Het gekuifde water verbergt alles, leven en dood Naamloos leed en diepe ellende Afdeling Gorssel G.M.v.L bestaat thans 75 jaar Twaalf stuks vee kwam om bij brand te Voorst Vrijdag 6 Februari 1953 Tweede blad VIJF MANNEN IN EEN BOOT DE GREEP MOEST SNEL, HEEL SNEL ZIJN WILDE MEN NOG IETS REDDEN (Van onze speciale verslaggever) jRfc ERGEN OP ZOOM. - De Bra- banders zijn werkelijk gulle, goedhartige en gastvrije mensen. Wie hen niet beter kent zou ze voor ietwat zorgeloos verslijten. Ze lijken veel op de Belgen: allah, wat kan ons gebeuren? Ze hebben ple zier in het leven, drinken graag hun koffie en hun pils, denken veel ■aan hun carnaval en slaan mekaar graag op de schouder. De vrouwen hebben wat weg van de „Belse" demoisellekes; ze hebben altijd net een strikje of een lintje teveel. En ze praten allemaal erg graag: waarom ook niet? Behalve nul Ze zijn opvallend zwijg zaam, of hun tongen verlamd zijn, alsof zij het nog niet verwerkt hebben dat die storm en springvloed hun gezapige leventje zo heeft kunnen schudden. Ze lopen nu wel niet bepaald met som bere gezichten en strenge ogen, want dat is hun aard niet. Maar er is iets onbestemd neerslachtigs over hen ge komen: ze zijn geslagen, hard geslagen. Het is tè eerlijk volkje dan dat dit pose zou zijn. Ze zijn daar zo weinig gecompliceerd, zo kinderlijk-levenslus tig, dat zü ook in het leed niet kun nen huichelen. Ze praten maar weinig. We wisten nog een oude schoolmak ker te zitten, ergens: bij Halsteren. Hij was getrouwd in de tijd dat we niets meer van hem hadden gehoord en had er in het dorp een huisje gekregen. Hij was in Indië geweest. Wij hebben hem gevonden, vuil in een oliejas, stinkend naar het zoute van het brakke water der Schelde. Hij was die eerste avond doodop; hij had bloeddoorlopen ogen en een vale gelaatskleur: zijn lippen waren ge sprongen en zijn haar was grijs van het zout en grauw van het wier. Er zat geen kracht meer in zijn lichaam. een der dorpskroegjes; met drie andere mannen. Zij hadden zijn broers kunnen zijn: want de uitput ting had hen allen gelijk gemaakt van aanblik en van uiterlijk: vies en ver vuild met bijna onherkenbare trekken, Ze aten zwijgend en slurpten wat koffie zwart als git. Hü herkende ons nauwelijks en zei slechts: „Jij hier?" Hij at verder. Wij voelden ons over bodig. maar hij hield ons tegen: .Wacht even". En tot de anderen zei hij: „Ik ken hem nog van school". Wij zaten op een stoel, die een van hen met een voet had bijgetrokken. Ook zwijgend. Dar is lang geleden, dat we elkaar gezien hebben, begon hij, toen het laatste stukje brood was weggeslikt.. Hemel wat een tijd en dat we elkaar zo moeten l.erugzien. Ik heb al heel wat water gezien. In Indië heb ik overstromingen mee gemaakt., erger dan ik me ooit had kunnen voorstellen. Ik heb de ellende van de Jappen verteerd. Toen we aan de Birmaweg bijna stierven als ratten en we onze dode makkers nauwelijks konden begraven voordat ze door vraat zuchtig ongedierte werden verslonden, dachten we de grootste ellende ter wereld te hebben doorgemaakt. Ik heb in de „dodentent" van Bangkok gelegen met malaria en typhus en nog allerlei vuils; ik ben er door gekomen. Maar vanmorgen toen ik vroeg was opgestaan omdat ik sirenes van de brandweer had horen loeien door het dorp en op de wegen langs de polders heb ik het ergste gezien dat ik ooit heb gezien. Ik héb dat woeste aan stormende water zien kolken over de dijkweg en ik wist niet wat het alle maal betekende. Tot ik verschoot van kleur en mijn bloed voelde stilstaan. Er dreef een lijkje tegen mijn laarzen, zachtjes alsof het nog om een laatste mededogen vroeg. Het was een meisje met haar haren verspreid over het rimpelige water. Ik zag haar gezicht niet. Ze droeg een bont nachtjurkje en kleine grauwe sokjes. Ik zag nog een rode strik in het haar. Toen wilde ik het kind grijpen, dood of levend, maar het water gunde me niet eens dat ik het dode er aan ont rukte. Boven mijn greep werd het kind weggezogen op het water langs de dijk, de andere polder in. Ik ben naar huis gehold en moest aan mijn eigen kleine meid denken, ook in een bonte nachtpon en ook al tijd met de strik in het haar als het in haar bedje lag. Mijn vrouw kon het niet vatten wat me had geslagen. Ze wist nog van niets. Want wij in het dorp hadden het water niet horen aankomen en we hadden er niets van gezien. Ik ben zonder brood of wat, maar met wat oliekleren naar buiten teruggerend. Direct. We zijn naar de dijk gegaan, je weet wel achter dat café op de split sing van de weg naar Tholen en Lepel straat. We hebben daar een boot kun nen vinden en OOST-ENGELAND HERSTELT ZICH Londen. - Langzaam keert in de ge troffen Britse gebieden aan de Oost kust de normale toestand terug. De in woners zijn druk bezig hun beschadig de huizen op te lappen. Op het eiland Canvey, waar het water nog in de stra len staat, herstelt men de tuinhekjes en hier en daar is men zelfs reeds be zig met grasknippen. Een Britse functionaris heeft mee gedeeld, dat de zee in het afgelopen weekeinde vijfhonderd gaten in de dij ken in Zuid-Oost-Engeland heeft ge slagen en dat er thans 100 tot 150 zijn gedicht: hiervoor waren zes millioen zandzakken gebruikt. Sedert Zaterdag j.l. wordt het Britse vrachtschip Vewvalley f823 ton) ver mist. Het schip heeft een bemanning van elf koppen en was met een lading cement op weg van Gravesend in Kent naar Bodness in Schotland. In de Westelijke landen zouden 1.400.000 geoefende Sovjet-agenten werken; deze agenten zouden tot taak hebben de Westelijke wereld „lijp voor het communisme" te maken. Hij heeft de hele dag gesjouwd als een beest, zei de ander. Hij is de sterkste en de zwaarste van ons en daarom liep of zwom hü lang;s de boot in plaats van er in te gaan zitten: hij riep telkens, dat hij dat zo gewoon was geweest als soldaat in Indië. En dat voor hem een vrouw of een kind in de boot een plaats kon vinden. Die ander van ons. want we waren met vijven, is nog niet terug. Hü had zich met een lijn naar een boerderij willen laten afdraven, maar het touw is geknapt. Toen is hü verder gezwom men. we geloven, dat hü door het dakraam naar binnen is gehesen. Druipnat in een ijzige wind met sneeuwvlagen. ItJT en de verteller knikte naar onze oude schoolmakker is het meeste geslagen door dat geval met die vader. We zagen op een 100 meter van de dük een man zwemmen met een kind op zün rug. We wilde er naar toe. maar we dreven af. net als de man. Want er waren kolken en het water, wit van de kleine golfjes, deed erg vreemd. We kwamen niets dichter bij; elke roeislag naar de man werd verloren door het afdrijven van die vader met zün kind. We hebben bijna een half uur geroeid, tot wü hem tenslotte bereikten. Toen zonk hü weg en bleef haken in verborgen prikkel draad. Het kind dreef af op de de stroom. De man trokken we in onze boot: hü was dood toen we hem op de dük legden. Alles voor niets. We hebben anderen in een boot zien aankomen, met acht geredden. Vijftig meter van de dük af schepte de over belaste boot water. Een van hen heeft veilig de kant kunnen bereiken. We hebben nog gezocht, maar het wa ter verbergt alles. Alles, alles, ook de mensen, dood of levend En intussen gierde de wind over de smalle strook droge grond, de jonge boompjes kromden de kruin büna tot het wegbeslag. Onze kleren bevroren als het ware aan ons lijf- We waren vrieskoud tot in de botten. Toen zün we verderop naar een spoorlün geroepen. Voor een nog droog staand wachthuisje gaf de bewoner seinen met een vlag. een spoorvlag en een brandende lamp. Want het was 'smiddag even donker als in de sche mer van de avond, rijdags was daar in dat huisje een kindje geboren. We hadden het gehoord en een kraam verpleegster ging met ons mee in de schuit. Moedig meisje van nauwelüks twintig jaren. We keken wat vreeemd: we kenden haar van wat je zo op straat wel eens tegenkomt met ge verfde lippen en kokette pasjes. Maar hier zat ze als een vrouw, die in nood weet wat haar te doen staat. Zij ging mee. een moedig meisje! We hebben het gezin naar de droge kant kunnen krügen. De moeder in dekens en met warme kruiken. Dat wilde het meisje zó. Zij zelf droeg de baby, maar haar ogen hadden het ons al gezegd. Zij wilde de moeder het stervende kind niet in de armen laten. Dl. wist nog van niets. In het zie kenhuis is het kindje overleden. Het eerste van die mensen. rJct was erg stil toen hij ophield met 1 vertéllen. Wat viel hier nog nieuws gierig te vragen? Over liet water? Wat te vertellen over de harre woestenij van watervlakten die niet te overzien waren of van dijken die onder je voe ten wegscheurden? Die menselijke el lende was al nauwelijks te verwerken. De vrouw van de kastelein kwam weer binnen met brood. Ze zette het zwijgend neer op oris tafeltje. Ret ook mee, zei ze. Haar dochter paste die rampzalige nacht op bij kennissen in de polder zei een van de vier, toen zij weg was. Ze is nog niet gevonden. Misschien, heel misschien maar niemand wil. het geloven is se wel in Tholen aan de overkant. Hij keek nog eens naar de deur waarachter de kasteleinsvrouw was verdwenen. Ze is een Zeeuwse en heeft in 1906 al een watersnood meegemaakt. Ze weet wat water is. Helicopters doen prachtig werk Helicopters doen prachtig werlc 's-GRAVENHAGE. Zeven Amerikaanse helicopters hebben tot Woensdagavond 625 mensen gered. Woensdagavond, toen de laat- sten van de geredden uit Nieuwe Tonge naar Middelharnis moes ten worden overgebracht, moes ten de toestellen tegen een wind van 45 mijl per uur in, vertelde een der piloten, de 34-jarige ma joor Jack W. Ruby uit Virginia. De helicopters. die eigenlük plaats hebben voor drie passa giers, brachten dikwijls vüf of .meer mensen tegelük in veilig heid. In een geval werden acht kinderen tegelük meegenomen. De eerste evacué's, vertelde majoor Ruby verder, waren oude re mensen, wier toestand zo slecht was, dat ze in de draag baren, die aan de helicopters kunnen worden aagebracht, moesten worden vervoerd. Soms werden ooi: twee kinderen in elk van de twee draagbaren opgenomen. Sommige kinderen werden bang toen ze erin wer den vastgebonden „Ik zou ook bang zijn geworden als ik op zo'n manier vervoerd moest, wor den", bekende de majoor. Informaties geëvacueerden Uitsluitend bij Rode Kruis Informaties over geëvacueerden moe ten uitsluitend worden ingewonnen bij het Nederlandse Rode Kruis, Prinses- segraclit 27. 's-Gravenhage. Hierdoor komt de mededeling te ver vallen, die een paar dagen geleden in een circulaire van de minister van Bin nenlandse Zaken over de registratie van geëvacueerden verscheen, dat deze in formaties ook te betrekken waren bü de rüksinspectie der bevolkingsregis- ters. Honderden evacués zijn met boten uit de Zeeuwse eilanden in Rotterdam gearriveerd. Enkele vluchtelingen worden door behulpzame handen bij hun debarkatie geholpen. Oude Meester Klumper was eens vlaggedrager der vooruitgang Troosteloze watervlakte vol onheil spellende gevaren EPSE. - Op :Ï7 Februari a.s. zal het 75 jaar geleden zijn, dat grootvaders van de huidige jonge boeren van Gorssel het- sein optrokken voor ecu betere tüd, welke zij zich toedachten door samenwerking en grotere vak kennis. Zü stichtten een afdeling van de Gelderse Maatschappij voor Land bouw en begonnen het werk, dat mede een zegen werd voor de streek. Op dezelfde datum in dit jaar zullen de boeren van Gorssel zich dit weten te herinneren en in dankbaarheid de tra ditie weer verder voortzetten. Zoals overal elders zagen de boeren in die dagen het eerst heil in het gezamenlijk inkopen van kunstmest en zaai- en pootgoed. De resultaten be vielen hen al spoedig zo goed, dat zij zelfs gezamenlük stierkalveren inkoch ten om deze weer door te verkopen naar de leden. Men kon echter niet alles alleen af en derhalve gaf de af deling de stoot tot het stichten van de „Coöperatieve aankoopvereniging Gors sel". Ook dit legde geen windeieren en gestuwd door het succes stichtten de boeren de Boerenleenbank van Gors sel, om de rü te besluiten met de Zuivelfabriek te Eefde. Financiële samenwerking alleen kon het volledige succes niet uitmaken, al dus redeneerden de boeren en zü be gonnen na te denken over mogelijkhe den tot grotere ontwikkeling, vakken nis e.d.,De afdeling üverde er nu voor, dat in de verschillende buurten min stens één boer de landbouwacte ver wierf, die aldus voorlichting aan.ande ren kon geven. Met name wierpen zich toen de "hoofden van scholen op deze voorlichtings-studie, welke in de loop van de jaren opmerkelüke successen voor de boer heeft afgeworpen. De oude meester Klumper was in Gorssel de centrale figuur, die blük gaf verder te kunnen zien dan tel ken jare Nieuwjaar tot Kerstmis. Hü zag jaren vooruit, werd de motor die alles stuwde en droeg aldus de vlag der vooruitgang naar een betere toekomst:. Dagscholen, la ndbouwwinter scholen e.d. hebben voor een goed deel de taak van meester Klumper overgeno men. Maar toch is de Maatschappij haar traditie getrouw gebleven. De af deling organiseert nL nog steeds cur sussen in bedrüfsleer, veeverloskennis, motorkennis, e.d. Iedere maand houdt zü bovendien ledenvergaderingen, waar op sprekers van naam een onderwerp nader gaan bezien. De ontwikkeling breidde zich aldus in de loop der jaren steeds meer uit en nog dagelijks zet men dit werk voort. De afdeling telt momenteel 163 leden. Het bestuur ervan wordt gevormd door de heren A. E. J. Wiltink. voorzitter, Epse, A. Smeenk, secretaris, Joppe, H. Oud-hoofdredacteur „Telegraaf" vrijgesproken AMSTERDAM. - De rechtbank te Amsterdam heeft de oud-hoofdredac teur J. M. G. van een te Amsterdam verschonend dagblad (de Telegraaf) vrügesproken. Tegen hem was terzake van een onder zün verantwoordelyk- heid verschenen voor een daarin genoemd beledigend geacht bericht van 3 November 1951, vüftïg gulden boete subsidiair 10 dagen hechtenis geëist. In het bericht had gestaan, dat in verband met een uit de bezettingstijd daterende moordzaak te Laren (N.-H.) de oud-rechercheur van politie, de 64- jarige A. P. J. C. uit Bussum door de politie was gearresteerd en verhoord. In werkelükheid is deze als getuige gehoord tijdens het onderzoek. De oud politieman achtte zich aangetast in zün eer en goede naam cn had een klacht ingediend. Braakhekke. penningmeester. Gorssel. G. J. Nikkels, tweede voorzitter Kring van Dorth, H. Brummelman. Eefde. H. Nieuwenhuis Gorssel en J. Lubberdïnk. Eefde. Dit bestuur zal in de middag van de 27st.e Februari in zaal Concordia reci piëren. B. en W. van Gorssel, de boe renleenbanken. coöperaties en land bouworganisaties zullen er dan verschü- nen. 's Avonds is er in dezelfde zaal een feestavond tijdens welke de voor zitter van de G.M.v.L., de heer Ley, een rede zal uitspreken. Het gezelschap Bonhof uit Epe (Geld.) tenslotte zal de vrolükheid er aan geven. 75 Jaar voor uitgang dient tenslotte gevierd. (Van onze speciale verslaggever.) Troosteloos zijn de verhalen van de geredden uit het rampgebied. Vooral van hen, die ziek en afgemat in vei liger oorden aankwamen, aangevoerd met boten en nu opgenomen in nood ziekenhuizen van hel Rode Ivruis en cle normale ziekenhuizen. In het noodziekenhuis in Roosen daal, ingericht door de Rode Kruis- colonne uit Eindhoven in de TL-lam- penfabriek van Philips, die in ruime mate tot de goede outillering van dit ziekenhuis bijdroeg, hoorden we en kele van hun verhalen. Om vier uur in de .rampnacht werd het gezin gewekt. Het water kwam in wilde drift opzeilen en het huisje werd bedreigd. Haastig kleedden allen zich aan en gingen over de dijk op weg om zich te redden: de moeder met vier kinderen voorop; de vader met. vier kinderen volgden op onge veer tien meter afstand. Plotseling BOERDERIJ BRANDDE UIT sloeg een vloedgolf over de dijk. De vader en de kinderen, die h\j bü zich had, werden tegen het huis gedrukt, dat zij toevallig passeerden. Maar voor de moeder en haar vier kinderen bracht geen huisje steun en redding. Zü spoelden van de dijk, werden mee- - gesleurd en kwamen jammerlijk om... Een andere vader moest zich zwem mend redden om op de bovenverdie ping van zijn woning te komen. Hij trok een van zijn kinderen mee en zette het in het water, dat voor zün huis spoelde. Het viel en zou meege zogen zijn. als hij het niet bijtijds ge grepen had. Hij klemde het tegen zich aan en redde zwemmend zijn tweede kind. Toen bleek, dat de moeder niet op eigen kracht, in het huis kon komen, heeft hij met de twee kinderen bij zich in een laatste wanhopige krachtsin spanning ook haar in veiligheid ge bracht. Een kind komt aanlopen en roept tegen zijn broertjes en zusjes: „Ons moeder is gevonden". Juichkreten bij de kinderen en het trieste antwoord van het jongetje: „Ja, maar ze is dood Zwaar kistje.... Een oude man ligt als een trooste loos hoopje ellende op een ziekbed. Hij heeft zorgen. Jarenlang heeft hij gespaard en een bedrag van twee honderd gulden hij elkaar gekregen. Hij heeft het bedrag in een ijzeren geldkistje geborgen, doch kon het niet meenemen. Nu piekert hij en zegt telkens weer: „Het is een zwaar kist je, misschien is het niet weggespoeld en kan ik het. terugvinden." Doffe berusting heeft zich meester gemaakt van velen, die bange dagen en nachten in het water hebben be leefd, nu zij veilig zijn en een goede verzorging genieten. Zij zijn versuft en schijnen het schrijnende leed, dat hen getroffen heeft door het verlies van de naaste verwanten niet te be seffen. Totdat plotseling een vrouw, wier man en kinderen zijn verdronken, begint te gillen, .dat. het de omstan ders door de ziel snijdt. Of die vrouw, die nu en dan uit haar versuffing ontwaakt en angstige kreten slaakt: Waler, water! Twee oude mensjes van tegen de tachtig zün var. een dak ge haald na ontzettende ontbering te hebben geleden. Zü begrijpen nog niet goed, wat er allemaal ge beurd is. Anderen overleefden de ramp door lange tijd in een boom bo ven het klotsende water stand te houden. Doch zij treuren nu om de echtgenoten die verdronken, of om de kinderen, die door de stroom verzwolgen werden. Wanneer men in de rampgebieden tussen de overstroomde gebieden in Zeeland. Zuid-Holland of Westelijk Noord-Brabant ronddwaalt en de on metelijke overstromingen ziet, maar vooral als men met de mensen spreekt, die in een angstige vlucht voor bet aanstromende water zich het vege lijf gered hebben of die met heel veel moeite uit de omspoelde huizen z\jn gehaald, dan pas begint, men iets te begrijpen van het onnoemelijke leed, dat, ons land in de noodlottige, nacht van 31 Januari op 1 Februari in diepe rouw gedompeld heeft. (Van een onzer verslaggevers.) VOORST. Tegen tien over elf Donderdagmorgen zag de landbouwer J. Sarink van de Klarenbeekseweg te Voorst, die met zijn paard op het land achter de boerderij aan het werk was, dat er rook uit het dak \rn zijn boerderij opsteeg. Hü snelde direct naar huis, maar toen hü daar aan kwam. ontdekte hü. dat op de deel het opgeslagen hooi en stro al in brand stond. Ook de koestallen hadden reeds vlam gevat Omwonenden waren inmiddels te hulp gekomen, terwijl anderen de brandweer alarmeerden. Met man en macht probeerde men tot de stal door te dringen. De deuren zaten echter op slot. zodat, het enige tijd duurde voor men met het redden van het vee kon beginnen. Het vuur greep intus sen snel om zich heen en vond in het hooi. stro en het houtwerk van de stallen een gretig voedsel. In allerijl werden de koeien en pinken naar bui ten gebracht. Een van de dieren moest terstond worden afgemaakt. Acht an dere melkkoeien en drie pinken had den zulke ernstige brandwonden opge lopen. dat een ontboden veearts het besluit moest nemen ook deze dieren te« laten doden. Zij werden naar een slachtplaats- overgebracht. Blussingswerk De brandweer van Voorst begon ter stond na de melding binnen luttele minuten was men op de plaats van de brand met de blussing. De Voor ster spuitgasten kregen spoedig daarna assistentie van de brandweren van Twello en Klarenbeek. Onder leiding van commandant S. van de Wal werd het blussingswerk energiek aangepakt. Burgemeester mr. G. J. W. Baron van der Feltz stelde zich van het werk op de hoogte. Tegen de vlammen viel echter wei nig uit. te richten. De stal brandde van binnen vrijwel geheel uit. Van het hooi en stro bleef weinig gespaard. Wat er overbleef, is voor veevoeder totaal ongeschikt geworden. Van het woonhuis brandde de zolder uit. ter wijl de woonvertrekken aanzienlijke waterschade opliepen. De inboedel kon geheel in veiligheid worden gebracht. Vele omwonenden en helpers uit het dorp Voorst,, die door de sirene van de brandweer waren opgeschrikt en naar het terrein van de brand waren getrokken, hielpen om al het huisraad naar buiten te brengen. In korte spanne tijds was de gehele woning leeggehaald. Het meubilair werd bü do buren opgeslagen. De familie Sa- rink. bestaande uit man. vrouw en negen kinderen, onder wie een baby van zeven maanden, vond bii de land bouwer Wassink een tijdelijk onder komen. Over de oorzaak van de brand last men nog volkomen in het duister. Het onderzoek, dat de rijkspolitie Donderdag is begonnen, heeft nog niet tot enig resultaat geleid. De schade, een schatting is moeilijk te maken, wordt door verzekering gedekt. BOVEN HET VERDRONKEN LAND Van uit de lucht speurt men naar in nood verkerenden REDDER BLIJFT ACHTER OP HET DAK (Van een speciale verslaggever) GILZE RIJEN. Militaire vliegers van vier naties. Nederlanders, Amerika nen. Britten en Belgen speuren van het krieken van de ochtend totdat de avond invalt over de waterwoestijnen van de overstroomde gebieden. Snelle jagers, zware transsporttoestellen en amphtbie- vliegtuigen. zeer lichte Pipercups en zeer fragiel lükende hefschroefvliegtui- gen. ongeveer 130 bü elkaar, doen hun werk krachtig en moedig, verbonden door krakende en gonzende radioverbin dingen. Hier worden zandzakken, voedsel of medicamenten afgeworpen, daar duiken de verkenners diep naar het gore water. Een waarschuwing, en kort na dien komt een helicopter aan. Er gens op een dak zit een eenzame mens. verkleumd, wanhopig te bid den tot het eindeloze watervlak. „Was hij eerst ook alleen, daar op dat. dak?" vraagt men zich af. Mis schien misschien ook niet Langs een ladder, onder de nu stil staande helicopter, laat een man zich zakken. Hij helpt de eenzamen, de naamlozen en duizenden ellen- digen. Een der redders moet op de plek. waar een slachtoffer gevon den wordt, achter blijven, omdat er voor hem in het vliegtuig dan geen plaats meer is. Later wordt hü wel weer opgepikt. De naamloze van het dak is dan allang veilig. Overal ziet men de vliegtuigen zoe ken en helpen. Zieken worden getrans porteerd. De verkenningsvliegtuigen di rigeren ook de „ducks", de amphibic- wagens, die als vette slakken over de verdronken eilanden kruipen. Deze varende wagens zün een ware uitkomst bü het reddingswerk. Velen kunnen thans bereikt worden, die anders redde loos verloren-zou den zün. Met 40 tege lük kan men de slachtoffers snel en veilig vervoeren. Eerst ging het trans port over de ondiepe wateren met roei boten, doch ook deze staken soms nog te diep om geïsoleerde plaatsen te be reiken, Bü tientalen varen grote en kleine schepen op de Zuid-Hollandse en Zeeuwse stromen. Over grote trajecten is de zeedük van Flakkee weggeslagen. Op enkele stuk ken gespaarde polderwijzen grazen hier en daar wat runderen. Hun aantal wordt verre overtroffen door de cada vers, die her en der met van het water opgeblazen lijven tegen de düken ge spoeld liggen. Enorme hoeveelheden wrakhout, stro. dode kippen en var kens. kleren en huisraad werden door de wind tegen de dijken en huizenres- len geblazen. Uitputting Er wordt met man en macht aan de redding gewerkt. Maar het menselyke uithoudingsvermogen is beperkt. Na dagenlang wachten zg'n mannen, vrou wen en kinderen van uitputting op zol ders en daken gestorven. Vooral in de nacht van Dinsdag op Woensdag, toen liet vroor, zün slachtoffers gevallen. Het aantal gevallen van longontsteking is groot. Artsen worden met helicopters gebracht naar geïsoleerde zieken, die dringend hulp behoeven. Iedereen spant zich tot het uiterste in om levens tc redden cn te behouden: dc levens van hen die van alle aardse bezit zijn be roofd. Geen gevaarlijke schade aan Zuiderzeewerken en Afsluitdijk 's-GRAVENHAGE. - Aan de Zuider zeewerken en de Afsluitdijk zijn tüdens het rampzalige afgelopen week-end plaatselijk soms belangrijke beschadi gingen voorgekomen, met name tussen Wieringen en Den Helder. Dil hoeft thans de directeur-generaal van Rijks waterstaat, jr. Maris, meegedeeld. Geen van deze beschadigingen kan echter ge- vaarlük worden genoemd. Ir. Maris zeide de indruk te hebben, dat de bazaltzuilen en de ingebeton- neerde bloksteen van de Afsluitdijk zich beter heeft gehouden dan de niet inge- betonneerde, dus normaal gezette steen. De in aanleg zijnde düken in hel IJsel- rneer hebben voorzover zü gereed wa ren, vrijwel geen schade opgelopen. Wol ondervonden de dijkvakken, die nog niet afgewerkt waren, schade. Zo werd ook schade aan de asphaltkrar.cstukken toe gebracht, welke hel dijklichaam be schermen.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 3