Een reddingsvloot vaart Schouwen-Duiveland te Kuip Loggers, kotters, jaciiten en aken voor evacuatie ingeschakeld zee is sterk overbevolkt HET WATER DREIGT OPNIEUW Zierik Zal de zee weer aanvallen? HAAGSCHE COURANT Donderdag 5 Februari 1953 Pagina 3 (Van een onzer verslaggevers) ZIERIKZEE, Woensdag. Een enorme reddingsvloot is het in nood verkerende Schouwen-Duiveland te hulp gevaren. Van alle kanten zijn ze komen opdagen, de loggers, de kotters, jachten, tankboten, Rijnaken, sleep boten, pleziervaartuigen, ja zeg maar alles wat varen kan. De haven van Zierikzee is dan ook stampvol en lijkt op een slordig gevuld botenpakhuis. Als de gehele sfeer verder niet zo beklemmend en door de ernst van de toe stand niet zo gedrukt zou zijn, zou men eventueel denken aan een fleurige zomerse jachthaven. Want hoe paradoxaal het ook moge klinken, door de vele scheepstypen, die alle hun verschillende vlaggen naast de Rode Kruis- vlag in de mast hebben, heeft het geheel, wanneer men Zierikzee van de Oos- terschelde uit binnenvaart, iets vrolijks. Ver behoeft men echter het stadje niet in te lopen, om te zien, dat, zo er ooit een eerste indruk bedriegelijk is, het deze is. Zodra men op de Nieuwe Haven voet aan wal zet, wordt men ge confronteerd met de verschrikkelijke ramp, die de oorzaak is van deze enorme toevloed van reddingsvaartuigen. Gaten zijn in de muren geslagen, huizen zijn ingestort, straten die wat lager liggen, staan nog vol water en in vrijwel alle huizen is men nog druk bezig de kelders leeg te pompen. En op dat stukje Zierikzee, dat nog het gelukkigst is, omdat het water er voor het grootste deel weer verdwenen is, dat stukje, dat ongeveer de helft van de oppervlakte van het gehele plaatsje is, zijn vrijwel alle inwoners van het stadje saamgeklit, terwijl er bovendien nog een tweeduizend angstige vluch telingen uit de volkomen verdronken, omliggende polders een voorlopige rustplaats hebben gevonden. De drukte in de haven van Zierikzee zou, wanneer men niet beter wisbijna gezellig kunnen aandoen. Nu accentueert het aan wezig zijn van schepen van elk formaat en uit elke haven alleen maar de ernst van de toestand. Een Scheveningse logger naast twee Rotterdamse bergingsvaartuigen Ijjke te doen, zoveel mogelijk men sen te helpen! Voor de haven van Zierikzee was het echter „halt", want ten eerste was het kleine ha ventje tjokvol en ten tweede kon den de loggers alleen bjj hoog wa ter binnenlopen. Even een tele foontje van de PTT-kabellegger „Poolster", die als verbindings schip dienst doet naar de wel en er verscheen een kottertje om de doktoren en verplegers van boord te halen en naar Zierikzee te bren gen. Een prachtgelegenheid voor ons dus ook om de wal te bereiken. Alles werkt mee in Zierikzee Dat was dus Zierikzee: deze drukte aan de haven, dit in allerijl de eerste gaten dichtstoppende stadje, waar de mensen zenuwach tig heen en weer renden, voor zie ken en gewonden zorgden, nood- dijkjes opwierpen voor straten die lager liggen, kleren en warm bed- degoed uit de schepen losten en vee verscheepten, omdat deze levende wezens volkomen van de mens af hankelijk zijn. En het water dreig de reeds weer, want de stadsom roeper liet zijn bel klinken Wie op de Nieuwe Haven niet bereid was de handen uit de mou wen te steken, liep er alleen maar in de weg. Toeschouwers waren er niet nodig en daarom stonden wij in korte tijd mee te lossen toen er weer een schip met Rode Kruis ten huizen, die op instorten stonden. Inwoners van het plaatsje sjouw den met emmers naar de tankwa gens, die voor de drinkwatervoor ziening zorgen .En intussen groei de op de wal de stapel kleren, de kens, speelgoed en levensmiddelen. Eigenlijk wist niemand precies waarvoor, want er scheen genoeg te zijn in het stadje en verder was het de bedoeling om er de mensen zo spoedig mogelijk uit te krijgen. En dat is niet alleen omdat er weer gevaar dreigt. Dat is ook om op te schieten Tijdens een kort gesprek, dat wij met een van de leiders van de evacuatie hadden, vertelde hij ons iets meer van deze massale verhuizing. Alles wat niet nodig is om het le ven in Zierikzee draaiende te hou den, moet weg omdat zij, wanneer zij zouden blijven, alleen maar de snelle gang van zaken zouden kun nen storen. In de helft van de nor male oppervlakte bevinden zich de onwondes van het gehele stadje plus ongeveer tweeduizend vluch telingen uit de omtrek. Men wil niet weg Dat evacueren gaat. echter niet zo gemakkelijk. Aanvankelijk ging het helemaal niet, want de Zeeu wen bezitten op dit punt een soort koppige volhardendheid. Of de bur gemeester nu al zegtdat het dringend noodzakelijk is, dat er geëvacueerd wordt, of hij nu al i aandringt, beveelt, de Zeeuwse mens wil niet gaarne luisteren. Wellicht i-s er diep in hem een stem die zegt, dat burgemeester gelijk heeft en dat het gevaarlijk is om te blijven, maar de stem, die zegt „Wie weg gaat, verliest alles.'", blijft het sterkste klinken. Vandaar, dat het aanvankelijk zo traag ging met de evacuatie. Vandaag (Woensdag) scheen er iets meer schot in te komen, waar schijnlijk mede tengevolge van de dreigende nieuwe gevaren. Maar toch mag men niet alleen maar zeggen, dat blijven eigenwijs is en dom en koppig en wat al niet meer. Het zal het zijn, maar het is zo begrijpelijk! Om de tragiek te be grijpen van het weggaan van het eigen huis, het eigen land, moet men zelf midden in het water heb ben gezeten. Als dat water dan weer u:at gezakt is, als het, op het oog althans, lijkt Jat het gevaar geweken is, voelt men een soort overwinning in het hart. En om dat gevoel prijs te geven, moet meer overwonnen worden, dan de angst voor een volgende maal alleen in Zierikzee, dat zich daarop met allerlei vloed-planken voor kelder ramen e.d. volkomen heeft inge steld, zou immers pas om zes uur komen. En dus moest het wat an ders zijn. Maar op alle plaatsen waar die nacht om drie uur langs slaapkamer-gordijnen is gegluurd wat het dan wel kon zijn, is men tot de ontstellende ontdekking ge komen dat het wel het water al was. Het water, dat inmiddels al enkele dijken opzij had gezet en nu langzamerhand vrij spel begon te krijgen. Een wilde vlncht naar ho ger gelegen verdiepingen be gon. Maar het water bleef sty. gen en met het water de angst Veel te veel mensen dus op een klein stukje land, dat zich langzaam maar zeker weer probeert op te richten van de klap van Zondag jl. maar nu alweer beducht is voor de vol gende aanval van het water. Die zo dreigend in de lucht scheen te hangen, dat de stadsomroeper zijn bel vanmiddag geen ogenblik heeft laten rusten en steeds maar weer heeft geroepen dat iedereen, die de kans kreeg Zierikzee aan boord van een der vaartuigen te verlaten, hiervan zo spoedig mogelijk gebruik moest maken, omdat er opnieuw een sterke wind verwacht werd. En wat er bij een nieuwe harde wind, die aan de overgebleven dijken zeer beslist geen gelijkwaar dige tegenstander meer heeft, zou gebeuren in deze mensen opeenhoping, laat zich gemakkelijk raden Daarom is het, dat men thans te hulp is gevaren. Niet alleen om het hoognodige te brengen zelfs eigenlijk helemaal niet, want er zijn langzamerhand zoveel kleren e.d. aan de wal gebracht, dat men boordevol zit, temeer waar eigenlijk alleen aan evacuatie wordt gedacht maar vooral om alle mensen, die gemist kunnen worden, naar rustiger plaatsen over te brengen. Toen wij aan boord van de SCH 79, de logger „Wassenaar" de tocht naar het in doodsnood verkerende Schouwen maak ten, konden wij ons nog geen juist beeld van de toestand vormen. Wij hadden de dag tevoren het getroffen gebied van de lucht uit gezien en waren toen meer onder de indruk gekomen door deze aanblik dan door alle voorgaande be richten, maar toch hadden wij geen direct contact met het gevaar gehad. Dat kregen wij pas toen wij aan de rand van het water stonden. Droeve stroom drijft Oosterschelde uit Overigens behoefden wij niet te wachten tot wij vaste wal onder de voeten hadden om met de ramp geconfronteerd te worden. Toen wij van de Roompot uit de Oosterschel de binnenvoeren kwam deze ons met het naar zee terug kerende water tegemoet. Steeds meer huisraad, meu bels, groenten, balen stro, zakken appels en andere uit de overstroomde gebieden weggezogen spullen dreven langs ons schip. Hiernaar zou men echter wellicht nog als belangstellend toeschouwer kunnen kijken en zich pas la ter eigenlijk realiseren, dat hier de stille getuigen van een strijd op leven en dood door de overwinnaar van de strijd worden meegevoerd. Dat is echter onmogelijk met de stroom cadavers. Vooral koeien en varkens en hier en daar een enkel paard zijn door het water bijeenge bracht tot een droeve pro cessie, waarnaar men slechts een blik hoeft te werpen, om in de diepste ellende van deze ramp te worden ondergedom peld. Langzaam drijven deze dode dieren naar zee, weg van de Zeeuwse eilanden, waar zij door het water on verhoeds in de rug zijn be sprongen, zodat er geen ont komen meer mogelijk was. Achter onze „Wassenaar", die er gens voor Walcheren van de ioodsboot „Arcturus" een loods boord heeft gekregen om ons door de gevaarlijke gebieden van de Oosterschelde veilig naar Zie rikzee te brengen, stoomden vele andere vissersschepen. Nog meer Scheveningers en verder Katwjj- kers, IJmuidenaren, mannen van Texel en nog andere vissersplaat sen. Allemaal bereid al het moge artikelen binnenvoer. Toen het schip leeg was, bleek er even een adempauze te zijn en daarvan kon den wjj gebruik .maken om te zien wat er rond ons gebeurde. En dat was heel wat! Bussen vol ouden van dagen en zieken reden aan en werden in ijlings lot hospitaalschepen omgebouwde vaartuigen ge ïnstalleerd. koeien maak! en waarschijnlijk de eerste lucht reis van hun leven, toen zij door hijskranen hoog door de lucht in scheepsruimen weiden getild en brandweerlieden met roodomrande slaapogen. die in diepe kassen lagen vanwege het feit, dat zij de laatste nach ten geen bed meer hadden ge zien en als maar in de weer waren geweest, wierpen voor lopige waterkeringen op, dicht ten gaten in de straat en stut- Hoe het waler onverhoeds kwam Dat het watermonster ook Schou wen-Duiveland onverhoeds is be sprongen, blijkt wel uit de verha len van de inwoners, die het vreemde verschijnsel vertonen dat toch zo bekend is in dergelijke om standigheden: zij zeggen niet meer over al die narigheid te willen praten en denken en wanneer wij dan een geheel ander onderwerp aansnijden, blijkt hun hele denken en praten (volkomen begrijpelijk overigens) alleen maar vervuld te zijn van dat ene: water! In de nacht van Zaterdag op Zondag begonnen de sirenes om drie uur te loeien, maar niemand, die zich direct realiseerde, wat er aan de hand zou zijn. Het water, de dagelijks terugkerende bezoeker Op vele plaatsen is het nog steeds ondoenlijk de gaten in de dijk te dichten. Dit is een van de gaten onder Zierikzee, waar de zee nog elke dag aan knabbelt. Het zijn deze verwoestingen, die deskundigen er toe hebben ge bracht een termijn van maanden te verwachten voor men de toe stand enigermate onder de knie zal hebben van de bewoners. Pas toen het water in het hoogste deel van dc stad ruim anderhalve meter boven de straat stond zelfs op de Oude Gracht, midden in het plaatsje, waar bu dc „kreek" een soort vloeddam is gebouwd, die altyd hoog en sterk genoeg was gebleken, was het water al aan de gang geweest en had het die stenen massa al afgebroken alsof het een onbelangrijk stukje hout was, dat in de weg stond was het monster tevreden. Maar dat betekende, dat in het lager gelegen stadsdeel ruim drie meter water stond en alles wat onder deze lijn door de grijparmen van het water werd gepakt, werd meege sleurd. Zodat velen tenslotte niets anders over hadden dan de kleren die zü aan hadden en een enkel stuk goed. dat zy Eens keek men uit de hoekkamers van hotel „Smalheer", dat op do hoek van de Nieuwe Haven in Zierikzee staat, uit over de be drijvigheid in het haventje. Tof hef water in de nacht van Zafer- dag op Zondag uit de haven sprong en in zijn machtige greep het halve hotel meevoerde Helicopters hebben een luchtbrug tussen de onbereikbqre Schou wense polders en Zierikzee ge slagen. De gehele dag door worden op deze manier mensen in veiligheid gebracht nog in alleryi mee naar het dak hadden kunnen grissen. Maar op dat punt vragen de mensen niet meer dan de om standigheden hen veroorloven: wij hebben elkaar nog en dat is alles waard! In de polders, waren er ech ter velen, die ook elkaar niet meer hadden. Want daar was vaak geen mogelijkheid om naar het dak te ontkomen, omdat het water er hoger kwam of omdat de vloed met zoveel kracht bezit nam van het eiland, dat de huizen in stortten. Wie echter zo ge lukkig was om boot, vlot of een ander vervoermiddel te kunnen bereiken, vluchtte in de richting van een deel van het eiland, waar het nog mo gelijk zou zijn, de voeten op droge grond te zetten. Veel is dat niet op Schouwen-Duive land. Want het water is er zo ontzettend gulzig op aan gevallen, dat er voor de mens niet veel meer is overgeble ven O En om die mens gaat het nu op dit ogenblik. Om die mens te red den zijn alle beschikbare schepen uit binnen- en buitenland naar de haven van Zierikzee g'ekomen, om die mens te redden wagen thans anderen hun leven in kleine boot jes die trachten in de omgeving van de boerderijen te komen, waar nog steeds mensen op zolders en daken hokken. Volkomen verdoofd door kou en ellende, alleen nog maar levend op het laatste sprankje hoop dat een van de vele vlieg tuigen die boven het verdronken land vliegen, straks ook hun red ding zal betekenen. Want die vliegtuigen zijn vrijwel de enigen, die op vele plaatsen daadwerke lijke steun kunnen verlenen. Achter de molen van Zierikzee die uitstaart over de haven en het water rondom, is tussen beddéla- kens een vliegveld gemaakt. De witte cirkel die daardoor op het kleine landje, waarschijnlijk in nor male dagen gebruikt als bleek, is ontstaan is niet groot. Maar hij is groot genoeg om plaats te bieden aan een helicopter en die landt er dan ook elke tien minuten. Engel sen, Amerikanen, Belgen, Neder landers, kortom alles wat met zo'n vreemd toestel de luoht in kan, is er ook mee omhoog en als een complete luchtbrug tussen de ge bieden van Bruinisse, Oosterland en alle verdere polders die zijn overstroomd en Zierikzee vliegen zij heen en weer. Met zieken en gewondenmet ouden en jongen met volwassenen en kinderen. Want zij allen moeten worden gered. In de polders trekt de Dood in de vorm van het steeds gevaar lijk terugkerende water, aan de andere kant staat de mens. Hij be twist de Dood zijn prooi zo veel hij kan en vecht met alles wat in hem is. En ondanks de slaap, die als lood aan zijn oogleden hangt, ondanks de vermoeidheid die als met messen in zijn spieren prikt, gaat hij door. Tot op Schouwen- Duiveland de laatste, die gered kon worden ook inderdaad is gered.'

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 2