Paulus iu de mand
^5intjansklohken
6 Februari 1953
Pagina 4
Sint Jansklokken No. 1540
Onze Platenbijbel
Muren en muurhuizen in de Bijbel
Officiële belichten
(Vervolg)
cus van de Katholieke Universiteit te
Leuven.
Verleden jaar hebben de kinderen in
ons Bisdom ruim f 86.000.geofferd
voor het Pauselijk Missiegenootschap
van de H. Kindsheid. Dit resultaat ligt
meer dan f 20.000.boven het in 1951
ingezamelde bedrag. Een eervolle ver
melding verdienen de kinderen van
de St. Lamtoertus-parochie te Some
ren, die f 1200.19 afdroegen.
Onze BSssohop heeft aan het Ned. R.K.
Huisvestingscomité te 's-Hertogen-
bosch een gift van f 10.000.voor
de slachtoffers van de watersnood doen
toekomen.
De ZeerEerw. Heer J. Groenen, Pas
toor te Nistelrode, is ter observatie op
genomen in het Groot-Ziekenhuis te
's Hertogenbosch.
Limburgse Bedevaart naar Lourdes
Deze Bedevaart viert in 1953 haar zil
veren jubilé. Meerdere plannen om dit
feit te herdenken heeft het bestuur in
overweging genomen. Nadere mede
delingen hieromtrent volgen.
Thans kan reeds worden medegedeeld,
dat de eerste bedevaart in 1953 zal
plaats hebben van 9 t/m 17 Juni, onder
hoge begeleiding van Mgr. Dr. C.
Lemmens, Bisschop van Roermond.
Met afzonderlijke zieken trein worden
de zieken vervoerd. De datum van de
2e bedevaart wordt zo spoedig mogelijk
bekend gemaakt.
Degenen, die plannen hebben aan deze
bedevaart(en) deel te nemen, gelieven
hun naamkaartje in te zenden aan het
Centraal Bureau der Limburgse Bede
vaart, Bogaardenstraat 36 te Maastricht
Zodra prospectus verschenen is, wordt
deze aan belangstellenden toegezonden.
Kapelwagens hebben enorm succes
De katholieke ontheemden in de dias
pora in Duitsland hebben geen kerken
en hebben geen priesters. Het zal jaren
duren, voor deze nood verdwenen is.
De uitzending der Nederlandse kapel
wagens moet daarom gezien worden
als een buitengewoon zegenrijk werk.
Zij betekenen een onmiddellijke hulp
in de diasporanood; want zij brengen
kerk en priester tenminste voor een
paar dagen naar de meest afgelegen
dorpen. Zij hebben nu na drie jaar hun
sporen glansrijk verdiend. In het jaar
1952 werden reeds 14 wagens uitge
stuurd. Ongeveer 150.000 katholieken
konden worden bei-eikt. Het succes van
de missie zij blijven in elk dorp
minstens drie dagen en er wordt een
echte volksmissie gegeven overtrof
tot nu toe elke andere vorm van mis
sionering. In het jaar 1951 gingen ge
middeld 70% tot de heilige sacramen
ten. In het afgelopen jaar was de deel
name iets minder.
Hier moge ook gewezen worden op
de apostolische inwerking op anders
denkenden: men kan gerust zeggen,
dat sinds de reformatietijd een derge
lijk contact der katholieke levensover
tuiging en godsdienstvorm met protes
tantse christenen niet meer plaats ge
vonden heeft.
Wanneer in het afgelopen jaar
150.000 katholieken bereikt werden, dan
was de „rijdende kerk" voor vele hon
derdduizenden andersdenkenden een
indrukwekkende gebeurtenis.
De kapelwagen actie der Nederlandse
katholieken is een buitengewone ma
nifestatie van de universaliteit der Ka
tholieke Kerk en sterkt de diaspora-
katholieken in hun geloofsovertuiging
en belijdenismoed.
De BINT JANSKLOKKEN zijn het
officiële Orgaan van het Bisdom van
s-Hertogenboschtevens godsdienstig
weekblad voor het Bisdom en paro
chieblad voor de parochies.
Hoofdredacteur: Rector H. Beex, Hint
hamerstraat 205, 's-Hertogenbosch.
Tel. K 4100 8831 (b.g.g. 5926)
Administratie: Torenstraat 5, 's-Her
togenbosch, Tel. K 4100 6457. Post
giro-rek. No. 409572.
Advertenties: Fr. Priem, Z.-Oosterfront
118's-Hertogenbosch: kantoor Toren-
straat 5, 's-Hertogenbosch.
Moet er geroemd worden, dan wil ik
op mijn zwakheid roemenToen
ik in Damascus was, liet de stadhou
der van koning Aretas de stad der
Damascenen bewaken, om zich van
me meester te maken; maar door een
venster werd ik in een mand over de
muur naar beneden gelaten, en zó
ontkwam ik aan zijn handen.
(Epistel van Zondag Sexagesima).
„Nu kon ik wel eens door de mand
vallen!" zal Sint Paulus gedacht heb
ben, toen hij daar tegen de muur van
Damascus tussen hemel en aarde bun
gelde. En terecht, want menige jonge
man werd reeds voor goed genezen
van zijn minnepijn, doordat zijn lepe
aangebedene hem met opzet in een
kaduke mand naar boven sjorde en zo
„door de mand liet vallen".
Koning Aretas, waarvan hier sprake
is, was een Bedoeïenen-koning, die op
een of andere manier in het bezit was
gekomen van de stad Damascus. Na
tuurlijk had die man geen greintje be
langstelling voor het godsdienstige
conflict tussen Paulus en de Joden
en zijn stadhouder evenmin. Maar de
laatste had zeker een flink douceurtje
gekregen en daarom liet hij een razzia
houden om Paulus te vangen. De poor
ten der stad werden bewaakt en bij
elke wacht stonden een paar Joden,
die Paulus goed kenden. Maar de broe
ders wisten raad. In een donkere nacht
brachten zij Paulus door de slapende
straten naar een steegje vlak bij de
stadsmuur. Ze klopten aan bij een huis,
dat tegen de muur geleund stond. En
nu gaat het gebeuren! Op de boven
verdieping aangekomen, stapt Paulus
in een mand die voor hem klaar staat.
Een laatste groet en dan wordt hij het
venster uitgeschoven.
Hortend en stotend schuurt de mand
langs de uitstekende stenen. Boven zijn
hoofd groeit de muur onheilspellend
snel. Met een schok staat hij op de
grond, nog een ruk aan het touw als
afscheidsgroet en dan sluipt hij weg
door de wijngaarden. Jerusalem tege
moet.
Rahab en de spionnen.
Het was al een oud trucje, dat de
broeders hier uithaalden. David ont
kwam op dezelfde manier, toen Saul
hem in een slechte bui weer eens uit
de weg wilde ruimen. Vooral het ver
haal van de spionnen, die Josuë uit
zond om Jericho te verkennen is heel
leerzaam, omdat we uit de daar gege
ven beschrijving kunnen opmaken,
hoe zo'n luchtreisje eigenlijk mogelijk
was. De twee spionnen hadden hun
intrek genomen bij een dame van ver
dacht allooi. Daar hadden ze goede re
den voor. Zo'n juffrouw kreeg wel
eens meer bezoek van buitenmensen,
die zich in hun eigen omgeving voor
zoiets schaamden. Zodoende vielen ze
niet zo op. Bovendien: door haar „re
laties" kon zij gemakkelijk de ge
wenste inlichtingen verschaffen. En
tenslotte leert de ondervinding van
elke oorlog, dat juist zulke mensen
zich gemakkelijk over laten halen om
voor de vijfde kolonne van de vijand
te gaan werken. Maar men had al lang
die troep nomaden aan de overzij van
de Jordaan ontdekt en daarom rees er
onmiddellijk verdenking tegen deze
twee gasten. Er werd huiszoeking ge
daan bij Rahab (zo heette de vrouw),
maar deze had haar nieuwe vrienden
verborgen onder een hoop vlas op het
dak. En de volgende nacht liet zij hen
volgens het bekende recept over de
muur. Dat ging heel gemakkelijk,
want haar huis stond tegen de bin
nenkant van de stadsmuur, zodat zij
eigenlijk in de muur woonde. Bij de
opgravingen in Jericho heeft men ver
schillende van dergelijke muurhuizen
ontdekt. Meestal hadden zulke huizen
ook een venster in de muur zelf, maar
dat was stevig getralied tegen even
tuele indringers. Wanneer Israëls vij
and Sisera vermoord is door een vrouw,
die een tentpin door zijn hersenpan
joeg, zingt de profetes Debora:
Aan het venster door de tralies
Treurt en weeklaagt Sisera's moeder:
Waarom laat zijn strijdkar nog steeds
op zich wachten,
Waarom rolden zijn wagens zo
langzaam aan?
Een ingeblikte stad.
Onnodig te zeggen, dat zo'n muur
huis bij een eventuele belegering een
zwakke plek in de verdediging was.
Maar daar wist men raad op: het huis
werd eenvoudig volgestort met aarde.
Soms ook nog de aangrenzende
straat met de huizen aan de overkant.
Aan deze gewoonte danken wij een
der interessantste ontdekkingen van
deze eeuw. In 1933 werd aan de Eufraat
een Romeinse grensvesting uitgegra
ven, die de dubbelnaam Doura-Europos
draagt. De stad werd bij een belegering
in het jaar 260 na Chr. met de grond
gelijk gemaakt en niet meer her
bouwd. Nu wil het toeval, dat juist
zo'n straat met volgestorte huizen in
tact bleef, een bewijs overigens van de
deugdelijkheid van deze maatregel.
Door het droge zand zijn de interieurs
van deze gebouwen uitstekend gecon
serveerd. Onder meer ontdekte men
daar het oudste tot nu toe bekende
Christelijke huiskerkje en verder een
synagoog. Het merkwaardige van dit
Joodse bedehuis is, dat het geheel be
schilderd is met figuurlijke taferelen
uit het Oude Testament: Moses, Sa
muel, Elias, Ezekiël, Job enz. Dit be
wijst, dat de Joden uit die tijd het
verbod om beelden te vervaardigen
niet zo streng hebben opgevat als de
latere Rabbijnen en dat de katholieken
met hun uitleg van deze tekst niet al
leen staan.
G. BOUWMAN S.V.D.