Water werd land - land werd water
Geteisterd gebied heeft veel
bewogen wordingshistorie
Rijksweg 43 dupeert boeren
Nieuws uit de Friese damwereld
Z WITS AL
f
4
LEEUWARDER COURANT
DONDERDAG 5 FEBRUARI 1953
Namen van vandaag waren ook in het
verleden symbolen van watersnood
Het leed, dat de stormvloed van Zaterdag op Zondag over zuidwestelijk Neder
land heeft gebracht, is zo groot, dat het geen zin heeft een blik op het ver
leden te slaan met de bedoeling reeds lang vergeten ellende, rouw en ramp
spoed weer in de publieke belangstelling van onze dagen te plaatsen. Maar wie
in de krant de namen leest van Caazand tot Werkendam, van Je Hoek tot Raams-
donkveer en iets van de historie kent, weet, dat dit gebied plotseling in de
actualiteit geworpen een veelbewogen wordingsgeschiedenis .achter de rug
heeft en dat allerlei plaatsen, die nu op de voorpagina s verschijnen, in het ver
leden ook reeds het toneel van catastrophe» vormden en dat zij beurtelings
domein der golven en vruchtbare bodem waren.
In 1421 was het als in 1953: de St.
Elisabetlisvloed trof hetzelfde gebied en
ook toen moesten dc bewoners met
boten worden gered. Een vijftiende-
eeuwse schilder bracht dit tafereel uit
de omgeving van Dordrecht thans
weer in nood op het doek.
in de omgeving van. Dordrecht te be
veiligen. Omstreeks 1270 legde men
daartoe van Hollandse zijde dammen
in de Maas bij Heusden en bij Maas
dam. terwijl eveneens de Dubbel
werd afgesloten. De rivier werd nu
gedwongen al haar water naar het
Noorden op de Waal af te voeren
om via het nauwe bed der Merwede
langs Dordt naar zee te worden ge
leid.
Dit ging lang goed, maar toen mede
onder de invloed van het darincdelven
het Hollands D>ep steeds dieper land
waarts drong, ontstond er een ramp. Op
2S November 1421, toen een zware Zuid
wester van zee uit het water opdreef en
Waal en Maas .iuist hoog opperwater
hadden, kwam de catastrophe, die dui
zenden mensen in de dood dreef en dui
zenden hectare boerenland met vele
Moeilijkheden in Opsterland en
hij Ureterp aan de Vaart
Tii agrarische kringen in Opsterland
L en Smallingerland betreurt men het
nog steeds, dat om liun onbekende
redenen het traject van de nieuwe
Rijksweg 43 zo gekozen is, dat in de
omgeving van Tijnje-Terwispel en
Drachten-Ureterp aan de Vaart
cultuurland niet alleen wordt ver
sneden. maar het ook groepen boeren
onmogelijk wordt gemaakt, straks hun
landerijen te bereiken.
Rijkswaterstaat had voor westelijk
Opsterland het plan enkele over
gangen te maken met stukjes parallel
weg. welke oplossing echter in de
boezem van de betrokken afdeling van
de Friese Mij. onaanvaardbaar werd
geacht. Bovendien doet zich onder
Tijnje-Terwipscl het feit voor. dat een
aantal boeren slechts met een bok
hun land kunnen bereiken. Dwars
door deze verbindingen gaat nu de
nieuwe weg. zodat deze mensen letter
lijk de pas wordt afgesneden. Het be
treft vooral bewoners van de Moer-
dieppolcler bij Tijnje, die wonen tussen
het Klidzerecht en de Bruggelaan en
gedeeltelijk aan de Wispel. Daar voor
dit water zoals bekend dempings
plannen bestaan, verliezen zij ook bun
vaarrecht. wat de zaak nog ingewik
kelder maakt.
Ook in de omgeving van de Mouwe-
weg onder Terwispel zullen boeren
afgesneden raken van die landerijen,
welke het verst van huis zijn gelegen.
Sommigen menen nu wel. dat zij toch
over de Rijksweg daarheen kunnen
komen, maar beseffen niet. dat dit een
autoweg wordt en dat Rijkswaterstaat
zeer zuinig zal moeten zijn met het
geven van overpad.
De Rijkslandbouwconsulent te
Drachten, ir. J. de Geus. acht dan ook
voor westelijk Opsterland ruilverkave
ling de enige oplossing. Deze landruil
zal moeten plaatsvinden over een
breedte van een halve tot één kilo
meter en zou meteen gelegenheid
bieden de noodzakélijke wegen aan te
leggen, die tientallen bedrijfjes kunnen
ontsluiten. Er zijn hier nog heel wat
boeren, die behalve hun vaart slechts
een paar kilometer lang fietspad t>
hun beschikking hebben!
Door deze wegaanleg, die dan
zou komen in de plaats van de
voorgestelde parallelwegen, kun
nen ook de verafgelegen percelen
intensiever worden bewerkt,
waardoor de opbrengst niet onbe
langrijk stijgt. Er is nu een
werkcommissie opgericht, die als
er genoeg belangstelling bestaat
de aangelegenheid heeft uiter
aard de steun van de gemeente
ruilverkaveling zal aanvragen.
Ook uit de streek van Ureterp aan
de Vaart komen protesten. Daar snijdt
de weg het land ook wel heel onge
lukkig en de slechte bebouwing maakt
ruilverkaveling daar niet gemakke
lijk. Ir. de Geus zal ook voor deze
aangelegenheid contact opnemen met
de Rijkswaterstaat.
Vóórwedstrijden persoonlijk
kampioenschap
De uitslagen van de in het afgelopen
week-end gespeelde partijen hebben in
verschillende groepen de spanning aan
zienlijk vergroot. In groep A zijn thans
drie leiders met vier winstpunten uit drie
partijen, n.1. dc DCL-ers J. Miedema en F.
Rinzema met J. G. de Boer van Zwaag-
westeindc. Laatstgenoemde won n.l. van
D. Koop (Noordbcrgum), terwijl Miedema
een punt verspeelde aan clubgenoot J.
v. d. Bij. die met drie punten uit drie par
tijen zelfs nog niet kansloos is.
Ook in groep B is de spanning weerge
keerd door een onverwachte nederlaag
van koploper C. Wiersma (DCL) tegen zijn
clubgenoot K.- Sepp. Doordat beide hek
kensluiters T. Lolkema (GS) en J. de
Vries (Zurich) wonnen van resp. W.
Koning (Lioessens) en J. Postma (Zwagei-
Natuurlijk denkt iedereen aan de
rampzalige St. Elïsabethsvloed van 28
November 1421, die het gebied va.n de
voormalige Grote of Zui-dfaollamdse
waard tot een prooi van de waterwolf
maakte, maar ook voordien is er een
eeuwenlang spel gespeeld tussen de
kraahten der zee en die van de middel
eeuwse Hollandse, Brabantse en Zeeuwse
mens.
Dit spel is door beiden met wisselend
succes bedreven. We mogen aannemen,
dat het gebied ten zuiden van de tegen
woordige Nieuwe Maas. die in de der
tiende eeuw nog Merwede heette, welk
gebied tot het mondingsgebied van de
grote stromen behoorde, eenmaal met
laagveen overdekt was. In het tijdperk
van de grote transgressies in de vroege
middeleeuwen heeft de zee hier in een
geweldige opruiming gehouden; het
veen werd weggeslagen of met zeeklei
bedekt. Wat er overbleef of ontstond
was een landschap, te vergelijken met
onze Wadden, bestaande uit tal van
platen en geulen, welke platen in clil
deel van Nederland als opwassen, aan
wassen, slikken, blikken, schorren ot
gorzen bekend staan, al naar de ligging,
de bodemgesteldheid of de begroeiing.
Een dergelijk landschap zij het op
veel kleinere schaal is ook thans nog
in het gebied der Zeeuwse stromen waar
te nemen.
Langzamerhand groeiden er
eilanden
Qver de wordingsgeschiedenis van het ge-
indruk overweegt daarbij: de talrijke vrij
grote eilanden van Zeeland en Zuidholland,
die sinds onze lagere schooljaren voor ons zo'n
vertrouwde gedaante (op dc kaart) hebben,
hebben vele eeuwen nodig gehad om hun
tegenwoordig uiterlijk te krijgen. Want in de
tiende, elfde eeuw waren slechts de gronden
achter de duinen van Goeree en Vonrne be
dijkt en bewoonbaar evenals een groot eiland
tussen Rotterdam en Dordrechtdat bestond
uit de in 1331 bedijkte Swindrechtse waard
en de Bieder waard. Het i-s hier, waar in de
afgelopen dagen zulke zware slagen gevallen
zijn ('s-Gravendeel).
Voorne-Putten. Goeree-Overflakkee,
Beierland en Rozenburg bestonden nog
niet cn waren slechts in aanleg aanwe
zig. Ook de Noordwesthoek van Noord
brabant. waar nu Klundert, Willems-
stad en Dinteloord centra van verwoes
ting vormen, lag nog in de schoot der
golven van het Flacquee, dat een grote
watervlakte vormde, waarin als ver
dwaalde schepen miniatuureilandjes
dreven zoals het in 1415 bedijkte Dirks-
land (Zuidvoorn genoemd), West-Voorn
met Goedereede, de archipel van Putten
in drie stukken, waarvan het noorde
lijkste tussen 1199 en 1376 bedijkt werd
terwijl meer naar de zeekant Oost-
Voorn lag met het gelijknamige dorp en
het stedeke Brielle.
Langzamerhand formeerden de wak
kere Hollanders deze stukken en brokken
tot grotere oomplexen. Dat gebeurde ook
in Zeeland, waar Schouwen. Duiveland
en Dreischor nog lang drie afzonderlijke
eilanden vormden en ook de andere
eilanden polder voor polder op de zee
werden veroverd.
In vijfhonderd jaar heeft zich het ge
laat van dit deel van Nederland finaal
gewijzigd. Een lange lijst van jaartallen
zou zijn aan te leggen van de grotere of
kleinere bedijkingen, die tot in de vorige
eeuw het thans door de watersnood ge
troffen gebied tot een der belangrijkste
agrarische gebieden van ons land maak-
Het grootste deel van Voorne kreeg in
de veertiende eeuw dijken. Goudswaard
en Piershil in de Hoekse Waard werden
Ir 1459 en 1524 op de baren gewonnen,
de graaf van Egmond bedijkte in 1557
een aantal gorzen, die nu nog naar zijn
echtgenote Sabina van Beieren Beier
land heten en later met de Hoekse
Waard werden verenigd. Goeree- en
Overflakkee (dit laatste grotendeels in
de vijftiende eeuw ontslaan) weraen
eerst in 1751 door een dam verenigd,
die versterking ontving van enige in de
loop der achttiende eeuw daartegen aan-
gedijkte polders. Hier ligt. juist op de
taille, het. thans zo bedreigde Stellen
dam. dat in zijn naam aan de voormalige
dam herinnert.
Kruiningen en Hontenisse
gingen verloren
bied tussen de Maas cn de Grevelingcn vu.jiinm/mm
i „„i- F/n linnr/1 M en mene met, dat dit bednkingspro-
20 fee
schelst is.
pogingen het verloren gebied terug te
innen en dikwijls met veel te groot
succes. Zo ging Kruiningen thans
weer in het nieuws ook reeds bij de
St. Felixvloed van 1530 ten onder en
werd het eerst na 1570 weer herdijkt,
terwijl het dorp Hontenisse aan de
Honte of Westerschelde eveneens ver
dronk. De naam duidt op een ligging
op een vooruitstekende punt (nes of nis)
aan de stroom en hoewel in de berichten
van de afgelopen dagen Hontenisse her
haaldelijk genoemd werd, bestaat thans
alleen nog maar een gemeente van die
naam met de dorpen Ossenisse. Wals
oorden, Groenendijke en Kloosterzande.
Het hoofddorp is niet herbouwd.
Trouwens, schorren en slikken zoals
het verdronken land van Saaftinge. van
Zuid-Beveland en Reimerswaal (inlb.il
door de laatste bewoners verlaten, nadat
de stad zich had trachten te handhaven
met een eigen dijk) bewijzen, dat m dit
deel van ons land rampen als het thans
weer beleeft, geen zeldzaamheden waren.
Noord-Beveland zwaar bezocht in
1953 bestond uit twee in 1326 verbon
den eilanden, maar werd tussen la09 en
1532 bij stormvloeden zo grondig ver
woest. dat het tegenwoordige eiland ge
heel los staat van de oorspronkelijke
structuur. Het grootste deel werd in
1598 en 1616 in twee grote polders geheel
opnieuw bedijkt. Alleen de toren van
het nu zo zwaar bezochte Kortgene bleef
staan en kreeg een nieuwe kerk naast
De Sint Elizabethsvloed
van 1421
Voor de verwoestingen van de afgelo
pen dagen kan men de mens niet
verantwoordelijk stellen, al blijft het
voor menigeen een raadsel, dat m onze
in technisch opzicht zo hoog-ontwikkelde
tijd een dergelijke ramp mogelijk bleek.
Voor de middeleeuwse landverwoestin
gen door de zee en de grote rivieren was
soms wel een oorzaak aan te geven. Het
afgraven van oude buitendijken, die bin
nendijken waren geworden, maar vooral
ook het darincdelven voor turf en zout
winning (waartegen weldra verbodsbe
palingen werden uitgevaardigd) hadden
ramnzalige gevolgen.
Vreselijke consequenties had even
wel een ingrijpende maatregel om
de vruchtbare Zuidhollandse Waard
De eilandenreeks van Zuid-Holland en
Zeeland is in de loop der eeuwen door
talloze Inpolderingen ontstaan. Het
kaartje geeft een beeld van de streek,
die thans het zwatirst getroffen is, vóór
de St. Elisabetlisvloed in 1421 het ge
deelte rechts van hel. pijltje verzwolg.
Hier ontstond toen de Riesbosch, die
ingepolderd werd.
dorpen verwoestte. Het is zelfs nooit
geheel gelukt al dit land te heroveren:
de amphibisehe Biesbos is nog een over
blijfsel van dit door het water ver
woeste landschap. Honderd jaar lang
zag de overlevende bevolking niet weer
naar de „verdronken waard" om en voe
ren zalmvissers boven de landerijen,
waar eenmaal het roodbonte vee graasde.
Een vijftiende eeuwse kunstenaar pen
seelde primitief, maar hartroerend-
waarheidsgetrouw, de ellende van deze
Elisabethsdag. Wie voor zijn cloek in
bet Rijksmuseum staat en de houten
bootjes ziet, waarin gehele huishoudin
gen zich in veiligheid stellen een
schaap op de voorplecht ziet bij het
nieuws en de reportages van déze dagen
de eeuwen wegvallen.
S. J. v. d. M.
Saldo schatkist bijna
1 milliard gulden
De goudvoorraad is deze week onver
anderd gebleven op 2149 millioen gld.
Er hebben dus geen omzettingen plaats
gehad van convertibele valuta in bet
gele metaal. Daarentegen vertoont de
netto deviezenreserve een behoorlijke
stijging, nl. van 1588 tot 1650 millioen
gld. Goud en deviezen samen bedragen
nu 3799 millioen gld.
Onder invloed van de ultimo zijn voor
schotten in rekening-courant met 7 millioen
toegenomen en is de biljetleneirculatie weer
boven de 3 milliard uitgekomen.
Opmerkelijk is de toeneming van het saldo
der schatkist, dat thans bijna ƒ1 milliard
groot is. De veronderstelling lijkt gewettigd,
dat deze stijging via afgifte van schatkist
papier afkomstig is van de saldi der banken,
die met een gelijk bedrag (circa 60 millioen)
zijn gedaald als het saldo schatkist is toege
nomen. De geldmarkt blijft ruim.
Nederlandse uitvoer naar
West-Duitsland
De invoercommissie van de Bondsrepubliek
West-Duitsland heeft 2,3 millioen Mark
vrijgegeven voor invoer uit Nederland. Daar
van is 1,57 millioen mark bestemd voor rijst,
325.000 mark voor suikerwaren, 250.000 mark
voor zoetwatervissen en 150.000 mark voor
iboekweitmeel en grutten.
Nederland dagvaardt
rederij Faustus
Naar vernomen wordt, zal de Staat
der Nederlanden dezer dagen de dag
vaarding uitbrengen aan de Panamese
rederij, die eigenares is van de
„Faustus", die in de nacht van 6 op 7
November in de Nieuwe Waterweg bij
Hoek van Holland is vergaan. Het be
stuur van deze rederij bezat twee
schepen, waaronder de „Faustus". Het
andere schip is in Januari verkocht. De
eigenaars van deze rederij schijnen
Grieken te zijn en wonen in Engeland.
De Staat vordert nader vast te stellen
schadevergoeding wegens het stuk
varen van de dijk en het wegwerken
van het wrak.
bosch) gaan de DCL-ers aan de kop. 1 en 2
Sepp en Wiersma 4 uit 3; 3 en 4 W. Koning
en J. Postma 3 uit 3; 5 en 6 F. Lolkema
J. de Vries 2 uit 3.
In groep C werden de drie gespeelde
wedstrijden weer alle 3 remise, waardoor
van het totaal van 9 er nu 8 in een punten
verdeling eindigden: M. Tuik (DCL)G.
Schambach (DCL) 11; J. Hoogterp (Dok-
kum)B. Stenekes (Gs) 11; J. Dassen
(DCL)—S. de Hoop (DCT)) 1—1. Stand:
1. S. de Hoop 4 uit 3; 2. M. Tuik 4 uit 4;
3 en 4 J. Dassen en J. Hoogterp 3 uit 3;
5. G. Schambach 2 uit 2; 6. B. Stenekes 2
uit 3.
O. Visser (DCT) ging in groep D. onver
stoorbaar door en won zijn derde partij,
ditmaal van D. Douma, Lioesens, en heeft
nu alleen nog concurrentie te vrezen van
D. Cremer (DCL). O. Jelsma (Rauwerd)
behaalde hier zijn eerste winstpuntje door
een remisepartij met H. Van Gelderen Jr.
(G.S.).
1. O. Visser 6 uit 3; 2. D. Cremer 3 uit 2;
3 en 4 D. Douma en H. v. Gelderen Jr. 3
uit 3; 5. H. Jelsma 1 uit 3; 6. A. Feitsma
0 uit 2.
In groep E werd niet gespeeld. A.s.
Zaterdag in Twijzelerheide kan J. Stene
kes (GS) door remise te behalen tegen J.
v. d. Meer (Houdt Stand) groepswinnaaar
worden.
Jeugdkampioenschap
De beide groepen jeugddammers spelen
voor plaatsing van 2 spelers in de finale.
In beide groepen is een leider resp. H.
Braaksma (Lioessens) en J. Dijkstra (Har-
lingen), die zich vrij zeker zal plaatsen,
doch om de 2e plaats wordt nog fel ge
streden:
De uitslagen van Zaterdag waren:
A: O. FeitsmaK. Buruma 11; S.
FeenstraO. Hoekstra 02. B: J. v. d.
BergT. de Vries 11; F. BurumaJ.
Dijkstra 02.
Stand A groep: 1. M. Braaksma, Lioessens.
2—4; 2. O. Hoekstra (DCL) 34; 3. O. Feit
sma (DCL) 33; 4. L. v. d. Mei, Dokkum,
22; 5. S. Feenstra (DCL) 3—2; 6. K.
Buruma, Tietjerk, 31.
B groep: 1. J. Dijkstra. Harlingen, 3—5;
2. J. v. d. Berg, Tietjerk, 3—3; 3. G. v. d.
Meulen (DCL) 22; 4. T. de Vries, I-Iar-
lingen (22); 5. F. Buruma, Tietjerk, 20.
Flora gaat door
De feestelijkheden in Heemstede en
Haarlem ter gelegenheid van de grote
internationale bloemententoonstelling
Flora 1953, die 13 Maart opengaat, gaan
volledig door. Het bestuur van „Haar
lems bloei" heeft, in overleg met de
directie van Flora 1953 gemeend hier
toe te moeten besluiten, omdat de
enorme slag, die Nederlands economie
na alle menselijk leed heeft getroffen,
het noodzakelijk maakt dat zo veel
mogelijk vreemdelingen naar ons land
worden getrokken.
(Advertentie l. M.)
Inwendige zuiverheid
is het behoud van Uw gezondheid.
Neem eens per week één of twee
(Advertentie l. Af.)
Bescherm Uw Kinderen
Bij gevatte kou direct de Uw kind
[bedreigende gevaren bestrijden met./
(Advertentie I. M.)
KOU en GRIEP l
kunt U bestrijden met de f
zo krachtig werkende
HET OUWEL-CACHET
WAARBORGT
SMAAKLOOS EH
GEMAKKELIJK INNEMEN
(Advertentie 1. M.)
Van „luchtjes" gesproken... laat
de lucht van koken, bakken
en braden niet in uw woning
rondhangen. Alle keukengeuren
worden door Air-Wick even
prompt weggenomen als de
rooklucht uit uw woonkamer.
1 UIT ANDERE jg
BLADEN llllllllll»
De vierde en de laatste dag
„De Volkskran t" (r.k.) merkt
op. hoe wij allen weer. precies als in Mei
1940. een voile dag nodig gehad hebben
om de verschrikkelijke werkelijkheid tot
ons te laten doordringen; nu is er echter
slechts één. plicht; redden en er mag door
talmen of onoordeelkundigheid of gebrek
aan organisatie ook niet één mensenleven
meer verloren gaan:
„Vanmorgen, Woensdagmorgen, is de
vierde dag begonnen. Naar menselijke be
rekening ook de laatste dag waarop het
mogelijk zal zijn nog levende slachtoffers
uit bomen en van daken te redden. Mis
schien hebben deze mensen op de Zondag,
die reeds zo ver in het verleden schijnt te
liggen, het éne vliegtuig boven hun hoof
den gezien. Zij hebben gezwaaid met
lakens en zakdoeken, zoals schipbreuke
lingen op een vlot. die eindelijk in de verte
een rookpluim ontwaren. Maar de lucht
vloot waarop zij zeker rekenden is niet
gekomen. Drenkelingen in doodsnood zien
de moeilijkheden niet waarmee hoofd
kwartieren te maken hebben en Zeeuwse
boeren weten weinig van de beperkte mo
gelijkheden waarover de Nederlandse
luchtmacht beschikt. Deze slag had nie
mand voorzien en op deze ramp was Neder
land niet voorbereid."
Bij de kraag genomen
In de sublieme samenwerking van de
Nederlanders gedurende de laatste dagen
is een wanklank gekomen, doordat de
regering gedwongen is geworden de nodige
zendtijd van de Avro te vorderen, aldus
„De Tijd" (r.k.); de voorzitter van deze
vereniging, de heer De Clercq. staat nl. op
't standpunt, dat hij en hij alleen verant
woordelijk is voor de gang van zaken bij
„zijn" omroep en dus vertelt de Avro-
omroeper. dat zijn omroep haar apparaat
„ter beschikking" van de regering stelt;
„Als de regering u dwingt dan moet ge
doen, alsof de regering niets gedwongen
heeft en gij helemaal uit uzelf, spontaan
en edelmoedig offers brengt. In dat geval
zit er nog reclame in de noodsituatie. Men
moet De Clercq heiten om op die gedachte
te komen. Men moet een geestelijk nihilist
zijn om temidden van ellende, die een mil
lioen landgenoten heeft getroffen en nog
treft, de houding aan te nemen van de
enkeling, die zijn eigen bezit veilig tracht
te stellen en zijn verbondenheid met de
samenleving verloochent, terwijl negen
millioen Nederlanders doen wat zij kunnen
om het lijdende ene millioen landgenoten
te helpen. Als de heer De Clercq helpt, dan
zal het zijn uit een duidelijk gedemon
streerde welwillendheid, niet uit een ge
voel van plicht, nog minder uit een niet te
houden innerlijke drang, die hij niet
schijnt te kennen. Het is een wijs besluit
geweest van de regering, om de man, die
niet mee wil doen en die terzijde gaat
staan, bij de kraag te nemen. Een andere
methode zou verkeerd geweest zijn?"
Zeeland, de worstelende leeuw
De „New York Times" geeft
naast een vrij brede reportage van de wa
tersnood ook een reeks notities van een
ooggetuige; er wordt in gesproken over de
kracht van de Noordzee en over 't eiland
Walcheren met zijn lage polders, over de
zeedijken vooral, die met hun hoogte de
vreemdeling tot verbazing brengen:
„Als het water nóg hoger komt, wat zou
er dan in Veere wel niet verdrinken? Het
mooie stadhuis met zijn prachtige toren
van waaruit de klanken van het Wilhel
mus ieder vol uur, die van „Een vaste
burg" ieder half uur, en verwaaide brok
stukken van niet te bepalen melodieën
ieder kwartier weerklinken, zou nog boven
de watertoren uitrijzen. Boven blijven zou
ook de vervallen kathedraal, waarin eens
de soldatentroepen van Napoleon hun
paarden gestald hebben. Maar de scholen,
de huizen. het gehele leven van
deze kleine gemeenschap zou tot ramp
spoed gebracht worden, evenals dat zeker
ook het geval zou zijn met het leven van
Middelburg of Vlissingen of gedeelten van
andere steden en dorpen. De overstroming
van de wijde vlakten van het eiland roept
een schrikwekkend visioen op van verla
tenheid en ellende. Dit is al eens eerder in
onze tijd gebeurd. Het was in 1944 dat
Britse bommenwex'pers de zeedijken van
Westkapelle hebben vernield; toen ook
heeft de zee Walcheren onder water gezet
en werd het eiland in diepe vouw gedom
peld. De voorspelling werd toen gehoord,
dat het zeven jaren zou duren voordat de
bodem bevrijd zou zijn van de gevolgen
van de verzilting en weer zijn vroegere
vruchtbaarheid had herkregen. Die profe
tieën zijn toen vals gebleken. Walcheren
heeft na een door de regering breed opge
zet en energiek volvoerd droogleggings
proces een vlugge en verbazingwekkende
terugkeer naar de voormalige productivi
teit beleefd. De degelijke boeren van het
eiland worden nu weer voor dezelfde be
proeving geplaatst, afgaande op de jongste
verslagen. Maar het staat vast dat zij er
ook thans doorheen zullen bijten. Niet voor
niets staat op het provinciewapen van Zee
land een leeuw, die zich aan de golven
ontworstelt."
Natuur en niensenmaaksel
„S d-T onder n-T a g e b 1 a t t"
(dagblad voor Noord-Friesland) consta
teert, dat de mens van thans, die waarlijk
niet zo spoedig meer aangedaan wordt,
door de gebeurtenissen van het afgelopen
weekend ten diepste is ontroerd; niet de
omvang van de ramp of het medegevoel
met de slachtoffers van de watersnood
alleen is het, wat ons bezighoud, maar ook
de ervaring dat de natuur toch sterker is
dan het maaksel van mensenhanden;
„De dijkbouw en de andere afweer-
maatregelen tegen het woeden der elemen
ten zijn vervolmaakt 'cn verfijnd, de vei
ligheid der mensen in de beschutting van
de werken der techniek en van het ver
nuft der uitvinders werd steeds groter,
maar wie durft geloven, dat het gevaar
voorgoed uitgebannen is of zelfs gebannen
kan worden? De rampzalige gebeurtenis
sen van de afgelopen dagen geven een ont
kennend antwoord. Laat ons toch niet me
nen, dat de krachten der natuur onderge
schikt zijn aan de mens uit het tijdperk
van de atoombom. De natuur wijst de mens
steeds weer binnen zijn grenzen terug en
laat hem voortdurend ervaren, dat boven
al zijn plannen en prestaties een kracht
staat, die hij nimmer bedwingen kan. Het
besef daarvan zal tot vele zich gerust wa
nenden op schrille wijze doorgedrongen
zijn, toen zij hoorden welke aanvallen de
zee had ondernomen. De mensheid be
hoeft zich in het aangezicht van zulke
natuurrampen niet kleiner te maken dan
zij „van nature" is, Zij zal er echter geen
schade door lijden, wanneer zij bescheiden
en rustig erkent wat zij wel en wat zij niet
kan doen. Het uitvloeisel van zulk een
ramp behoeft nog geen angst te zijn; dat
zou ondankbaar zijn jegens de natuur, die
over het geheel genomen toch meer zegen
dan ongeluk biedt. Liever zou men van
een geluk in alle ongeluk moeten kunnen
spreken, wanneer dagen als de thans in
West-Europa doorleefde, de mensen en de
volkeren tot het inzicht zouden brengen,
dat het onze menselijke laak is elkaar te
helpen en bij te staan."