Water werd land - land werd water Geteisterd gebied heeft veel bewogen wordingshistorie Rijksweg 43 dupeert boeren Nieuws uit de Friese damwereld Z WITS AL f 4 LEEUWARDER COURANT DONDERDAG 5 FEBRUARI 1953 Namen van vandaag waren ook in het verleden symbolen van watersnood Het leed, dat de stormvloed van Zaterdag op Zondag over zuidwestelijk Neder land heeft gebracht, is zo groot, dat het geen zin heeft een blik op het ver leden te slaan met de bedoeling reeds lang vergeten ellende, rouw en ramp spoed weer in de publieke belangstelling van onze dagen te plaatsen. Maar wie in de krant de namen leest van Caazand tot Werkendam, van Je Hoek tot Raams- donkveer en iets van de historie kent, weet, dat dit gebied plotseling in de actualiteit geworpen een veelbewogen wordingsgeschiedenis .achter de rug heeft en dat allerlei plaatsen, die nu op de voorpagina s verschijnen, in het ver leden ook reeds het toneel van catastrophe» vormden en dat zij beurtelings domein der golven en vruchtbare bodem waren. In 1421 was het als in 1953: de St. Elisabetlisvloed trof hetzelfde gebied en ook toen moesten dc bewoners met boten worden gered. Een vijftiende- eeuwse schilder bracht dit tafereel uit de omgeving van Dordrecht thans weer in nood op het doek. in de omgeving van. Dordrecht te be veiligen. Omstreeks 1270 legde men daartoe van Hollandse zijde dammen in de Maas bij Heusden en bij Maas dam. terwijl eveneens de Dubbel werd afgesloten. De rivier werd nu gedwongen al haar water naar het Noorden op de Waal af te voeren om via het nauwe bed der Merwede langs Dordt naar zee te worden ge leid. Dit ging lang goed, maar toen mede onder de invloed van het darincdelven het Hollands D>ep steeds dieper land waarts drong, ontstond er een ramp. Op 2S November 1421, toen een zware Zuid wester van zee uit het water opdreef en Waal en Maas .iuist hoog opperwater hadden, kwam de catastrophe, die dui zenden mensen in de dood dreef en dui zenden hectare boerenland met vele Moeilijkheden in Opsterland en hij Ureterp aan de Vaart Tii agrarische kringen in Opsterland L en Smallingerland betreurt men het nog steeds, dat om liun onbekende redenen het traject van de nieuwe Rijksweg 43 zo gekozen is, dat in de omgeving van Tijnje-Terwispel en Drachten-Ureterp aan de Vaart cultuurland niet alleen wordt ver sneden. maar het ook groepen boeren onmogelijk wordt gemaakt, straks hun landerijen te bereiken. Rijkswaterstaat had voor westelijk Opsterland het plan enkele over gangen te maken met stukjes parallel weg. welke oplossing echter in de boezem van de betrokken afdeling van de Friese Mij. onaanvaardbaar werd geacht. Bovendien doet zich onder Tijnje-Terwipscl het feit voor. dat een aantal boeren slechts met een bok hun land kunnen bereiken. Dwars door deze verbindingen gaat nu de nieuwe weg. zodat deze mensen letter lijk de pas wordt afgesneden. Het be treft vooral bewoners van de Moer- dieppolcler bij Tijnje, die wonen tussen het Klidzerecht en de Bruggelaan en gedeeltelijk aan de Wispel. Daar voor dit water zoals bekend dempings plannen bestaan, verliezen zij ook bun vaarrecht. wat de zaak nog ingewik kelder maakt. Ook in de omgeving van de Mouwe- weg onder Terwispel zullen boeren afgesneden raken van die landerijen, welke het verst van huis zijn gelegen. Sommigen menen nu wel. dat zij toch over de Rijksweg daarheen kunnen komen, maar beseffen niet. dat dit een autoweg wordt en dat Rijkswaterstaat zeer zuinig zal moeten zijn met het geven van overpad. De Rijkslandbouwconsulent te Drachten, ir. J. de Geus. acht dan ook voor westelijk Opsterland ruilverkave ling de enige oplossing. Deze landruil zal moeten plaatsvinden over een breedte van een halve tot één kilo meter en zou meteen gelegenheid bieden de noodzakélijke wegen aan te leggen, die tientallen bedrijfjes kunnen ontsluiten. Er zijn hier nog heel wat boeren, die behalve hun vaart slechts een paar kilometer lang fietspad t> hun beschikking hebben! Door deze wegaanleg, die dan zou komen in de plaats van de voorgestelde parallelwegen, kun nen ook de verafgelegen percelen intensiever worden bewerkt, waardoor de opbrengst niet onbe langrijk stijgt. Er is nu een werkcommissie opgericht, die als er genoeg belangstelling bestaat de aangelegenheid heeft uiter aard de steun van de gemeente ruilverkaveling zal aanvragen. Ook uit de streek van Ureterp aan de Vaart komen protesten. Daar snijdt de weg het land ook wel heel onge lukkig en de slechte bebouwing maakt ruilverkaveling daar niet gemakke lijk. Ir. de Geus zal ook voor deze aangelegenheid contact opnemen met de Rijkswaterstaat. Vóórwedstrijden persoonlijk kampioenschap De uitslagen van de in het afgelopen week-end gespeelde partijen hebben in verschillende groepen de spanning aan zienlijk vergroot. In groep A zijn thans drie leiders met vier winstpunten uit drie partijen, n.1. dc DCL-ers J. Miedema en F. Rinzema met J. G. de Boer van Zwaag- westeindc. Laatstgenoemde won n.l. van D. Koop (Noordbcrgum), terwijl Miedema een punt verspeelde aan clubgenoot J. v. d. Bij. die met drie punten uit drie par tijen zelfs nog niet kansloos is. Ook in groep B is de spanning weerge keerd door een onverwachte nederlaag van koploper C. Wiersma (DCL) tegen zijn clubgenoot K.- Sepp. Doordat beide hek kensluiters T. Lolkema (GS) en J. de Vries (Zurich) wonnen van resp. W. Koning (Lioessens) en J. Postma (Zwagei- Natuurlijk denkt iedereen aan de rampzalige St. Elïsabethsvloed van 28 November 1421, die het gebied va.n de voormalige Grote of Zui-dfaollamdse waard tot een prooi van de waterwolf maakte, maar ook voordien is er een eeuwenlang spel gespeeld tussen de kraahten der zee en die van de middel eeuwse Hollandse, Brabantse en Zeeuwse mens. Dit spel is door beiden met wisselend succes bedreven. We mogen aannemen, dat het gebied ten zuiden van de tegen woordige Nieuwe Maas. die in de der tiende eeuw nog Merwede heette, welk gebied tot het mondingsgebied van de grote stromen behoorde, eenmaal met laagveen overdekt was. In het tijdperk van de grote transgressies in de vroege middeleeuwen heeft de zee hier in een geweldige opruiming gehouden; het veen werd weggeslagen of met zeeklei bedekt. Wat er overbleef of ontstond was een landschap, te vergelijken met onze Wadden, bestaande uit tal van platen en geulen, welke platen in clil deel van Nederland als opwassen, aan wassen, slikken, blikken, schorren ot gorzen bekend staan, al naar de ligging, de bodemgesteldheid of de begroeiing. Een dergelijk landschap zij het op veel kleinere schaal is ook thans nog in het gebied der Zeeuwse stromen waar te nemen. Langzamerhand groeiden er eilanden Qver de wordingsgeschiedenis van het ge- indruk overweegt daarbij: de talrijke vrij grote eilanden van Zeeland en Zuidholland, die sinds onze lagere schooljaren voor ons zo'n vertrouwde gedaante (op dc kaart) hebben, hebben vele eeuwen nodig gehad om hun tegenwoordig uiterlijk te krijgen. Want in de tiende, elfde eeuw waren slechts de gronden achter de duinen van Goeree en Vonrne be dijkt en bewoonbaar evenals een groot eiland tussen Rotterdam en Dordrechtdat bestond uit de in 1331 bedijkte Swindrechtse waard en de Bieder waard. Het i-s hier, waar in de afgelopen dagen zulke zware slagen gevallen zijn ('s-Gravendeel). Voorne-Putten. Goeree-Overflakkee, Beierland en Rozenburg bestonden nog niet cn waren slechts in aanleg aanwe zig. Ook de Noordwesthoek van Noord brabant. waar nu Klundert, Willems- stad en Dinteloord centra van verwoes ting vormen, lag nog in de schoot der golven van het Flacquee, dat een grote watervlakte vormde, waarin als ver dwaalde schepen miniatuureilandjes dreven zoals het in 1415 bedijkte Dirks- land (Zuidvoorn genoemd), West-Voorn met Goedereede, de archipel van Putten in drie stukken, waarvan het noorde lijkste tussen 1199 en 1376 bedijkt werd terwijl meer naar de zeekant Oost- Voorn lag met het gelijknamige dorp en het stedeke Brielle. Langzamerhand formeerden de wak kere Hollanders deze stukken en brokken tot grotere oomplexen. Dat gebeurde ook in Zeeland, waar Schouwen. Duiveland en Dreischor nog lang drie afzonderlijke eilanden vormden en ook de andere eilanden polder voor polder op de zee werden veroverd. In vijfhonderd jaar heeft zich het ge laat van dit deel van Nederland finaal gewijzigd. Een lange lijst van jaartallen zou zijn aan te leggen van de grotere of kleinere bedijkingen, die tot in de vorige eeuw het thans door de watersnood ge troffen gebied tot een der belangrijkste agrarische gebieden van ons land maak- Het grootste deel van Voorne kreeg in de veertiende eeuw dijken. Goudswaard en Piershil in de Hoekse Waard werden Ir 1459 en 1524 op de baren gewonnen, de graaf van Egmond bedijkte in 1557 een aantal gorzen, die nu nog naar zijn echtgenote Sabina van Beieren Beier land heten en later met de Hoekse Waard werden verenigd. Goeree- en Overflakkee (dit laatste grotendeels in de vijftiende eeuw ontslaan) weraen eerst in 1751 door een dam verenigd, die versterking ontving van enige in de loop der achttiende eeuw daartegen aan- gedijkte polders. Hier ligt. juist op de taille, het. thans zo bedreigde Stellen dam. dat in zijn naam aan de voormalige dam herinnert. Kruiningen en Hontenisse gingen verloren bied tussen de Maas cn de Grevelingcn vu.jiinm/mm i „„i- F/n linnr/1 M en mene met, dat dit bednkingspro- 20 fee schelst is. pogingen het verloren gebied terug te innen en dikwijls met veel te groot succes. Zo ging Kruiningen thans weer in het nieuws ook reeds bij de St. Felixvloed van 1530 ten onder en werd het eerst na 1570 weer herdijkt, terwijl het dorp Hontenisse aan de Honte of Westerschelde eveneens ver dronk. De naam duidt op een ligging op een vooruitstekende punt (nes of nis) aan de stroom en hoewel in de berichten van de afgelopen dagen Hontenisse her haaldelijk genoemd werd, bestaat thans alleen nog maar een gemeente van die naam met de dorpen Ossenisse. Wals oorden, Groenendijke en Kloosterzande. Het hoofddorp is niet herbouwd. Trouwens, schorren en slikken zoals het verdronken land van Saaftinge. van Zuid-Beveland en Reimerswaal (inlb.il door de laatste bewoners verlaten, nadat de stad zich had trachten te handhaven met een eigen dijk) bewijzen, dat m dit deel van ons land rampen als het thans weer beleeft, geen zeldzaamheden waren. Noord-Beveland zwaar bezocht in 1953 bestond uit twee in 1326 verbon den eilanden, maar werd tussen la09 en 1532 bij stormvloeden zo grondig ver woest. dat het tegenwoordige eiland ge heel los staat van de oorspronkelijke structuur. Het grootste deel werd in 1598 en 1616 in twee grote polders geheel opnieuw bedijkt. Alleen de toren van het nu zo zwaar bezochte Kortgene bleef staan en kreeg een nieuwe kerk naast De Sint Elizabethsvloed van 1421 Voor de verwoestingen van de afgelo pen dagen kan men de mens niet verantwoordelijk stellen, al blijft het voor menigeen een raadsel, dat m onze in technisch opzicht zo hoog-ontwikkelde tijd een dergelijke ramp mogelijk bleek. Voor de middeleeuwse landverwoestin gen door de zee en de grote rivieren was soms wel een oorzaak aan te geven. Het afgraven van oude buitendijken, die bin nendijken waren geworden, maar vooral ook het darincdelven voor turf en zout winning (waartegen weldra verbodsbe palingen werden uitgevaardigd) hadden ramnzalige gevolgen. Vreselijke consequenties had even wel een ingrijpende maatregel om de vruchtbare Zuidhollandse Waard De eilandenreeks van Zuid-Holland en Zeeland is in de loop der eeuwen door talloze Inpolderingen ontstaan. Het kaartje geeft een beeld van de streek, die thans het zwatirst getroffen is, vóór de St. Elisabetlisvloed in 1421 het ge deelte rechts van hel. pijltje verzwolg. Hier ontstond toen de Riesbosch, die ingepolderd werd. dorpen verwoestte. Het is zelfs nooit geheel gelukt al dit land te heroveren: de amphibisehe Biesbos is nog een over blijfsel van dit door het water ver woeste landschap. Honderd jaar lang zag de overlevende bevolking niet weer naar de „verdronken waard" om en voe ren zalmvissers boven de landerijen, waar eenmaal het roodbonte vee graasde. Een vijftiende eeuwse kunstenaar pen seelde primitief, maar hartroerend- waarheidsgetrouw, de ellende van deze Elisabethsdag. Wie voor zijn cloek in bet Rijksmuseum staat en de houten bootjes ziet, waarin gehele huishoudin gen zich in veiligheid stellen een schaap op de voorplecht ziet bij het nieuws en de reportages van déze dagen de eeuwen wegvallen. S. J. v. d. M. Saldo schatkist bijna 1 milliard gulden De goudvoorraad is deze week onver anderd gebleven op 2149 millioen gld. Er hebben dus geen omzettingen plaats gehad van convertibele valuta in bet gele metaal. Daarentegen vertoont de netto deviezenreserve een behoorlijke stijging, nl. van 1588 tot 1650 millioen gld. Goud en deviezen samen bedragen nu 3799 millioen gld. Onder invloed van de ultimo zijn voor schotten in rekening-courant met 7 millioen toegenomen en is de biljetleneirculatie weer boven de 3 milliard uitgekomen. Opmerkelijk is de toeneming van het saldo der schatkist, dat thans bijna ƒ1 milliard groot is. De veronderstelling lijkt gewettigd, dat deze stijging via afgifte van schatkist papier afkomstig is van de saldi der banken, die met een gelijk bedrag (circa 60 millioen) zijn gedaald als het saldo schatkist is toege nomen. De geldmarkt blijft ruim. Nederlandse uitvoer naar West-Duitsland De invoercommissie van de Bondsrepubliek West-Duitsland heeft 2,3 millioen Mark vrijgegeven voor invoer uit Nederland. Daar van is 1,57 millioen mark bestemd voor rijst, 325.000 mark voor suikerwaren, 250.000 mark voor zoetwatervissen en 150.000 mark voor iboekweitmeel en grutten. Nederland dagvaardt rederij Faustus Naar vernomen wordt, zal de Staat der Nederlanden dezer dagen de dag vaarding uitbrengen aan de Panamese rederij, die eigenares is van de „Faustus", die in de nacht van 6 op 7 November in de Nieuwe Waterweg bij Hoek van Holland is vergaan. Het be stuur van deze rederij bezat twee schepen, waaronder de „Faustus". Het andere schip is in Januari verkocht. De eigenaars van deze rederij schijnen Grieken te zijn en wonen in Engeland. De Staat vordert nader vast te stellen schadevergoeding wegens het stuk varen van de dijk en het wegwerken van het wrak. bosch) gaan de DCL-ers aan de kop. 1 en 2 Sepp en Wiersma 4 uit 3; 3 en 4 W. Koning en J. Postma 3 uit 3; 5 en 6 F. Lolkema J. de Vries 2 uit 3. In groep C werden de drie gespeelde wedstrijden weer alle 3 remise, waardoor van het totaal van 9 er nu 8 in een punten verdeling eindigden: M. Tuik (DCL)G. Schambach (DCL) 11; J. Hoogterp (Dok- kum)B. Stenekes (Gs) 11; J. Dassen (DCL)—S. de Hoop (DCT)) 1—1. Stand: 1. S. de Hoop 4 uit 3; 2. M. Tuik 4 uit 4; 3 en 4 J. Dassen en J. Hoogterp 3 uit 3; 5. G. Schambach 2 uit 2; 6. B. Stenekes 2 uit 3. O. Visser (DCT) ging in groep D. onver stoorbaar door en won zijn derde partij, ditmaal van D. Douma, Lioesens, en heeft nu alleen nog concurrentie te vrezen van D. Cremer (DCL). O. Jelsma (Rauwerd) behaalde hier zijn eerste winstpuntje door een remisepartij met H. Van Gelderen Jr. (G.S.). 1. O. Visser 6 uit 3; 2. D. Cremer 3 uit 2; 3 en 4 D. Douma en H. v. Gelderen Jr. 3 uit 3; 5. H. Jelsma 1 uit 3; 6. A. Feitsma 0 uit 2. In groep E werd niet gespeeld. A.s. Zaterdag in Twijzelerheide kan J. Stene kes (GS) door remise te behalen tegen J. v. d. Meer (Houdt Stand) groepswinnaaar worden. Jeugdkampioenschap De beide groepen jeugddammers spelen voor plaatsing van 2 spelers in de finale. In beide groepen is een leider resp. H. Braaksma (Lioessens) en J. Dijkstra (Har- lingen), die zich vrij zeker zal plaatsen, doch om de 2e plaats wordt nog fel ge streden: De uitslagen van Zaterdag waren: A: O. FeitsmaK. Buruma 11; S. FeenstraO. Hoekstra 02. B: J. v. d. BergT. de Vries 11; F. BurumaJ. Dijkstra 02. Stand A groep: 1. M. Braaksma, Lioessens. 2—4; 2. O. Hoekstra (DCL) 34; 3. O. Feit sma (DCL) 33; 4. L. v. d. Mei, Dokkum, 22; 5. S. Feenstra (DCL) 3—2; 6. K. Buruma, Tietjerk, 31. B groep: 1. J. Dijkstra. Harlingen, 3—5; 2. J. v. d. Berg, Tietjerk, 3—3; 3. G. v. d. Meulen (DCL) 22; 4. T. de Vries, I-Iar- lingen (22); 5. F. Buruma, Tietjerk, 20. Flora gaat door De feestelijkheden in Heemstede en Haarlem ter gelegenheid van de grote internationale bloemententoonstelling Flora 1953, die 13 Maart opengaat, gaan volledig door. Het bestuur van „Haar lems bloei" heeft, in overleg met de directie van Flora 1953 gemeend hier toe te moeten besluiten, omdat de enorme slag, die Nederlands economie na alle menselijk leed heeft getroffen, het noodzakelijk maakt dat zo veel mogelijk vreemdelingen naar ons land worden getrokken. (Advertentie l. M.) Inwendige zuiverheid is het behoud van Uw gezondheid. Neem eens per week één of twee (Advertentie l. Af.) Bescherm Uw Kinderen Bij gevatte kou direct de Uw kind [bedreigende gevaren bestrijden met./ (Advertentie I. M.) KOU en GRIEP l kunt U bestrijden met de f zo krachtig werkende HET OUWEL-CACHET WAARBORGT SMAAKLOOS EH GEMAKKELIJK INNEMEN (Advertentie 1. M.) Van „luchtjes" gesproken... laat de lucht van koken, bakken en braden niet in uw woning rondhangen. Alle keukengeuren worden door Air-Wick even prompt weggenomen als de rooklucht uit uw woonkamer. 1 UIT ANDERE jg BLADEN llllllllll» De vierde en de laatste dag „De Volkskran t" (r.k.) merkt op. hoe wij allen weer. precies als in Mei 1940. een voile dag nodig gehad hebben om de verschrikkelijke werkelijkheid tot ons te laten doordringen; nu is er echter slechts één. plicht; redden en er mag door talmen of onoordeelkundigheid of gebrek aan organisatie ook niet één mensenleven meer verloren gaan: „Vanmorgen, Woensdagmorgen, is de vierde dag begonnen. Naar menselijke be rekening ook de laatste dag waarop het mogelijk zal zijn nog levende slachtoffers uit bomen en van daken te redden. Mis schien hebben deze mensen op de Zondag, die reeds zo ver in het verleden schijnt te liggen, het éne vliegtuig boven hun hoof den gezien. Zij hebben gezwaaid met lakens en zakdoeken, zoals schipbreuke lingen op een vlot. die eindelijk in de verte een rookpluim ontwaren. Maar de lucht vloot waarop zij zeker rekenden is niet gekomen. Drenkelingen in doodsnood zien de moeilijkheden niet waarmee hoofd kwartieren te maken hebben en Zeeuwse boeren weten weinig van de beperkte mo gelijkheden waarover de Nederlandse luchtmacht beschikt. Deze slag had nie mand voorzien en op deze ramp was Neder land niet voorbereid." Bij de kraag genomen In de sublieme samenwerking van de Nederlanders gedurende de laatste dagen is een wanklank gekomen, doordat de regering gedwongen is geworden de nodige zendtijd van de Avro te vorderen, aldus „De Tijd" (r.k.); de voorzitter van deze vereniging, de heer De Clercq. staat nl. op 't standpunt, dat hij en hij alleen verant woordelijk is voor de gang van zaken bij „zijn" omroep en dus vertelt de Avro- omroeper. dat zijn omroep haar apparaat „ter beschikking" van de regering stelt; „Als de regering u dwingt dan moet ge doen, alsof de regering niets gedwongen heeft en gij helemaal uit uzelf, spontaan en edelmoedig offers brengt. In dat geval zit er nog reclame in de noodsituatie. Men moet De Clercq heiten om op die gedachte te komen. Men moet een geestelijk nihilist zijn om temidden van ellende, die een mil lioen landgenoten heeft getroffen en nog treft, de houding aan te nemen van de enkeling, die zijn eigen bezit veilig tracht te stellen en zijn verbondenheid met de samenleving verloochent, terwijl negen millioen Nederlanders doen wat zij kunnen om het lijdende ene millioen landgenoten te helpen. Als de heer De Clercq helpt, dan zal het zijn uit een duidelijk gedemon streerde welwillendheid, niet uit een ge voel van plicht, nog minder uit een niet te houden innerlijke drang, die hij niet schijnt te kennen. Het is een wijs besluit geweest van de regering, om de man, die niet mee wil doen en die terzijde gaat staan, bij de kraag te nemen. Een andere methode zou verkeerd geweest zijn?" Zeeland, de worstelende leeuw De „New York Times" geeft naast een vrij brede reportage van de wa tersnood ook een reeks notities van een ooggetuige; er wordt in gesproken over de kracht van de Noordzee en over 't eiland Walcheren met zijn lage polders, over de zeedijken vooral, die met hun hoogte de vreemdeling tot verbazing brengen: „Als het water nóg hoger komt, wat zou er dan in Veere wel niet verdrinken? Het mooie stadhuis met zijn prachtige toren van waaruit de klanken van het Wilhel mus ieder vol uur, die van „Een vaste burg" ieder half uur, en verwaaide brok stukken van niet te bepalen melodieën ieder kwartier weerklinken, zou nog boven de watertoren uitrijzen. Boven blijven zou ook de vervallen kathedraal, waarin eens de soldatentroepen van Napoleon hun paarden gestald hebben. Maar de scholen, de huizen. het gehele leven van deze kleine gemeenschap zou tot ramp spoed gebracht worden, evenals dat zeker ook het geval zou zijn met het leven van Middelburg of Vlissingen of gedeelten van andere steden en dorpen. De overstroming van de wijde vlakten van het eiland roept een schrikwekkend visioen op van verla tenheid en ellende. Dit is al eens eerder in onze tijd gebeurd. Het was in 1944 dat Britse bommenwex'pers de zeedijken van Westkapelle hebben vernield; toen ook heeft de zee Walcheren onder water gezet en werd het eiland in diepe vouw gedom peld. De voorspelling werd toen gehoord, dat het zeven jaren zou duren voordat de bodem bevrijd zou zijn van de gevolgen van de verzilting en weer zijn vroegere vruchtbaarheid had herkregen. Die profe tieën zijn toen vals gebleken. Walcheren heeft na een door de regering breed opge zet en energiek volvoerd droogleggings proces een vlugge en verbazingwekkende terugkeer naar de voormalige productivi teit beleefd. De degelijke boeren van het eiland worden nu weer voor dezelfde be proeving geplaatst, afgaande op de jongste verslagen. Maar het staat vast dat zij er ook thans doorheen zullen bijten. Niet voor niets staat op het provinciewapen van Zee land een leeuw, die zich aan de golven ontworstelt." Natuur en niensenmaaksel „S d-T onder n-T a g e b 1 a t t" (dagblad voor Noord-Friesland) consta teert, dat de mens van thans, die waarlijk niet zo spoedig meer aangedaan wordt, door de gebeurtenissen van het afgelopen weekend ten diepste is ontroerd; niet de omvang van de ramp of het medegevoel met de slachtoffers van de watersnood alleen is het, wat ons bezighoud, maar ook de ervaring dat de natuur toch sterker is dan het maaksel van mensenhanden; „De dijkbouw en de andere afweer- maatregelen tegen het woeden der elemen ten zijn vervolmaakt 'cn verfijnd, de vei ligheid der mensen in de beschutting van de werken der techniek en van het ver nuft der uitvinders werd steeds groter, maar wie durft geloven, dat het gevaar voorgoed uitgebannen is of zelfs gebannen kan worden? De rampzalige gebeurtenis sen van de afgelopen dagen geven een ont kennend antwoord. Laat ons toch niet me nen, dat de krachten der natuur onderge schikt zijn aan de mens uit het tijdperk van de atoombom. De natuur wijst de mens steeds weer binnen zijn grenzen terug en laat hem voortdurend ervaren, dat boven al zijn plannen en prestaties een kracht staat, die hij nimmer bedwingen kan. Het besef daarvan zal tot vele zich gerust wa nenden op schrille wijze doorgedrongen zijn, toen zij hoorden welke aanvallen de zee had ondernomen. De mensheid be hoeft zich in het aangezicht van zulke natuurrampen niet kleiner te maken dan zij „van nature" is, Zij zal er echter geen schade door lijden, wanneer zij bescheiden en rustig erkent wat zij wel en wat zij niet kan doen. Het uitvloeisel van zulk een ramp behoeft nog geen angst te zijn; dat zou ondankbaar zijn jegens de natuur, die over het geheel genomen toch meer zegen dan ongeluk biedt. Liever zou men van een geluk in alle ongeluk moeten kunnen spreken, wanneer dagen als de thans in West-Europa doorleefde, de mensen en de volkeren tot het inzicht zouden brengen, dat het onze menselijke laak is elkaar te helpen en bij te staan."

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 3