Na twintig jaar nijpende armoede stroomt het geld Béatrice Beek toe De betoverde visgraat Wij en de ramp §y$f)HAAR EIGEN DOMEIÜ$$g($ Monument voor Florence Nightingale De gevaarlijke overtocht Jan en de pony bleven elkaar trouw Een Italiaans wonderkind speelt het liefst met de pop DUIZEND EN EEN ZATERDAG 7 FEBRUARI 1953 Helpen op weloverwogen wifze TT ET GEVOEL van machteloosheid was voor velen onier het ergst te ver dragen toen we Zondag b$ de radio zaten en later de extra editie van ons blad lazen en de niet te verwerken zee van ellende over ons heenging. Dit dreef duizenden hun hulp te gaan aan bieden. hulp, welke soms dankbaar kon worden aanvaard, maar die in andere ge vallen moest worden afgewezen, omdat slechts hulp kon worden geboden in orga nisatorisch verband, zodat vrouwen, die tot geen enkele hulporganisatie behoorden, geen lid waren van U.V.V.. Rode Kruis hulpbrigade, E.H.B.O. of iets dergelijks werkeloos moesten blijven, terwijl ze graag iets hadden gedaan Voor haar allen blijft er echter in de ko mende weken en maanden nog genoeg te doen. Zij kunnen geld geven en kleren, vooral goede kleren, dingen, welke zij en haar gezinsleden zelf nog graag zouden dra gen, al is de inzameling daarvan voor het ogenblik stopgezet. Ze kunnen zich offers getroosten: het voorbeeld van prinses Beatrix, die haar nieuwe fiets, een verjaardagscadeau, af stond, kunnen we volgen en de eerstvolgen de verjaardagen in elk huis kunnen worden gevierd door het geld, dat familie en vrien den in normale omstandigheden zouden be steden voor geschenken, in het Nationaal Rampenfonds te storten. Vacantiesnaarpot- len kunnen worden aangesproken ten be hoeve van de slachtoffers. En wie maar even plaats in huis heeft, herberge, althans wanneer daaraan behoef te bestaat, een of meer vluchtelingen, waar bij u met zorg overlegge hoe deze vluchte lingen een eigen plaatsje in uw huis te ge ven, hoe u deze volkomen verslagen, ont redderde mensen enigszins het gevoel zult geven „veilig thuis" te zijn, ai zal uw gast vrije dak hen al het verlorene zeker niet kunnen doen vergeten. Dank zij een letterkundige prijs YjTT ONDERLIJKE wegen gaat soms 's mensen lot. Daar is een ontwikkel de, intelligente vrouw, die jaren- en jaren lang in de bitterste armoede leefde, die allerlei nederig, saai, eentonig werk moest doen om althans iets te verdienen voor zich en haar dochtertje, die dan de aan dacht van een schrijver trekt, en die mede dank zij hem een boek tot stand brengt dat een letterkundige prijs verwerft, waardoor zij beroemd èn rijk wordt. Deze Amerikaans aandoend „werkelijk gebeurde levensge schiedenis" heeft zich afgespeeld in Frank rijk. Béatrice Beek scheen inderdaad niet voor bestemd voor het geluk. Het noodlot achtervolgde haar sinds haar prilste jeugd. Zij werd geboren op de vooravond van de eerste wereldoorlog, op 31 Juli 1914, en reeds in haar eerste levensjaren verloor zij haar vader, een Belgisch schrijver, en moeder, die Ierse was. Béatrice had een droeve jeugd in een van de Parijse voor steden; in 1936 promoveerde zij tot mees ter in de rechten en ditzelfde jaar trouwde zij in Grenoble met een jong Frans inge nieur van Russische afkomst, Naum Sapiro. Helaas, bij het begin van de mobilisatie moest haar echtgenoot opkomen voor de militaire dienst en op een avond in April 1940 ontving zijn jonge vrouw in een kort, nuchter telegram de ontstellende tijding. Turkije heeft40.000 verpleegsters nodig TN 1954 zal het honderd jaar geleden zijn, dat Florence Nightingale haar liefdewerk begon. Men weet dat deze Engelse uit aris tocratische kringen, alle vooroordeel en alle critiek van haar omgeving ten spijt, dé soldaten, die ge wond waren in de Krimoor- log, ging verplegen. Hier mede heeft zij niet alleen indirect de stoot gegeven voor de oprichting van het Rode Kruis, maar zij heeft een voorbeeld gegeven aan tientallen beschaafde vrou wen verpleegster te wor den, een beroep, dat tevo ren eigenlijk nauwelijks be stond. De verzorging van zieken was tot die tijd toevertrouwd aan vrouwen van minder goede reputatie. Turkije neemt zich nu voor een monument voor Florence Nightingale op te richten, geen standbeeld, maar iets, dat geheel in haar geest zou zijn, n.l. een hospitaal, waaraan een op leidingsschool voor ver pleegsters zal zün verbon den. Turkije heeft te wor stelen met een ernstig te kort aan verpleegsters: in het gehele land zijn slechts 800 gediplomeerde zieken- verzorgsters en Turkije heeft er zeker 40.000 nodig. Het ziekenhuis zal ver rijzen op de Aziatische kust van de Bosphorus, in Hyderpasta, tegenover Is- tanboel, waar „De Dame met de Lamp", zoals Flo rence Nightingale werd ge noemd (omdat zij des nachts door de ziekenzalen schreed, een lamp in de hand, om de gewonden die wakker lagen een bemoedigend woord toe te 6preken of hen op andere wijze te helpen) haar zegenrijke ar beid begon. Dit ..monu ment" zal niet alleen de herinnering aan haar leven dig houden, maar de Turk se meisjes toeroepen, dat het beroep van verpleeg ster eervol is. dat hij was overleden. Op welke wijze? Zij heeft het nimmer kunnen ontdekken in elk geval moet zijn dood min of meer ..onregelmatig" zijn geweest, want, alle daartoe strekkende stappen ten spijt, heeft zij geen weduwenpensioen kunnen krijgen. Zij bleef achter met een dochtertje en spoedig zag zij om naar werk om voor het kind en zichzelf de kost te verdienen. Dank zij haar universitaire studie kreeg zij een aanstelling als lerares aan een openbare school te Parijs, waar ze les moest geven in Engels en geschiedenis. Zij kon echter geen orde houden en daar het leven in Parijs hoe langer hoe duurder werd, be sloot zij terug te keren naar Grenoble. Fabrieksarbeidster T^EVERGEEFS liep zij er alle plaatsings- bureaux plat om werk te vinden. Ten slotte, ten einde raad, nam zij een baantje aan als arbeidster in een fabriek van rits sluitingen. Zij werd aan een gecompliceer de machine gezet en de gehele dag. acht uur lang, moest zij niets anders doen dan enkele handgrepen verrichten, telkens de zelfde handgrepen. Het was eentonige ar beid, werk, waarvoor zij allerminst ge schikt was. Bovendien leverde het weinig op. Later vond zij copieerwerk, dat even eens slecht werd betaald, maar dat zij ten minste thuis kon doen. Vervolgens kreeg zij een ondergeschikt baantje in een in richting voor schriftelijk onderwijs met Het Einde der Eeuwen Als tweede deel van de Trilogie „Over de laatste dingen" van prof. dr K. Dijk, ver scheen bij Kok te Kampen een studie, welke onder de titel „Het Einde der Eeuwen" zich bezighoudt met het onderzoek van de bijbelse gegevens over de eindtijd. Het grootste deel van dit in vele opzichten interessante boek wordt ingenomen door een bespreking en weerlegging van het Chiliasme. Eveneens wijdt de geleerde auteur veel aan dacht aan het Israël-vraagstuk, gezien van de bijbelse profetie. Hoewel er bij hem ontegen zeglijk een zekere aarzeling te bespeuren is, meent hij ten slotte toch wel, dat de weder oprichting van de politieke staat Israël geen bijbels-profetische fundering heeft. Een uitvoerige behandeling krijgen in dit boek uiteraard ook de tekenen der tijden, de openbaring van de Antichrist en de positie van de Christelijke Kerk in de eindtijd. Even als in het eerste deel van deze trilogie ont houdt de auteur zich ook hierbij strikt van elke speculatieve beschouwing. Voor een goed begrip van de bijbelse verkondiging omtrent de eindtijd levert dit boek een belangrijke bijdrage. geen andere taak dan het werk, dat de leerlingen inzonden, door te sturen naar de leraren en het gecorrigeerde aan de cursisten terug te zenden. Het noodlot achtervolgde haarna de bevrijding verhuisde de school naar Parijs en andermaal was zij werkloos. Nu besloot zij haar geluk te gaan be proeven in het land van haar vader, Bel gië, maar hier verging het haar niet beter: zij kon alleen werk vinden als arbeidster in een textielfabriek, opnieuw derhalve werk, dat niet strookte met haar aard en capaciteiten. Volgaarne nam zij dan ook een voorstel van een neef aan om hem te komen helpen op zijn boerderij in Enge land. Rust vond zij hier niet: de gedachte aan de opvoeding van haar dochtertje, dat de Franse nationaliteit had, dreef haar terug naar Parijs. Zij was zo gelukkig een beurs te krijgen om zich te laten opleiden tot stenotypiste en met dit diploma in de zak kreeg zij een baan bij een verzekerings agent en nu moet zij van de vroege ochtend tot de late saaie statistische gegevens be werkenEn rijk werd zij hierbij ook al niet. Integendeel. Zij ontmoet André Cide 'T'OEN de nood haar weer grimmig aan- staarde, besloot zij brieven, welke de bekende Franse schrijver André Gide eens, jaren geleden, aan haar vader had gezon den, te verkopen. Toen zij dit eenmaal had gedaan, kreeg zij een knagend berouw en kon zij niet nalaten de auteur schriftelijk haar „daad" te belijden. Hij antwoordde tactisch dat het hem genoegen deed, dat zij met zijn brieven „geholpen" was. Hier mede was een contact gelegd, dat haar vrijmoedigheid gaf hem een exemplaar van haar eerste boek te zenden. Want terwijl armoede haar kwelde en zij een heftige strijd om het bestaan moest voeren, kwelde Béatrice Beek ook een in nerlijke strijd. Zij was n.l. Rooms-Katho- liek opgevoed, een geloof, dat zij later ver zaakte. maar nooit geheel vergatIn haar innerlijk worstelden geloof en onge loof met elkaar en hierdoor gingen haar gedachten menigmaal terug naar haar kinderjaren. In rustige ogenblikken gaf zij deze herinneringen vorm in een boek. getiteld „Barny" en van dit boek zond zij André Gide een exemplaar, waarvan hij zó verrukt was. dat hij Béatrice een plaats als secretaresse aanbood. Hij moedigde haar aan voort te gaan met schrijven. In haar tweede boek, „Une morte irréguliere", beschreef zij de wanhoops toestand waarin zij door de geheimzinnige dood van haar echtgenoot was geraakt. Het heengaan van Gide was een slag voor haar, maar gelukkig had de grote schrijver vóór zijn dood de fijne attentie gehad haar een som gelds to schenken, waardoor ztj een tijdlang rustig kon werken aan de roman, waarin zij haar godsdienstige en geestelijke crisis heeft uitgeschreven. Voor dit boek „Léon Morin Prétre" heeft zij de Prix Goncourt gekregen, waarmede een eind is gekomen aan haar financiële perikelen. Want van nu af kon zij zeker zijn van grote oplagen van haar boeken: Beetgenomen bijen Ze lieten de rode klaver links liggen Zeven jaar is de kleine Turijnse, Lisetta, en zij kan nog nauwelijks lezen en toch kennen honderden en duizenden Italianen haar stem al. Geregeld kan men die horen door de radio, want de kleine Lisetta is belast met het lezen van „radio-adverten ties", reclames, welke door de radio worden uitgezonden; iets, wat wij in Nederland nog niet kennen. Veien luisteren naar die re clames, alleen ter wille van het aardige stemmetje van de kleine Lisetta. Zij is bo vendien een knap danseresje en met succes volgt zij een reciteercursus. En ten slotte treedt zij ook wel op als mannequin in dienst van een zaak van kinderkleding te Turijn. Werkelijk, een vóórlijk kind! Ge lukkig horen wij, dat zij het liefst van alles met poppen speelt en dit is een geruststel lende gedachte. Natte kapok. Een probleem, waarmee velen zitten, en waarover de deskundigen het niet eens zijn. Sommigen zeggen: niets aan te doen, schrijf een door en door nat geworden kapokbed maar af. Anderen zeg gen: met goede zorg is er redden aan. La ten we dus aannemen, dat het te proberen is. In de eerste plaats: pas op!, vochtige kapok gaat broeien. De beddetijk moet worden opengetarnd en de kapokvulling er uit gehaald cn uitgespreid. Niet drogen voor de kachel, want dan ontstaan er harde klonten. De stofzuiger er door laten blazen helpt prima. nadat de prijs aan haar was toegekend werden in twee dagen tijd 50.000 exempla ren van „Barny" verkocht. Dit bclekent, dat zij kan rekenen op een kapitaaltje aan auteursrechten. Welk een ommekeer! Een journaliste, die haar kwam inter viewen. vroëg haar welke plannen zij voor de toekomst koesterde. Een ogenblik sloot zij de ogen, als liet zij alle jaren van ar moede en ellende in gedachten nog eens aan haar voorbijgaan, toen opende zij ze wijd en zeide: Vóór alles ga ik een huis kopen! Een huis voor mijzelf! IIIIIIIIIIIIIIIIIM Onlangs beloofden we van tijd tot tijd een tekening te geven van een kruissteek- patroontje. waarmee men kinderkleertjes kan garneren. Wat denkt u van deze beer- ties? De kinderen zullen er stellig veel ple zier in hebben wanneer hun jumpertje, jurkje of schortje met deze grappige dieren zijn versierd "Te woonden nu al een paar jaar in Canada. Jan en Willie waren er al helemaal gewend. Ze hadden geen moeilijk heden meer met de taal en Jan vond het al heel gewoon iedere dag op de pony naar school te gaan. Hij vond het vreemd, als hij bedacht, dat hij vroeger maar vijf minuten lopen van school af woonde. Hier waren de afstanden nu eenmaal veel groter. Jan zat in de hoogste klas. Willie ging nog niet op school. Toch was er iets, dat Jan hinderde. De andere jongens uit zijn klas-hadden allemaal een paard. Alleen de kinderen uit de lagere klassen kwamen op pony's. Hij hield erg veel van Witsnoet, maar tochVader wist het wel, maar het kon nu eenmaal nog niet. De andere paarden die ze hadden konden niet zoveel uren per dag gemist worden. Op een dag kwam Jan thuis uit school. Hij bracht zoals gewoonlijk zijn pony naar de stal, om hem te verzorgen. Hij was nog maar nauwelijks binnen of zijn hart maakte een sprongetje. Daar in een van de boxen stond een schimmel. Zou vaderMaar misschien was het paard van een bezoeker. Er was niemand in de stal te zien, aan wie hij het vragen kon. Jan haastte zich. Als hij in huis was zou hij het weten. Voor het huis kwam vader hem tegemoet. Is er bezoek? vroeg Jan, in zijn haast zonder te groeten. Nee, antwoordde vader lachend. Er is geen bezoek. En die Nou, wat vind je er van, glimlachte vader, terwijl hij zijn zoon mee terug nam naar de stal. Jan durfde nog niet goed te geloven, hoewel hij er bijna zeker van was, dat hij nu misschien wel niet op die schimmel maar dan toch op een ander paard naar school zou kunnen. Ik wou hem de eerste maanden nog hier houden, om hem goed te leren kennen sprak vader, maar dan Jan vloog zijn vader om de hals. Er is één ding. We kunnen er Witvoet niet bij houden. Hij moet verkocht worden. Dit vond Jan heel erg jammer, want al had hij dan liever een paard, aan Witvoet was hij erg gehecht. Wanneer heeft u het paard gekocht? vroeg Jan. Gekocht heb ik hem eigenlijk nog niet, antwoordde vader. Ik heb hem om zo te zeggen een paar dagen op zicht. Naar de roman oan Charles Dickens Biggetjes bal 13 'T'oen iedereen klaar was met eten ruimden zij af en wasten om. Daarna schoven zij de tafel in een hoek en begonnen te dansen, met hun koksmutsen op. Het jongste prinsje had de grootste pret en hij vergat helemaal, dat hij gevallen was. Toen het feest in volle gang was, kwam do koning binnen. Wat is hier aan de hand, Alicia, vroeg hij. We hebben eten gekookt en al les weer opgeruimd, vader, ant woordde Alicia. En wat nog meer? vroeg de koning. We proberen de goede stem ming er in te houden, glimlachte de prinses. eind stroomopwaarts langs de rivier. De dokter was gelukkig thuis. Jan kreeg een droge broek en even later reden zij samen door de donkore nacht. De dokter woonde dicht bij een andere brug en hoewel het een omweg was. besloten zij toch maar die le nemen. De dokter onderzocht moeder en zij zou de volgende mor gen naar het ziekenhuis gaan. Zij werd geopereerd en een paar dagen later mocht zij al weer naar huis. Vader was trots, dat zijn zoon het er zo goed had afgebracht. Op een avond kwam Jan voor hij naar bed ging met een vraag. Vader, ik zou graag Witvoet willen houden, juist ook om op hem naar school te gaan. Hij heeft zo dapper gezwommen die avond, en ik, ik zou het vreselijk vinden als hij weg moest. Vader glimlachte. Ik kan het heel goed begrijpen. Zullen we dan die schimmel maar niet kopen? Ik blijf Witvoet trouw, ant woordde Jan En als de jongens nog wel eens schamper keken naar zijn pony, dan klopte hij het paardje op zijn hals en lachte maar eens. Want hij wist, wat hij aan zijn pony had. Weer vroeg de koning zich af, waarom Alicia de betoverde vis graat niet gebruikt had. om het oog van het prinsje metéén beter te maken. Hij begreep het maar niet. 14 De koning zuchtte. Hij ging zit ten en steunde zijn hoofd in zijn handen. Hij keek zo terneergesla gen, dat de kinderen zachtjes de keuken uigingen. Alleen Alicia mot het kleinste prinsje bleven. Wat is er vader? vroeg Alicia. Ik 'oen zo verschrikkelijk arm, mijn kind, sprak de koning. Heeft u helemaal geen geld, vader? vroeg Alieia. Helemaal niets, zuchtte de ko ning. Is er dan geen enkele manier om geld te vordienen? vroeg Alicia. Ik heb alles geprobeerd. Ik heb mijn uiterste best gedaan, maar ik zie geen uitweg. Toen Alice dat hoorde, nam zij de visgraat uit haar zak. Vader, sprak zij ernstig, als iemand zijn uiterste best heeft ge daan en alles geprobeerd heeft, cn als dat niet genoeg is, dan is het tijd om de huip van anderen In te roe pen. Vindt u ook niet? Als het regent Ga dan voor het raam zitten, met je zusje. Nu neem je allebei een potlood en een stukje papier bij dc hand. Op dat papier staal een lijstje geschreven, bijvoorbeeld: kind, vrouw, man, kar. auto, hond. poes, vrachtauto, fiets, enz. Je schrlift dit onder elkaar. Nu moet achter de namen Ingevuld worden hoeveel poezen, honden, kinderen er voorbij gekomen zlin. Je kunt 't beste turven. Ook kun je bijvoor beeld de voorbijgangers alleen uit een bepaalde richting nemen, maar dat moet je afspreken voor 1e be gint. Kijk goed uit. dan heb je kans, dot je iets ziet, dat de ander niet ziet en zo krijg je dan misschien een punt meer en dan win je. Nog leuker wordt het als je af spreekt. dat je een voorwerp, dat door belden tegelijk ontdekt wordt, niet meetelt. TANIGE tijd geleden kreeg men -*-J in Wesl-Duitsland zaad van de rode klaver voor de velden en weilanden, uit Oost-Duilsland. Nu moet men er zelf maar voor zorgen. In hel begin leek dit onmogelijk, ivant de bijen stre ken niet neer op de bloemen van de rode klaver. Deskundigen stelden een onderzoek in en cfj ontdekten, dat de rode klaver in het Westduitse klimaat zo goed groeit, dat het honingbakje zo groot wordt, dal de bijen, de honing, die er in is, niet bereiken kunnen. De bijen hadden dit al gauw ontdekt en daarom kwa men ze niet op de rode klaver bloemen, die dus ook niet be vrucht werden. De deskundigen vonden er iets op. Naast wat bijenkorven, die aan de rand van een veld, rode klaver stonden, plaatsten zij een pot met een heerlijke sui keroplossing. Rond de schaal legden zij een heleboel rode klaverbloemen. Terwijl de bijen zich te goed deden aan het zoete goedje, geurde de lucht er om heen van de klaverbloemen. Toende pot weggehaald werd, gingen zij op zoek, naar een zelfde lucht en zo streken zij neer in het klaverveld en hoe wel ze geen honing vonden was hun bezoek voldoende om de planten te bevruchten Hettnuje heelt succes gehad, maar men weet niet, wat er zal gebeuren als de bijen merken, dat zij beet genomen worden. Die nacht werd Jan wakker door gestommel. Hij stond op om te kijken wat er aan de hand was. Vader was ook op. Het is je moeder, beantwoord de hij Jan's vragende blik. Ik ge loof, dat zij erg ziek is. Ik ben bang voor blindedarmontsteking. We moeten zien dat we een dokter hier krijgen. Vervelend dat Jack nu juist weg is. Ik durf haar niet goed alleen laten. Maar er zit niets anders op. Zadel jij de vos even Jan. maar doe iets aan want het is koud. Vader, laat mij gaan. Ik heb wel meer in het donker op Witvoet gereden. Ik kan de weg dromen. Vader dacht even na. Je hebt gelijk. Ik geloof dat we het er maar op moeten wagen. In een ommezien was Jan aange kleed en onderweg op zijn pony,.na vader beloofd te hebben voorzichtig te zijn. Het was slecht weer. Het had de laatste dagen veel geregend. Nu begon het nog te stormen ook. Wit voet draafde flink door en al gauw was Jan bij het riviertje, dat hij iedere dag overstak, maar dat nu door de regen aanmerkelijk breder was geworden. In de verte zag hij al, dat er iets niet in orde was. Er werd gezwaaid met een rode lamp. De brug, schrok Jan. Zou de brug weggeslagen zijn. Hij had het goed. Gelukkig waren er geen on gelukken gebeurd. Hoe kom ik aan de overkant, dacht Jan. Want ik moet naar de dekter. Het moet, voor moeder. Je kunt beter omkeren, jonge man, sprak de man met de rode lamp. Dat kan ik niet, antwoordde Jan. Ik moet de dokter halen. Mijn moeder is erg ziek. Als de stroom maar niet te sterk is, vervolgde hij in gedachten. Als je beslist naar de overkant wilt, zul je moeten zwemmen, sprak de man. Jan knikte. Dat wist hij ook- Rijd ongeveer vijftig meter naar links, daar is de stroom het minst sterk, gaf de man de raad. Jan bedankte, groette en zette zijn pony aan. Bij 't water aarzelde de pony even, maar met zachte woordjes had Jan het dier gauw op zijn gemak ge steld en even later ploeterden zij door het water. Toen de pony geen grond meer onder zijn voeten voel de, zwom hij. Alles ging goed. Tot ze al bijna aan de overkant waren. Ze dreven toen nog al erg af en da pony raakte uit de koers. .Tan wist, dat hij door met de teugels te wer ken niets kon bereiken, maar op eens herinnerde hij zich, dat hij gehoord had, dat je in zo'n geval met je hand naast het hoofd van het paard in het water moest plon zen, aan de tegenovergestelde kant, dan in de richting, die je moest gaan. Jan deed het en Witvoet ver anderde van richting. Het lukte. Even later stegen zij uit het water en klommen tegen de oever op. Het was nu nog maar kort rijden naar de dokter. Hij moest nu weer .een PEN nieuw spel, maar eerst moet -*-i je het zelf maken. Teken eerst een cirkel, dan nog écn zoals je op de tekening ziet. Een paar pootjes, oren, ogen en snuit en je hebt een varkentje voor je het weet. Maak eerst een patroontje. Als je dat hebt, knip je 12 biggetjes na, liefst van stevig gekleurd papier. Nu plak je telkens twee aan twee de oren en een stukje van de kopjes tegen elkaar, zodat je zes dubbele bigge tjes krtjgt, die kunnen staan. Elk biggetje krijgt een nummer. Zet de biggetjes neer en ga op enige afstand staan. Nu is het de bedoe ling met een kleine bal te gooien en één of meer biggetjes te raken. Wie het hoogste aantal punten heeft, na een bepaald aantal keren gooien, wint. Vier min één is vijf V^IER min één i„ vijf. Daar ge- loof je natuurlijk niets van en je vriendje aan wie jij het straks vertelt ook niet. Hij zal willen, dat le het bewlist. Wel nu, doe datl Neem een stukje papier met vier hoeken. Knip er een schuin af en er zijn nu inderdaad vijf hoeken.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 4