland en koningin Juliana en
prins Bernhard gedaan hebben om
hun onderdanen te helpen. Het blad
schrijft verder:
„In ons land is de toestand nog
overal verre van bevredigend. In het
Noordelijke deel van de provincie
Antwerpen zijn nog mensen geïso
leerd. Over tien dagen worden nieuw*
vloedgolven verwacht en de vrees be
staat, dat de tijdelijke herstellingen
het niet zullen houden. In de Arden
nen kan de dooi door de opeenhoping
van de sneeuw een catastrofe tot ge
volg hebben".
Pourquoi Pas besluit: „Koning
Boudewijn heeft het na een bezoek
aan de kust, Antwerpen en Dender-
monde niet nodig geoordeeld het ver
blijf voor zijn herstel aan de Cóte
d'Azur uit te stellen".
De Belgische koning heeft namelijk
de vorige week een aanval van in
fluenza gehad en neemt thans va
cantie te Antibes.
Ook de socialistische pers uit zich
in scherpe bewoordingen over de hou
ding van de Koning.
Maandag 7 Februarlj
Engelsche Post
LONDEN, 5 February. Het bekende
verk Oncle Toms Cabin, heeft de aandacht
zeer op den toestand der slaven in de Ver-
eenigde Staten gevestigd. De volgende
correspondentie uit Richmond in Virginië
is derhalve niet van belang ontbloot te
achten:
De prys der slaven, zoowel in huur als
te koop. is zoo buitensporig hoog, dat een
Neger als een edelgesteente te beschouwen
Men vraagt voor eene gewone keuken
meid 75 dollars 's jaars, en, zoo ik mij niet
bedrieg, moet men haar nog bovendien in
klerding vrijhouden. Elke blanke dienst
meid zou. zonder twijfel, dezelfde diensten
leenen voor 6H dollars in de maand: maar
daar deze laatsten ontbreken, moeten die
genen. welke de middelen niet bezitten,
eene kleurling te huren, het zonder
dienstmeid doen. Buitendien verkiezen
'clen de zwarten boven de blanken, zoo zij
an de eerste hetzelfde loon moeten geven.
Indien goede dienstboden en keukenmeiden
Baltimore of Philadelphia kwamen,
zouden zij zeker goede plantsen kunnen be
komen.
De prys, dien men voor de mannen
besteed, is betrekkelijk nog hooger. De
aarde of liever derzelver prijs, is sedert
het laatste jaar 30 pCt. gestegen, evenzeer
als in al de staten. De bezitters der slaven
vragen voor een gewonen arbeider 150 doll.
het jaar, en voor een fabrieksarbeider
200 doll.
Een slaaf, die tevens een werkman is,
kost den tabaksfabriranten 375 doll, in het
-, alles er onder begrepen; en men vindt
blanke arbeiders, welke van 20 tot 24 doll,
in de maand verdienen. Waarom dus zou
slnven huren, die op omtrent 31 doll.
Ie maand te staan komen, daar boven
dien de blanken in vele op/.igten verkies
lijker zijn, en bet loon der slaven, ziek
wordende, voor eenen bepaalden tijd blijft
doorloopen; hetgeen geenszins het geval is
met de zwarten, die men slechts betaalt voor
den tijd. dat zy werken.
Indien er niet spoedig eene daling in den
ijs der slaven komt, zal deze een ongun-
stigen invloed, niet alleen op de tabaks-
fabriecatie, maar ook op alle andere takken
van industrie, uitoefenen: en het is zeer
waarschijnlijk, dat er een tijd zal komen,
waarin men in onze fnhrieken geenc andere
dan blanke en vrye werklieden zal ge
bruiken.