■asxHa ZWITSAL Goeree-Overflakkee vrijwel geheel verlaten Uitgeput, maar verbeten vecht men tegen de ondergang Donderdag 5 Februari 1953 Pagina 5 Twee dagen en drie nachten Anderen verteller.. Breur heeft met zovele tientallen anderen bovenmense lijk werk verricht. Twee dagen en drie nachten achter elkaar zonder een ogen blik rust. Nu nog zijn de Stellendamse vissers aan het werk. Hun benen zijn gezwollen, hun goed is nog geen se conde droog geweest.'Als ze uitgeput op de dijk aankwamen, werden ze vol jenever gegoten, dat hield hen op de been. En wéér gingen ze het water in om te redden. Honderden zagen kans over de dijk naar de haven te vluch ten en aan boord van de schokkers te komen. Breur ging op zoek naar ken nissen, hij kon de woonkamer niet be reiken en zag de acht mensen leven loos in het water drijven. Hij ging maar weg; als er nog levenden zijn te red den, moet men de doden wel aan hun lot overlaten. Naar de overkant Zondag kwamen reeds de eerste ma rinemannen in Stellendam aan. Maar ze konden nog niets doen. Ze hadden geen vletten en sloepen. Die kwamen Maandag in de haven. Scheepjes van allerhande grootte, de afvoer begon. Een drama op zichzelf. Vrouwen en kinderen eerst. Motorboten volgestopt met mensen voeren de haven uit. Een zeearm op, waarin de betonning door de orkaan was weggevaagd. Alleen een man die dit vaarwater van zijn1 jeugd af kent, kan hier misschien de weg vinden. De zee was ruw, de an dere oever, Hellevoetsluis, ver. De boten slingerden en stampten hevig. De mensen werden na alle doorge stane ellende nog zeeziek ook. Meer malen liepen de scheepjes op de Platen vast, moesten andere boten te hulp komen. Maar men zette door. Stellen dam werd ontruimd. Na twee dagen vond men in een boom een vrouw van 62 jaar. Zij zat hoog in de takken en men wist haar in een boot te krijgen. Ze leefde nog, maar kon geen woord meer spreken. Zakelijkebakker Drinkwater was er niet. Alleen fnadf jenever. Op de dijk verrichtten de dok toren van Stellendam bovenmenselijke prestaties om de redders op de been te helpen en de geredden in het leven te houden. Vanmiddag kreeg Breur order, naar Rotterdam te komen om een aantal collega's op te halen, en mee naar Stellendam te nemen. Hij ging op weg, kwam in Middelharms en vroeg een bakker om een stuk brood. Hij had een etmaal lang niets gegeten. Daarvoor slechts enkele' kaakjes ge had. Geld had hij niet op zak. De bak ker weigerde hem iets te geven. Is het wonder, dat er even iets van verbittering' komt. in zijn verhaal? Want de eerste klacht moet nog uit de mond van een Stellendammer komen. Waar zijn zij Ze klagen niet, deze van alles be roofden. Terwijl de „Koningsplaat" over de donkere zeearm naar het Spui koerste, zaten ze air verlost van alle zorgen in de kajuiten. Bijna waren ze opgewekt. Een enkele keek slechts verwezen voor zich uit. De kinderen verkenden het schip. Zij waren al ver geten wat achter hen lag. Voor hoe lang? Een jonge man uit Oude Tohge, die Zaterdagavond in Middelharnis was, kon niet naar zijn dorp terug. Nu wordt hij afgevoerd. Hij vraagt of niemand iets van zijn ouders weet. Er is er een aan boord die Oude Tonge heeft be reikt. Een timmerman heeft daar met minder dan zestig personen in een boot naar de dijk gebracht. De mensen zit ten nog op de zolders, maar nu is de Marine gekomen met vletten. Zij wa ren de eersten. De timmerman schat in zijn dorp het aantal doden op 262. Zij zijn nog verder het verdronken land afgegaan. Herkingen hebben ze niet meer kunnen vinden; het is van de aardbodem verdwenen. Hetzelfde moet het geval zijn met Battenoord. Ze praten er nu over met bijna onbewogen gezichten; misschien omdat ze zich nu veilig weten. KINDER-HnMNfi H i\ ooit had. dit zestienjarige meisje uit Den Haag gedacht, dat zij nog eens in staat zou zijn als een vol leerd „kapper" een baardige Zeeuw te scheren. Maar, in tijden van nood wordt het onmogelijke mo gelijk, als de goede wil er maar is! Mary Timmer uit Den Haag doet haar best. Navigatie stunt Maar ze weten niet dat boven op de brug twee kerels de navigatiestunt van hun leven uithalen. Zé weten gelukkig niet, dat er altijd nog dreiging boven hun hoofden hangt, de dreiging van vastlopen in onbetond water. De „Ko ningsplaat" heeft het Spui gevonden. De kortste weg naar Rotterdam. Die twee kerels op de brug hebben ge dacht: deze mensen zo gauw mogelijk in Rotterdam brengen. Ze hebben ge noeg doorstaan. Ze varen de „Konings plaat" door het nauwe Spui, een duis ter, smal vaarwater, zonder licht of ton. Een spannend half uur. Beneden in warmte en licht vertellen 167 ver jaagden hun bittere ervaringen van mensen, die beneden de oppervlakte van de zee wonen achter dijken, die na eeuwen kapituleerden. Op die brug hun namen mogen genoemd, want zij zwoegen ook dag en nacht voor deze geslagen landgeno ten zuchten kapitein Van Tiel en zijn collega, kapitein Hartman van een sleepboot van P. Smit, die als loods is meegegaan, verlucht op, als ze de Oude Maas bereiken. Ze varen nu met meer zekerheid. Om halfnegen meren zij aan het Spido-ponton. Enkele uren rust. Vannacht om vier uur weer naar Zijpe en Zierikzee. In Hoeksche Waard polders blank staan vijf en .twintig TOESTAND Z.-HOLLANDSE EILANDEN Met uitzondering van een aantal personen, wier aanwezigheid ter plaatse gewenst en noodzakelijk is, werd vrijwel geheel Goeree-Over flakkee geëvacueerd. Alleen de be volking van Dirksland en Melis sant is achtergebleven. Evacuatie van deze gemeenten is minder noodzakelijk. Indien de omstandig heden zulks noodzakelijk maken, zal ook in Dirksland en Melissant tot evacuatie van de burgerbevol king 'worden overgegaan. Op de dijk tussen het rampzalige Oude Tonge. waar minstens driehonderd mensen de dood vonden, en Ga- lathesesluis zou zich nog een aan tal mensen bevinden. Men zou trachten deze groep vanochtend te redden vanuit Dordrecht en Win- teroerd. De Hoeksche Waard met haar 23.000 ha cultuurgrond, plm. 40 grote en klei nere polders, veertien gemeenten en verscheidene buurtschappen met ge zamenlijk 40.000 inwoners, is zeer ern stig getroffen door de watersnood. 25 grote en kleinere polders zijn geheel overstroomd en 8 polders staan dras. Vier van de 14 gemeenten hebben geen last van het water. Het ergste zijn Numansdorp, S tri jen, 's Gravendeel en Goudswaard getroffen. In de drie eerstgenoemde gemeenten zijn vele slachtoffers te betreuren. In Numans- dor-p telt men thans 67 overledenen, allen bewoners van de polder Het Hogezand, waar de hoofdwaterkering over een lengte van ongeveer 2 km is doorgebroken en de bewoners door een grote vloedgolf moeten zijn verrast. In 's Gravendeel zijn 57 slachtoffers en in Strijen is het aantal reeds boven de 20 gestegen. Oud-Beyerland bleef HOOGSPANNING OP HET VLIEGVELD VALKENBURG. Vrijwillige politie bezig mei het inpakken van jerrycans met drink water in verband met droppings beschermt door autobanden. zouden zitten. Ze gingen te water, dikwijls tot hun nek toe, en graai den losgeslagen huisdeuren en planken bij elkaar. Ze maakten er wankele vlotjes van, die ze, door het water wadend, door de straten trokken. Eerst de huizen die op instorten stonden; één mens tel kens op zo'n wankel vlotje sleep ten zij naar de dijk. Nü zeggen ze: hadden we die eerste dag maar rubberboten en touw gehad. Dan hadden we lijnen door de straten gespannen en de mensen naar de dijk getrokken, dan hadden we er tiental len meer kunnen redden. Versterking Rijkspolitie in rampgebied Ter versterking van de Rijkspolitie in het rampgebied zijn ongeveer dui zend man Rijkspolitie uit het niet ge troffen deel van het land opgeroepen. Mocht blijken, dat de Rijkspolitie in het rampgebied nog verdere verster king nodig zou hebben en deze niet meer gevonden zou kunnen worden in. de Rijkspolitie in het overige deel des lands, dan zal aanvulling geschieden uit de gemeentepolitie. D-trein Bazel-Amsterdam ontspoord De D-trein van Bazel naar Amster dam via LuikMaastricht is 20 km voor Luik ontspoord. Er zijn geen doden of zwaar gewonden, wel werden enige reizigers licht gewond. Of zich hieronder Nederlanders bevinden, is nog niet bekend. De reizigers van de ontspoorde trein zijn per extra trein naar Nederland vervoerd. Goeree Overflakkee: eiland van verschrikking Stellendamse vissers verrichten bovenmenselijke daden Van de :.ijde van Middelharnis zijn zij aangekomen, een lange stoet eva- cué's, strompelend over de drassige dijk naar de haven waar het beloofde red ding brengende schip, de Rotterdamse Spidoboot „Koningsplaat", tegen vier uur in de middag is binnengelopen. Groepen mannen, vrouwen en kinde ren, soms gebukt onder bundels kleding, anderen met lege handen, omdat ze niets anders dan het vege lijf konden redden. geven toe: honger hebben ze niet ge had, wel dorst, want er is bijna ner gens meer goed drinkwater. Ze klitten in groepjes bijeen. Ze kijken met ver heugde ogen naar die brandende elec- 'trische lampjes. Het lijkt of ze alles vergeten zijn en eerst veel later komen de verhalen van hun lugubere ervarin gen van de laatste dagen los. Er zijn er onder uit vele dorpen van Flakkee. Over de dijken hebben zij Middelhar nis kunnen bereiken, waar zij rust meenden te vinden. Maar ook dit mid delpunt van hun eiland was verdron ken op de huizen na, die op de dijk staan. Op verwarmde boot in veiligheid Zij zijn de loopbrug van het ponton afgelopen naar die witte boot, waar de verwarming extra is opgestookt. Jonge moeders met zuigelingen in de kens gewikkeld op de arm, kleine kin deren beladen met een tas of een kus sensloop vol kleren; een kleine jon gen draagt als een groot bezit een netje appelen. En tussen al deze men sen in brancards met invalide ouden van dagen, ernstige zieken. Een vrouw naast een van de brancards spreekt kalmerende woorden tot iets dat on der de dekens ligt. Aan boord wordt de deken opengeslagen, een kind van vier jaar, ernstig ziek: aan het voeten eind een klagend huilend bundeltje een baby van enkele weken. Eindelijk rust De doodsangst, die nog vaag in hun ogen ligt, verdwijnt als ze in de warm te zitten op een bank. Eindelijk rust! En weg van al die verschrikkingen, weg over het grote water naar het - vaste land. Als ze maar dat water niet zien en die ruïnes, de verdronken mensen en dieren, dat verdronken land zo ver het oog reikt Een zee van ellende neemt de „Ko ningsplaat" aan boord. De kleintjes van om en de bij vier jaar gedragen zich beheerst als grote mensen. Het zijn de nóg jongeren die, uitgeput van het dagenlange gesjouw en gebrek aan rust, de kajuiten vullen met een ijselijk huilen. De boot stroomt vol. Mensen van alle standen, de landarbeiders vrouw met een doek om het hoofd naast een dame in een bontmantel, die een baby draagt. Merkwaardig, dat allen goed gekleed zijn. Zij hebben blijkbaar de tijd gehad voor een enigszins voorbe reide vlucht en hun beste kleren aan getrokken. Mannen en vrouwen van het Rode Kruis en enkele militairen beginnen direct met het ronddienen van hete koffie en brood. Op brancards komen steeds meer invalide ouden van dagen aan boordeen 70-jarige met een ernstige hartkwaal, een verwezen voor zich :uitstarende oude vrouw, die door niemand begeleid is. Als men haar later bij de registratie vraagt wie zij is, kan men er alleen maar uitkrijgen dat zij Keizer heet, dat zij een zoon had, die ze al in geen dagen heeft ge zien en dat zij niet weet waar zij woont. Uit alles blijkt dat het haar te veel is geweest. Weg uit de ellende! Hel in Stellendam Wat hier te schrijven van hun erva ringen, die alle begonnen in die rampnacht, toen het wassende water hen overviel. De meesten kunnen het niet onder woorden brengen. Een en kele vertelt er van op een wijze, die de toehoorder de haren te berge doen rijzen. Het menselijk incasseringsver mogen moet al wel heel groot zijn om naast de lichamelijke uitputting nog het hoofd koel te houden! Het is bijna onmogelijk weer te geven, wat zich op Goeree en Overflakkee in de laatste dagen aan verschrikkingen heeft afge speeld en nóg afspeelt. Verschrikkelijk in al zijn soberheid is dat eenvoudige verhaal van een.reserve-wachtmeester van de Rijkspolitie te Stellendam, die drie dagen niet uit de kleren is ge weest, die enkele uren tevoren voor het eerst eens weer droog goed heeft kunnen aantrekken en die met een verbluffende helderheid zich alle lu gubere momenten van de catastrofe weer voor de geest haalt. Om drie uur in die nc odlotsnacht werd Stellendam van twee zijden door het water besprongen. Eerst van het Zuiden.' Met de sirenes ging men door het dorp. Wacht meester Breur was bij de waar- - schuwers. Hij hoorde boven het bulderen van de orkaan plotseling een suizend geluid. Op hetzelfde moment werd hij door een vloed- golf opgepakt en tegen een schut ting gesmeten. Hij stond' op de i plek waar de dijk doorbrak. Hij wist uit de barnende kolk te ko men, kroop de dijk op en zag on danks de duisternis, hoe een gi gantische waterstroom van alle kanten het dorp besprong. Binnen twee minuten. Binnen twee minuten stond het wa ter een meter hoog en het bleef door stijgen. Hij zag mensen in nachtkle ding, waanzinnig van angst uit hun huizen komen, het water tegemoet lopend en verzwolgen worden, of in de goede richting lopertd- en tegen de dijk opklauteren. Daar was voorlopig veiligheid. De meestèn vluchtten, over rompeld door de vloed die de huizen binnenzwalpte,, de trap op naar de zol derverdieping. Daar bleven zij bijeen zitten tot eindelijk het daglicht kwam. Toen kwamen de helden van Stellendam in actie, kerels die niet aan zichzelf dachten, vooral de vissers niet. Er waren geen boten om de mensen naar de dijk te brengen, waar ze voorlopig veilig DE VLASOOGST VERLOREN. Ontelbare bossen vlas drijven rond het woonhuis van de molenaar te 's Gravendeel. Het plaatsje, dat het middelpunt is van de vlas- industrie zag zijn oogst geheel verloren gaan. Zolang de „Koningsplaat'" nog aan het ponton ligt, wachtend op nog meer evacué's, komen ze niet tot rust. J5e willen weg van het eiland. Ze weten, dat ze naar Rotterdam zullen worden afgevoerd, maar het kan hen niets schelen. Als ze maar de voordeur van een woning kunnen binnengaan en een bed' zuilen vinden, niet die lokalen van de Rijks HBS van Middelharnis, waar zij bijna drie dagen bijeen hebben ge zeten, op een eiland temidden van een zee. Drie dagen en twee nachten on derdak, maar met honderden opge pakt in te kleine ruimten Hun woning hebben zij verlaten, de school hebben ze aanvaard als een toevlucht, maar nu ze door het ondergelopen Middel harnis in bootjes naar de dijk zijn ge bracht en lopend over de dijk of va rend in het kanaal, de haven hebben bereikt, voelen ze dat het voorlopig eind van de eerste ellende in zicht is. Als de „Koningsplaat" in de duister nis om zes uur de haven uitvaart, is het of alle zorg van hen afvalt. Er komt weer glans in hun ogen. Ze eten en drinken weer. De babies krijgen 'n fles, want er is melk aan boord. Ze behouden In totaal zijn in de Hoekschewaard, voor zover thans bekend is, plm 150 personen verdronken. Men vreest, dat dit aantal nog zal stijgen als overal naspeuringen zijn verricht. In de hoofdwaterkering, die 'de Hoeksehe Waard moet beschermen, zijn minstens 30 breuken, op sommige plaatsen kilo meters breed. Het aantal gaten in de binnendijken is nog niet bekend, maar het is zeer groot. De bevolking heeft bijzonder hard gevochten om te behouden wat behou den kon worden. Dank zij een prach tige samenwerking kon o.m. Oud- Beyerland droog gehouden worden, welke gemeente thans hetvoorzienings- ceritrum van het eiland is, waar levens middelen, brandstof enz. worden aan geroerd en verder getransporteerd. De stemming op het eiland is beheerst. 35

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 3