De reddinn voiop in gang met man en macht
Leger In volle actie
CARPE DIEM
Pluk de dag, waait we weten
niet, wat de avond ons brengen zal.
Zó ongeveer heeft Horatius eens
uitdrukking gegeven aan een zij
ner schone gedachten. Het is een
gedachte, welke door opvolgende
geslachten is voortgedragen, om
dat er altijd feiten waren in de ge
schiedenis, welke haar juistheid
bevestigden.
Het was J.l. Zaterdag juist 15
jaar geleden, dat over heel het
land jubelende klokken de blijde
mare benadrukten van de geboor
te ener Prinses uit het jonge hu
welijk van H. M. de Koningin en
de Prins der Nederlanden. We
dankten God, Die een gelukkige
toekomst voor ons vaderland onder
het zegenrijk bestuur der Oranjes
scheen te hebben willen bevestigen.
Niets doet ons, zelfs op heden
niet, aan die toekomst wanhopen,
maar op de weg naar geluk wordt
ons volk wel zwaar beproefd. Vijf
oorlogsjaren brachten ons aan de
rand van de afgrond en juist toen
we begonnen te geloven, dat de
ergste moeilijkheden waren over
wonnen, klonken wéér zoals pre
cies vijftien jaar geleden de
klokken over (de laagste delen
van) de Lage Landen, thans ech
ter niet om te jubelen, maar om
te waarschuwen voor dood en ver
nieling, welke op de slapenden toe-
renden met luid geraas van onge
bonden oerkracht.
De noodklokken galmden en
overstemden de machteloze hulp
kreten van honderden, die onder
gingen in gierende duisternis en
kolkend geweld van alles-overspoe-
lend water.
Carpe Diem!
Hadden zij, die vergingen in die
nacht, waarin de oude wereld leek
te einden na een nieuwe „scheiding
tussen wateren en wateren" de
betekenis van het Carpe Diem tij
dig verstaan en er naar gehandeld?
Hadden ook wij dat, die op zo be
voorrechte wijze werden gespaard?
Hebben wij, allen tesamen, de
dag geplukt, tóen we wisten hoe
wankel het bestaan van velen on
zer was, die zich moesten toever
trouwen aan de weerstand van dij
ken, die in de oorlogsjaren tè
zwaar beproefd zijn geweest en
die zeker niet meer de garanties
konden verschaffen, welke dijken,
gebouwd naar de eisen van gevor
derde wetenschap en techniek
getuige de afsluitdijk kunnen
bieden
De modernisering van ons pol
derstelsel is vaak overwogen, maar
een verwezenlijking van deze ge
dachte stuitte af op de inderdaad
afgrijselijk hoge kosten. Maar toch
hebben we ook het geld weten op
te brengen voor de inpoldering van
de Zuiderzee en we hebben vijf ja
ren oorlog, vernietiging en uitplun
dering moeten betalen. We zullen
ook een volgende oorlog welke
God moge verhoeden te betalen
hebben, als die ons wordt opge
drongen.
Carpe Diem.
Pluk de dag. Laten we althans
nu deze waarschuwing verstaan,
nu we honderden millioenen zullen
hebben uit te geven aan een her
stel, dat slechts uitzicht op een
nabije of verre nieuwe vernietiging
opent, als het niet is gericht op een
aanpassing aan de eisen van de
moderne waterstatkundige tech
niek. Laten we bij voorbaat de kin
deren redden van hen, die thans
him leven lieten onder het geweld
der natuur.
W aarschuwingen
Nog in 1947 verscheen een boek
(van T. Huitema), waarin werd
gewaarschuwd, dat „het noodlot
zich al in dit (dus 1947) of in een
der eerstkomende jaren (aan onze
agken) zal voltrekken." De schrij
ver steunde voor deze uitspraak op
conclusies van deskundigen als de
heer P. H. Gallé, toenmaals adj.-
directeur van het Meteorologisch
Instituut te De Bilt.
In het boek wordt de stormvloed
van Januari 1916 onderzocht. Naar
aanleiding van de hoge waterstan
den toen, werd een staatscommis
sie ingesteld, in welk verband de
heer Callé de grootste opstuwingen
berekende. In dit boek wordt dan
FEUILLETON
MODDERGEUZEN
C. BAARDMAN
53)
Daar ben ik net en ik heb
nog wat voor je meegebracht ook,
antwoordde hfl en hg gooide voor
de verbaasde ogen van zijn vrouw
een rode en een witte kool op ta
fel neer.
Met zulk 'n man durft Jan niet
aan te'leggen en zonder een stoker
aangenomen te hebben gaat hij
naar huls.
Doch in de stille uren van de
nacht ligt hij wakker op zijn bed
en aldoor moet hij aan het gezin
van de lapzwans denken en aan de
zorgen waaraan diens vrouw ten
onder zal gaan. Er moet toch een
weg zijn waarlangs hier geholpen
kan worden. Hg peinst en peinst...
en tenslotte meent hij zulk een weg
gevonden te hebben.
De volgende morgen stapt hij al
vroeg naar het huis van de werk
loze stoker waar hjj het aan de
Dijk gebruikelijk „volluk" door de
deur naar binnen roept.
Komt er maar in, antwoordt
een stem en als Jan door het klom-
penhok heen gestrompeld is en de
kamerdeur opendoet maakt hij een
onwillekeurige schrikbeweging als
hij ziet hoe daar binnen mensen
hulzen. Midden op een vieze vloer
staat een tafel waarvan zelfs var
kens niet zouden willen eten, Het
gehele gezin staat of zit rond die
tafel te knabbelen aan een homp
brood.
Hij ziet hoe een lichte blos op
de vale wangen van de vrouw
komt en hij begrijpt dat zij nog
niet geheel door de ellende is afge
stompt maar zich haar positie ter
dege bewust is.
Bij de bakker mogen wij oud
brood weghalen zolang Dirk zon
der werk is, verklaart zij.
jan knikt slechts, tot
- i hö niet te ataaA
„De Staatscommissie gaf in
overweging geen rekening te
houden met verschijnselen, die
zich volgens haar kansrekening
nog niet eenmaal per eeuw zul
len voordoen. Een advies, dat
ongetwijfeld werd ingegeven
door de grote moeilijkheden, die
zouden ontstaan, als de reeds
te laag gebleken waterkeringen
in en bij Rotterdam belangrijk
moesten worden verhoogd. Men
heeft aanvankelijk dat advies
aanvaard
Een kans van ééns per eeuw.
Welnu, deze kans heeft zich van
Zaterdag op Zondag J.L voorge
daan. En de gevolgen?
De heer Huitema .schrijver van
het boek, oordeelde in 1947:
„Voor de veiligheid achter wa
terkeringen is een advies als dat
der (staats) commissie funest. Het
versterkt de ten opzichte van
dijken al te sterke neiging tot
optimisme, tot het uitstellen van
verbeteringen om de kosten of an
derszins."
Spontaniteit
Er wordt met gulle hand gege
ven en geofferd in ons land, ons
volk vertoont zich heden, juist als
in de oorlogsjaren, weer van zijn
beste kant. Het helpt in volkomen
eensgezindheid van gevoelen: allen
voor allen.
Zondag werd mét het bekend
worden van de omvang van de
ramp de onweerstaanbare drang
geboren om te helpen. Iedereen
zou het liefst met een schop op de
schouder en voorts beladen met
geld, kleren en dekking naar de ge
teisterde gebieden zijn getogen,
maar iedereen begreep óók, dat
zulks practisch niet doenbaar was
en dat zulke massale, persoonlijke
interventie, slechts désorganiserend
zou werken. Maar de dadendrang
moest 'n uitweg hebben en daarom
pakte men aan, op de een of ande
re manier. Aan de winkeliers kwa
men de opgeslagen voorraden tex
tiel en andere levensbenodigdheden
als een aanklacht tegen hun per-
Maar de knapen krggen hun
buik vol en dat is het voornaam
ste, meent de man te moeten zeg
gen.
En dat zeg jij, barst Jan uit.
Ja, dat zeg ik, kan lk het hel
pen als ik geen werk heb. Weet jg
soms een putje voor me?
Het liefst zou Jan maar weg
vluchten uit dit huis, maar als hij
de ellende van vrouw en kinderen
ziet zet hjj zgn plan door en zegt:
Je kan mee naar Antwerpen,
als wfl het eens kunnen worden
tenminste.
Dat worden we altfld, zegt de
man en na een korte weifeling laat
hg er op volgen: Wat kan ik
verdienen
Vijf gulden.
Spotlachend zegt de man:
Vgf guldenper dag zeker?
Neen per week.
Nou dan eet ik nog wel een
poosje oud brood, wat zeg Jg
vrouw. Van vgf gulden kan lk die
kleuters niet te eten geven.
Behoeft ook niet, die vgf gul
den zgn voor jou alleen, je vrouw
krijgt elke Zaterdag nog vgf rijks
daalders uitbetaald.
Vgf rijksdaalderstwaalf en
een halve gulden elke Zaterdag in
haar handen, het ls muziek in de
oren van de vrouw. Verbaasd
vraagt zij:
Meen je dat echt?
Ik meen het.
Doen Dirk, doen... We heb
ben het zo nodig, zegt de vrouw
en Jan hoort hoe haar stem vol
tranen 1b.
Ben lk een kleine jongen die
met een zakcent zoet gehouden
moet worden, protesteert de man
doch zijn stem klinkt zwak. Hij
voelt zich een veroordeelde die de
strop al rond zijn hals heeft en die
weet dat hg het heeft verdiend.
Jan geeft geen antwoord, maar
de vrouw dringt opnieuw aan:
Toe Dirkmisschien kan alles
weer goed worden,
Vooruit dan maar, beellat de
man.
Aanstaande Woensdag vertrek
kfe tegelijk met a*, wogt Jen -
soon naar voren. Spontaan laadde
men onder elkaar vrachtauto's vol
en tal van particulieren droegen
het hunne, bij door een greep in de
linnenkast of aan de kapstok. In
talrijke steden en dorpen vergader
de op die Zondag' het gemeentebe
stuur nog om een comité samen te
stellen, dat de ophaaldiensten van
goederen organiseerde.
Waar men met zulke comité's
één dag te laat was. kwam het
particuliere initiatief onhoudbaar
naar voren. Niemand mag zich
daarover beklagen.
Natuurlijk, waar men eenmaal
tot organisatie is gekomen, moet
alle hulpverlening daarin verder
verlopen, maar laten we wél be
denken, dat al te veel organisatie
en centralisatie dikwijls nog meer
fouten verwekken dan spontane
actie en hulpverlening. Zou het wel
zo erg zgn, als een verkleumde
vluchteling een jas één dag eerder
aan kreeg dan hem „officieel" kon
worden toegewezen? En zou zo'
jas minder goed warmen, omdat
ze nog niet in een register was in
geschreven met bijvoeging van
„maat" en al die andere bijzonder
heden, die ambtelijk onmisbaar
worden geacht?
Een millioen mensen is bij
ramp betrokken: een groot deel van
hen zat ogenblikkelijk zonder het
allemodigste. In Den Haag vrij
ver van de rampoorden! werden
alle goederen zó keurig verzameld,
dat de organisatie hopeloos vast
liep. Alle opslagplaatsen lagen er
vol, maarin Zeeland huiverden
de getroffenen.
Ooit last van Zuurbranden
Geen glas, geen water, geen nare
smaak. Simpelweg één of twee
Bennies laten smelten op de tong.
Er zgn mensen cle nemen Rennies
te pas en te onpas maagzuur of
niet alleen maar omdat ze ze
lekker vinden. Dat hoeft nou w
niet, maar 't is wel plezierig altgd
Rennies bij de hand te hebben, voor
eigen gebruik of om anderen te
helpen. Vraag Rennies bij Uw apo
theker of drogist.
(Advertentie)
Ik bedoel maar: er kan te veel
centraal worden georganiseerd. De
karren en auto's met goederen, die
Zondag en Maandag naar de ramp
oorden werden gereden, hebben
misschien meer uitkomst verschaft
dan de gestapelde voorraden het
ooit zullen doen. Er zal wel eens
een jas om verkeerde schouders
zijn gegleden, maar profiteurs zit
ten overal. Dat heeft ook elke goed
georganiseerde hulpverlening steeds
geleerd.
Ik heb die onweerstaanbare spon-,
taniteit bij de hulpverlening een
pracht-ding gevonden en van gro
te morele waarde.
Geen wedstrijd
Laten we de huidige inzameling
voor het Rampenfonds zo gaaf mo
gelijk zien. te houden. Er zullen
vele millioenen nodig zgn voor le
niging van de nood en voor herstel,
min.-pres. Drees gewaagde van
„honderden" millioenen. Laten we
samenbrengen wat we kunnen,
maar dan énkel gedreven door ge
voelens van plicht, liefde, offer
bereidheid. Het wedstrijdelement
moet er vreemd aan blijven. We
kunnen mooie „voorbeelden" noe
men om tragen wat te stimuleren,
maar laten we er geen wedstrijd
van maken, waarbij de ene gemeen-
geeft de vrouw tien gulden in de
handen als een voorschot dat nooit
verrekend zal worden.
Ik heb een stoker .vertelt hij
zijn vader.
Wie is 't?
Dirk den Otter.
Tjonge, tjongejjj durft
heel wat aan, zegt zijn vader hoofd
schuddend.
Als hg hem uitlegt onder welke
voorwaarden hg Dirk heeft
nomen zijn zij niet overtuigd van
zgn wgs beleid, maar zijn moeder
belooft hem elke Zaterdagmorgen
het voor de vrouw van Dirk vast
gestelde bedrag te zullen bezor
gen.
Een vreemd beroep hebben
wij, zegt Hoornaar peinzend, de
een houdt er een vrij huis bij over,
terwijl de kinderen van de ander
gebrek lijden, maar dat ligt aan
de mensen, ja dat ligt aan de men-
In een ogenblik van vertrouwe
lijk samenzijn vraagt vrouw Hoor
naar:
Ben je nu heel en al los van
Marie, je kijkt zo helder uit je
ogen, is er een ander meisje?
Het kan vriezen en het kan
dooien, zegt hij raadselachtig,
maar zijn moeder begrijpt hem.
Zie maar goed toe wat je
dcet, raadt zij, je behoort nu oud
en wijs genoeg te wezen om te we
ten hoe de wereld in elkaar zit.
Dat zal ik, belooft Jan en
zingend en fluitend doorleeft hij
zijn beurtdagen.
Waar is je bultzak, vraagt hij
als hij met Dirk aan het station
staat, gereed voor het vertrek naar
Antwerpen.
Heb ik niet, bekent Dirk,
ik slaap wel op een bos stro of op
5 planken.
Op dit antwoord heeft Jan geen
weerwoord en een begin van twij
fel aan zijn daad van medelijden
komt in hem op. Stro heeft hij in
St Anneke nog niet gezien en een
mens dat na een dag van hard
werken op de planken moet slapen
ls de volgende dag maar een half
HU heeft zich iets op de hals-I
KOU en GRIEP i
kunt U bestrijden met de f
zo krachtig werkende
het ouwelcachet
waarborgt
smaakloos eh
f gemakkelijk innemen
Advertentiej
te tegen de andere opbiedt. Een
.wedstrijd in edelmoedigheid"
klinkt wel aardig, maar het ene
verdraagt zich toch eigenlijk moei
lijk tot het andere.
Bovendien vloeit het steungeid
deze keer langs verschillende ka
nalen naar het Rampenfonds. Co
mité's zamelen, maar dat doen ooi:
landelijke organisaties; velen stor
ten hun bijdrage rechtstreeks In de
kas van het fonds; in kerken wor
den collecten gehouden enz.
Ieder doe zijn plicht ten volle,
maar bepale zelf de methode.
De ramp in film
In de steden draaien beelden van
de grote Nationale Stormramp
reeds in het filmjournaal en de Te
levisie-kijker werd Maandagavond
al in de gelegenheid gesteld om
indrukken op te doen van omvang
en betekenis van de vreselijke ge
beurtenis. Ik geloof, dat het goed
zou zgn, als men op korte ter
mijn overal, dus ook waar geen
bioscoop gevestigd ls, een goed
filmbeeld zou vertonen.
Degenen, die er een aanschouw
den, waren geen ogenblik uit voor
hun genoegen. Integendeel hebben
ze, misschien ten dele onbewust,
de schrijnende tegenstelling door
voeld tussen wat ze zagen aan ge
projecteerde ellende en hun eigen
veilige geborgenheid van het ogen
blik. Beelden van zwijgende men
senburgers en militairen die
verbeten deden wat ze konden;
beelden van machteloze drjken, van
daken, die nog juist met de nok bo
ven het water uitstaken en van
vee in doodsangst. Ons voelden we
de keel toegeknepen, toen we méé-
vlogen met de filmmensen over de
onafzienbare, troosteloze water-
vlaktèn, waarin rijen van boomtop
pen en van dakpunten de omtrek
van gewezen woonoorden markeer
den. O, dat benauwende gevoel van
niets te kunnen doen. En dan was
bet beeld nog zo kies om de kij
kers de nieest navrante détails te
besparen,* bijzonderheden, die men
zich nauwelijks durft voorstellen,
maar dia toch op dit ogenblik rau
we werkelijkheid zgn.
Ik denk, dat heel wat mensen de
bioscoop hebben verlaten met het
vaste voornemen om voorlopig heel
wat voorstellingen over te slaan,
teneinde het enige te doen, wat ze
kunnen: Geld offeren voor de hulp
verlening.
We vernamen zo juist, dat de
Cinetone in samenwerking met de
Amerikaanse Hulporganisatie te
Pargs, de Nederlandse filmkunste
naars Herman van der Horst, Bert
Kaanstra, Ytzen Brusse en Van
Haren Noman naar de noodgebie-
den heeft gestuurd met gemotori
seerde jollen en een eigen voedsel
pakket, om een groot aantal film
opnamen te maken, waaruit een
film zal worden samengesteld, die
men nationaal en internationaal
hoopt te gebruiken in de grote
hulpactie voor de slachtoffers van
de getroffen gebieden.
De inhoud der krant
We hebben deze rubriek heden
uitsluitend gericht op aspecten van
de grote nationale ramp. Er is in
de eerstkomende dagen natuurlijk
gehaald waarvan de ellende niet is
te overzien.
Het valt echter mee. de afgelos
te stoker is in de wolken van blijd
schap nu hij naar huis kan en uit
dankbaarheid geeft hij zgn bed
zijn opvolger, nooit zal hij meer
een bultzak nodig hebben, zoveel
weet hij nu wel.
De eerste weken doet Dirk niet
in de menage mee, hij kookt zijn
eigen potje wat betekent dat hij
leeft van droog brood en het uit-
schrapsel der pannen die kokkie
hem voorzet.
Door deze sobere wgze van le
ven kan hij enkele francen over
leggen en een maal per week naar
de wal gaan om zich dronken te
drinken.
Doch na een paar maanden laat
hij zich in de ménage opnemen, en
mijdt hg de wal als een gevaar.
Het voorbeeld van zijn niet drin
kende kameraden en de opgetogen
brieven van zijn vrouw prikkelen
hem tot zelfbeheersing en de ma
chinist heeft nooit een betere sto
ker op de stookplaats gehad.
Van alle zijden stormt het geluk
op Jan aan, hij heeft een mens
weer op de benen gezet, de firma
waarvoor hij werkt behandelt hem
sis een kostbaar juweel en elke
vier weken is daar Claire, het
meisje, dat zijn stoutste dromen
tot werkelijkheid maakt. Een enke
le maal plaatst hij in de besloten
stilte van zijn hut Marie naast het
meisje uit Ostende en dan duizelt
hij van zgn eigen geluk
Verschil in geloof en stand
och wat maakt dat uit als twee
mensen van elkaar houden en als
haar familie wel bezwaren heeft
dan weet zij een goede oplossing:
trouwen en samen wonen in die
leuke hut aan boord van het schip.
Jan groeit onder dit alles tot een
hoogte waarop nog nooit een mens
gestaan heeft zonder zijn verstand
te verliezen. Hij vaart van de ene
verrukking in de andere en geen
ding in het leven acht hij onbe
reikbaar.
Wordt vervolgd.
voor weinig anders belangstelling.
Het karakter van ons blad zal zich
deze omstandigheden daarnaar
richten, het zou niet passend
zgn om al te gewoon te doen. In
verband daarmee blijft 'n enkel
stuk. waarvan we plaatsing toe
zegden, voorlopig nog in portefeil-
le. Ook een paar regelmatig gepu
bliceerde rubrieken zullen in het
a.s, Zaterdagnummer worden over
geslagen.
We vertrouwen, dat een en ander
de instemming van onze lezers zal
hebben.
voor dit gedeelte der Betuwe nog
niet hadden genomen.
In een volgend artikel komen
we met cijfers, mede om ons stand
punt In verband met het streekbe-
lang duidelijk te maken, evenwel
dan niet polemiserend met de heer
R., die ook niet de moeite nam
ons te beantwoorden.
Het Comité van Actie tegen
opheffing van de Dorpspolders
Ingezonden stukken
(Buiten verantwoordelijkheid
van de Redactie)
DE OPHEFFING DER
DORPSPOLDERS
De heer Roseboom doet ons van
de ene verbazing in de andere val
len. Werkt ons comité anoniem?
Weet de heer Roseboom niet dat
het volledige comité in de vergade
ring op 4 Augustus 1.1. bij de heer
Stockey te Geldermalsen achter de
bestuurstafel zat.
Hier was de pers aanwezig. Een
verslag van de vergadering stond
dan ook in de Gecombineerde.
De noodzakelijke moed om de
namen te noemen kunnen wé dus
gemakkelijk opbrengen.
Hier zijn ze: H. M. Merkens, oud-
voorz.-«poldermeester te Enspijk. B.
W. van Gijtenbeek, hoofdingeland
te Waardenburg; C, J. van Herpen,
secretaris dorpspolder te Herwij-
nen voor Tielerwaard; A. J. Ver-
hoeks voorzitter-poldermeester te
Drlel; J. C. R. B. van Campenhout
secretaris-ontvanger te Kerkdriel;
W. van der Schans, secretaris
dorpspolder te Well voor de Bom-
melerwaard; C. de Leeuw te Dode-
waard; A. van Osenbruggen, pol
dermeester Rijswijk; D W. de
Koek, poldermeester te Lïenden
voor de Neder-Betuwe; G. Herm-
sen, voorzitter-poldermeester te
Zaltbommel; J. J. Bouman, polder
meester te Gendt en G. Jansen van
Doorn, poldermeester te Heteren
voor de Over-Betuwe; A. Heuff,
voorzitter-poldermeester te Eri-
chem; J. Hakkert, .poldermeester te
Buurmalsen; T. van Mourik, secre
taris te Asch voor Buren.
Ieder protesterend polderbestuur
had u ze ook kunnen noemen.
Voorts trad en treedt in de actie
herhaaldelijk naar voren de secre
taris-ontvanger van de dorpspolder
Enspijk, de heer M. N. Zeylemaker,
niet als belanghebbend ambtenaar
(z'n wachtgeld zou veel langer lo
pen dan de datum van z'n pen-
sioensgerechtigheid) maar als be
langstellend ambtenaar.
Wat we evenwel niet kunnen be
grijpen ls, dat u, heer Roseboom,
diezelfde noodzakelijke moed niet
opeist van „enige belangstellende
geërfden ,die toch alle buiten^ ge-
erfden op hun wijze inlichten". Het
is toch absurd dat 17 polderraden
alleen in de Tielerwaard de actie
met maximaal 15 cent per ha be
sloten te steunen om belangheb
bende ambtenaren te helpen.
Heel wonderlijk doet dit argu
ment trouwens aan, waar ieder
weet. dat de dorpspolders hun
strijd voeren tegen de plannen van
ambtenaren, alleen en uitsluitend
van ambtenaren.
Gedeputeerde Staten schreven
nog onlangs, dat zij hun besluit
H. M. de Redacteur
Wat de heer Van Maaren over
dhr. Roseboom schrijft, ligt van
zelf bulten mij.
Roseboom en ondergetekende
wisten niets van elkaar af, anders
had er misschien een geschreven,
want uit het schrijven blijkt, dat
wij er eender over denken.
De heer Van Maaren heeft zich
wel even vergist, als hij meent,
dat ondergetekende meende, dat de
boeren dit alleen moeten betalen.
Waarde heer Van Maaren, mijn
bedoeling is, en was, dat de gebrui
kers van het land het deel moeten
betalen, wat niet gesubsidieerd
wordt door het Rijk, waaronder
verschillende lichamen vallen, b.v.
Cultuur Technische Dienst, Pro
vincie enz. Ik weet, dat dit veel
gaat kosten. Ik weet ook, dat,
wanneer er een betere waterbe
heersing is, er een beter bacterie-
leven in onze grond komt en dat
er dan een hogere geldelijke op
brengst komt. Wanneer nu de ex
tra kosten' (laat lk een hoog be
drag noemen) 25 per ha zou we
zen, dan zou dat betekenen, dat, er
van 1 ha. bouwland b.v. 100 kg.
graan meer moest komen of 1000
kg. voerbieten, of 600 kg. suiker
bieten. Stro en blad reken ik even
min als schoner en gemakkelijker
te bewerken land.
Voor weiland is ae rekening
lang zo gemakkelijk niet op te ma
ken. Toch meen ik, dat. weiland,
dat vooral In de winter goed ont
waterd ligt, betere en diepere gras
zoden krijgt, dus meer gras en be
ter gras. meer melk, beter hooi of
een kalf meer weiden en de 25
(als het zoveel zou kosten) zijn er
ook uit.
Waarde heer Van Maaren, nog
dit over het meer kosten van de
grote lichamen en het kleine ver
wijt aan mijn adres van een kleide
tik gehad te hebben van de ambte
lijke molen of dictatuur.
50 Jaar en meer hebben de Pol
derbesturen getoond niet te begrij
pen (Herwijnen en v. Maaren aan
de Hoofdgraaf en nog een paar
Polders, maken hier een uitzonde
ring op) wat waterbeheersing is.
Laat nu een ander het eens pro
beren.
Van Maaren, kosten van T.B.C.-
bestrijding, inenting tegen mond
en klauwzeer hebben niets met
polderzaken en waterbeheersing te
maken. Misschien is de tijd al
dichtbij, dat wjj als boeren deze
maatregelen zien als gelukkig, dat
de Overfieid die genomen heeft.
U mijnheer de redacteur dan
kend voor de plaatsruimte.
M. D. de Graaf.
N.V.V., Arbeiderspers enz.
gaven twee ton
Het dagelijks bestuur van het
NW 25.000) de bij het NW
aangesloten bonden 75.000), da
centrale arbe|klers verzekerings
bank te Den Haag 50.000), de
N.V. de Arbeiderspers, dagblad
Het Vrije Volk 30.000), het par
tijbestuur van de Partij van de
Arbeid 10.000), het hoofdbe
stuur van de VARA 10.000),
hebben in totaal een bedrag van
200.000 ter beschikking gesteld
van het nationaal rampenfonds.
LEGER, MARINE, SCHIPPERS, PILOTEN
Nederland strijdt aan het waterfront. Met zestienduizend militairen en
een ongeteld aantal naamloze burgers. Het onvoorstelbaar geweld van
water en wind wordt beantwoord met een overstelpende bedrijvigheid
aan redding en dichting der dijken. Het buitenland ziet toe en meer dan
dat: het reikt de hand. Staatshoofden bethuigen hun medeleven en Ame
rika onderstreept een sterkende groet van president Eisenhower met de
boodschap welwillend te staan tegenover het gebruik van de tegenwaar
de-fondsen der Marshall-hulp voor herstel. Maar dit op zichzelf belang
rijke nieuws verbleekt by de waavlyk bovenmenselijke strijd, waarin
gans het volk van het Lage Land is gewikkeld.
Over land en vanuit de lucht, maar vooral over het wrede water zelf,
springt Nederland te hulp. Zijn van de marine alle beschikbare vliegtui
gen in de weer, van de vloot aan kleine vaartuigen stoomden er nog
een honderdtal vanuit Amsterdam op. naar Zeeland vooral, waar met
name Zierikzee in doodsnood verkeerde. „Ontsteek terstond alle lichten"
luidde een commando tenville van vliegtuigen, die rubberboten zouden
neergooien. De vliegers moeten beneden zich een schouwspel gezien heb
ben, overeenkomende met het beeld van Duinkerken-1940 in volle eva
cuatie. De ganse vissersvloot van Urk is op weg om de eilanden te eva
cueren, en vanuit Amsterdam een armada, bevracht met ingeza melde
goederen. Een schepenstroom, waarvoor de Hembrug meer dan een uur
moest blijven opengedraaid.
Hulp van alle kanten. Maar dit opwekkend nieuws wordt overstemd
door noodlotstydingen uit gebieden, waarvan men tot dan toe niets had
vernomen: In Oude Tonge bjjna 200 doden, In Stavenisse op Tholen min
stens tweehonderd.
Onder leiding van de territoriale bevelhebber luitenant-generaal D. C.
Buurman van Vreealen vechten 16.000 militairen naast de burgers tegen
het opdringende water. Er worden nog 20.000 militairen in reserve ge
houden. Marine-boten uit Rotterdam en Vlissingen zijn reeds begonnen
met hulpverlening. Afdelingen van de Marine uit Den Helder z(jn over
zee en door binnenwateren naar de noodgebieden gegaan. Magazijnen
van het leger zijn ingeschakeld.
De „mobilisatie" van het Nederlandse leger is volkomen geslaagd. On
geveer 12 uur na de oproep van de chef-staf generaal Hasselman waren
vrijwel alle troepen op de plaats van bestemming. Het leger verleent
alleen bijstand. De leiding van het reddingswerk is in handen van de
burgerljjke overheid.
Het leger houdt geneeskundige eenheden en transportcolonnes In ge
reedheid voor het geval de burgerlijke autoriteiten er behoefte aan
mochten hebben. Zondag en Maandag hebben vliegtuigen van de Marine
Luchtvaart Dienst en de L.S.K. verkenningsvluchten uitgevoerd.