Het gekuifde water verbergt alles,
leven en dood
Naamloos leed en diepe ellende
Afdeling Gorssel G.M.v.L
bestaat thans 75 jaar
Twaalf stuks vee kwam
om bij brand te Voorst
Vrijdag 6 Februari 1953
Tweede blad
VIJF MANNEN IN EEN BOOT
DE GREEP MOEST SNEL, HEEL SNEL
ZIJN WILDE MEN NOG IETS REDDEN
(Van onze speciale verslaggever)
jRfc ERGEN OP ZOOM. - De Bra-
banders zijn werkelijk gulle,
goedhartige en gastvrije mensen.
Wie hen niet beter kent zou ze
voor ietwat zorgeloos verslijten. Ze
lijken veel op de Belgen: allah, wat
kan ons gebeuren? Ze hebben ple
zier in het leven, drinken graag
hun koffie en hun pils, denken veel
■aan hun carnaval en slaan mekaar
graag op de schouder. De vrouwen
hebben wat weg van de „Belse"
demoisellekes; ze hebben altijd
net een strikje of een lintje teveel.
En ze praten allemaal erg graag:
waarom ook niet?
Behalve nul Ze zijn opvallend zwijg
zaam, of hun tongen verlamd zijn, alsof
zij het nog niet verwerkt hebben dat
die storm en springvloed hun gezapige
leventje zo heeft kunnen schudden. Ze
lopen nu wel niet bepaald met som
bere gezichten en strenge ogen, want
dat is hun aard niet. Maar er is iets
onbestemd neerslachtigs over hen ge
komen: ze zijn geslagen, hard geslagen.
Het is tè eerlijk volkje dan dat dit
pose zou zijn. Ze zijn daar zo weinig
gecompliceerd, zo kinderlijk-levenslus
tig, dat zü ook in het leed niet kun
nen huichelen. Ze praten maar weinig.
We wisten nog een oude schoolmak
ker te zitten, ergens: bij Halsteren.
Hij was getrouwd in de tijd dat we
niets meer van hem hadden gehoord
en had er in het dorp een huisje
gekregen. Hij was in Indië geweest.
Wij hebben hem gevonden, vuil in
een oliejas, stinkend naar het zoute
van het brakke water der Schelde.
Hij was die eerste avond doodop; hij
had bloeddoorlopen ogen en een vale
gelaatskleur: zijn lippen waren ge
sprongen en zijn haar was grijs
van het zout en grauw van het wier.
Er zat geen kracht meer in zijn
lichaam.
een der dorpskroegjes; met
drie andere mannen. Zij hadden zijn
broers kunnen zijn: want de uitput
ting had hen allen gelijk gemaakt van
aanblik en van uiterlijk: vies en ver
vuild met bijna onherkenbare trekken,
Ze aten zwijgend en slurpten wat
koffie zwart als git. Hü herkende ons
nauwelijks en zei slechts: „Jij hier?"
Hij at verder. Wij voelden ons over
bodig. maar hij hield ons tegen:
.Wacht even". En tot de anderen zei
hij: „Ik ken hem nog van school".
Wij zaten op een stoel, die een van
hen met een voet had bijgetrokken.
Ook zwijgend.
Dar is lang geleden, dat we elkaar
gezien hebben, begon hij, toen het
laatste stukje brood was weggeslikt..
Hemel wat een tijd en dat we elkaar
zo moeten l.erugzien.
Ik heb al heel wat water gezien.
In Indië heb ik overstromingen mee
gemaakt., erger dan ik me ooit had
kunnen voorstellen. Ik heb de ellende
van de Jappen verteerd. Toen we aan
de Birmaweg bijna stierven als ratten
en we onze dode makkers nauwelijks
konden begraven voordat ze door vraat
zuchtig ongedierte werden verslonden,
dachten we de grootste ellende ter
wereld te hebben doorgemaakt. Ik heb
in de „dodentent" van Bangkok gelegen
met malaria en typhus en nog allerlei
vuils; ik ben er door gekomen.
Maar vanmorgen toen ik vroeg was
opgestaan omdat ik sirenes van de
brandweer had horen loeien door het
dorp en op de wegen langs de polders
heb ik het ergste gezien dat ik ooit
heb gezien. Ik héb dat woeste aan
stormende water zien kolken over de
dijkweg en ik wist niet wat het alle
maal betekende. Tot ik verschoot van
kleur en mijn bloed voelde stilstaan.
Er dreef een lijkje tegen mijn laarzen,
zachtjes alsof het nog om een laatste
mededogen vroeg. Het was een meisje
met haar haren verspreid over het
rimpelige water. Ik zag haar gezicht
niet. Ze droeg een bont nachtjurkje
en kleine grauwe sokjes. Ik zag nog
een rode strik in het haar.
Toen wilde ik het kind grijpen, dood
of levend, maar het water gunde me
niet eens dat ik het dode er aan ont
rukte. Boven mijn greep werd het kind
weggezogen op het water langs de dijk,
de andere polder in.
Ik ben naar huis gehold en moest
aan mijn eigen kleine meid denken,
ook in een bonte nachtpon en ook al
tijd met de strik in het haar als het
in haar bedje lag. Mijn vrouw kon
het niet vatten wat me had geslagen.
Ze wist nog van niets. Want wij in
het dorp hadden het water niet horen
aankomen en we hadden er niets van
gezien. Ik ben zonder brood of wat,
maar met wat oliekleren naar buiten
teruggerend. Direct.
We zijn naar de dijk gegaan, je
weet wel achter dat café op de split
sing van de weg naar Tholen en Lepel
straat. We hebben daar een boot kun
nen vinden en
OOST-ENGELAND
HERSTELT ZICH
Londen. - Langzaam keert in de ge
troffen Britse gebieden aan de Oost
kust de normale toestand terug. De in
woners zijn druk bezig hun beschadig
de huizen op te lappen. Op het eiland
Canvey, waar het water nog in de stra
len staat, herstelt men de tuinhekjes
en hier en daar is men zelfs reeds be
zig met grasknippen.
Een Britse functionaris heeft mee
gedeeld, dat de zee in het afgelopen
weekeinde vijfhonderd gaten in de dij
ken in Zuid-Oost-Engeland heeft ge
slagen en dat er thans 100 tot 150 zijn
gedicht: hiervoor waren zes millioen
zandzakken gebruikt.
Sedert Zaterdag j.l. wordt het Britse
vrachtschip Vewvalley f823 ton) ver
mist. Het schip heeft een bemanning
van elf koppen en was met een lading
cement op weg van Gravesend in Kent
naar Bodness in Schotland.
In de Westelijke landen zouden
1.400.000 geoefende Sovjet-agenten
werken; deze agenten zouden tot taak
hebben de Westelijke wereld „lijp
voor het communisme" te maken.
Hij heeft de hele dag gesjouwd
als een beest, zei de ander. Hij is de
sterkste en de zwaarste van ons en
daarom liep of zwom hü lang;s de
boot in plaats van er in te gaan zitten:
hij riep telkens, dat hij dat zo gewoon
was geweest als soldaat in Indië. En
dat voor hem een vrouw of een kind
in de boot een plaats kon vinden.
Die ander van ons. want we waren
met vijven, is nog niet terug. Hü had
zich met een lijn naar een boerderij
willen laten afdraven, maar het touw
is geknapt. Toen is hü verder gezwom
men. we geloven, dat hü door het
dakraam naar binnen is gehesen.
Druipnat in een ijzige wind met
sneeuwvlagen.
ItJT en de verteller knikte naar
onze oude schoolmakker is het
meeste geslagen door dat geval met die
vader. We zagen op een 100 meter
van de dük een man zwemmen met
een kind op zün rug. We wilde er naar
toe. maar we dreven af. net als de
man. Want er waren kolken en het
water, wit van de kleine golfjes, deed
erg vreemd. We kwamen niets dichter
bij; elke roeislag naar de man werd
verloren door het afdrijven van die
vader met zün kind. We hebben bijna
een half uur geroeid, tot wü hem
tenslotte bereikten. Toen zonk hü weg
en bleef haken in verborgen prikkel
draad. Het kind dreef af op de de
stroom. De man trokken we in onze
boot: hü was dood toen we hem op
de dük legden. Alles voor niets.
We hebben anderen in een boot zien
aankomen, met acht geredden. Vijftig
meter van de dük af schepte de over
belaste boot water. Een van hen
heeft veilig de kant kunnen bereiken.
We hebben nog gezocht, maar het wa
ter verbergt alles. Alles, alles, ook de
mensen, dood of levend
En intussen gierde de wind over de
smalle strook droge grond, de jonge
boompjes kromden de kruin büna tot
het wegbeslag. Onze kleren bevroren
als het ware aan ons lijf- We waren
vrieskoud tot in de botten.
Toen zün we verderop naar een
spoorlün geroepen. Voor een nog droog
staand wachthuisje gaf de bewoner
seinen met een vlag. een spoorvlag en
een brandende lamp. Want het was
'smiddag even donker als in de sche
mer van de avond, rijdags was daar
in dat huisje een kindje geboren. We
hadden het gehoord en een kraam
verpleegster ging met ons mee in de
schuit. Moedig meisje van nauwelüks
twintig jaren. We keken wat vreeemd:
we kenden haar van wat je zo op
straat wel eens tegenkomt met ge
verfde lippen en kokette pasjes. Maar
hier zat ze als een vrouw, die in nood
weet wat haar te doen staat. Zij ging
mee. een moedig meisje!
We hebben het gezin naar de droge
kant kunnen krügen. De moeder in
dekens en met warme kruiken. Dat
wilde het meisje zó. Zij zelf droeg de
baby, maar haar ogen hadden het ons
al gezegd. Zij wilde de moeder het
stervende kind niet in de armen laten.
Dl. wist nog van niets. In het zie
kenhuis is het kindje overleden. Het
eerste van die mensen.
rJct was erg stil toen hij ophield met
1 vertéllen. Wat viel hier nog nieuws
gierig te vragen? Over liet water? Wat
te vertellen over de harre woestenij
van watervlakten die niet te overzien
waren of van dijken die onder je voe
ten wegscheurden? Die menselijke el
lende was al nauwelijks te verwerken.
De vrouw van de kastelein kwam
weer binnen met brood. Ze zette het
zwijgend neer op oris tafeltje. Ret ook
mee, zei ze.
Haar dochter paste die rampzalige
nacht op bij kennissen in de polder
zei een van de vier, toen zij weg was.
Ze is nog niet gevonden. Misschien,
heel misschien maar niemand wil.
het geloven is se wel in Tholen aan
de overkant.
Hij keek nog eens naar de deur
waarachter de kasteleinsvrouw was
verdwenen. Ze is een Zeeuwse en heeft
in 1906 al een watersnood meegemaakt.
Ze weet wat water is.
Helicopters doen
prachtig werk
Helicopters doen prachtig werlc
's-GRAVENHAGE. Zeven
Amerikaanse helicopters hebben
tot Woensdagavond 625 mensen
gered.
Woensdagavond, toen de laat-
sten van de geredden uit Nieuwe
Tonge naar Middelharnis moes
ten worden overgebracht, moes
ten de toestellen tegen een wind
van 45 mijl per uur in, vertelde
een der piloten, de 34-jarige ma
joor Jack W. Ruby uit Virginia.
De helicopters. die eigenlük
plaats hebben voor drie passa
giers, brachten dikwijls vüf of
.meer mensen tegelük in veilig
heid. In een geval werden acht
kinderen tegelük meegenomen.
De eerste evacué's, vertelde
majoor Ruby verder, waren oude
re mensen, wier toestand zo
slecht was, dat ze in de draag
baren, die aan de helicopters
kunnen worden aagebracht,
moesten worden vervoerd. Soms
werden ooi: twee kinderen in
elk van de twee draagbaren
opgenomen. Sommige kinderen
werden bang toen ze erin wer
den vastgebonden „Ik zou ook
bang zijn geworden als ik op
zo'n manier vervoerd moest, wor
den", bekende de majoor.
Informaties geëvacueerden
Uitsluitend bij Rode Kruis
Informaties over geëvacueerden moe
ten uitsluitend worden ingewonnen bij
het Nederlandse Rode Kruis, Prinses-
segraclit 27. 's-Gravenhage.
Hierdoor komt de mededeling te ver
vallen, die een paar dagen geleden in
een circulaire van de minister van Bin
nenlandse Zaken over de registratie van
geëvacueerden verscheen, dat deze in
formaties ook te betrekken waren bü
de rüksinspectie der bevolkingsregis-
ters.
Honderden evacués zijn met boten uit de Zeeuwse eilanden in Rotterdam
gearriveerd. Enkele vluchtelingen worden door behulpzame handen bij hun
debarkatie geholpen.
Oude Meester Klumper was eens vlaggedrager der
vooruitgang
Troosteloze watervlakte vol onheil
spellende gevaren
EPSE. - Op :Ï7 Februari a.s. zal het
75 jaar geleden zijn, dat grootvaders
van de huidige jonge boeren van
Gorssel het- sein optrokken voor ecu
betere tüd, welke zij zich toedachten
door samenwerking en grotere vak
kennis. Zü stichtten een afdeling van
de Gelderse Maatschappij voor Land
bouw en begonnen het werk, dat mede
een zegen werd voor de streek. Op
dezelfde datum in dit jaar zullen de
boeren van Gorssel zich dit weten te
herinneren en in dankbaarheid de tra
ditie weer verder voortzetten.
Zoals overal elders zagen de boeren
in die dagen het eerst heil in het
gezamenlijk inkopen van kunstmest en
zaai- en pootgoed. De resultaten be
vielen hen al spoedig zo goed, dat zij
zelfs gezamenlük stierkalveren inkoch
ten om deze weer door te verkopen
naar de leden. Men kon echter niet
alles alleen af en derhalve gaf de af
deling de stoot tot het stichten van de
„Coöperatieve aankoopvereniging Gors
sel". Ook dit legde geen windeieren
en gestuwd door het succes stichtten
de boeren de Boerenleenbank van Gors
sel, om de rü te besluiten met de
Zuivelfabriek te Eefde.
Financiële samenwerking alleen kon
het volledige succes niet uitmaken, al
dus redeneerden de boeren en zü be
gonnen na te denken over mogelijkhe
den tot grotere ontwikkeling, vakken
nis e.d.,De afdeling üverde er nu voor,
dat in de verschillende buurten min
stens één boer de landbouwacte ver
wierf, die aldus voorlichting aan.ande
ren kon geven. Met name wierpen zich
toen de "hoofden van scholen op deze
voorlichtings-studie, welke in de loop
van de jaren opmerkelüke successen
voor de boer heeft afgeworpen.
De oude meester Klumper was in
Gorssel de centrale figuur, die blük
gaf verder te kunnen zien dan tel
ken jare Nieuwjaar tot Kerstmis.
Hü zag jaren vooruit, werd de
motor die alles stuwde en droeg
aldus de vlag der vooruitgang naar
een betere toekomst:.
Dagscholen, la ndbouwwinter scholen
e.d. hebben voor een goed deel de
taak van meester Klumper overgeno
men. Maar toch is de Maatschappij
haar traditie getrouw gebleven. De af
deling organiseert nL nog steeds cur
sussen in bedrüfsleer, veeverloskennis,
motorkennis, e.d. Iedere maand houdt
zü bovendien ledenvergaderingen, waar
op sprekers van naam een onderwerp
nader gaan bezien. De ontwikkeling
breidde zich aldus in de loop der jaren
steeds meer uit en nog dagelijks zet
men dit werk voort.
De afdeling telt momenteel 163 leden.
Het bestuur ervan wordt gevormd door
de heren A. E. J. Wiltink. voorzitter,
Epse, A. Smeenk, secretaris, Joppe, H.
Oud-hoofdredacteur
„Telegraaf" vrijgesproken
AMSTERDAM. - De rechtbank te
Amsterdam heeft de oud-hoofdredac
teur J. M. G. van een te Amsterdam
verschonend dagblad (de Telegraaf)
vrügesproken. Tegen hem was terzake
van een onder zün verantwoordelyk-
heid verschenen voor een daarin
genoemd beledigend geacht bericht
van 3 November 1951, vüftïg gulden
boete subsidiair 10 dagen hechtenis
geëist.
In het bericht had gestaan, dat in
verband met een uit de bezettingstijd
daterende moordzaak te Laren (N.-H.)
de oud-rechercheur van politie, de 64-
jarige A. P. J. C. uit Bussum door de
politie was gearresteerd en verhoord.
In werkelükheid is deze als getuige
gehoord tijdens het onderzoek. De oud
politieman achtte zich aangetast in zün
eer en goede naam cn had een klacht
ingediend.
Braakhekke. penningmeester. Gorssel.
G. J. Nikkels, tweede voorzitter Kring
van Dorth, H. Brummelman. Eefde. H.
Nieuwenhuis Gorssel en J. Lubberdïnk.
Eefde.
Dit bestuur zal in de middag van de
27st.e Februari in zaal Concordia reci
piëren. B. en W. van Gorssel, de boe
renleenbanken. coöperaties en land
bouworganisaties zullen er dan verschü-
nen. 's Avonds is er in dezelfde zaal
een feestavond tijdens welke de voor
zitter van de G.M.v.L., de heer Ley,
een rede zal uitspreken. Het gezelschap
Bonhof uit Epe (Geld.) tenslotte zal de
vrolükheid er aan geven. 75 Jaar voor
uitgang dient tenslotte gevierd.
(Van onze speciale verslaggever.)
Troosteloos zijn de verhalen van de
geredden uit het rampgebied. Vooral
van hen, die ziek en afgemat in vei
liger oorden aankwamen, aangevoerd
met boten en nu opgenomen in nood
ziekenhuizen van hel Rode Ivruis en
cle normale ziekenhuizen.
In het noodziekenhuis in Roosen
daal, ingericht door de Rode Kruis-
colonne uit Eindhoven in de TL-lam-
penfabriek van Philips, die in ruime
mate tot de goede outillering van dit
ziekenhuis bijdroeg, hoorden we en
kele van hun verhalen.
Om vier uur in de .rampnacht werd
het gezin gewekt. Het water kwam in
wilde drift opzeilen en het huisje
werd bedreigd. Haastig kleedden allen
zich aan en gingen over de dijk op
weg om zich te redden: de moeder
met vier kinderen voorop; de vader
met. vier kinderen volgden op onge
veer tien meter afstand. Plotseling
BOERDERIJ BRANDDE UIT
sloeg een vloedgolf over de dijk. De
vader en de kinderen, die h\j bü zich
had, werden tegen het huis gedrukt,
dat zij toevallig passeerden. Maar
voor de moeder en haar vier kinderen
bracht geen huisje steun en redding.
Zü spoelden van de dijk, werden mee-
- gesleurd en kwamen jammerlijk om...
Een andere vader moest zich zwem
mend redden om op de bovenverdie
ping van zijn woning te komen. Hij
trok een van zijn kinderen mee en
zette het in het water, dat voor zün
huis spoelde. Het viel en zou meege
zogen zijn. als hij het niet bijtijds ge
grepen had. Hij klemde het tegen zich
aan en redde zwemmend zijn tweede
kind.
Toen bleek, dat de moeder niet op
eigen kracht, in het huis kon komen,
heeft hij met de twee kinderen bij zich
in een laatste wanhopige krachtsin
spanning ook haar in veiligheid ge
bracht.
Een kind komt aanlopen en roept
tegen zijn broertjes en zusjes: „Ons
moeder is gevonden". Juichkreten bij
de kinderen en het trieste antwoord
van het jongetje: „Ja, maar ze is
dood
Zwaar kistje....
Een oude man ligt als een trooste
loos hoopje ellende op een ziekbed.
Hij heeft zorgen. Jarenlang heeft hij
gespaard en een bedrag van twee
honderd gulden hij elkaar gekregen.
Hij heeft het bedrag in een ijzeren
geldkistje geborgen, doch kon het niet
meenemen. Nu piekert hij en zegt
telkens weer: „Het is een zwaar kist
je, misschien is het niet weggespoeld
en kan ik het. terugvinden."
Doffe berusting heeft zich meester
gemaakt van velen, die bange dagen
en nachten in het water hebben be
leefd, nu zij veilig zijn en een goede
verzorging genieten. Zij zijn versuft
en schijnen het schrijnende leed, dat
hen getroffen heeft door het verlies
van de naaste verwanten niet te be
seffen. Totdat plotseling een vrouw,
wier man en kinderen zijn verdronken,
begint te gillen, .dat. het de omstan
ders door de ziel snijdt.
Of die vrouw, die nu en dan uit
haar versuffing ontwaakt en angstige
kreten slaakt: Waler, water!
Twee oude mensjes van tegen
de tachtig zün var. een dak ge
haald na ontzettende ontbering te
hebben geleden. Zü begrijpen nog
niet goed, wat er allemaal ge
beurd is.
Anderen overleefden de ramp
door lange tijd in een boom bo
ven het klotsende water stand te
houden. Doch zij treuren nu om
de echtgenoten die verdronken,
of om de kinderen, die door de
stroom verzwolgen werden.
Wanneer men in de rampgebieden
tussen de overstroomde gebieden in
Zeeland. Zuid-Holland of Westelijk
Noord-Brabant ronddwaalt en de on
metelijke overstromingen ziet, maar
vooral als men met de mensen spreekt,
die in een angstige vlucht voor bet
aanstromende water zich het vege
lijf gered hebben of die met heel veel
moeite uit de omspoelde huizen z\jn
gehaald, dan pas begint, men iets te
begrijpen van het onnoemelijke leed,
dat, ons land in de noodlottige, nacht
van 31 Januari op 1 Februari in diepe
rouw gedompeld heeft.
(Van een onzer verslaggevers.)
VOORST. Tegen tien over elf
Donderdagmorgen zag de landbouwer
J. Sarink van de Klarenbeekseweg
te Voorst, die met zijn paard op het
land achter de boerderij aan het werk
was, dat er rook uit het dak \rn zijn
boerderij opsteeg. Hü snelde direct
naar huis, maar toen hü daar aan
kwam. ontdekte hü. dat op de deel
het opgeslagen hooi en stro al in
brand stond. Ook de koestallen hadden
reeds vlam gevat
Omwonenden waren inmiddels te
hulp gekomen, terwijl anderen de
brandweer alarmeerden. Met man en
macht probeerde men tot de stal door
te dringen. De deuren zaten echter
op slot. zodat, het enige tijd duurde
voor men met het redden van het vee
kon beginnen. Het vuur greep intus
sen snel om zich heen en vond in het
hooi. stro en het houtwerk van de
stallen een gretig voedsel. In allerijl
werden de koeien en pinken naar bui
ten gebracht. Een van de dieren moest
terstond worden afgemaakt. Acht an
dere melkkoeien en drie pinken had
den zulke ernstige brandwonden opge
lopen. dat een ontboden veearts het
besluit moest nemen ook deze dieren
te« laten doden. Zij werden naar een
slachtplaats- overgebracht.
Blussingswerk
De brandweer van Voorst begon ter
stond na de melding binnen luttele
minuten was men op de plaats van
de brand met de blussing. De Voor
ster spuitgasten kregen spoedig daarna
assistentie van de brandweren van
Twello en Klarenbeek. Onder leiding
van commandant S. van de Wal werd
het blussingswerk energiek aangepakt.
Burgemeester mr. G. J. W. Baron van
der Feltz stelde zich van het werk
op de hoogte.
Tegen de vlammen viel echter wei
nig uit. te richten. De stal brandde
van binnen vrijwel geheel uit. Van
het hooi en stro bleef weinig gespaard.
Wat er overbleef, is voor veevoeder
totaal ongeschikt geworden. Van het
woonhuis brandde de zolder uit. ter
wijl de woonvertrekken aanzienlijke
waterschade opliepen. De inboedel kon
geheel in veiligheid worden gebracht.
Vele omwonenden en helpers uit het
dorp Voorst,, die door de sirene van
de brandweer waren opgeschrikt en
naar het terrein van de brand waren
getrokken, hielpen om al het huisraad
naar buiten te brengen. In korte
spanne tijds was de gehele woning
leeggehaald. Het meubilair werd bü
do buren opgeslagen. De familie Sa-
rink. bestaande uit man. vrouw en
negen kinderen, onder wie een baby
van zeven maanden, vond bii de land
bouwer Wassink een tijdelijk onder
komen.
Over de oorzaak van de brand last
men nog volkomen in het duister.
Het onderzoek, dat de rijkspolitie
Donderdag is begonnen, heeft nog niet
tot enig resultaat geleid. De schade,
een schatting is moeilijk te maken,
wordt door verzekering gedekt.
BOVEN HET VERDRONKEN LAND
Van uit de lucht speurt men
naar in nood verkerenden
REDDER BLIJFT ACHTER
OP HET DAK
(Van een speciale verslaggever)
GILZE RIJEN. Militaire vliegers
van vier naties. Nederlanders, Amerika
nen. Britten en Belgen speuren van het
krieken van de ochtend totdat de avond
invalt over de waterwoestijnen van de
overstroomde gebieden. Snelle jagers,
zware transsporttoestellen en amphtbie-
vliegtuigen. zeer lichte Pipercups en
zeer fragiel lükende hefschroefvliegtui-
gen. ongeveer 130 bü elkaar, doen hun
werk krachtig en moedig, verbonden
door krakende en gonzende radioverbin
dingen.
Hier worden zandzakken, voedsel of
medicamenten afgeworpen, daar duiken
de verkenners diep naar het gore water.
Een waarschuwing, en kort na
dien komt een helicopter aan. Er
gens op een dak zit een eenzame
mens. verkleumd, wanhopig te bid
den tot het eindeloze watervlak.
„Was hij eerst ook alleen, daar op
dat. dak?" vraagt men zich af. Mis
schien misschien ook niet
Langs een ladder, onder de nu stil
staande helicopter, laat een man
zich zakken. Hij helpt de eenzamen,
de naamlozen en duizenden ellen-
digen. Een der redders moet op de
plek. waar een slachtoffer gevon
den wordt, achter blijven, omdat
er voor hem in het vliegtuig dan
geen plaats meer is. Later wordt
hü wel weer opgepikt. De naamloze
van het dak is dan allang veilig.
Overal ziet men de vliegtuigen zoe
ken en helpen. Zieken worden getrans
porteerd. De verkenningsvliegtuigen di
rigeren ook de „ducks", de amphibic-
wagens, die als vette slakken over de
verdronken eilanden kruipen. Deze
varende wagens zün een ware uitkomst
bü het reddingswerk. Velen kunnen
thans bereikt worden, die anders redde
loos verloren-zou den zün. Met 40 tege
lük kan men de slachtoffers snel en
veilig vervoeren. Eerst ging het trans
port over de ondiepe wateren met roei
boten, doch ook deze staken soms nog
te diep om geïsoleerde plaatsen te be
reiken, Bü tientalen varen grote en
kleine schepen op de Zuid-Hollandse
en Zeeuwse stromen.
Over grote trajecten is de zeedük van
Flakkee weggeslagen. Op enkele stuk
ken gespaarde polderwijzen grazen hier
en daar wat runderen. Hun aantal
wordt verre overtroffen door de cada
vers, die her en der met van het water
opgeblazen lijven tegen de düken ge
spoeld liggen. Enorme hoeveelheden
wrakhout, stro. dode kippen en var
kens. kleren en huisraad werden door
de wind tegen de dijken en huizenres-
len geblazen.
Uitputting
Er wordt met man en macht aan de
redding gewerkt. Maar het menselyke
uithoudingsvermogen is beperkt. Na
dagenlang wachten zg'n mannen, vrou
wen en kinderen van uitputting op zol
ders en daken gestorven. Vooral in de
nacht van Dinsdag op Woensdag, toen
liet vroor, zün slachtoffers gevallen.
Het aantal gevallen van longontsteking
is groot. Artsen worden met helicopters
gebracht naar geïsoleerde zieken, die
dringend hulp behoeven. Iedereen spant
zich tot het uiterste in om levens tc
redden cn te behouden: dc levens van
hen die van alle aardse bezit zijn be
roofd.
Geen gevaarlijke schade
aan Zuiderzeewerken en
Afsluitdijk
's-GRAVENHAGE. - Aan de Zuider
zeewerken en de Afsluitdijk zijn tüdens
het rampzalige afgelopen week-end
plaatselijk soms belangrijke beschadi
gingen voorgekomen, met name tussen
Wieringen en Den Helder. Dil hoeft
thans de directeur-generaal van Rijks
waterstaat, jr. Maris, meegedeeld. Geen
van deze beschadigingen kan echter ge-
vaarlük worden genoemd.
Ir. Maris zeide de indruk te hebben,
dat de bazaltzuilen en de ingebeton-
neerde bloksteen van de Afsluitdijk zich
beter heeft gehouden dan de niet inge-
betonneerde, dus normaal gezette steen.
De in aanleg zijnde düken in hel IJsel-
rneer hebben voorzover zü gereed wa
ren, vrijwel geen schade opgelopen. Wol
ondervonden de dijkvakken, die nog niet
afgewerkt waren, schade. Zo werd ook
schade aan de asphaltkrar.cstukken toe
gebracht, welke hel dijklichaam be
schermen.