m „Pleziervaren" op de wateren bij getroffen gebieden Zwitserland leeft mee met Nederland Verscheidene vliegtuigen deden geheel onnodig werk HET VADERLAND 5 DONDERDAG 5 FEBRUARI 1953 Hulpverlening hapert Iedereen zegt de baas te zijn en niemand weet wie het is! A LS EEN MAN helpt ons volk hen die in enkele uren, soms in enige minuten, in ellende zijn gestort. Wij staan zij aan zij in onze hulp. omdat het moet en het een voorrecht is de getroffenen bijstand te ver lenen. Daarom moeten de organisatoren ook alle» in het werk stellen dat de hulpverlening goed verloopt, iedere hapering is uit den boze. En er hapert het een en ander. Wij geven hier weer wat wij zelf meemaakten en tot veel gemopper en ontevredenheid aanleiding geeft. Moge hierin spoedig een verandering ten goede komen! Het behoeft geen betoog dat op vele plaatsen de hulp voortreffelijk is. Maar de ramp is te ernstig en te groot dan dat er grote blunders gemaakt mogen worden. Met een ruk stopt onze taxi aan de Veerkade te Rotterdam. Het is nog diep donker, een schamel verlichte klok wijst half v{jf. Bij de Spldo-boten is het al een drukte van belang. Jongemannen uit verscheidene delen van ons land, maar voornamelijk uit de Noordelijke provin cies, zjjn hier in de loop van de nacht aangekomen, voor een niet onbelangrijk deel liftend. Sommigen verkiezen de koude buitenlucht, omdat zij vinden dat je de lucht in de hete wachtkamer wel kan snijden. Hoe het ook zij: de stem ming is opperbest en allen zijn verlan gend om vijf uur met de eerste boot naar de geteisterde gebieden te kunnen Langzaam draait de klok en steeds groeit het aantal „enthousiastelingen", die vertellen wat er allemaal in de plaat sen waar zij vandaan komen, gebeurt om de slachtoffers te helpen. Padvinders, EHBO'ers, Rode Kruizers, burgers met een schop en een paar flinke handen, jonge vrouwen en jonge mannen: zij to nen dat zij uit het goede hout zijn ge sneden en dat het vaderland niet tever geefs een beroep op hen doet. Teleurstellingen Met gelatenheid aanvaarden zij de enigszins teleurstellende tijding dat de eerste boot pas een uur later, om zes uur, zal vertrekken. Een Rode Kruis-soldaat richt zich dan tot enige schoppendragers op een niet bepaald vriendelijke manier: Als jullie denken met de boot mee te kunnen, dan heb je het mis. De boot is alleen voor het Rode Kruis bestemd. Is-ie dan vol? Dat gaat je geen bl.... aan. Gaan jullie maar naar de arbeidsbeurs als je werken wil. Dit is tot negen uur gesloten. Wat zou dat? In ieder geval, de boot is niet voor jullie. Dacht je dat wij voor niets uit Gro ningen kwamen? Een grote groep mengt zich in de dis cussie: felle pro's en felle anti's. De schoppendragers zeggen tot elkaar: Kom. Zij gaan gedesillusionneerd weg, nadat 'n semi-arts ook betoogd heeft dat alléén Rode Kruizers met de boot mee mogen, ook geen EHBO'ers, padvinders en wat er nog meer is. De boot meert. Een gedrang om er op te komen, maar velen moeten terug, hoe wel er plaats genoeg is. Bezieling Ook wij gaan varen. Met een andere boot waarmede zich ook dergelijke moei lijkheden in niet zo'n ernstige mate heb ben voorgedaan. Konden wij partij kie zen? Wij waren gast en betreurden het, dat op zoveel opofferingsgezindheid een domper werd gezet. En waarvoor? Wij weten het nog niet, de eilanden schreeuwden immers om hulp. Onze boot „Koningsplein" kan zeker 400 mensen vervoeren. Er is van alles aan boord: dekens, broden bij honder den, brancards, koffie, bekers, melk, water en nog vele andere, nuttige din gen meer. De helpsters vai. het Rode Kruis blaken van werklust. Zij hopen enige malen met de „Koningsplein" heen en weer te kunnen varen of ingezet te worden in de polders om bedreigden van een gewisse ondergang te redden. De meesten hunner hebben In geen nachten van een behooriyke rust geno ten, maar dat is iets wit hen in het minst niet interesseert: zy willen zich geven voor de medemens die hulp node heeft. Deze bereidheid tot overgave doet enigszins vreemd aan by de weige ring om anderen mede te nemen die zich ook verdienstelyk willen maken. Het doel Wij varen af: zeven uur in de ochtend. Rotterdam ontwaakt. Het doel van de tocht is omgeving Zierikzee. Een verre reis die uren zal duren. Gisteravond werd gezegd Nieuwe Tonge, waar nog honderden mensen in grote moeilijkheden zouden verkeren. Maar Zierikzee zal toch wel goed zijn. Even buiten Willemstad komt het be vel uit Rotterdam: naar Den Bommel, hulp is er dringend vereist. De steven wordt gewend. We zien meer schepen in eens van koers veranderen. Diep in de ochtend komen wij by Dep Bommel aan. Het ligt er vol met schepen zowel in de haven als er buiten. Onze boot kan niet binnenlopen want het water bruist ziedend de haven uit. Zien wy het goed? Lege boten varen weg. Op een bootje van de havendienst stappen wy over. Het vereist heel wat kunst om goed de haven binnen te ko men, waar het water hevig in beroering is. Uit een groot gat in de dyk stroomt met donderend geweld het water uit de ondergelopen polders. Zo nu en dan stort met geraas een huis in. Het zesde in korte tyd. Huisraad, deuren, en halve daken zijn een speelbal van de kokende massa, die van geen genade weet. Teveel! Er zijn veel vrijwillige arbeids krachten in Den Bommel, er zijn bo vendien ook enkele honderden sol daten die de helpende hand bieden. De dokter van onze boot meldt zich bij de burgemeester: Ons is be volen hierheen te komen, wij komen vluchtelingen halen en er zieken of gewonden helpen. De vluchtelingen zijn gisteren al weggegaan, wij hebben vrijwel niets meer, zieken en gewonden zijn er niet. Verbaasd kijken wij elkaar aan. Zich tot een ander wendend zegt de burgemeester: ik hoop dat gauw heel wat werkers worden afgevoerd, zij melden zich maar aan en ik weet niet wat ik er mee doen moet. Het wordt een chaos. Ik begrijp die radio- berichten niet. Vliegtuigen cirkelen boven de zwaar getroffen plaats en laten ge regeld zakken en broden goed in gepakt vallen. Niemand weet waarom. Alle sche pen kunnen dit deel van Den Bom mel bereiken, de bakkerij is zelfs in staat om aan de aanvrage te voldoen. Fransen! Teleurgesteld verlaten wij deze ge meenschap die totnogtoe drie doden be treurt. Als we de haven verlaten om onze „Koningsplein" op te zoeken, nadert een groot schip met bestemming Den Bommel. Op de boot zijn tientallen Fran se militairen met helmen op en redding- vesten om. Ons klinken nog in de oren de woor den van de burgemeester: Ik hoop dat gauw heel wat werkers worden afge voerd.... het wordt een chaos. Arme soldaten, wat zullen zij ons verwensen. Een nieuw doel! Na lang wachten krijgt onze boot de opdracht naar Stavenisse te varen. Dat lijkt goed. Dat is immers een zwaar ge troffen gebied. Dicht bij Stavenisse wacht een nieuwe teleurstelling: „Koers naar Middelharnis". Ontmoediging bevangt ons. Wat I laden dat geen enkele accommodatie heeft. Was het zo Dinsdag ook niet het ge val? Enige honderden vluchtelingen wer- I den in een dergelijk ruim gestopt, zo i goed en zo kwaad als dat ging. Er was geen toilet, er waren geen dekens, er v/as één keteltje koffie. En een groot passagiersschip was evenals dat nu het geval is, in staat die getroffenen comfor tabel te vervoeren en in een groter aan tal. Lelijke woorden Wij kunnen het onze Rode Kruis-men- sen niet euvel duiden dat zij lelijke woorden zeggen, wy kunnen het begrij pen, dat het personeel van de boot on tevreden de schouders ophaalt. Is dat een organisatie? Van de ene haven naar de andere: overal heeft men ons, aldus de berichten, nodig, maar als wij komen, ho-maar! In deze vreemde wereld gebeu ren vreemde dingen. De baard in de keel! Iedereen zegt het voor het zeggen te hebben! In Middelharnis zit een jongen met de baard in de keel aan de telefoon en deelt, naar hij zegt in naam van de burgemeester, de lakens uit. Tot dokto ren en anderen praat hy op een manier die hem niet past. Met noodtoestand heeft dit niets te maken. Nog een grote boot voor 400 mensen ligt in Middelharnis. Vanmorgen er al gekomen, besluit de kapitein nu maar te vertrekken: hij gaat leeg weg met óók aan boord dekens, kleren, drin ken enz. enz. En in een ruim van een schip worden vermoeide vluchtelingen gebracht! Een krankzinnige wereld. Niemand begrijpt er iets van. Als U ons vraagt: de mensen die het te zeggen hebben, begrijpen het ook niet. Twee grote boten hebben gis teren aan pleziervaren gedaan, ei eergisteren ook. Dat mag niet, niet alleen omdat dit beledigend en de primerend is voor hen die zich geven om te helpen, maar ook omdat kost bare minuten, nee uren, zelfs dagen verloren gaan die de dood van tal" van mensen tot gevolg kunnen heb ben. Uit naam der getroffenen: hoe lang nog deze waanzin? Dat niet meer! Wie spreekt met autoriteiten in de geteisterde gebieden hoort de algemene klacht: de hulp komt te laat. „Eerder hadden de boten en de vrijwilligers hier moeten zijn, dan was veel leed voor komen. Nu zijn er en wie zal hun aantal bepalen? die tengevolge van vermoeidheid, van kou en ziekten ge storven zijn een vroegtydige dood. Nu zijn doorbraken gekomen die mis schien voorkomen hadden kunnen wor den. Men kan tegenwerpen: wie kan een dergelijke ramp voorzien. Niemand. Maar tochtóch moet de Regering, het Rode Kruis of wie dan ook gereed zijn om als er iets ernstigs gebeurt direct volledig in te grijpen. Er is niet direct doortastend ingegre pen na de ramp die zich in de nacht van Zaterdag op Zondag voltrok. De hulp een kostbare tijd verliezen wy! Een boot kwam op de meeste plaatsen 24 uur of Een millioen binnen 24 uur (Van onze correspondent in Zurich) Het kleine Zwitserland, dat zelf op ge spannen voet met de elementen leeft, heeft met ontroerende spontaneïteit reageerd op de rampen in Nederland. Al gaat het niet aan de quantiteit van de buitenlandse hulp aan Holland onderling te vergelijken, het lijkt toch. dat de millioen Zwitsers wel bijzonder diep de zak tasten om de nood in Nederland te helpen lenigen Want wat te denken van een bedrag van een millioen Zwitser se franken omstreeks 900.000 gulden dat de sympathieke Zwitsers in 24 uur by elkaar brachten? En dit nog afgezien van de financiële hulp van de Zwitserse Bondsregering en het Rode Kruis. Giften op telefoonrekening In de kranten staan vlammende oproe pen om hulp, die in hun betoogkracht zeker niet voor die in Holland onderdoen. De meeste Zwitsers storten hun bijdragen op een centraal gironummer. De plaatse lijke telefoondiensten hebben een uniek systeem ontworpen, dat misschien in ons land navolging verdient: men belt „In lichtingen" op en deelt daarbij mede hoeveel men voor Nederland wenst af te staan. Aan het eind van de maand vindt men het bedrag automatisch op de tele foonrekening bijgeschreven! Zo alleen al zyn duizenden byeengebracht. Radio-Bazel heeft Dinsdag zijn be roemde „Glückskette" actie, die destyds ook by de Zwitserse lawine catastrophes zoveel geld opbracht, in dienst van hulpverlening aan Holland gesteld. Hier bij wordt een ieder opgeroepen en ge vraagd het voort te zeggen om op de rekening van het radio-station een groot mogelijk bedrag te storten. Telkens maakt Bazel met enthousiasme en met een voor een Hollander ontroerend mede leven de eindtotalen bekend. Volgens een betrouwbare bron heeft men voor Hol land meer geofferd dan destyds by de lawine-rampen in Zwitserland zelf. In de pers, in de café's en in de treinen is de natuurramp het gesprek van de dag. Niet uit sensatiezucht, want als de Zwitsers ergens wars van zijn is het valse emotionaliteit maar uit diep en warm medegevoel. Men kent hier de verwoes tende krachten, die de natuur kan ont ketenen zij het ook op ander „niveau". Wanneer men als Nederlander by een benzinepomp halt houdt en de eigenaar het NL plaatje bespeurt, begint hij meteen over „Ubcrschwemmungskata- strophe" en het „Unwetter" in Holland en informeert hy naar de laatste wijzigingen in de noodtoestand. Zo denkt men ook hier, in Genève, Bazel, Bern en Zürich, in de bergen en dalen van dit kleine land, aan wat Ne derland is overkomen, in een waarachtig gevoel van lotsverbondenheid tegenover gevaren van losgebroken natuur-' krachten,. met 400 plaatsen mét alles wat vluchte lingen kunnen wensen, tot zelfs een dok ter en een pastoor toe. Wij hopen niette min ons in Middelharnis verdienstelijk te maken. Wie weet! Eindelijk naderen wy Middelharnis. Ieder optimisme wordt meteen getem perd er liggen talryke schepen in de ha ven en er is voor hen niets te doen! Het is inmiddels drie uur geworden. Wy denken even aan de dag van gisteren, toen voeren wij van 's morgens vroeg kris-kras door de eilanden tot 's middags tegen vijf uur om voor 't eerstin Middelharnis aan land te gaan, ongeveer drie uur van Rotterdam. Nu hebben wij twee uur gewonnen! Inderdaad. Ga maar terug, roepen ze ons toe, hier is niets. Is er niets? Onbegrypeiyk! Kan dat mogelijk zyn op Goeree en Overflakkee? Ky* op de dyk komen vluchtelingen aanstrompelen, zieken wor den op brancards gedragen. Werk aan de winkelTot onze stom me verbazing worden deze uitgeputte zie len in het ruim van een vrachtschip ge- nog meer te laat. En hoe men de zaak ook keert of wendt, dat had niet mogen voorkomen. Dagen na de voltrekking van een vreselijk drama loopt nog lang niet alles naar wens. Wy denken aan de ontsnapping van Breda, die op een feestdag plaats vond en die ook te laat tot de Regering door drong, wy denken aan nog andere ge vallen waarin steeds weer dat onher- roepelyke te laat vernomen moest wor den. Daaraan dient zo spoedig mogelijk een einde te komen. Niet volgende week, niet morgen, maar nu. Of zijn de jongste lessen van onvoldoende waakzaamheid nog niet duur genoeg betaald? Comité opgericht in Nieuw- Guinea Te Hollandia is opgericht en centraal comité voor Nieuw-Guinea voor hulp verlening bij de Nederlandse ramp. Lre- voorzitter van het comité is de waarne mende s-->erneur, de heer N. Makkes. Faciliteiten voor emigranten uit nood- gebieden De Canadese minister van immigratie, Walter Harris, heeft verklaard, dat speciale hulp geboden zal worden aan de slachtoffers van de overstromings rampen in Groot-Brittannië en Neder land, die naar Canada wensen tf emigreren. Hij zei, dat de Canadese emigratie- bureaux in het buitenland te verstaan gegeven is, dat het Canadese programma voor gesubsidieerde overtocht tot gehele gezinnen uitgebreid kan worden. Tol dusver gold dit programma voor alleen staanden of gezinshoofden, die geld voor hun overtocht ontvingen, dat zy uit hun verdiensten in Canada moesten terug betalen. Extra zakgeld voor actief hel pende militairen De minister van log 'ïéeft goedge keurd, .'at militairen, die Ja Hv-r'ceirk optre-ien in d noo "'deden, tot nader order per dag een extra zakgeld zullen ontvangen vai. een gulden, alsmede een sigaretten, zulks met terugwer ker kracht van Zondag 1 Februari af. Droeve beelden Omstreeks half 3 in de nacht van Zaterdag op Zondag werden de bewoners van Stavenisse ge wekt door de sirene. Als ge woonlijk ging men naar de kaai om te zien wat er aan de hand was. Inderdaad daar sloeg het water over de zeewering. Tot om streeks half vijf plotseling de dijk het begaf. Met geweld drongen de golven van de Oosterschelde het dorp binnen.... met zoveel ge weld, dat degenen die zteft nog op straat bevonden, werden wegge spoeld en de huizen aan een zijde van de Kerkstraat volkomen wer den weggevaagd. IN EEN UUR. Aan de Oosterscheldedijk werd enorme schade toegebracht. Tal rijke gaten ontstonden en aan dichting kan men nog niet toe komen. Hoe snel het water is op gekomen, vertelde een inwoner: Zondagmorgen 4 uur werd hij ge waarschuwd en namoelijks een uur later stond het water aan het plafond. EEN TENTJE. Diep tragisch is het verhaal van de bemanning der Ierseke IV. Dit scheepje maakte Maandagmorgen een tocht naar het zwaar getrof fen Stavenisse op Tholen. Men be merkte toen. dat op de dijk van Schotiwen en Duiveland een tentje stond, waarbij zich vluchtelingen bevonden, die riepen Des middags is de Ierseke IV naar de plek ge gaan om hulp te bieden, maar zo wel het stuk dijk, als het tentje en de mensen waren verdwenen. De schipper is toen het dijkgat bin nengevaren en bereikte de huizen van Ouwerkerk. Eerst verloste hij negen personen, waaronder kleine kinderen, die op een boerderij za ten. Daarna haalde hij uit het dorp nog 64 mensen op. Onder hen be vond zich een 93-jarige vrouw. TME NT ALLEN inwoners van onze stad hebben gisteren enige uren in teleur stelling geleefd. Zij hadden zich voorge nomen de van have en goed beroofde landgenoten die dagen van onbeschrijfe- lyke ellende hebben ondergaan, op te nemen in het beste wat zij hadden de veilige en kalmerende beslotenheid van de huiselijke haard teneinde hen wat tot zichzelf te laten komen. Maar de eilan ders kwamen niet en de weinigen die wel kwamen, deden het schoorvoetend. Zij bleven liever zo dicht mogelijk by hun woonsteden om zo gauw mogelyk weer aan de slag te gaan. Teleurstelling zal echter plaats hebben moeten maken voor begrijpen, voor be zinning. Het leven kan wel eindigen, maar nooit stil staan. De eilan- ders hebben de anderen doen voelen, dat zy zelf bij de op- "jrtSp bouw vooraan willen staan hoe genereus de hulpverlening ook zal zijn. Het is een gebaar, dat naar gehoopt mag worden tot het gehele Nederlands volk zal spreken. Want uit de ontzettende ramp van de watersnood kun nen nieuwe gevaren ontstaan. Het gevaar b.v. dat velen in hun overigens, o zo be grijpelijk verlangen naar medeleven en medeweten hun aandacht en krachten minder concentreren op hun gewone werk dan noodzakelijk is. De gevolgen van deze ramp moeten betaald worden, hoofdzakelijk door het Nederlandse volk. We moeten meer op brengen dan anders noodzakelijk zou zijn geweest, er moet langer en harder wor den gewerkt. Niet alleen over enige tyd als de verdiensten in enkele uren over werk behaald aan het Rampenfonds worden uitgekeerd, maar zo gauw en zo lang mogelijk. Denk aan de eilanders die de ramp aan de lijve ondervinden. Daarom past een ernstig woord tot hen die in deze dagen geroepen zijn leiding en voorlichting te geven. Hun taak is naast steun en hulp te organiseren het Nederlandse volk duidelijk te maken, dat een grimmige vastberadenheid zich van hem meester moet maken. De voorlich ting dient daarmee rekening te houden. De ramp is zo groot en zo tragisch, dat slechts uiterste soberheid past op straffe van het gevaar bij de bevolking een ver lammende dadenloosheid te verwekken. De berichtgeving zi.i niet vaag en onvol ledig. We willen enige voorbeelden geven. Een geestelijke liet via de radio mededelen, dat in zijn gemeente drie doden te betreuren waren. Dit bericht is niet goed. Want iedereen die in deze ge meente familieleden, vrienden of beken den heeft, vraagt zich thans af, wie zou den het zyn en verkeert daardoor in angstige onzekerheid. Als men weet, dat er in een gemeente drie doden zyn dan is het veel beter de namen te vermel den. omdat er dan ter. minste zekerheid bestaat. Alles wat met nodig is moet vermeden worden. Gisteravond werd door de radio meegedeeld, dat een auto met pompen onderweg was voor een in nood ver kerende gemeente. Tegelijk werd de po litie in Rotterdam opgeroepen de auto op te vangen en de reden daarvan werd omstandig verteld Dat was alles niet nodig. Rotterdam is heus wel per telefoon bereikbaar, bovendien weet men dan zeker dat het bericht aan het juiste adres komt. Men heeft de indruk, dat de be richtendienst zich genoodzaakt acht van de vroege morgen tot de late avond be richten over de noodgebieden uit te zen den met zo min mogelyk onderbrekingen en daarom alles, rijp en groen, maar door geeft. Laat men toch vasthouden aan de regel, dat de voorlichter bij alles wat hy doet bijzonder critisch moet zijn en dat de vorm, waarin hy de berichten geeft zo sober en eenvoudig mogelyk is. Dit laatste slaat niet alleen op de woorden, maar ook op de toon. Het publiek tot wie men zich richt is reeds uiterst ge spannen en „leeft op zijn zenuwen". Zo veel mogelyk dient alles zijn normate loop te volgen, Men houde zich dus voor de nieuwsdienst aan de vastgestelde tijden, omdat anders velen in de waan verkeren, dat iets nog ernstigers bekend gemaakt moet worden. Daarmee moet rekening worden gehouden. We geven een ander voorbeeld. Het Rode Kruis maakt bekend de eerste iijst met 100 slachtoffers te publiceren. Maar er wordt aan toegevoegd: „De gegevens zyn ongecontroleerd. Zij kunnen voor familieleden en verwanten van de daar op vermelde personen dus hoogstens een aanwijzing zyn, dat rekening moet wor den gehouden met het feit, dat de ver want mogelijk iets is overkomen" Met andere woorden: de lijst geeft geen en kele zekerheid. Degeen die er de naam van een verwant op vindt blijft in ang stige spanning verkeren, wordt geslin gerd tussen hoop en vrees. Laat r, lijsten publiceren als men zeker is van het lot van de met name genoemde slachtoffers. Anders draagt men bij tot het wekken van een paniek. Wat de noodgebieden voor alles nodig hebben is vastberadenheid. De schippers van de te hulp varende schepen dienen het roer met vaste hand te besturen. Zij moeten hun doel en hun bestemming weten en hebben geen tijd voor angstige bespiegelingen. Deze houding is zo van zelfsprekend dat men er niet over be hoeft te praten. Maar laten we allen onze houding toetsen aan die van schippers en stuurlieden. Zij die direct bij de hulp verlening zijn ingeschakeld dienen te weten wat zij doen, zodat voorkomen wordt, dat b.v. twee schepen met hulp en vele redders aan boord een hele dag ergens rondvaren omdat men heeft na gelaten de opvarenden een duidelijke be stemming té geven of deze steeds wijzigt. De geschiedenis leert ons, dat de gevol gen van rampen vaak zeer vergroot wor den doordat chaos en paniek de hulp verlening belemmeren. Laten we dit be- denken. De houding van de eilanders zij ons een leidend en bezwerend voorbeeld. Haamstede ving vluchtelingen op Wij moesten wel lang wachten Een uitstekende organisatie in Haam stede (Schouwen) heeft het mogelyk gemaakt, dat aldaar vele vluchtelingen uit Serooskerke, Scharrendijke, Noord- welle, Ellemeet en Eikerzee konden worden opgevangen. Burgemeester jhr R. Roëll requireerde onmiddellijk scho len en gebouwen en'hij schakelde tevens vele particulieren in om de vluchtelin gen onderdak te bieden, aldus het A.N. P. Van Haamstede uit stijgen nog steeds helicopters op om de in Oosterland in nood verkerende mensen te redden. Pas Maandagochtend kon via de zendinstal- laties van de op de kust gestrande Fin se boot „Bore (VI)" het eerste contact met Holland worden gelegd. Een groot probleem vormt echter de afvoering van het gedode vee. Bovendien levert de voeding van de levende have grote moei lijkheden op, als gevolg van gebrek aan voeder en het feit, dat de voederputten onder water staan. Voorts moeten de boeren, wegens gebrek aan emmers, al le melk van de koeien weg laten lopen. „Verwondert heeft het ons wel", al dus de heer Roëll, „dat pas Maandag tegen het middaguur voor het eerst een vliegtuig boven West-Schouwen ver scheen en dat het daardoor tot Dinsdag ochtend moest duren, aleer de eerste steun ons van buiten af bereikte." De burgemeester van Renesse. mr C. F Lunzingh Tonckens, deelde deze me ning. „Men had moeten begrijpen", zo zeide hij, „dat door het lange uitblijven van enig bericht dezerzijds alle contact met de buitenwereld verbroken was en dat de toestand ernstig moest zyn". Ove rigens is Renesse zelf behoorlijk ge spaard gebleven, dank zij het feit dat dit dorp meter boven de zeespiegel ligt. Wel heeft de buitenkant van de gemeente veel waterschade geleden en is zeer veel vee omgekomen." In Scharredyke heeft de rijkspolitie enige plunderaars ingerekend. Gespannen toestand in 's-Gravendeel In het zwaar getroffen 's-Gravendeel bevinden zich 1000 inwoners, die, of niet geëvacueerd wilden worden of terug kwamen. Vyf personen, die zich aan plunderen schuldig maakten, zyn gearresteerd en ingesloten in het huis van bewaring te Dordrecht. Men heeft zich genoodzaakt gezien in 's-Gravendeel een avondklok in te stellen. Het is verboden om van half zeven 's avonds tot zeven uur 's morgens zich op straat te begeven, als men geen toestemming heeft. De politie heeft opdracht gekregen om na de eer ste sommatie te schieten. Huisvesting daklozen Het ministerie van Binnenlandse Za ken vestigt er de aandacht op, dat alia bereidverklaringen tot het verlenen van huisvesting in woningen aan daklozen ■uit de noodgebieden gericht moeten wor den tot het. gemeentebestuur ter plaatse. Opgaven in de provincies Groningen* Friesland, Drente, Overijssel, Gelderland en Limburg zijn vooralsnog niet nodig,

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 3