De reddinn voiop in gang met man en macht Leger In volle actie CARPE DIEM Pluk de dag, waait we weten niet, wat de avond ons brengen zal. Zó ongeveer heeft Horatius eens uitdrukking gegeven aan een zij ner schone gedachten. Het is een gedachte, welke door opvolgende geslachten is voortgedragen, om dat er altijd feiten waren in de ge schiedenis, welke haar juistheid bevestigden. Het was J.l. Zaterdag juist 15 jaar geleden, dat over heel het land jubelende klokken de blijde mare benadrukten van de geboor te ener Prinses uit het jonge hu welijk van H. M. de Koningin en de Prins der Nederlanden. We dankten God, Die een gelukkige toekomst voor ons vaderland onder het zegenrijk bestuur der Oranjes scheen te hebben willen bevestigen. Niets doet ons, zelfs op heden niet, aan die toekomst wanhopen, maar op de weg naar geluk wordt ons volk wel zwaar beproefd. Vijf oorlogsjaren brachten ons aan de rand van de afgrond en juist toen we begonnen te geloven, dat de ergste moeilijkheden waren over wonnen, klonken wéér zoals pre cies vijftien jaar geleden de klokken over (de laagste delen van) de Lage Landen, thans ech ter niet om te jubelen, maar om te waarschuwen voor dood en ver nieling, welke op de slapenden toe- renden met luid geraas van onge bonden oerkracht. De noodklokken galmden en overstemden de machteloze hulp kreten van honderden, die onder gingen in gierende duisternis en kolkend geweld van alles-overspoe- lend water. Carpe Diem! Hadden zij, die vergingen in die nacht, waarin de oude wereld leek te einden na een nieuwe „scheiding tussen wateren en wateren" de betekenis van het Carpe Diem tij dig verstaan en er naar gehandeld? Hadden ook wij dat, die op zo be voorrechte wijze werden gespaard? Hebben wij, allen tesamen, de dag geplukt, tóen we wisten hoe wankel het bestaan van velen on zer was, die zich moesten toever trouwen aan de weerstand van dij ken, die in de oorlogsjaren tè zwaar beproefd zijn geweest en die zeker niet meer de garanties konden verschaffen, welke dijken, gebouwd naar de eisen van gevor derde wetenschap en techniek getuige de afsluitdijk kunnen bieden De modernisering van ons pol derstelsel is vaak overwogen, maar een verwezenlijking van deze ge dachte stuitte af op de inderdaad afgrijselijk hoge kosten. Maar toch hebben we ook het geld weten op te brengen voor de inpoldering van de Zuiderzee en we hebben vijf ja ren oorlog, vernietiging en uitplun dering moeten betalen. We zullen ook een volgende oorlog welke God moge verhoeden te betalen hebben, als die ons wordt opge drongen. Carpe Diem. Pluk de dag. Laten we althans nu deze waarschuwing verstaan, nu we honderden millioenen zullen hebben uit te geven aan een her stel, dat slechts uitzicht op een nabije of verre nieuwe vernietiging opent, als het niet is gericht op een aanpassing aan de eisen van de moderne waterstatkundige tech niek. Laten we bij voorbaat de kin deren redden van hen, die thans him leven lieten onder het geweld der natuur. W aarschuwingen Nog in 1947 verscheen een boek (van T. Huitema), waarin werd gewaarschuwd, dat „het noodlot zich al in dit (dus 1947) of in een der eerstkomende jaren (aan onze agken) zal voltrekken." De schrij ver steunde voor deze uitspraak op conclusies van deskundigen als de heer P. H. Gallé, toenmaals adj.- directeur van het Meteorologisch Instituut te De Bilt. In het boek wordt de stormvloed van Januari 1916 onderzocht. Naar aanleiding van de hoge waterstan den toen, werd een staatscommis sie ingesteld, in welk verband de heer Callé de grootste opstuwingen berekende. In dit boek wordt dan FEUILLETON MODDERGEUZEN C. BAARDMAN 53) Daar ben ik net en ik heb nog wat voor je meegebracht ook, antwoordde hfl en hg gooide voor de verbaasde ogen van zijn vrouw een rode en een witte kool op ta fel neer. Met zulk 'n man durft Jan niet aan te'leggen en zonder een stoker aangenomen te hebben gaat hij naar huls. Doch in de stille uren van de nacht ligt hij wakker op zijn bed en aldoor moet hij aan het gezin van de lapzwans denken en aan de zorgen waaraan diens vrouw ten onder zal gaan. Er moet toch een weg zijn waarlangs hier geholpen kan worden. Hg peinst en peinst... en tenslotte meent hij zulk een weg gevonden te hebben. De volgende morgen stapt hij al vroeg naar het huis van de werk loze stoker waar hjj het aan de Dijk gebruikelijk „volluk" door de deur naar binnen roept. Komt er maar in, antwoordt een stem en als Jan door het klom- penhok heen gestrompeld is en de kamerdeur opendoet maakt hij een onwillekeurige schrikbeweging als hij ziet hoe daar binnen mensen hulzen. Midden op een vieze vloer staat een tafel waarvan zelfs var kens niet zouden willen eten, Het gehele gezin staat of zit rond die tafel te knabbelen aan een homp brood. Hij ziet hoe een lichte blos op de vale wangen van de vrouw komt en hij begrijpt dat zij nog niet geheel door de ellende is afge stompt maar zich haar positie ter dege bewust is. Bij de bakker mogen wij oud brood weghalen zolang Dirk zon der werk is, verklaart zij. jan knikt slechts, tot - i hö niet te ataaA „De Staatscommissie gaf in overweging geen rekening te houden met verschijnselen, die zich volgens haar kansrekening nog niet eenmaal per eeuw zul len voordoen. Een advies, dat ongetwijfeld werd ingegeven door de grote moeilijkheden, die zouden ontstaan, als de reeds te laag gebleken waterkeringen in en bij Rotterdam belangrijk moesten worden verhoogd. Men heeft aanvankelijk dat advies aanvaard Een kans van ééns per eeuw. Welnu, deze kans heeft zich van Zaterdag op Zondag J.L voorge daan. En de gevolgen? De heer Huitema .schrijver van het boek, oordeelde in 1947: „Voor de veiligheid achter wa terkeringen is een advies als dat der (staats) commissie funest. Het versterkt de ten opzichte van dijken al te sterke neiging tot optimisme, tot het uitstellen van verbeteringen om de kosten of an derszins." Spontaniteit Er wordt met gulle hand gege ven en geofferd in ons land, ons volk vertoont zich heden, juist als in de oorlogsjaren, weer van zijn beste kant. Het helpt in volkomen eensgezindheid van gevoelen: allen voor allen. Zondag werd mét het bekend worden van de omvang van de ramp de onweerstaanbare drang geboren om te helpen. Iedereen zou het liefst met een schop op de schouder en voorts beladen met geld, kleren en dekking naar de ge teisterde gebieden zijn getogen, maar iedereen begreep óók, dat zulks practisch niet doenbaar was en dat zulke massale, persoonlijke interventie, slechts désorganiserend zou werken. Maar de dadendrang moest 'n uitweg hebben en daarom pakte men aan, op de een of ande re manier. Aan de winkeliers kwa men de opgeslagen voorraden tex tiel en andere levensbenodigdheden als een aanklacht tegen hun per- Maar de knapen krggen hun buik vol en dat is het voornaam ste, meent de man te moeten zeg gen. En dat zeg jij, barst Jan uit. Ja, dat zeg ik, kan lk het hel pen als ik geen werk heb. Weet jg soms een putje voor me? Het liefst zou Jan maar weg vluchten uit dit huis, maar als hij de ellende van vrouw en kinderen ziet zet hjj zgn plan door en zegt: Je kan mee naar Antwerpen, als wfl het eens kunnen worden tenminste. Dat worden we altfld, zegt de man en na een korte weifeling laat hg er op volgen: Wat kan ik verdienen Vijf gulden. Spotlachend zegt de man: Vgf guldenper dag zeker? Neen per week. Nou dan eet ik nog wel een poosje oud brood, wat zeg Jg vrouw. Van vgf gulden kan lk die kleuters niet te eten geven. Behoeft ook niet, die vgf gul den zgn voor jou alleen, je vrouw krijgt elke Zaterdag nog vgf rijks daalders uitbetaald. Vgf rijksdaalderstwaalf en een halve gulden elke Zaterdag in haar handen, het ls muziek in de oren van de vrouw. Verbaasd vraagt zij: Meen je dat echt? Ik meen het. Doen Dirk, doen... We heb ben het zo nodig, zegt de vrouw en Jan hoort hoe haar stem vol tranen 1b. Ben lk een kleine jongen die met een zakcent zoet gehouden moet worden, protesteert de man doch zijn stem klinkt zwak. Hij voelt zich een veroordeelde die de strop al rond zijn hals heeft en die weet dat hg het heeft verdiend. Jan geeft geen antwoord, maar de vrouw dringt opnieuw aan: Toe Dirkmisschien kan alles weer goed worden, Vooruit dan maar, beellat de man. Aanstaande Woensdag vertrek kfe tegelijk met a*, wogt Jen - soon naar voren. Spontaan laadde men onder elkaar vrachtauto's vol en tal van particulieren droegen het hunne, bij door een greep in de linnenkast of aan de kapstok. In talrijke steden en dorpen vergader de op die Zondag' het gemeentebe stuur nog om een comité samen te stellen, dat de ophaaldiensten van goederen organiseerde. Waar men met zulke comité's één dag te laat was. kwam het particuliere initiatief onhoudbaar naar voren. Niemand mag zich daarover beklagen. Natuurlijk, waar men eenmaal tot organisatie is gekomen, moet alle hulpverlening daarin verder verlopen, maar laten we wél be denken, dat al te veel organisatie en centralisatie dikwijls nog meer fouten verwekken dan spontane actie en hulpverlening. Zou het wel zo erg zgn, als een verkleumde vluchteling een jas één dag eerder aan kreeg dan hem „officieel" kon worden toegewezen? En zou zo' jas minder goed warmen, omdat ze nog niet in een register was in geschreven met bijvoeging van „maat" en al die andere bijzonder heden, die ambtelijk onmisbaar worden geacht? Een millioen mensen is bij ramp betrokken: een groot deel van hen zat ogenblikkelijk zonder het allemodigste. In Den Haag vrij ver van de rampoorden! werden alle goederen zó keurig verzameld, dat de organisatie hopeloos vast liep. Alle opslagplaatsen lagen er vol, maarin Zeeland huiverden de getroffenen. Ooit last van Zuurbranden Geen glas, geen water, geen nare smaak. Simpelweg één of twee Bennies laten smelten op de tong. Er zgn mensen cle nemen Rennies te pas en te onpas maagzuur of niet alleen maar omdat ze ze lekker vinden. Dat hoeft nou w niet, maar 't is wel plezierig altgd Rennies bij de hand te hebben, voor eigen gebruik of om anderen te helpen. Vraag Rennies bij Uw apo theker of drogist. (Advertentie) Ik bedoel maar: er kan te veel centraal worden georganiseerd. De karren en auto's met goederen, die Zondag en Maandag naar de ramp oorden werden gereden, hebben misschien meer uitkomst verschaft dan de gestapelde voorraden het ooit zullen doen. Er zal wel eens een jas om verkeerde schouders zijn gegleden, maar profiteurs zit ten overal. Dat heeft ook elke goed georganiseerde hulpverlening steeds geleerd. Ik heb die onweerstaanbare spon-, taniteit bij de hulpverlening een pracht-ding gevonden en van gro te morele waarde. Geen wedstrijd Laten we de huidige inzameling voor het Rampenfonds zo gaaf mo gelijk zien. te houden. Er zullen vele millioenen nodig zgn voor le niging van de nood en voor herstel, min.-pres. Drees gewaagde van „honderden" millioenen. Laten we samenbrengen wat we kunnen, maar dan énkel gedreven door ge voelens van plicht, liefde, offer bereidheid. Het wedstrijdelement moet er vreemd aan blijven. We kunnen mooie „voorbeelden" noe men om tragen wat te stimuleren, maar laten we er geen wedstrijd van maken, waarbij de ene gemeen- geeft de vrouw tien gulden in de handen als een voorschot dat nooit verrekend zal worden. Ik heb een stoker .vertelt hij zijn vader. Wie is 't? Dirk den Otter. Tjonge, tjongejjj durft heel wat aan, zegt zijn vader hoofd schuddend. Als hg hem uitlegt onder welke voorwaarden hg Dirk heeft nomen zijn zij niet overtuigd van zgn wgs beleid, maar zijn moeder belooft hem elke Zaterdagmorgen het voor de vrouw van Dirk vast gestelde bedrag te zullen bezor gen. Een vreemd beroep hebben wij, zegt Hoornaar peinzend, de een houdt er een vrij huis bij over, terwijl de kinderen van de ander gebrek lijden, maar dat ligt aan de mensen, ja dat ligt aan de men- In een ogenblik van vertrouwe lijk samenzijn vraagt vrouw Hoor naar: Ben je nu heel en al los van Marie, je kijkt zo helder uit je ogen, is er een ander meisje? Het kan vriezen en het kan dooien, zegt hij raadselachtig, maar zijn moeder begrijpt hem. Zie maar goed toe wat je dcet, raadt zij, je behoort nu oud en wijs genoeg te wezen om te we ten hoe de wereld in elkaar zit. Dat zal ik, belooft Jan en zingend en fluitend doorleeft hij zijn beurtdagen. Waar is je bultzak, vraagt hij als hij met Dirk aan het station staat, gereed voor het vertrek naar Antwerpen. Heb ik niet, bekent Dirk, ik slaap wel op een bos stro of op 5 planken. Op dit antwoord heeft Jan geen weerwoord en een begin van twij fel aan zijn daad van medelijden komt in hem op. Stro heeft hij in St Anneke nog niet gezien en een mens dat na een dag van hard werken op de planken moet slapen ls de volgende dag maar een half HU heeft zich iets op de hals-I KOU en GRIEP i kunt U bestrijden met de f zo krachtig werkende het ouwelcachet waarborgt smaakloos eh f gemakkelijk innemen Advertentiej te tegen de andere opbiedt. Een .wedstrijd in edelmoedigheid" klinkt wel aardig, maar het ene verdraagt zich toch eigenlijk moei lijk tot het andere. Bovendien vloeit het steungeid deze keer langs verschillende ka nalen naar het Rampenfonds. Co mité's zamelen, maar dat doen ooi: landelijke organisaties; velen stor ten hun bijdrage rechtstreeks In de kas van het fonds; in kerken wor den collecten gehouden enz. Ieder doe zijn plicht ten volle, maar bepale zelf de methode. De ramp in film In de steden draaien beelden van de grote Nationale Stormramp reeds in het filmjournaal en de Te levisie-kijker werd Maandagavond al in de gelegenheid gesteld om indrukken op te doen van omvang en betekenis van de vreselijke ge beurtenis. Ik geloof, dat het goed zou zgn, als men op korte ter mijn overal, dus ook waar geen bioscoop gevestigd ls, een goed filmbeeld zou vertonen. Degenen, die er een aanschouw den, waren geen ogenblik uit voor hun genoegen. Integendeel hebben ze, misschien ten dele onbewust, de schrijnende tegenstelling door voeld tussen wat ze zagen aan ge projecteerde ellende en hun eigen veilige geborgenheid van het ogen blik. Beelden van zwijgende men senburgers en militairen die verbeten deden wat ze konden; beelden van machteloze drjken, van daken, die nog juist met de nok bo ven het water uitstaken en van vee in doodsangst. Ons voelden we de keel toegeknepen, toen we méé- vlogen met de filmmensen over de onafzienbare, troosteloze water- vlaktèn, waarin rijen van boomtop pen en van dakpunten de omtrek van gewezen woonoorden markeer den. O, dat benauwende gevoel van niets te kunnen doen. En dan was bet beeld nog zo kies om de kij kers de nieest navrante détails te besparen,* bijzonderheden, die men zich nauwelijks durft voorstellen, maar dia toch op dit ogenblik rau we werkelijkheid zgn. Ik denk, dat heel wat mensen de bioscoop hebben verlaten met het vaste voornemen om voorlopig heel wat voorstellingen over te slaan, teneinde het enige te doen, wat ze kunnen: Geld offeren voor de hulp verlening. We vernamen zo juist, dat de Cinetone in samenwerking met de Amerikaanse Hulporganisatie te Pargs, de Nederlandse filmkunste naars Herman van der Horst, Bert Kaanstra, Ytzen Brusse en Van Haren Noman naar de noodgebie- den heeft gestuurd met gemotori seerde jollen en een eigen voedsel pakket, om een groot aantal film opnamen te maken, waaruit een film zal worden samengesteld, die men nationaal en internationaal hoopt te gebruiken in de grote hulpactie voor de slachtoffers van de getroffen gebieden. De inhoud der krant We hebben deze rubriek heden uitsluitend gericht op aspecten van de grote nationale ramp. Er is in de eerstkomende dagen natuurlijk gehaald waarvan de ellende niet is te overzien. Het valt echter mee. de afgelos te stoker is in de wolken van blijd schap nu hij naar huis kan en uit dankbaarheid geeft hij zgn bed zijn opvolger, nooit zal hij meer een bultzak nodig hebben, zoveel weet hij nu wel. De eerste weken doet Dirk niet in de menage mee, hij kookt zijn eigen potje wat betekent dat hij leeft van droog brood en het uit- schrapsel der pannen die kokkie hem voorzet. Door deze sobere wgze van le ven kan hij enkele francen over leggen en een maal per week naar de wal gaan om zich dronken te drinken. Doch na een paar maanden laat hij zich in de ménage opnemen, en mijdt hg de wal als een gevaar. Het voorbeeld van zijn niet drin kende kameraden en de opgetogen brieven van zijn vrouw prikkelen hem tot zelfbeheersing en de ma chinist heeft nooit een betere sto ker op de stookplaats gehad. Van alle zijden stormt het geluk op Jan aan, hij heeft een mens weer op de benen gezet, de firma waarvoor hij werkt behandelt hem sis een kostbaar juweel en elke vier weken is daar Claire, het meisje, dat zijn stoutste dromen tot werkelijkheid maakt. Een enke le maal plaatst hij in de besloten stilte van zijn hut Marie naast het meisje uit Ostende en dan duizelt hij van zgn eigen geluk Verschil in geloof en stand och wat maakt dat uit als twee mensen van elkaar houden en als haar familie wel bezwaren heeft dan weet zij een goede oplossing: trouwen en samen wonen in die leuke hut aan boord van het schip. Jan groeit onder dit alles tot een hoogte waarop nog nooit een mens gestaan heeft zonder zijn verstand te verliezen. Hij vaart van de ene verrukking in de andere en geen ding in het leven acht hij onbe reikbaar. Wordt vervolgd. voor weinig anders belangstelling. Het karakter van ons blad zal zich deze omstandigheden daarnaar richten, het zou niet passend zgn om al te gewoon te doen. In verband daarmee blijft 'n enkel stuk. waarvan we plaatsing toe zegden, voorlopig nog in portefeil- le. Ook een paar regelmatig gepu bliceerde rubrieken zullen in het a.s, Zaterdagnummer worden over geslagen. We vertrouwen, dat een en ander de instemming van onze lezers zal hebben. voor dit gedeelte der Betuwe nog niet hadden genomen. In een volgend artikel komen we met cijfers, mede om ons stand punt In verband met het streekbe- lang duidelijk te maken, evenwel dan niet polemiserend met de heer R., die ook niet de moeite nam ons te beantwoorden. Het Comité van Actie tegen opheffing van de Dorpspolders Ingezonden stukken (Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie) DE OPHEFFING DER DORPSPOLDERS De heer Roseboom doet ons van de ene verbazing in de andere val len. Werkt ons comité anoniem? Weet de heer Roseboom niet dat het volledige comité in de vergade ring op 4 Augustus 1.1. bij de heer Stockey te Geldermalsen achter de bestuurstafel zat. Hier was de pers aanwezig. Een verslag van de vergadering stond dan ook in de Gecombineerde. De noodzakelijke moed om de namen te noemen kunnen wé dus gemakkelijk opbrengen. Hier zijn ze: H. M. Merkens, oud- voorz.-«poldermeester te Enspijk. B. W. van Gijtenbeek, hoofdingeland te Waardenburg; C, J. van Herpen, secretaris dorpspolder te Herwij- nen voor Tielerwaard; A. J. Ver- hoeks voorzitter-poldermeester te Drlel; J. C. R. B. van Campenhout secretaris-ontvanger te Kerkdriel; W. van der Schans, secretaris dorpspolder te Well voor de Bom- melerwaard; C. de Leeuw te Dode- waard; A. van Osenbruggen, pol dermeester Rijswijk; D W. de Koek, poldermeester te Lïenden voor de Neder-Betuwe; G. Herm- sen, voorzitter-poldermeester te Zaltbommel; J. J. Bouman, polder meester te Gendt en G. Jansen van Doorn, poldermeester te Heteren voor de Over-Betuwe; A. Heuff, voorzitter-poldermeester te Eri- chem; J. Hakkert, .poldermeester te Buurmalsen; T. van Mourik, secre taris te Asch voor Buren. Ieder protesterend polderbestuur had u ze ook kunnen noemen. Voorts trad en treedt in de actie herhaaldelijk naar voren de secre taris-ontvanger van de dorpspolder Enspijk, de heer M. N. Zeylemaker, niet als belanghebbend ambtenaar (z'n wachtgeld zou veel langer lo pen dan de datum van z'n pen- sioensgerechtigheid) maar als be langstellend ambtenaar. Wat we evenwel niet kunnen be grijpen ls, dat u, heer Roseboom, diezelfde noodzakelijke moed niet opeist van „enige belangstellende geërfden ,die toch alle buiten^ ge- erfden op hun wijze inlichten". Het is toch absurd dat 17 polderraden alleen in de Tielerwaard de actie met maximaal 15 cent per ha be sloten te steunen om belangheb bende ambtenaren te helpen. Heel wonderlijk doet dit argu ment trouwens aan, waar ieder weet. dat de dorpspolders hun strijd voeren tegen de plannen van ambtenaren, alleen en uitsluitend van ambtenaren. Gedeputeerde Staten schreven nog onlangs, dat zij hun besluit H. M. de Redacteur Wat de heer Van Maaren over dhr. Roseboom schrijft, ligt van zelf bulten mij. Roseboom en ondergetekende wisten niets van elkaar af, anders had er misschien een geschreven, want uit het schrijven blijkt, dat wij er eender over denken. De heer Van Maaren heeft zich wel even vergist, als hij meent, dat ondergetekende meende, dat de boeren dit alleen moeten betalen. Waarde heer Van Maaren, mijn bedoeling is, en was, dat de gebrui kers van het land het deel moeten betalen, wat niet gesubsidieerd wordt door het Rijk, waaronder verschillende lichamen vallen, b.v. Cultuur Technische Dienst, Pro vincie enz. Ik weet, dat dit veel gaat kosten. Ik weet ook, dat, wanneer er een betere waterbe heersing is, er een beter bacterie- leven in onze grond komt en dat er dan een hogere geldelijke op brengst komt. Wanneer nu de ex tra kosten' (laat lk een hoog be drag noemen) 25 per ha zou we zen, dan zou dat betekenen, dat, er van 1 ha. bouwland b.v. 100 kg. graan meer moest komen of 1000 kg. voerbieten, of 600 kg. suiker bieten. Stro en blad reken ik even min als schoner en gemakkelijker te bewerken land. Voor weiland is ae rekening lang zo gemakkelijk niet op te ma ken. Toch meen ik, dat. weiland, dat vooral In de winter goed ont waterd ligt, betere en diepere gras zoden krijgt, dus meer gras en be ter gras. meer melk, beter hooi of een kalf meer weiden en de 25 (als het zoveel zou kosten) zijn er ook uit. Waarde heer Van Maaren, nog dit over het meer kosten van de grote lichamen en het kleine ver wijt aan mijn adres van een kleide tik gehad te hebben van de ambte lijke molen of dictatuur. 50 Jaar en meer hebben de Pol derbesturen getoond niet te begrij pen (Herwijnen en v. Maaren aan de Hoofdgraaf en nog een paar Polders, maken hier een uitzonde ring op) wat waterbeheersing is. Laat nu een ander het eens pro beren. Van Maaren, kosten van T.B.C.- bestrijding, inenting tegen mond en klauwzeer hebben niets met polderzaken en waterbeheersing te maken. Misschien is de tijd al dichtbij, dat wjj als boeren deze maatregelen zien als gelukkig, dat de Overfieid die genomen heeft. U mijnheer de redacteur dan kend voor de plaatsruimte. M. D. de Graaf. N.V.V., Arbeiderspers enz. gaven twee ton Het dagelijks bestuur van het NW 25.000) de bij het NW aangesloten bonden 75.000), da centrale arbe|klers verzekerings bank te Den Haag 50.000), de N.V. de Arbeiderspers, dagblad Het Vrije Volk 30.000), het par tijbestuur van de Partij van de Arbeid 10.000), het hoofdbe stuur van de VARA 10.000), hebben in totaal een bedrag van 200.000 ter beschikking gesteld van het nationaal rampenfonds. LEGER, MARINE, SCHIPPERS, PILOTEN Nederland strijdt aan het waterfront. Met zestienduizend militairen en een ongeteld aantal naamloze burgers. Het onvoorstelbaar geweld van water en wind wordt beantwoord met een overstelpende bedrijvigheid aan redding en dichting der dijken. Het buitenland ziet toe en meer dan dat: het reikt de hand. Staatshoofden bethuigen hun medeleven en Ame rika onderstreept een sterkende groet van president Eisenhower met de boodschap welwillend te staan tegenover het gebruik van de tegenwaar de-fondsen der Marshall-hulp voor herstel. Maar dit op zichzelf belang rijke nieuws verbleekt by de waavlyk bovenmenselijke strijd, waarin gans het volk van het Lage Land is gewikkeld. Over land en vanuit de lucht, maar vooral over het wrede water zelf, springt Nederland te hulp. Zijn van de marine alle beschikbare vliegtui gen in de weer, van de vloot aan kleine vaartuigen stoomden er nog een honderdtal vanuit Amsterdam op. naar Zeeland vooral, waar met name Zierikzee in doodsnood verkeerde. „Ontsteek terstond alle lichten" luidde een commando tenville van vliegtuigen, die rubberboten zouden neergooien. De vliegers moeten beneden zich een schouwspel gezien heb ben, overeenkomende met het beeld van Duinkerken-1940 in volle eva cuatie. De ganse vissersvloot van Urk is op weg om de eilanden te eva cueren, en vanuit Amsterdam een armada, bevracht met ingeza melde goederen. Een schepenstroom, waarvoor de Hembrug meer dan een uur moest blijven opengedraaid. Hulp van alle kanten. Maar dit opwekkend nieuws wordt overstemd door noodlotstydingen uit gebieden, waarvan men tot dan toe niets had vernomen: In Oude Tonge bjjna 200 doden, In Stavenisse op Tholen min stens tweehonderd. Onder leiding van de territoriale bevelhebber luitenant-generaal D. C. Buurman van Vreealen vechten 16.000 militairen naast de burgers tegen het opdringende water. Er worden nog 20.000 militairen in reserve ge houden. Marine-boten uit Rotterdam en Vlissingen zijn reeds begonnen met hulpverlening. Afdelingen van de Marine uit Den Helder z(jn over zee en door binnenwateren naar de noodgebieden gegaan. Magazijnen van het leger zijn ingeschakeld. De „mobilisatie" van het Nederlandse leger is volkomen geslaagd. On geveer 12 uur na de oproep van de chef-staf generaal Hasselman waren vrijwel alle troepen op de plaats van bestemming. Het leger verleent alleen bijstand. De leiding van het reddingswerk is in handen van de burgerljjke overheid. Het leger houdt geneeskundige eenheden en transportcolonnes In ge reedheid voor het geval de burgerlijke autoriteiten er behoefte aan mochten hebben. Zondag en Maandag hebben vliegtuigen van de Marine Luchtvaart Dienst en de L.S.K. verkenningsvluchten uitgevoerd.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 4