Het einde van Bernardus B..
EEN. NACHT IN DE AHOY-HAL
WILLEMJ
HILVERSUM I blijft
's nachts in de lucht
Via drie centra verlaten de
bewoners Schouwen-Duiveland
Radio Nieuwsdienst deed
voortreffelijk werk
EEN MAN ZEGT „NEE"
door
Een felle, vermanende tik
Vroeger 42 koeien nu in een
geleende overall en geen
geld voor de kapper
„Geen hulp nodig"
FOTO-GEDENKBOEK
DONDERDAG 5 FEBRUARI 1953
HET PAROOL
5
HET evacuatie-centrum in de Ahoy-
hal te Rotterdam is een op zichzelf
staande samenleving. Men kan er
opstaan, slapen gaan, en zich aan het
werk begeven. Men leeft er even onop
gemerkt als in de grote-stadswereld
buiten de muren.
Bernardus B. kwam uit een andere
wereld, waar ledereen bekend was met
de namen op de graven van het dorps
kerkhof. die de zelfde waren als de
namen op de deuren van de huizen. Zijn
wereld was het afgelegen huis in de
polder achter de dii'k van het eiland.
Het huis met de geit, het hondenhok,
en de twee bomen. Gisteravond, toen
de laatste boot in de schemer langs het
dak voer, was het achterhuis ingestort,
een boom was verdwenen en de andere
stond scheef.
Hp zit tussen de duizenden vluchte
lingen met de boerenpet nog op de oude
oren in het grauwe licht van de plafond
lampen onder de strakke stalen bogen
van de hal. Zijn stoppelig gezicht heeft
de grijze kleur van een tot op het merg
verkilde. Schuin voor hem staat een
zwangere vrouw tegen de muur ge
leund; met zwarte moddervegen koe
kend aan haar mantel, geluidloos te
hullen. Een welnie loopt toegewijd de
vloer te vegen. Als hii bii de huilende
vrouw komt, kijkt hij haar aarzelend
aan. Ze stapt even opzii voor zijn
bezempje met een geroutineerd huis-
vrouwengebaar.
IK merk dat de oude Bernardus B, mij
aankijkt en begint te praten, op een
onwezenlijke hoor-nu toch-eens-wat-
merkwaardig-toon. ,,Ik werd wakker
door een geluid van brekende ruiten",
zegt hij. ,,Het was stikdonker, en dood
stil, op een zuigend geluid na, dat ik
niet thuis kon brengen. Ik miste Iets.
Ik wist eerst niet wat, maar Ineens wist
ik het: er was Iets gebeurd en de hond
had niet geblaft: dat was het. En toen
wist ik dat het water was gekomen."
Hij lachte even verontschuldigend, en
keek onderzoekend of hij mii misschien
verveelde met zijn praten. ,,Op het zelf
de ogenblik begon ons bed te bewegen",
ging hij verder. ,,En ik green zonder er
bij na te denken naar het nachtkastje,
waar nog een stompje kaars in moest
liggen van de tijd dat we nog geen elec-
tricitelt hadden, maar het lag er niet
Ilc vond wel een lucifer. Toen ik die aan
stak zag ik dat het kinderbedje van ons
kleinkind Stientje ook dreef. Verder wa
ren er geen mensen in huis, dat was
dus een hele geruststelling Moeder dJe
naast mij lag. werd wakker en draaide
zich om, waardoor het bed begon te
schommelen.
Ik zei dat ze stil moest blijven liggen,
anders sloegen we om, en dat Stïentje
ook dreef, ik duwde het bed af van de
imuur, zodat het in de richting van de
kleerkast dreef, want ik moest de kle
ren zien te redden, anders zaten we
zonder, en Ik kon niet zwemmen, en
moeder ook niet De kleerkast kon van
boven open met een half deurtje,, en
misschien had de onderdeur het water
nog even tegengehouden.
„Je moet Stïentje pakken", zei moe
der. „Anders gaat die direct om!" Ac
zei maar niks, want ik kon niets zien.
en ik dacht misschien is dat al ge
beurd. Maar ik was nu toch al bij de
kleerkast, dus zei ik tegen moeder dat
ze zich aan de muur vast moest houden,
zodat het bed met om kon slaan, terwijl
ik alle kleren uit de kast haalde die ik
kon vinden. Schoenen of klompen waren
er niet, maar gelukkig wel veel sokken
en een pakje lucifers. Toen ik alles bij
mekaar had zonk ons bed. Het water
was ijskoud.
Stientje dreef nog, en vlak bij ons.
zodat moeder haar kon pakken. Ze weid
met eens wakker. En midden m de
kamer dreef het vaasje van mijn dochter
Christien, dat kon ik nog net zien bij
de lucifer. We hadden haar juist eer
gisteren naar het graf gedragen, terwijl
ze nog geen achtendertig was. In dat
vaasje hadden we altijd bloemen bij haar
bed gezet toen ze ziek was, en nu had
den we het vaasje in onze eigen slaap
kamer gezet, maar oznder bloemen, om
dat ze er niet meer was. Ik dacht nog
hoe eigenaardig het was, want als Chris
tian nog had geleefd, was ze zeker van
nacht gestorven aan de kou, die ook
haar ziekte had gebracht, en dan had lk
misschien wel tegen de Heer gevloekt,
terwijl ik Hem nu prees, omdat hij haar
dit niet bad laten beleven."
T|E STEM van de oude mam stokt. Om
ons heen is de Ahoy-hal. Achter
ons staat een dominee in een grijs
pak gepreoccupeerd te praten met een
collega in eendonkerblauw pak met een
streepje. ...,,ja een woord, een bemoe
digend woord, zodat ze een beetje tot
rust komen. Ik heb het er ook al over
gehad met de collega's. Ze zouden de
topleiding er over aanspreken."
Over de hoofden galmt een metalen
luidsprekerstem, ,,Er is een boodschap
pentas gevonden met een paar schoenen.
De eigenaar moet zich melden bij de
microfoon!" Een jongen van een jaar
of veertien roept tegen een kameraadje:
,,Ik kreeg daarnet een appel joh! Zó'n
grote!" En hij wijst.met twee vuile han
den. Achter me zegt een blitse stem:
„Ik zie het al! Die rijke kapsonesgasten
willen natuurlijk geen kamers afstaan!"
Door een deur strompelen steeds
nieuwe burgers voor dit niemandsland
binnen. Een oude man met een schoor-
steenklok in een kussensloop over de
schouder sloft ondersteund door twee
andere grijsaards voetje voor voetje de
zaal in. Een jongen van een jaar of
twintig staat in de deur stil, en wrikt
aan zijn arm. Hij draagt een hondje
onder die arm. De hemel telt de dagen
en nachten dat hij heel zijn kracht con
centreerde op het gebogen houden van
zijn arm om het dier niet te verliezen.
En nu kan hij hem niet meer strekken.
Hij wordt vooruit geduwd door de groep
die achter hem komt. Hij sjokt de zaal
in om opgeslokt te worden door de
massa die hem vijandig aanstaart, om
dat hij niet het familielid is waar zo
smartelijk op wordt gewacht.
OP zolder lag nog een oude matras
waar we Stientje op konden leg
gen," zei de oude man naast
mij. „Gelukkig had ik de kleren droog
kunnen houden. En toen lk die aan had
dacht lk pas aan de geit en aan mijn
konijn van tien pond. We hadden niets
gehoord. Ik ben gaan liggen en ik dacht
nog: misschien ls het goed dat ik nog
wat slaap, want daar zal voorlopig wel
niet veel van komen, en lk zal als enige
man ln huls wel al mijn kracht nodig
hebben. Ik had het nog niet gedacht,
of ik sliep.
Ik heb lang geslapen, want toen
moeder me wakker maakte zei ze dat
het water weer steeg en dat de zolder
ook nat werd, en dat we het dak op
moesten. Stientje liep al aangekleed
rond en het was volop dag. Ik schaam
de me erg, want lk had niet gedacht
dat lk zo lang zou slapen, en het was
al dag. dus zouden ze wel gauw komen,
zodat Ik als man niet eens meer nodig
was. En ik was niet eens uitgerust,
maar stijf en rillerig.
We zijn op het dak gaan zitten op de
matras, want die werd binnen toch nat,
dus konden we hem ook wel ln de regen
leggen. Het water klotste over de dak
goot. Ik kon verderop nog het huls van
Barend zien, maar er zat niemand öp
het dak. Ik wilde een papiertje in het
water gooien om te kijken" of het
stroomde, want dan zouden de muren
het wel niet houden. En toen zei Stien
tje, dat zij het wou doen, en moeder
zei: „Laat het kind maar, dan heeft
het wat te doen".
Maar Stientje gooide een omgevouwen
papiertje, zodat het een scheepje werd
dat wind had in de zeilen, en je niet kon
zien of het de wind was of de stroom.die
het mee nam, dus gooide ik nog rei
platpapiertje, en het stroomde erg. Dat
kon je gewoon ook wel zien, maar je
blijft toch hopen. Beneden in het huis
hoorden we toen gestommel en gerin
kel, en ik zei dat we de bomen in moes
ten, maar moeder zei dat het de kasten
waren die tegen mekaar op dreven. En
toen begon de boom ook te kraken."
Hij zwijgt. Twee dagen' hebben ze zo
gezeten in de storm, de regen, en de
sneeuw, met een huilend kind. Aarzelend
tussen de boom en het dak. Ergens onder
het water zaten hun levenskansen ver-
ankerd in losgewoelde boomwortels en
ondermijnde muren. Maar dat is een
groot gat in zijn verhaal. Hy \yeet er
niets meer van.
BIJ de achteringang van de Ahoy-hal
staat een dokter in een witte jas,
en wenkt de mensen die er het ellen
digst uitzien. Hij moet de kracht waar
over hij beschikt zuinig beheren, en hij
onderzoekt hen met een harde kop en
zakelijke bewegingen. Naast hem op een
stoel zit een arbeider van een jaar of
dertig met een dromerig gezicht en hel
dere, groene ogen. Hii was niet op het
eiland toen de ramp plaats vond, maar
toen hij het hoorde is hij ir. die verschrik
kelijke nacht gaan roeien, drie uur lang,
tot 'hij het huis vond waar zijn vrouw en
twee kinderen dood in de kamer dreven.
Sindsdien heeft hij geen woord meer ge
zegd. Zesendertig uur aan een stuk heeft
hij door geroeid. Vierenzeventig mensen
heeft hij gered. Roerloos zit hij op die
stoel, De duw- en stootbewegingen wil
len hem niet meer uit de armen. Hij zit
kaarsrecht met alle spieren gespannen.
Drie meter van hem af sloft een dich
te drom mensen langs een afzetting van
touw naar de registratie-afdeling. Bij
het touw staat een pafferige man met
een versleten hoed en zenuwachtig knip
perende ogen. Hij geeft uitleg over de
man op de stoel, met een zachte toon
loze stem, als was hii een toerist-emeider
met een groep buitenlanders. „Zesender
tig uur heeft hij geroeid", zegt hij. „Hij
was getrouwd met mijn nichtje, en die
is dood, maar hij is een held".
De drom schuift verder en de man
met de groene hoed begint weer tegen
een nieuwe in haar eigen leed verzinken
groep, als kon bij nooit meer iets an
ders zeggen dan die twee zinnen. „Zes
endertig uur heeft hij geroeid"......
„Wil de vrouw van Jacob van Houten
uit Oosterland direct bij de microfoon
komen? Er wordt op haar gewacht!"
galmt de luidspreker. „En hier is een
dringende oproep voor meneer Versluis:
de baby is gewassen en kan worden af
gehaald!"
rpOEN kwam er een man ln een
ff 1 rubberboot", zei de oude man.
„Maar lk had het er niet op be
grepen, want die rubberboten zinken als
ze in prikkeldraad terecht komen, omdat
ze dian leeg lopen, en moeder en ik kun
nen niet zwemmen. Ik zei tegen moeder:
„Straks komen er vast houten boten nu
ze eenmaal de weg gevonden hebben".
En toen heb ik tegen die man gezegd
dat wij al besproken waren door een
man ln een andere boot, die nog even
verderop wat moest gaan doen, en dal
hij bij Barend hulp moest gaan brengen
Wij zagen hem nog wel een uur,
want hg moest tegen de stroom op
roeien, en toen verdween hij achter het
huis van Barend, en hy kwam niet
terug. En er kwam ook geen andere
boot, en in het huis hoorden we ploffen
die piet van de kasten kwamen. Moeder
zei niets,
En toen kwamen ze toch nog. Twee
mannen met een roeiboot zonder spa
nen. Een blonde en een zwarte kerel.
Die leek wel een Italiaan, zo zwart was
hij. Ze zwommen en liepen achter de
boot om haar te duwen.
Het heeft een hele tijd gedüurd, want
het werd weer eb. en ze moesten tegen
de stroom op duwen, en ze waren heel
moe. En toen kwamen we bij een huis
waar het water tot even onder de rand
van de heg was gezakt, en uit het huis
waren vier lijken tot- voor de heg ge
dreven. En die zwarte man zei: „Het is
jouw beurt weer". Maar die blonde zei:
„Nee, want die in die boom telt niet".
En toen zei die zwarte: „Die kon lk er
niet uit krijgen". Maar toen zei die
blonde: „Zo is het net, dus telt die niet
mee."
Toen ls die zwarte naar het huis ge
gaan om de lijken weer naar binnen te
slepen, terwijl de blonde de boot op haar
plaats hield. Toen hij klaar was deed hij
op ,de deur een stuk papier met het
cijfer vier en een kruis, en ik dacht:
dat heeft die man met die rubberboot
bij Barend ook gedaan.
TUSSEN de groepen byeen hokkende
vluchtelingen door schuift een
pezige kerel op ons af met zwarte
ogen en een enorme haardos onder zijn
pet. Hij heeft de losse eang van iemand,
die zijn kracht bewezen heeft, en daar
trots op is. Hij komt voor de oude man
naast mij staan, en kiikt op hem heer
met de genegenheid van een sterke vent
voor een hoopje mens, dat slechts be
staat door toedoen van zijn bemoei
ingen. Hij komt alleen maar even
kijken, dat is hem voldoende. Als de
stilte lang duurt, zegt hii: „Nou opa.
drink jii maar lekker je koffie hoor, dat
zal je goed doen, hahaha!"
De oude man kijkt vol ontzag op
tegen het werktuig Gods, dat hem van
zijn dak is komen halen, ,,'t Is slecht
voor mjjn hart hoor meneer!", zegt hrj k
dan beverig.
De reus heeft het niet verstaan. Hij
buigt zich goedmoedig voorover, f'
„Slecht!", herhaalt het mannetje. s
De lange redder begrijpt niet wat hij I-
bedoelt. „Kom nou!", wuift hij weg.
„Drink jij maar braaf je bakkie koffie j
leeg! Dat zal je goed doen!"
Meteen wipt hij behendig van het
blad, dat een langs dravende vrijwillig-
ster meedraagt, een beker koffie en zet
die voor de oude neer. Dan beent hij j-
weg in de richting van de deur. De
oude man kijkt aarzelend in de richting
van de beker. Hii neemt hem op met
een gehoorzaam gebaar, en begint ge
laten te slurpen.
„Het hoeft niet hoor opa", zeg lk
nog. want ik heb wel verstaan wat hij
zei over zijn hart. Maar ik heb geen
gezag bü hem. Hij drinkt de beker leeg
met een hartbrekende toewijding.
DAN gaat hij in de rij staan om zich
te laten registreren. Hij mag zijn
klamme kleren verwisselen voor
droge van de inzameling. En in dat kale
kleedhok moet het gebeurd zijn. Mis
schien was het de weeë lucht van des
infectie aan de vreemde kleren, die hem
voor het eerst deed beseffen wat er ge
beurd was met zijn leven, dat vierenzes
tig jaar was voortgerold in het huis met
de geit, het hondenhok en de bomen.
Toen hij de kleedkamer uitkwam was
de spanning die hem tot hier had ge
bracht, uit hem weggevloeid als de zee
uit de geulen en kreken bij eb. Hij slofte
door de hal met eindeloos trage bewe
gingen, als van een stopgezette ma
chine waarvan de vliegwielen nog even
doordraaien.
Hij legde zich neer op een van de hon
derden brancards die daar in rijen ston
den opgesteld als bedden. Heel rustig,
met in zichzelf gekeerde gebaren temid
den van het gegons, alsof hij nooit meer
op wou staan. Een knekelig mannetje
met een pet op. Heel klein, heel grauw,
heel verschrompeld.
Een verpleegster die juist fris de
dienst begon, kwam langs. Ze boog zich
over hem heen, en zei iets, maar hij be
woog zich niet meer. Toen liep ze met
lange lenige passen naar het eind van
de zaal om een dokter te halen en dra
gers.
maand geleden
sisch interneringskamp te Kiew werden
vrijgelaten, zijn gisteren in West-Duitsland
aangekomen.
Telefoonverbindingen
die verbroken zijn
Telefoneren met de volgende plaatsen
is op dit ogenblik niet mogelijk, deelt
de PTT mee:
Achthuizen, Alblasserdam, Anna Ja-
coba Polder, Brouwershaven, Bruinisse,
Burgh, Haamstede, Colynsplaat, Drei-
schor, Drogendijk, Duivendijke, Dirks-
land, Ellemeet, Ellewoutsdijk, 's-Graven-
deel, Hank, Heiningen (N.Br.), Herkin-
gen, Hoge Zwaluwe, Kamperland, Kats,
Kerkwerve, Kinderdijk, Kortgene, Lage
Zwaluwe, Langeweg Maasdam, Moer
dijk, Nieuwerkerk (Zeeland), Nieuwe
Tonge, Nlcuw Vossemeer, Noordgouwe,
Noordwelle, Numansdorp, Nieuw Lek-
kerland, Nieuwenhoorn Nieuwendijk,
Ooltgensplaat, Oosterland, Oud-Alblas,
Ouddorp, Oude Tonge, Ouwerkerk, St.
Pliilipsland, Puttershoek, Poortugaal,
Renesse, Rilland, Scharendijke, Schudde-
beurs, Serooskerke (Sch.), Sirjanslajid,
Stad a/h Haringvliet, Stavenisse, Stel
lendam, Strijen, Tiengemeten, Waarde,
Weiburg, Willemstad, Wissekerke, Wol-
phaartsdijk, Zonnemaire.
(Van een onzer verslaggevers)
ZIERIKZEE, Donderdag. De eva
cuatie van SchouwenDuiveland komt
snel op gang. Zy geschiedt via drie cen
tra: Via Scharendyke kunnen zo nodig
de ongeveer duizend West-Schouwe
naars het eiland verlaten, die gevlucht
zyn naar Haamstede, Renesse en Burgh.
Tenzy men alsnog zou besluiten, deze
mensen daar te laten en er de voedsel
voorraden aan te vullen.
Zierikzee is het blangrijkste centrum
van de evacuatie. Reeds gisteren zijn er
duizend ouden van dagen en mensen, die
niet in de stad wonen, naar Dordrecht
geëvacueerd. Vandaag wordt de evacua
tie van alle nietrinwoners voortgezet en
morgen moeten er 1500 inwoners van
Zierikzee zelf naar het vasteland ver
trekken.
Aan de Oostzijde geschiedt de afvoer
via Zijpe. Gisteren zijn hier 500 mensen
vertrokken.
Gistermiddag was de toestand van
200 vluchtelingen uit Noordgouwe, die
voorlopig naar Schuddebeurs waren ge
trokken, zo kritiek, dat wethouder
A. Geluk in Zierikzee onmiddellijke hulp
kwam inroepen. Met behulp van ijlings
gevorderde auto's, die niet over de weg
maar gelukkig wel over de dijk Schud
debeurs konden bereiken, zijn deze vluch
telingen in de opvangcentra te Zierik
zee in veiligheid gebracht.
Het overgrote deel van de mensen in
de geïnundeerde gebieden is thans uit
gevarenzone naar een droge plaats
rgebracht. Woensdag zijn de laatste
„overblijvers" uit de gemeente Nieuwer
kerk geëvacueerd. Burgemeester Eeten
verliet als laatste zijn dorp.
Uit Oosterland zyn Dinsdag 450 per
sonen per helicoptère uit de bovenver
diepingen en van de daken gehaald en
gisteren is een ander deel van de 900 in
woners met door de straten varende
vletten en rubberboten overgebracht
naar motorvletten. die ze via een gat
in de dyk naar Zierikzee en verder heb
ben gebracht.
Er bevindt zich nog een aantal per
sonen op het raadhuis van Oosterland
en in enige particuliere woningen. Er
is reeds voedsel geparachuteerd en de
mensen verkeren niet in direct gevaar.
Vandaag wordt het reddingswerk
voortgezet.
In de polder Dreischor bevinden zich
thans geen mensen meer.
(Van onze radioredacteur)
HET laatste accoord van l*st Wilhel
mus is verklonken. Het betekent
anders, dat de Nederlandse radio zwijgt
cn het land ta mst mag zinken Maar nu
blijft een klok doortikken m de micro- Tegelijk: denk ik: de kleur is verkeerd.
reiken valt, zwijgt hij. En de klok valt
weer m. Het is 1.05. Op straat is het
stil. Het is een straat in de hoofdstad
van een vriendelijk land. Het groene
lichtoog van mijn radiotoestel kijkt mij
aan- De omroeper schraapt zijn keei.
foön van Hilversum I. Het is een felle,
vermanende tik. Want de zonder Hil
versum I blijft open.
De man van de R.V-.D. leest zijn
eerste berichten in de Februarinacht.
Hij heeft een kalme stem. Hii leest met
de precisie van iemar«:l, die weet, dat
elk woord afgerond moet overkomen: de
schepen uit Dordrecht moeten n 1 e t in
Stad aan 't Haringvliet zieken ophalen.
Er is al een schip op weg. Er is al een
schip op weg. Hij richt zich tot de
„Zandzuiger 5", die in Sint Maartens
dijk of Terneuzen moet liggen. Op
Noord-Schouwen zijn dringend 300 ton
zinkstenen nodig. Lossen bij de gas
fabriek te Zierikzee. Om 8 uur is het
hoogwater. Zo'n laatste zinnetje is na
tuurlijk een schrééuw. Maar de man van
R.V.D. mag niet schreeuwen voor de
radio. Bovendien zou- het niet helpen.
Nóg eens bovendien moet hij verder.
Zierikzee hijgt om die stenen. Maar de
burgemeester van Puttershoek moet
weten, dat om kwart voor l uit Amster
dam een complete zendïnstallatie met
mannen van Radio Holland naar hem
onderweg is. Ze hebben ook dekens, thee.
koffie, zaklantaarns bij zich.
Vijf over een
Als de man van de R.V.D. dan .nog
gezegd heeft, dat in datzelfde Amster
dam een complete keukenwagen ifiét
personeel gereed staat, bereid naar »lk
punt te rijden, wat met een auto te tie-
(Van onze radioredacteur) I „pasklare" uitzending te maken. Hier-
Sinds Zondagmorgen achtuur ligt Ne- mee werd dadelijk gebroken. Belangrijk
derland met het oor op de radio. Het nieuws, dat binnenkwam terwijl men in
nieuws, dat. de luisteraar te horen krijgt, j de lucht was, liep nog in dezelfde uitzen-
wordt gesproken in een klein kamertje I ding- mee. Zondagavond werd besloten
van een lelijk, geel huis te Hilversum.
De Radio Nieuwsdienst A.N.P.. Mélk-
pad S.'i, heeft zich van die Zondagmorgen
af tot taak gesteld de Nederlandse be
volking zo goed en zo uitvoerig als ge
wenst was, in te lichten.
Van het eerste ogenblik af heeft de
Nieuwsdienst deze taak met begrip en
kundigheid verricht. De omroepvereni
gingen wisten van het begin af, dat het
nieuws zou uitlopen. De gewoonte is een
Aan de verwoeste kade
het
tadje Veere op Walcheren
(Van een onzer verslag
gevers)
ZIERIKZEE, Donder
dag. „Geld is toch
maar slijk", zegt de 42-
jarige Frans Koop-
le. Hg betreurt 26 koeien
en drie paarden. Maar ook
zijn meisje is er niet meer.
Hij is gelaten en rekent
ons voor, dat van de 200
inwoners van zijn dorp er
63 dood zijn, als men aan
neemt, dat de vermisten,
uit liet geliuchl i van wie er nu nóg niets
Capelle. Hij verloor zijn ljs vsmomen. zijn omge-
40j J ,J I komen.
42 koeien, zes paarden, De zeventienjarige A.
twee tractoren en een IHendriksen is met
personenauto, evenals
zijn hofstede.
Deze boom van een ke
rel spraken wij bij de bar
bier in Zierikzee, die hem
met evenveel zorg schoor
als toen hij vroeger hier
met zijn eigen wagen
kwam en betaalde. Nu
was Koopman gekleed in
een geleende overall en
zelfs de drie dubbeltjes
voor de kapper bezat hij
niet. Wel zijn vrouw en
de beide meisjes van tien
en zes jaar. Daarom zei I
hij: „Geld is toch maar
slyk. We leven nog!"
We hebben ook andere
vluchtelingen gesproken.
Nico Flikweert (37
zeven anderen weggedre
ven op een dak, waaronder
le muren waren wegge
slagen. Hij redde zijn le
ven door zes uren in een
telefoonpaal te blijven zit
ten. Toen het 613 werd,
zwom hij naar een boerde
rij, die was blijven staan
en vandaar is hij met an
dere mensen, die er op de
bovenverdieping zaten,
door een bootje wegge
haald.
Dobberend op
een dak
De gezinnen Johannes
Dorst (man, vrouw en een
meisje van één jaar), Jo-
hap Schietteka.tte (man,
jaar) komt ook uit Capel- vrouw en vijf kinderen), J,
v. d. Weide (man, vrc
en zoon van 17 jaar) en
Koos Wastenbrugge,
jaar, hebben met hun v<
tienen op een enkel dak
een etmaal rond gedob
berd en zijn allen gered.
Maar de moeder, die dok
ter Vleugel Schutter Zon
dagmorgen in de vroegte,
toen het water steeg en
steeg, bij de bevalling
hielp, is 's middags met
haar kind gestorven toen
het huis instortte.
Wonderbaarlijke reddin
gen, het verlies van bloed
verwanten en het verlies
van aards bezit hebben
éénzelfde stempel gedrukt
op al die mensen. Ze zien
er bijna allen uit of ze in
vijf dagen tien jaar ouder
werden.
De getroffenen klagen
niet en de gespaarden jui
chen niet. Zij moeten er
allen weer bovenop komen
en dat zullen de meesten
ook wel.
En voor de hulp zijn ze
dankbaar.
Maar overdag praten ze
alléén maar over het wa
ter en de evacuatie en 's
nachts slapen ze niet
Do heer De Clercq
(Van onze correspondent)
HILVERSUM, Donderdag. Waarom
doet de Avro niet mee met de drie an
dere, grote omroepverenigingen wat be
treft het maken van reportages uit de
noodgebieden? Op die vraag antwoord
de Avro's voorzitter G. de Clercq ons
hedenmorgen woordelijk: „Omdat de
Avro geen hulp nodig heeft".
Inzake de omschakeling van de prijs-
vraagactie „De hond in de pot" tot „Zo-
Want hij maakt brokken, al zijn uit- den aan de dijk" was zijn "mening, dat
(Van een medewerker)
HAAST was het compleet gelukt,
maar de werbijsterenden koppigheid
van één man gooide roet in het
eten, KRO, VARA, NCRV en Wereld
omroep hebben intern en naar bulten
tijdelijk de omroep gevormd, die Neder
land in dit uur nodig heeft: de onver
deelde omroep, geheel toegespitst op de
bittere vraagstukken van de natie. Maar
hij. die ene man, zei „nee".
Neen tijdens de besprekingen die tot de
hoog nodige coördinatie van de reporta
ges uit de getroffen gebieden moesten
lelden. Neen op de voorstellen om over
beide zenders een gezamenlijk program
ma te geven, Neen tegen de waardige,
juiste regeling van inzameHngsaetlvltei
ten door de radio.
Nee, nee, nee, roept nu al dagenlang
de heet- O. de Clercq, alleenheerser over
de AVRO en in de „public relations"
voor zijn omroep keer op keer een ont
stellende brokkenmaker.
leggïngen, ontsproten aan een fanatiek-
formalistisch brein, ten spijt. Hij h&d
niet Zondag in de vroege middag zo
arrogant moeten spreken over de wel
willendheid van de AVRO, die dag de
nieuwsdienst der Radio Unie voor extra
uitzendingen tot de aether toe te laten.
Hjj, gespeend van iedere ervaring in
nieuwsvergaring en nieuwsverwerking,
hèd niet moeten proberen voor berich
ten over hulp en nijpende behoeften
exclusieve „AVRO-nieuwsdienst" te
spelen. Want de berichten, die de AVRO
aldus uitzond, waren slecht door ver
warring en fouten.
Hij had geen ruzie moeten maken met
de radio-afdeling van de Regeringsvoor
lichtingsdienst, die voor haar harde et-
maalsarbeid alles behalve de koppigheid
des heren De Clercq verdient. Hij hèd
niet Maandag, toen eerst de KRO en
later op de dag de VARA en NCRV tot
inzicht kwamen en besloten samen te
doen, zijn geborneerde spel van „de
AVRO a'léén" moeten prolongeren. Hij
hè.d niet Dinsdagavond moeten beginnen
met zijn „Zoden aan de dijk", omdat
deze individuele hulpactie propaganda
voor de AVRO verbindt met iets, waar
van het gebruik maken ten behoeve van
propaganda kortweg misselijk genoemd
moet worden.
Wat bezielt toch de heer G. de Clercq?
Men kan het vragen en men kan,
naast alle wrevel, iets van medelijden
voelen. Want deze man, de machtigste
man van de AVRO, de dirigent van een
koor ja-broeders, is op dit moment een
eenzame in den lande, een eenzame in
Hilv
een besluit van alle omroepverenigingen
om het Nationaal Rampenfonds te steu
nen niet betekende, dat men daarnaast
zelf niets meer zou mogen doen. De
heer De Clercq vroeg zich af wat men
beter kon doen dan het lopend succes
van deze actie voort te zetten ten be
hoeve van de geteisterde gebieden.
Actie-comité richt zich
tot minister
Het landeljjk comité van actie van de
AVRO heeft aan de minister van O., K.
en W. een telegram gezonden, waarin
wordt meegedeeld, dat met verontwaar
diging is kennis genomen van de wei
gering door de voorzitter van de AVRO
om de berichtgevind betreffende de
noodgebieden op bepaalde voorwaarden
te coördineren met de andere omroep
verenigingen.
Het comité verzoekt de minister met
klem zodanige maatregelen te nemen,
dat de bedoelde weigering in geen en
kel opzicht schade kan doen aan de
uiterst belangrijke taak, die de radio
twee nieuwslezers afwisselend voor de
microfoon te brengen. Twee voordelen:
beter voor het opnemingsvermogen van
de luisteraar, beter ook voor de spreker.
Op de fatale Zondag heeft de Radio
Nieuwsdienst zijn taak ver overschre
den; echter zich ervan bewust dat het
moest. Van allle kanten kwamen verzoe
ken en mededelingen. Men heeft die
aan het Melkpad gewogen en, indien
van belang, verbreid. Later is contact
gezocht met de R.V.D. en gevraagd de
stroom berichten inzake hulpverlening
te kanaliseren. Hilversum I is daarop in
de lucht gekomen met nachtuitzendin
gen. Het terrein was toen duidelijk afge
perkt. Van Dinsdag af klopte de i-ege-
ling uitnemend.
Sober en rustig
De Radio Nieuwsdienst heeft in de
afgelopen dagen zijn normale zendtijd
tijd bedraagt per dag 1 uur 27 minuten.
Het werd: Zondag 5 uur 16 minuten:
Maandag 5 uur 24 minuten; Dinsdag
-3 uur 50 minuten; Woensdag 3 uur
58 minuten. Voor vier dagen een totaal
van 1128 minuut vellen; d-w.z. een dikke
roman van 600 pagina's. Zowel van
redacteuren als nieuwslezers wordt veel
gevergd. Sommige werken twintig uur
achtereen. Ze leveren goed vakwerk met
een warm hart. Wat men te horen
krijgt is het nieuws, sober en rustig.
Dat is ook precies de bedoeling ge
weest. Men heeft in het begin vooral
het gat willen opvullen tussen het
moment, waarop de ramp gebeurde
dat. waarop de hulpdiensten en andere
organisaties op toeren waren gekomen.
Nu gaat men weer terug op de eigen
lijke taak, de verspreiding van hei
nieuws. Wij zaten naast de microfoon
toen de nieuwslezer het land in kennis
stelde van de algemene gedenkdag,
waarop de Koningin zich tot haar voik
zal richten. In het stille kamertje was
het extra-stil.
Niet groen; het had rood moeten zijn.
De "burgemeester van Goedereede kon
vannacht om kwart voor twee misschien
een heel klein beetje blij zijn. De staaf-
batteryen, waarom hij gevraagd had,
kwamen er aan. Uit Hellevoetsluïs. Een
spoortje licht voor hem. Of de radio
amateurs stil wilden zijn op de 7.6 en
7.92 mc, vroeg de Rijkspolitie te water
uit Vlaardingen. Zij stoorden de noodver-
bindingen, die gebruikt werden in plaat
sen waar de urgentie het grootst was.
Geen cadavers begraven, vervolgt de
monotone stem in mijn stille nachtka
mer. Ze moeten vervoerd naar het ver-
nietigingsbedrijf in Hansweert.
Bericht nr 19 voor de burgemeester
van Oude Tonge. In de ochtend van 5
Februari zal een transport lijkkisten en
lakens vertrekken uit Groningen.
Bericht nr 20. Het amphibievaartuig
„Dorus Rijkers" moet direct terug naar
Abbeuhroek. De toestand is kr'M«k. Dfn
oversteken naar Oude Tonge. Kranendyk
en Achthuizen. Niet wachten op de dok
ter.
Wil het hls. „Rijnvaart IV" drie lichte
motorvletten af-.verpen in de haven van
Oude Tonge? Voor reddingswerk in de
i polder van Nieuwe Tonge. Om kwart
voor 3: de wagen uit Utrecht met
twintig voortrekkers en drie walkie-
talkies ls zo juist Rotterdam gepasseerd.
Bestemming Brlelle. Rotterdam gepas
seerd, waar „het" begint. „Ik heb hier
geen verdere berichten meer", zegt de
man van de R.V.D. Maar hij is nog niet
goed en wel uit de lucht of hij komt
nog even terug om te vertellen, dat de
wegen in Brabant glad zijn. Oppassen,
hulplegioen van de nacht!
Om 2 uur verhuizen we van golf
lengte. Naar 298 m. Want Hilversum
I moet een uurtje nagekeken.
Dan een boordevol bericht. Van de
garnizoenscommandant ln Dordt. De
evacuatie van Nieuwe Tonge moet ter
hand worden genomen. Aan Ooltgens
plaat het verzoek een zoeklicht te zen
den. Stormboten met buitenboord mo
toren moeten ln allerijl komen. Na die
seladen zinnen, volgt een bijna ambte
lijk boodschapje: met betrekking tot de
positie van de mensen op de Galatese-
sluts kan gezegd worden, dat deze om
standigheid de volle aandacht der auto
riteiten heeft. Gelukkig voegt spreker
er bij, dat een sleepboot in de nabijheid
ligt.
Kwart over vijf
Zijn stem lijkt iets lichters te krijgen
als hii om 5.15 de seingevers ln Zeeland
een K.N.M.I.-berictX doorgeeft. Inplaats
van stormseln 2 komt windseln 0. De
storm dus getemd; een wind, die gaat
liggen. En uit Antwerpen kolonnes
onderweg met zandzakken, kostbaarder
dan goud.
Al die smalle sprietjes aanmoedigend
nachtnieuws buigen weer diep door als
de territoriale bevelhebber laat zeggen,
dat uit-alle macht gewerkt moet worden
aan de redding van Nieuwe Tonge.
Dordt roept naar Ooltgensplaat. Iedere
beschikbare stormboot erheen. Middel-
harnis roept zo maar naar wie het horen
wil en misschien helpen kan: zoyeel
mogelijk zoeklicht op Oude en Nieuwe
Tonge.
Het is dan 6.15 Donderdagmorgen.
We zitten nog altijd op 298 m. De eer
ste Amsterdamse trams zijn al knarsend
de straat opgegaan. Bij mijn buurman
loopt de wekker af, Langzaam draai ik
de knop: mijn toestel zwijgt.
(Van een onzer verslaggevers)
Aan het begin van de gemeenteraads
vergadering van Amsterdam heeft de
burgemeester gistermiddag een korte
rede uitgesproken naar aanleiding van
de ramp, die ons land heeft getroffen.
De raad hoorde deze rede staande aan.
Aan het slot van zijn toespraak deelde
de burgemeester mede, dat het college
van B. en W„ na overleg met het
seniorenconvent, had besloten de raad
te verzoeken een bedrag van vijf ton ter
beschikking te stellen voor de getroffen
gebieden. Zonder enig debat aanvaardde
de raad dit voorstel.
Adverteyitie)
Het Italiaanse tankschip „MirieUa"
dat 17 Januari met een lading olie uit de
Iraanse haven Abadan is vertrokken,
wordt vandaag in Suez verwacht. De An-
glo-Iraanse oliemaatschappij, die zich eige-
B1XNENKORT VERSCHIJNT HET RIJK GEÏLLUSTREERD
Stormramp 1953
met uitvoerig gedocumenteerde tekst van Jacq Vréke.
Omvang 48 pagina's kunstdruk in fraai omslag, formaat 20 X 27 cm.
een document van historische waarde
De netto baten worden (onder controle v. h. accountantskantoor Reynders
te Amsterdam) geheel afgedragen aan het Nationaal Rampenfonds.
Prijs ƒ2.50
Bestellingen uitsluitend door storting van 2.50 per exemplaar op giro
2 2 4 0 6 0 of per postwissel Drukkerij en Uitgevery J, J. K o e d y k Co.
N.V. Amsterdam, Rozenstraat 39, Telefoon 4607141868.