Na twintig jaar nijpende armoede stroomt
het geld Béatrice Beek toe
De betoverde visgraat
Wij en de ramp
§y$f)HAAR EIGEN DOMEIÜ$$g($
Monument voor Florence Nightingale
De gevaarlijke overtocht
Jan en de pony bleven elkaar trouw
Een Italiaans wonderkind speelt het liefst
met de pop
DUIZEND EN EEN
ZATERDAG 7 FEBRUARI 1953
Helpen op weloverwogen wifze
TT ET GEVOEL van machteloosheid was
voor velen onier het ergst te ver
dragen toen we Zondag b$ de radio zaten
en later de extra editie van ons blad lazen
en de niet te verwerken zee van ellende
over ons heenging.
Dit dreef duizenden hun hulp te gaan aan
bieden. hulp, welke soms dankbaar kon
worden aanvaard, maar die in andere ge
vallen moest worden afgewezen, omdat
slechts hulp kon worden geboden in orga
nisatorisch verband, zodat vrouwen, die tot
geen enkele hulporganisatie behoorden,
geen lid waren van U.V.V.. Rode Kruis
hulpbrigade, E.H.B.O. of iets dergelijks
werkeloos moesten blijven, terwijl ze graag
iets hadden gedaan
Voor haar allen blijft er echter in de ko
mende weken en maanden nog genoeg te
doen. Zij kunnen geld geven en kleren,
vooral goede kleren, dingen, welke zij en
haar gezinsleden zelf nog graag zouden dra
gen, al is de inzameling daarvan voor het
ogenblik stopgezet.
Ze kunnen zich offers getroosten: het
voorbeeld van prinses Beatrix, die haar
nieuwe fiets, een verjaardagscadeau, af
stond, kunnen we volgen en de eerstvolgen
de verjaardagen in elk huis kunnen worden
gevierd door het geld, dat familie en vrien
den in normale omstandigheden zouden be
steden voor geschenken, in het Nationaal
Rampenfonds te storten. Vacantiesnaarpot-
len kunnen worden aangesproken ten be
hoeve van de slachtoffers.
En wie maar even plaats in huis heeft,
herberge, althans wanneer daaraan behoef
te bestaat, een of meer vluchtelingen, waar
bij u met zorg overlegge hoe deze vluchte
lingen een eigen plaatsje in uw huis te ge
ven, hoe u deze volkomen verslagen, ont
redderde mensen enigszins het gevoel zult
geven „veilig thuis" te zijn, ai zal uw gast
vrije dak hen al het verlorene zeker niet
kunnen doen vergeten.
Dank zij een letterkundige prijs
YjTT ONDERLIJKE wegen gaat soms
's mensen lot. Daar is een ontwikkel
de, intelligente vrouw, die jaren- en jaren
lang in de bitterste armoede leefde, die
allerlei nederig, saai, eentonig werk moest
doen om althans iets te verdienen voor
zich en haar dochtertje, die dan de aan
dacht van een schrijver trekt, en die mede
dank zij hem een boek tot stand brengt dat
een letterkundige prijs verwerft, waardoor
zij beroemd èn rijk wordt. Deze Amerikaans
aandoend „werkelijk gebeurde levensge
schiedenis" heeft zich afgespeeld in Frank
rijk.
Béatrice Beek scheen inderdaad niet voor
bestemd voor het geluk. Het noodlot
achtervolgde haar sinds haar prilste jeugd.
Zij werd geboren op de vooravond van de
eerste wereldoorlog, op 31 Juli 1914, en
reeds in haar eerste levensjaren verloor zij
haar vader, een Belgisch schrijver, en
moeder, die Ierse was. Béatrice had een
droeve jeugd in een van de Parijse voor
steden; in 1936 promoveerde zij tot mees
ter in de rechten en ditzelfde jaar trouwde
zij in Grenoble met een jong Frans inge
nieur van Russische afkomst, Naum Sapiro.
Helaas, bij het begin van de mobilisatie
moest haar echtgenoot opkomen voor de
militaire dienst en op een avond in April
1940 ontving zijn jonge vrouw in een kort,
nuchter telegram de ontstellende tijding.
Turkije heeft40.000
verpleegsters nodig
TN 1954 zal het honderd
jaar geleden zijn, dat
Florence Nightingale haar
liefdewerk begon. Men weet
dat deze Engelse uit aris
tocratische kringen, alle
vooroordeel en alle critiek
van haar omgeving ten
spijt, dé soldaten, die ge
wond waren in de Krimoor-
log, ging verplegen. Hier
mede heeft zij niet alleen
indirect de stoot gegeven
voor de oprichting van het
Rode Kruis, maar zij heeft
een voorbeeld gegeven aan
tientallen beschaafde vrou
wen verpleegster te wor
den, een beroep, dat tevo
ren eigenlijk nauwelijks be
stond. De verzorging van
zieken was tot die tijd
toevertrouwd aan vrouwen
van minder goede reputatie.
Turkije neemt zich nu
voor een monument voor
Florence Nightingale op te
richten, geen standbeeld,
maar iets, dat geheel in
haar geest zou zijn, n.l. een
hospitaal, waaraan een op
leidingsschool voor ver
pleegsters zal zün verbon
den. Turkije heeft te wor
stelen met een ernstig te
kort aan verpleegsters: in
het gehele land zijn slechts
800 gediplomeerde zieken-
verzorgsters en Turkije
heeft er zeker 40.000 nodig.
Het ziekenhuis zal ver
rijzen op de Aziatische
kust van de Bosphorus, in
Hyderpasta, tegenover Is-
tanboel, waar „De Dame
met de Lamp", zoals Flo
rence Nightingale werd ge
noemd (omdat zij des nachts
door de ziekenzalen schreed,
een lamp in de hand, om
de gewonden die wakker
lagen een bemoedigend
woord toe te 6preken of
hen op andere wijze te
helpen) haar zegenrijke ar
beid begon. Dit ..monu
ment" zal niet alleen de
herinnering aan haar leven
dig houden, maar de Turk
se meisjes toeroepen, dat
het beroep van verpleeg
ster eervol is.
dat hij was overleden. Op welke wijze?
Zij heeft het nimmer kunnen ontdekken
in elk geval moet zijn dood min of meer
..onregelmatig" zijn geweest, want, alle
daartoe strekkende stappen ten spijt, heeft
zij geen weduwenpensioen kunnen krijgen.
Zij bleef achter met een dochtertje en
spoedig zag zij om naar werk om voor het
kind en zichzelf de kost te verdienen. Dank
zij haar universitaire studie kreeg zij een
aanstelling als lerares aan een openbare
school te Parijs, waar ze les moest geven
in Engels en geschiedenis. Zij kon echter
geen orde houden en daar het leven in
Parijs hoe langer hoe duurder werd, be
sloot zij terug te keren naar Grenoble.
Fabrieksarbeidster
T^EVERGEEFS liep zij er alle plaatsings-
bureaux plat om werk te vinden. Ten
slotte, ten einde raad, nam zij een baantje
aan als arbeidster in een fabriek van rits
sluitingen. Zij werd aan een gecompliceer
de machine gezet en de gehele dag. acht
uur lang, moest zij niets anders doen dan
enkele handgrepen verrichten, telkens de
zelfde handgrepen. Het was eentonige ar
beid, werk, waarvoor zij allerminst ge
schikt was. Bovendien leverde het weinig
op. Later vond zij copieerwerk, dat even
eens slecht werd betaald, maar dat zij ten
minste thuis kon doen. Vervolgens kreeg
zij een ondergeschikt baantje in een in
richting voor schriftelijk onderwijs met
Het Einde der Eeuwen
Als tweede deel van de Trilogie „Over de
laatste dingen" van prof. dr K. Dijk, ver
scheen bij Kok te Kampen een studie, welke
onder de titel „Het Einde der Eeuwen" zich
bezighoudt met het onderzoek van de bijbelse
gegevens over de eindtijd.
Het grootste deel van dit in vele opzichten
interessante boek wordt ingenomen door een
bespreking en weerlegging van het Chiliasme.
Eveneens wijdt de geleerde auteur veel aan
dacht aan het Israël-vraagstuk, gezien van de
bijbelse profetie. Hoewel er bij hem ontegen
zeglijk een zekere aarzeling te bespeuren is,
meent hij ten slotte toch wel, dat de weder
oprichting van de politieke staat Israël geen
bijbels-profetische fundering heeft.
Een uitvoerige behandeling krijgen in dit
boek uiteraard ook de tekenen der tijden,
de openbaring van de Antichrist en de positie
van de Christelijke Kerk in de eindtijd. Even
als in het eerste deel van deze trilogie ont
houdt de auteur zich ook hierbij strikt van
elke speculatieve beschouwing. Voor een goed
begrip van de bijbelse verkondiging omtrent
de eindtijd levert dit boek een belangrijke
bijdrage.
geen andere taak dan het werk, dat de
leerlingen inzonden, door te sturen naar
de leraren en het gecorrigeerde aan de
cursisten terug te zenden.
Het noodlot achtervolgde haarna de
bevrijding verhuisde de school naar Parijs
en andermaal was zij werkloos.
Nu besloot zij haar geluk te gaan be
proeven in het land van haar vader, Bel
gië, maar hier verging het haar niet beter:
zij kon alleen werk vinden als arbeidster
in een textielfabriek, opnieuw derhalve
werk, dat niet strookte met haar aard en
capaciteiten. Volgaarne nam zij dan ook
een voorstel van een neef aan om hem te
komen helpen op zijn boerderij in Enge
land. Rust vond zij hier niet: de gedachte
aan de opvoeding van haar dochtertje, dat
de Franse nationaliteit had, dreef haar
terug naar Parijs. Zij was zo gelukkig een
beurs te krijgen om zich te laten opleiden
tot stenotypiste en met dit diploma in de
zak kreeg zij een baan bij een verzekerings
agent en nu moet zij van de vroege ochtend
tot de late saaie statistische gegevens be
werkenEn rijk werd zij hierbij ook
al niet. Integendeel.
Zij ontmoet André Cide
'T'OEN de nood haar weer grimmig aan-
staarde, besloot zij brieven, welke de
bekende Franse schrijver André Gide eens,
jaren geleden, aan haar vader had gezon
den, te verkopen. Toen zij dit eenmaal had
gedaan, kreeg zij een knagend berouw en
kon zij niet nalaten de auteur schriftelijk
haar „daad" te belijden. Hij antwoordde
tactisch dat het hem genoegen deed, dat zij
met zijn brieven „geholpen" was. Hier
mede was een contact gelegd, dat haar
vrijmoedigheid gaf hem een exemplaar
van haar eerste boek te zenden.
Want terwijl armoede haar kwelde en
zij een heftige strijd om het bestaan moest
voeren, kwelde Béatrice Beek ook een in
nerlijke strijd. Zij was n.l. Rooms-Katho-
liek opgevoed, een geloof, dat zij later ver
zaakte. maar nooit geheel vergatIn
haar innerlijk worstelden geloof en onge
loof met elkaar en hierdoor gingen haar
gedachten menigmaal terug naar haar
kinderjaren. In rustige ogenblikken gaf
zij deze herinneringen vorm in een boek.
getiteld „Barny" en van dit boek zond zij
André Gide een exemplaar, waarvan hij
zó verrukt was. dat hij Béatrice een plaats
als secretaresse aanbood. Hij moedigde
haar aan voort te gaan met schrijven.
In haar tweede boek, „Une morte
irréguliere", beschreef zij de wanhoops
toestand waarin zij door de geheimzinnige
dood van haar echtgenoot was geraakt.
Het heengaan van Gide was een slag
voor haar, maar gelukkig had de grote
schrijver vóór zijn dood de fijne attentie
gehad haar een som gelds to schenken,
waardoor ztj een tijdlang rustig kon werken
aan de roman, waarin zij haar godsdienstige
en geestelijke crisis heeft uitgeschreven.
Voor dit boek „Léon Morin Prétre" heeft
zij de Prix Goncourt gekregen, waarmede
een eind is gekomen aan haar financiële
perikelen. Want van nu af kon zij zeker
zijn van grote oplagen van haar boeken:
Beetgenomen bijen
Ze lieten de rode
klaver links liggen
Zeven jaar is de kleine Turijnse, Lisetta,
en zij kan nog nauwelijks lezen en toch
kennen honderden en duizenden Italianen
haar stem al. Geregeld kan men die horen
door de radio, want de kleine Lisetta is
belast met het lezen van „radio-adverten
ties", reclames, welke door de radio worden
uitgezonden; iets, wat wij in Nederland nog
niet kennen. Veien luisteren naar die re
clames, alleen ter wille van het aardige
stemmetje van de kleine Lisetta. Zij is bo
vendien een knap danseresje en met succes
volgt zij een reciteercursus. En ten slotte
treedt zij ook wel op als mannequin in
dienst van een zaak van kinderkleding te
Turijn. Werkelijk, een vóórlijk kind! Ge
lukkig horen wij, dat zij het liefst van alles
met poppen speelt en dit is een geruststel
lende gedachte.
Natte kapok. Een probleem, waarmee
velen zitten, en waarover de deskundigen
het niet eens zijn. Sommigen zeggen: niets
aan te doen, schrijf een door en door nat
geworden kapokbed maar af. Anderen zeg
gen: met goede zorg is er redden aan. La
ten we dus aannemen, dat het te proberen
is. In de eerste plaats: pas op!, vochtige
kapok gaat broeien. De beddetijk moet
worden opengetarnd en de kapokvulling
er uit gehaald cn uitgespreid. Niet drogen
voor de kachel, want dan ontstaan er
harde klonten. De stofzuiger er door laten
blazen helpt prima.
nadat de prijs aan haar was toegekend
werden in twee dagen tijd 50.000 exempla
ren van „Barny" verkocht. Dit bclekent,
dat zij kan rekenen op een kapitaaltje aan
auteursrechten. Welk een ommekeer!
Een journaliste, die haar kwam inter
viewen. vroëg haar welke plannen zij voor
de toekomst koesterde. Een ogenblik sloot
zij de ogen, als liet zij alle jaren van ar
moede en ellende in gedachten nog eens
aan haar voorbijgaan, toen opende zij ze
wijd en zeide:
Vóór alles ga ik een huis kopen! Een
huis voor mijzelf!
IIIIIIIIIIIIIIIIIM
Onlangs beloofden we van tijd tot tijd
een tekening te geven van een kruissteek-
patroontje. waarmee men kinderkleertjes
kan garneren. Wat denkt u van deze beer-
ties? De kinderen zullen er stellig veel ple
zier in hebben wanneer hun jumpertje,
jurkje of schortje met deze grappige dieren
zijn versierd
"Te woonden nu al een paar jaar in Canada. Jan en Willie waren er al helemaal gewend. Ze hadden geen moeilijk
heden meer met de taal en Jan vond het al heel gewoon iedere dag op de pony naar school te gaan. Hij
vond het vreemd, als hij bedacht, dat hij vroeger maar vijf minuten lopen van school af woonde. Hier waren
de afstanden nu eenmaal veel groter.
Jan zat in de hoogste klas. Willie ging nog niet op school. Toch was er iets, dat Jan hinderde. De andere
jongens uit zijn klas-hadden allemaal een paard. Alleen de kinderen uit de lagere klassen kwamen op pony's.
Hij hield erg veel van Witsnoet, maar tochVader wist het wel, maar het kon nu eenmaal nog niet. De
andere paarden die ze hadden konden niet zoveel uren per dag gemist worden.
Op een dag kwam Jan thuis uit school. Hij bracht zoals gewoonlijk zijn pony naar de stal, om hem te
verzorgen.
Hij was nog maar nauwelijks binnen of zijn hart maakte een sprongetje. Daar in een van de boxen stond
een schimmel.
Zou vaderMaar misschien was het paard van een bezoeker. Er was niemand in de stal te zien, aan wie
hij het vragen kon. Jan haastte zich. Als hij in huis was zou hij het weten. Voor het huis kwam vader hem
tegemoet.
Is er bezoek? vroeg Jan, in zijn haast zonder te groeten.
Nee, antwoordde vader lachend. Er is geen bezoek.
En die
Nou, wat vind je er van, glimlachte vader, terwijl hij zijn zoon mee terug nam naar de stal.
Jan durfde nog niet goed te geloven, hoewel hij er bijna zeker van was, dat hij nu misschien wel niet
op die schimmel maar dan toch op een ander paard naar school zou kunnen.
Ik wou hem de eerste maanden nog hier houden, om hem goed te leren kennen sprak vader, maar dan
Jan vloog zijn vader om de hals.
Er is één ding. We kunnen er Witvoet niet bij houden. Hij moet verkocht worden.
Dit vond Jan heel erg jammer, want al had hij dan liever een paard, aan Witvoet was hij erg gehecht.
Wanneer heeft u het paard gekocht? vroeg Jan.
Gekocht heb ik hem eigenlijk nog niet, antwoordde vader. Ik heb hem om zo te zeggen een paar dagen
op zicht.
Naar de roman oan Charles Dickens
Biggetjes bal
13
'T'oen iedereen klaar was met eten
ruimden zij af en wasten om.
Daarna schoven zij de tafel in een
hoek en begonnen te dansen, met
hun koksmutsen op. Het jongste
prinsje had de grootste pret en hij
vergat helemaal, dat hij gevallen
was. Toen het feest in volle gang
was, kwam do koning binnen.
Wat is hier aan de hand, Alicia,
vroeg hij.
We hebben eten gekookt en al
les weer opgeruimd, vader, ant
woordde Alicia.
En wat nog meer? vroeg de
koning.
We proberen de goede stem
ming er in te houden, glimlachte de
prinses.
eind stroomopwaarts langs de
rivier.
De dokter was gelukkig thuis. Jan
kreeg een droge broek en even later
reden zij samen door de donkore
nacht. De dokter woonde dicht bij
een andere brug en hoewel het een
omweg was. besloten zij toch maar
die le nemen. De dokter onderzocht
moeder en zij zou de volgende mor
gen naar het ziekenhuis gaan. Zij
werd geopereerd en een paar dagen
later mocht zij al weer naar huis.
Vader was trots, dat zijn zoon het
er zo goed had afgebracht.
Op een avond kwam Jan voor hij
naar bed ging met een vraag.
Vader, ik zou graag Witvoet
willen houden, juist ook om op hem
naar school te gaan. Hij heeft zo
dapper gezwommen die avond, en
ik, ik zou het vreselijk vinden als
hij weg moest.
Vader glimlachte.
Ik kan het heel goed begrijpen.
Zullen we dan die schimmel maar
niet kopen?
Ik blijf Witvoet trouw, ant
woordde Jan
En als de jongens nog wel eens
schamper keken naar zijn pony, dan
klopte hij het paardje op zijn hals
en lachte maar eens. Want hij wist,
wat hij aan zijn pony had.
Weer vroeg de koning zich af,
waarom Alicia de betoverde vis
graat niet gebruikt had. om het oog
van het prinsje metéén beter te
maken. Hij begreep het maar niet.
14
De koning zuchtte. Hij ging zit
ten en steunde zijn hoofd in zijn
handen. Hij keek zo terneergesla
gen, dat de kinderen zachtjes de
keuken uigingen. Alleen Alicia mot
het kleinste prinsje bleven.
Wat is er vader? vroeg Alicia.
Ik 'oen zo verschrikkelijk arm,
mijn kind, sprak de koning.
Heeft u helemaal geen geld,
vader? vroeg Alieia.
Helemaal niets, zuchtte de ko
ning.
Is er dan geen enkele manier
om geld te vordienen? vroeg Alicia.
Ik heb alles geprobeerd. Ik heb
mijn uiterste best gedaan, maar ik
zie geen uitweg.
Toen Alice dat hoorde, nam zij de
visgraat uit haar zak.
Vader, sprak zij ernstig, als
iemand zijn uiterste best heeft ge
daan en alles geprobeerd heeft, cn
als dat niet genoeg is, dan is het tijd
om de huip van anderen In te roe
pen. Vindt u ook niet?
Als het regent
Ga dan voor het raam zitten, met
je zusje. Nu neem je allebei een
potlood en een stukje papier bij
dc hand. Op dat papier staal een
lijstje geschreven, bijvoorbeeld:
kind, vrouw, man, kar. auto, hond.
poes, vrachtauto, fiets, enz. Je
schrlift dit onder elkaar. Nu moet
achter de namen Ingevuld worden
hoeveel poezen, honden, kinderen
er voorbij gekomen zlin. Je kunt 't
beste turven. Ook kun je bijvoor
beeld de voorbijgangers alleen uit
een bepaalde richting nemen, maar
dat moet je afspreken voor 1e be
gint. Kijk goed uit. dan heb je kans,
dot je iets ziet, dat de ander niet
ziet en zo krijg je dan misschien
een punt meer en dan win je.
Nog leuker wordt het als je af
spreekt. dat je een voorwerp, dat
door belden tegelijk ontdekt wordt,
niet meetelt.
TANIGE tijd geleden kreeg men
-*-J in Wesl-Duitsland zaad van
de rode klaver voor de velden en
weilanden, uit Oost-Duilsland.
Nu moet men er zelf maar voor
zorgen. In hel begin leek dit
onmogelijk, ivant de bijen stre
ken niet neer op de bloemen van
de rode klaver. Deskundigen
stelden een onderzoek in en cfj
ontdekten, dat de rode klaver in
het Westduitse klimaat zo goed
groeit, dat het honingbakje zo
groot wordt, dal de bijen, de
honing, die er in is, niet bereiken
kunnen. De bijen hadden dit al
gauw ontdekt en daarom kwa
men ze niet op de rode klaver
bloemen, die dus ook niet be
vrucht werden.
De deskundigen vonden er
iets op. Naast wat bijenkorven,
die aan de rand van een veld,
rode klaver stonden, plaatsten
zij een pot met een heerlijke sui
keroplossing. Rond de schaal
legden zij een heleboel rode
klaverbloemen. Terwijl de bijen
zich te goed deden aan het zoete
goedje, geurde de lucht er om
heen van de klaverbloemen.
Toende pot weggehaald werd,
gingen zij op zoek, naar een
zelfde lucht en zo streken zij
neer in het klaverveld en hoe
wel ze geen honing vonden was
hun bezoek voldoende om de
planten te bevruchten Hettnuje
heelt succes gehad, maar men
weet niet, wat er zal gebeuren
als de bijen merken, dat zij beet
genomen worden.
Die nacht werd Jan wakker door
gestommel. Hij stond op om te
kijken wat er aan de hand was.
Vader was ook op.
Het is je moeder, beantwoord
de hij Jan's vragende blik. Ik ge
loof, dat zij erg ziek is. Ik ben bang
voor blindedarmontsteking. We
moeten zien dat we een dokter hier
krijgen. Vervelend dat Jack nu
juist weg is. Ik durf haar niet goed
alleen laten. Maar er zit niets anders
op. Zadel jij de vos even Jan. maar
doe iets aan want het is koud.
Vader, laat mij gaan. Ik heb
wel meer in het donker op Witvoet
gereden. Ik kan de weg dromen.
Vader dacht even na.
Je hebt gelijk. Ik geloof dat
we het er maar op moeten wagen.
In een ommezien was Jan aange
kleed en onderweg op zijn pony,.na
vader beloofd te hebben voorzichtig
te zijn.
Het was slecht weer. Het had de
laatste dagen veel geregend. Nu
begon het nog te stormen ook. Wit
voet draafde flink door en al gauw
was Jan bij het riviertje, dat hij
iedere dag overstak, maar dat nu
door de regen aanmerkelijk breder
was geworden. In de verte zag hij
al, dat er iets niet in orde was. Er
werd gezwaaid met een rode lamp.
De brug, schrok Jan. Zou de
brug weggeslagen zijn. Hij had het
goed. Gelukkig waren er geen on
gelukken gebeurd.
Hoe kom ik aan de overkant,
dacht Jan. Want ik moet naar de
dekter. Het moet, voor moeder.
Je kunt beter omkeren, jonge
man, sprak de man met de rode
lamp.
Dat kan ik niet, antwoordde
Jan. Ik moet de dokter halen. Mijn
moeder is erg ziek. Als de stroom
maar niet te sterk is, vervolgde hij
in gedachten.
Als je beslist naar de overkant
wilt, zul je moeten zwemmen, sprak
de man. Jan knikte. Dat wist hij
ook-
Rijd ongeveer vijftig meter
naar links, daar is de stroom het
minst sterk, gaf de man de raad.
Jan bedankte, groette en zette zijn
pony aan.
Bij 't water aarzelde de pony even,
maar met zachte woordjes had Jan
het dier gauw op zijn gemak ge
steld en even later ploeterden zij
door het water. Toen de pony geen
grond meer onder zijn voeten voel
de, zwom hij. Alles ging goed. Tot
ze al bijna aan de overkant waren.
Ze dreven toen nog al erg af en da
pony raakte uit de koers. .Tan wist,
dat hij door met de teugels te wer
ken niets kon bereiken, maar op
eens herinnerde hij zich, dat hij
gehoord had, dat je in zo'n geval
met je hand naast het hoofd van
het paard in het water moest plon
zen, aan de tegenovergestelde kant,
dan in de richting, die je moest
gaan. Jan deed het en Witvoet ver
anderde van richting. Het lukte.
Even later stegen zij uit het water
en klommen tegen de oever op. Het
was nu nog maar kort rijden naar
de dokter. Hij moest nu weer .een
PEN nieuw spel, maar eerst moet
-*-i je het zelf maken. Teken eerst
een cirkel, dan nog écn zoals je op
de tekening ziet. Een paar pootjes,
oren, ogen en snuit en je hebt een
varkentje voor je het weet. Maak
eerst een patroontje. Als je dat
hebt, knip je 12 biggetjes na, liefst
van stevig gekleurd papier. Nu plak
je telkens twee aan twee de oren
en een stukje van de kopjes tegen
elkaar, zodat je zes dubbele bigge
tjes krtjgt, die kunnen staan. Elk
biggetje krijgt een nummer. Zet
de biggetjes neer en ga op enige
afstand staan. Nu is het de bedoe
ling met een kleine bal te gooien
en één of meer biggetjes te raken.
Wie het hoogste aantal punten heeft,
na een bepaald aantal keren gooien,
wint.
Vier min één is vijf
V^IER min één i„ vijf. Daar ge-
loof je natuurlijk niets van en
je vriendje aan wie jij het straks
vertelt ook niet. Hij zal willen, dat
le het bewlist. Wel nu, doe datl
Neem een stukje papier met vier
hoeken. Knip er een schuin af en er
zijn nu inderdaad vijf hoeken.