JDe Combinatie Grootste ramp sinds 1421 2e Jaargang No. 99 Vrijdag 6 Februari 1953 Nieuwsblad voor het Eiland IJsselmonde Uitgave van de Ridderkerkse Drukkers TWEEDE BLAD Eeuwenlang vocht Nederland met het water. In de tijd van ruim negentien eeuwen verloor ons land aan water ongeveer een half millioen hectaren vruchtbaar land. In diezelfde periode won het er op het water ongeveer 400.000 ha en straks, als de voor malige Zuiderzee geheel drooggelegd zal zijn, zullen we in de loop der eeuwen ont stane achterstand geheel hebben ingelopen, want de nog in te dijken IJsselmeerpolders zullen tezamen een oppervlakte van meer dan 200.000 ha beslaan. Dan zullen we een eeuwenlange strijd gewonnen hebben, maar voor hoe lang? Voor altijd? Tijdelijk? Uit de historie van ons waterrijke land is veel bekend over vorige rampen, waarbij de natuur de bondgenoot was van het water. En het staat thans wel vast, dat de ramp van de 31e Januari—1 Februari 1953 de grootste is sedert de Sint Elisabeth- vloed van 1421. Uit onze jeugdjaren herin neren we ons ongetwijfeld nog de plaat van de wieg, waarin een kind rustig lag te slapen. Die wieg dreef in de kokende massa tijdens de St. Elisabeth vloed en boven op de wieg stond een kat, die de wieg zo goed als mogelijk was in evenwicht hield, zodat het leven van de baby gespaard bleef. Waarschijnlijk is dit een legende, maar het roept de ramp van 1421 weer in onze her innering terug. We leerden immers op geheel of nagenoeg geheel onder water te staan. Het aantal slachtoffers was legio. Maar het land, dat we nu nog kennen onder de naam Biesbos, verdween en zo ontstond dit moerasgebied tussen Mierwede,het Land van Altena, Verlegde Maas en. het eiland van Dordrecht. Nooit is dit land weer op het water teruggewonnen. Thans staat het opnieuw geheel blank. Van die tijd dateert ook de Westkappelse zeewering, want tijdens de Sint Elisabeths- vloed werden ook de duinen bij Walcheren door het woeste zeewater weggeslagen, ter wijl men bij Petten de Hondsbossche zee wering ging aanleggen, omdat men hier geen duinen had. 'En zo streed Nederland verder m.et het water. De Braakman was ontstaan, in het Noorden de Dollart. In de zestiende eeuw teisterde een stormvloed het eiland Noord- Beveland en het water kwam zo hoog, dat alleen nog de kerktoren van Kortgene boven water uitstak! Honderd vijftig jaar heeft men gewerkt aan de weder droogleg ging van dit eiland. Thans is het vrijwel geheel weer onder water gezet. Bij Zuid-Beveland had men het Land van Reimerswaal met de stad van die naam. In vijftien jaar tijds hebben de bewoners van dit land drie maal de strijd moeten voeren Foto R'dams Nieuwsblad Door het gat van een bezweken dijk kolkt het water onafgebroken een lager gelegen polder binnen. school reeds, dat dit de grootste waterramp rt, was, die ons land ooit heeft getroffen? aa Omstreeks het begin onzer jaartelling v was het lage land, „Neder"-land, een wil- Id lige prooi der zee. Dijken bestonden er niet is 'en bij storm en ontij vluchtten onze voor de ouders naar hogere gebieden en nog vindt "men hier en daar terpen, boerderijen, ge bouwd op hogere gronden, zodat men bij hoog water een veilige toevlucht had. Die terpen waren uitvindingen van de Friezen en Saksen (dus niet van de Batavieren, zoals in sommige schoolboekjes staat!). De Romeinen, die in ons land kwamen, ston den op een hogere trap van beschaving en hadden verstand van waterkeringen. Onge twijfeld zullen zij in ons land wel eens een flinke overstroming meegemaakt hebben, Want hen komt de eer toe in ons land de eerste dijken te hebben gebouwd. Sedert dien heeft Nederland steeds maar door dijken gebouwd en gaten in dijken gedicht. Een eeuwenlange strijd, met wiisselend ge luk. Vele waterrampen kent de historie van ons land. Omstreeks de dertiende eeuw werd Zeeland, een deel van Zuid-Holland en vrijwel geheel Noord-Holland blank ge zet door watermassa's, die door zware stor men werden opgestuwd. Zeeland dankt ongetwijfeld de grillige vorm van zijn eilan den aan deze watersnood. Texel was vóór deze ramp nog aan Noord-Holland verbon den. Maar sedertdien gescheiden. De Beem- ster, Purmer, Wormer, Schermer eni andere meren ontstonden en naar alle waarschijn lijkheid ook de Zuiderzee. Petten, een vis sersdorp met ongeveer 400 inwoners, werd toen geheel door de woedende zee verzwol- gen. Toen, in 1421 kwam de grote ramp, de St. Elisabethsvloed. Het was de 18e Novem ber, toen een Noordwester orkaan, even eens samengaande met een springvloed, enorme watermassa's het land instuwden. Een groot deel van Zuid-Holland, de z.g. Zuid-Hollandse Waard, werd door het water verzwolgen. Meer dan 70 dorpen kwamen met de elementen: wind en water. Steeds overwonnen ze. In 1573 werd de stad Rei merswaal door de Zeeuwen in brand ge stoken om de terugtrekkende Spanjaarden in hun bewegingen te belemmeren. Gelei delijk aan vertrokken de inwoners naar veiliger oorden en in het midden van de 17e eeuw was het Land van Reimerswaal verzwolgen door het water. Afwisselend was het water vriend, vijand en bondgenoot. Als laatste steeds in de oor log. In de tachtigjarige oorlog kon Leiden behouden blijven dank zij het water. In het rampjaar 1672 riep men ook de hulp in van het water. Geleidelijk aan ging men het water terug dringen naar de zee. Meren als de Beem- ster, Purmer, Wormer en Haarlemmermeer werden drooggemaakt. De Wieringmeerpol- der ontstond en daarmede was ook de kracht van de Zuiderzee gebroken, die in 1916 nog een laatste aanval deed op Noord- Holland en Utrecht. Velen herinneren zich nog wel de ramp van 1916, toen de polders bij Monnikendam en Waterland onder lie pen: Ransdorp, Durgerdam, Uitdam, Mon nikendam gedeeltelijk, de gehele Purmer en Purmerend gedeeltelijk kwam onder water. In het Noorden was het de Anna Paulownapolder, die onder liep. Ook toen waren er talloze slachtoffers. In de provin cie Utrecht bezweek de Eemdijk, waardoor Bunschoten en Spakenburg blank kwamen te staan. De eilanden Urk en Marken wer den eveneens overspoeld. En niet te vergeten de vele dijkdoorbra ken op het eiland IJsselmonde zodat ook toert Ridderkerk in het water kwam. Zo bleef Nederland de strijd voeren met het water. De Zuiderzee werd ingedamd, de Wieringermeer viel droog, de Noordoost polder en binnen enkele jaren wellicht de nieuwe polder in het IJsselmeer. Maar steeds zullen, we de strijd moeten blijven aanbinden tegen de woede der elementen en dan staan we machteloos, want tegen de kracht van storm en woedend opgezweept Water moet alle menselijke kunde wijken. Foto R'dams Nieuwsblad In de dorpsstraat te Maasdam is de weg versterkt met een onafzienbare rij zandzakken. Ingezonden stukken Buiten verantwoordelijkheid der Redactie Met belangstelling lazen wij Uw artikel over de baldadigheid der Jeugd, in de Com binatie van vorige week Vrijdag. Bij de bespreking van dit probleem, had U toch nog de tijd en ruimte om het Jeugd werk van de Speeltuinverenigingen te prij zen. Het deed ons goed, een goede „Pers" te mogen hebben. Wii merken steeds meer en meer belangstelling voor ons streven. Bravo!!! Ook voor de steun van de gemeen telijke instanties en enkele bedrijven zijn wii zéér erkentelijk' Wij zijn het met U eens dat baldadigheid meestal bedreven wordt door dat deel wat de speeltuinleeftijd te boven is (14 jaar). Onze mening is dan ook dat er voor de jeugd boven deze grens ook nog iets gedaan moet worden. -Derhalve zal het Speeltuin werk uitgebreid moeten worden! Dit kan, door aan cf bij de Speeltuinen, z.g.n. speel velden aan te leggen. Hier kunnen dan de groteren hun hart ophalen met diverse bal spelen, ook dienen dan goede spelleiders aangesteld te worden. Des winters zullen deze jongeren opgêvangen moeten worden in clubhuizen en ook weer onder goede leiding. Dit werk moet gericht zijn op de „zelfwerkzaamheid". De Jeugd heeft be- wegingsdrang. Het spel der beweging is echter niet alleen spierarbeid, maar de Jeugd is ook geestelijk actief. Zij moet iets kunnen doen! In de grote steden is men bezig om door ruime samenwerking, (ook intern-kerkelijk), de ongrijpbare jeugd, de helpende hand te bieden door gelegenheden te scheppen voor die zelfwerkzaamheid. Ook in Rotterdam wordt heel veel gedaan aan dit grote Jeugd probleem. (Men leze eens de rapporten van Ds. Velthuizen). In groot verband werkt men samen, juist voor dat gedeelte van de Jeugd, en, mèt succes. Denk nu echter niet, dat daarmede alles is opgevangen. Er zullen er altijd zijn en blijven, die tóch uiteindelijk onderdak krij gen in het Politiebureau, daar wordt tevens de schade geregeld! Dus des zomers op de speelweiden en des winters in de clubhuizen, in beide gevallen onder goede leiding. U zult echter begrij pen dat dit véél geld gaat kosten. En dat is op zichzelf al een probleem. En toch zou hier eens over gesproken moeten. In een grote gemeente als Ridderkerk zijn dit geen -verbodige dingen meer. Wij verheugen ons on de uitbreiding der gemeente, men denke er echter om dat de „Jeugdzorg" gelijke tred moet houden. En helaas, ook dit vraagt geld. Behalve de terreinen, clubhuis, enz. enz. moet elke week een weekloon betaald worden aan de Leider(s). Dergelijke gedi plomeerden kan men niet met een „siga- rencentje" afschepen. Uw gedachte was, om enkele Burgers een bepaalde bevoegdheid te geven, welke dan zo nodig die groep jongens zou kunnen be keuren. En U wilt dit in deze vorm deen, omdat men voor „glimmende" knopen zó verdwenen is. Het spijt mij. maar ik geloof niet dat dit de weg is. Dit draait uit op een grote ruzie, en vechtpartij. Een voorbeeld? 24 Januari 1953. Rotterdam. In het Westen zochten enkele knaapjes ruzie. De papa's vochten ook mee. Verder: op de Mathenesserweg ontstond ook ruzie en een vechtpartij. Een voorbijganger (een man in burger, dus geen glimmende kno pen) probeerde op te treden. Zijn bedoel- ling werd niet beg?:epen Resultaat- hij ver speelde 4 tanden!! Ik zie U of een ander er al cp afgaan. Nee laat dat heus maar aan de Politie over. En voor dit gedeelte van de Jeugd, helpt trouwens niet veel anders, ook niet in Ridderkerk. 24 Januari 1953. Ridderkerk. Op het Dorp, enkele opgeschoten jongens onder de „invloed van limonade en patat", maakten het voorbijgangers lastig, probeer den onder een stroom van lasterlijke taal en grote vloeken ruzie uit te lokken, gooi den hun fiets midden op straat neer enz. enz. Wij zijn blij dat verschillende Politie agenten van ons Politiecorps, hun vrije tijd inzetten om het Speeltuinwerk op te bouwen. Een voorbeeld, dat op grote schaal navolging verdient! A. C. BROUWER Slikkerveer. Wat doen we voor de jeugd? Evenals Ds. Heuzeveld zich vewonderde over de uitspraak in de Combinatie over het weinige werk, dat hier in Ridderkerk zou worden gedaan voor de rijpere jeugd, heb ik me verbaasd. Toch was de reactie wel wat anders. We zullen de laatste zijn om iets ten on gunste te zeggen van het werk van de „Jeugdhaven", integendeel, We hebben daarvoor alle lof, omdat we van nabij wel eens van een en ander kennis namen. We vragen ons wel eens af: „Wordt er niet wat te veel aandacht besteed aan de jeugd? Let eens op de filmavonden, de ver schillende- attracties, die verzonnen worden om de jeugd bezig te houden. Er zijn grenzen en we zijn van mening, dat we die grens al aardig naderen en ook wel overschrijden. Voor serieus werken aan huiswerk voor de scholen of aan andere voorbereidingen voor de levenstaak, die onze jongens en meisjes wacht is nagenoeg geen tijd meer over. Dat is funest en zal ook niet nalaten de vruchten daarvan te oogsten en aan wie dan de schuld! Op de ouders rust hier een grote ver antwoordelijkheid. Het wordt nu zachtjes aan zo, dat alles geschoven wordt op de rug van de onderwijsinrichtingen. Die heb ben maar te maken, dat alles voor elkaar komt. Loopt het mis, dan zwaait er wat, niet voor de jongen of het meisje, dat er de kantjes afliep en steeds de weg van de minste weerstand koos, maar voor de leraar of onderwijzer. Een bloemlezing van brieven en briefjes zouden onze bewering met bewijzen kun nen staven. Ze zijn meestal van intieme aard of zodanig beledigend, dat publicatie de zaak nog meer zou vertroebelen. Dit is echter een feit, dat de ouders meer moeten gaan beseffen, dat het werk van leraar en leerling in elkaar moet grijpen. De ouders mogen eisen van degenen, die aan de opvoeding in onze onderwijsinrich tingen leiding hebben te geven, dat ,zij dat doen met geheel hun ziel en steeds met het oog op het belang van de jeugd. Daar tegenover mag de leraar verwach ten, dat de ouders ook in het belang van hun eigen kinderen vertrouwen hebben in de leiding en dus niet dadelijk gereed staan met allerlei bedreigingen, wanneer ze menen, dat hun kind onrecht wordt aange daan. Dit wapen keert zich altijd tegen de jeugd zelf. Het kind voelt zich geplaatst in het middelpunt van de belangstelling en Foto R'dams Nieuwsblad Het tunneltje en de opritten aan het Sandelingplein bleken Zondagmorgen te zijn veranderd in een diep zwembassin. een verhouding wordt geschapen tussen school en huis, die de goede vorderingen van de leerling tegenstaat. „Vader kiest mijn partij" en het kind gaat voort met spijbelen en saboteren en het eind draagt hiervan dan de last. Wanneer er zes avonden gegeven worden voor ontspanning der jeugd, maken we ons sterk, dat alle zes avonden bezocht worden, maar wanneer een paar avonden besteed moeten worden aan voorbereiding voor de lessen, dan is Leiden in last. We zouden zo kunnen voortgaan, maar genoeg hierover. „De jeugd van de straat," goed, maar ook op tijd in het gezin. We kunnen ons dan ook goed neerleggen bij een uitspraak, die we eens hoorden: „We hebben geen jeugd probleem, maar een gezins-probleem. Houden we ons dit voor gezegd! D. S. Waarschuwing. Geachte Redactie, verzoek tot plaatsing in uw blad. Het is ons ter ore gekomen, dat in Ridder kerk een wandelsportvereniging is die voor de winkeliers tegen betaling propaganda wil maken op het toneel. De vereniging noemt geen naam, dus schaadt daarmede de andere W.S.V. in deze gemeente. Wij verzoeken de winkeliers in Ridderkerk daar hun medewerking niet aan te verlenen, tenzij met propagandalijsten met een stempel der politie te Ridderkerk. Het Bestuur der W.S.V. „De Natuurvrienden" te Ridderkerk. Sunnyside Washington, U.S.A. Januari 1953. Geachte Redacteur, verleen mij als oud Ridderkerker ook nog eens een plaatsje in uw blad. Bij voorbaat dank. Wij ontvangen hier, hoewel niet altijd zo regelmatig als in Ridderkerk, De Combina tie. Maar ook nog wel enkele andere Hol landse bladen. Soms komen die dan wel eens van een maand gelijk, maar het is voor ons toch altijd nieuws uit de oude om geving, dus wordt het trouw gelezen. Nu treft het ons hier altijd dat ér zo vaak in die bladen stuitjes geschreven worden over emigratie, en het leven van emigran ten, de offers die zulke mensen moeten brengen enz. enz. Het grootste deel van al die epistels wordt naar onze mening geschreven door mensen die eigenlijk van emigreren niets meer we ten als dat wat zij zo al eens hier of daar hebben gelezen o-f horen kletsen. Als wij hier dan die orakeltaal lezen, dan zeggen wij al tegen elkander daar is er weer een die nog nooit van moeders pappot is weg geweest. Zo hebben we al eens gelezen, ook in dit blad, dat er sommige mensen zijn die een emigrant als een vluchteling beschouwen. Een andere keer leest men weer dat iemand die wil gaan emigreren toch eerst wel eens terdege mag bedenken dat hij zijn of haar oude Vaderland gaat verlaten, met de eeuwen oude gepolijste beschaving. Weer anderen schrijven dat zij niet kunnen be grijpen dat een Christen zo weinig Gods vertrouwenheeft dat hij zijn overbevolkte Vaderland gaat verlaten, als of God niet machtig is om hun ook daar te onderhou den en beschermen. En vele andere vond sten worden er gezocht om toch vooral de aanstaande emigranten maar te weerhou den van hun plannen om ergens anders te gaan leven. Enerzijds kunnen wij dit wel begrijpen, want ook wij hebben er wel in onze kennis sen- of familiekring, die het niet zouden overleven, naar hun gedachten tenminste, als zij b.v. van Ridderkerk of 't Ambacht naar Zwijndrecht zouden moeten verhui zen. En werkelijk zulke mensen kunnen ook maar beter blijven waar zij zijn. Maar als alle mensen er zo over dachten, of vroeger zo over gedacht hadden, wat zou er dan nu van dat zo verheerlijkte goede oude Europa thans geworden zijn? Het grootste gedeelte van dit Westelijk halfrond van de wereld is bevolkt door Europeanen, Noord Amerika en Canada door de Noord Europeanen, en Midden en Zuid Amerika door de Zuid Europeanen. Ik waag mij er niet aan om te schatten hoeveel mensen er in die landen wel wo nen, in de U.S.A. 150 millioen, maar ver- der weet ik het niet. Bedenk nu ook eens even dat die men sen nu allen nog in Europa zouden moeten leven. Uw fantasie kan dan een grote vlucht nemen, maar de nuchtere werkelijkheid zou denkelijk zijn dat de strijd om het bestaan al eeuwen geleden ontaard zou zijn, on danks de door de eeuwen gepolijste bescha ving waarvan sommigen thans zo hoog op geven. Men kan dan nu een emigrant bestempe len met de naam van vluchteling, avontu rier, gelukzoeker, of weet ik welke fraaie namen al meer, maar ik denk dat men eer der blij mag zijn dat er in Holland altijd zulke mensen zijn geweest, want anders had het leven er voor de tegenwoordige be woners wel heel wat anders uit gezien. Men kan dan een emigrant beschuldigen van weinig Godsvertrouwen. Maar met even veel recht kan een emigrant, ja met nog meer recht kan hij dat, de mens die niet durft te gaan emigreren omdat hij vreest tot een breuk te komen met het oude vertrouwde leven waar hij in opge voed is, beschuldigen van gebrek aan Gods vertrouwen. Zou de Schepper, die tot tweemaal toe, eerst aan Adam en daarna aan Noach de mens de opdracht geeft de aarde te vervul len en te onderwerpen, niet de macht heb ben om een emigrant, die dus aan deze op dracht'gehoorzaam wil zijn, ook in dat vreemde land waar hij heen gaat te onder houden en te beschermen? Ja meer nog, zulk een emigrant mag meer zegen verwachten als iemand die uit gemakzucht, of angst voor het onbekende, weigert aan deze opdracht gehoor te geven, en in zijn oude vertrouwde omgeving maar blijft leven, dagelijks maar klagend en zuchtend over de moeilijke omstandigheden het dure levensonderhoud, de hoge belas tingen en honderden andere klachten meer, tel ze zelf maar. Het is immers veel gemakkelijker om te blijven waar men is, en dan anderen de schuld te geven van zijn moeilijke omstan digheden, en te zeggen waarom doen ze dit zo niet en waarom dat zo niet? En de over heid heeft te zorgen voor de onderdanen, en kunnen ze dat niet dan deugt de rege ring niet. We hebben sociale wetten nodig, want de een moet ook voor de andere zor gen. Ze moeten het geld dan maar daar halen waar het is. Wij moeten ook leven, wij kunnen het toch niet helpen dat wij hier in dit kleine landje geboren zijn? Neen juist dat kunt u niet helpen, maar u kunt wel helpen voorkómen dat uw kin deren dit later ook van u zeggen. Als u thans de moed kunt verzamelen om ook zelf daar heen te gaan waar meer ruimte is. Ja, maar er is zoveel moeite aan verbon den om weg te gaan, en dan als je in een vreemd land komt dan moet je misschien wel veel ander en moeilijker werk doen als dat je hier gewoon bent. Maar beste mensen, waar haalt u het recht van daan om te denken dat je het er gens gemakkelijker zult krijgen hier op dit ondermaanse? Leest dan het.begin van uw Bijbel maar eens goed. Beschouw het dan maar als een zegen dat de aarde u nog van alles wat nodig is tot uw levensonderhoud, in overvloed wil voortbrengen. Ik weet zeer goed dat vele emigranten het in hun eerste tijd niet zo erg gemakke lijk hebben, het is voor velen hard, om over te schakelen op andere levensomstandighe den en levensgewoonten. Maar ook weet ik zeer goed dat bijna allen na enige tijd niet meer naar het oude lever, terug verlangen. Hier waar wij zijn terecht gekomen is het nog weer heel anders als b.v. in Canada, daar is het wel veel moeilijker om zich thuis te voelen. Hier wonen vele Hollanders, sommigen zijn hier al 50 jaren gevestigd, en als je zelf niet buiten hun kring wil staan, dan word je er graag in opgenomen, zo is het met ons ook gegaan, we hadden hier veel familie, en vormen met hen nu één grote Hollandse familie. Er zijn wel dagen dat we ons soms niet kunnen indenken dat wij hier werkelijk in Amerika zijn. Wij zijn soms 's avonds met 15 of 20 Hol landers bij elkander, en dan is er ook hele maal geen Engels in de conversatie. De Hollanders hier zeggen wel eens: de helft van de inwoners van ons oude Vader land zouden we maar over moeten planten hier, er is hier nog ruimte genoeg, Washing ton is ruim 4té maal zo groot als Neder land. en er zijn nu misschien 3 millioen in woners. Dan zou het voor de rest van de bevolking in Holland misschien wat mak kelijker zijn om een bestaan te vinden. Wij leven hier in de Jakima vallei, en dat. was 60 jaar terug nog bekend bij de Indianen als de grote woestijn. Nu is het een van de vruchtbaarste streken van de U.S.A. Het wordt vaak de fruitschaal van de States genoemd. De mensen die thuis zitten zeuren en niet willen emigreren zouden dit eens moeten zien. Ik denk wel eens dan zouden ze zich schamen over hun slappe houding. Het is ongelofelijk w:at hier door één generatie is opgebouwd. Mijnheer de redacteur, ik durf niet meer van uw plaatsruimte te vergen deze keer. Als U er prijs op stelt wil ik U nog wel eens iets schrijven over de Jakima Vallei, en het pionierswerk dat hier verricht is. Wij groeten alle bekenden in onze oude woonplaats, het ga u allen wel. En danken de redacteur nogmaals voor de verleende plaatsruimte. J. W. VAN BELLE 124 Bagley Drive Sunnyside Washington U.S.A. 28 Februari7 Maart BOEKENWEEK De traditionele Boekenweek zal dit jaar gehouden worden in de eerste wfeek van Maart. Deze ene week van het jaar wordt het boek, waaraan wij allen zo onnoemelijk veel te danken hebben, meer dan ooit in het centrum van onze belangstelling geplaatst. Alom versieren de boekverkopers hun winkels, organiseren lezingen etc. En wan neer U iets bij hen koopt ter waarde van minstens f 3.90 geven ze U nog een boekje cadeau ook. Dit jaar wordt het een bundel korte ver halen verzameld door Anthonie Donker. Wanneer U de schrijvers van deze verhalen raadt, kunt U prachtige boekprijzen win nen. Ook de jeugd wordt niet vergeten. Door Clara Eggink werd een dichtbundel samen gesteld. getiteld „De Muze en de Seizoenen" en geïllustreerd door Janny Dalenoord. Deze is verkrijgbaar in vrijwel iedere boek handel a f 0.75. Voor de kleintjes worden gratis kleur platen ter beschikking gesteld. Zij, die de mooist gekleurde platen insturen, krijgen een boek cadeau.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 2