Het einde van Bernardus B.. EEN. NACHT IN DE AHOY-HAL WILLEMJ HILVERSUM I blijft 's nachts in de lucht Via drie centra verlaten de bewoners Schouwen-Duiveland Radio Nieuwsdienst deed voortreffelijk werk EEN MAN ZEGT „NEE" door Een felle, vermanende tik Vroeger 42 koeien nu in een geleende overall en geen geld voor de kapper „Geen hulp nodig" FOTO-GEDENKBOEK DONDERDAG 5 FEBRUARI 1953 HET PAROOL 5 HET evacuatie-centrum in de Ahoy- hal te Rotterdam is een op zichzelf staande samenleving. Men kan er opstaan, slapen gaan, en zich aan het werk begeven. Men leeft er even onop gemerkt als in de grote-stadswereld buiten de muren. Bernardus B. kwam uit een andere wereld, waar ledereen bekend was met de namen op de graven van het dorps kerkhof. die de zelfde waren als de namen op de deuren van de huizen. Zijn wereld was het afgelegen huis in de polder achter de dii'k van het eiland. Het huis met de geit, het hondenhok, en de twee bomen. Gisteravond, toen de laatste boot in de schemer langs het dak voer, was het achterhuis ingestort, een boom was verdwenen en de andere stond scheef. Hp zit tussen de duizenden vluchte lingen met de boerenpet nog op de oude oren in het grauwe licht van de plafond lampen onder de strakke stalen bogen van de hal. Zijn stoppelig gezicht heeft de grijze kleur van een tot op het merg verkilde. Schuin voor hem staat een zwangere vrouw tegen de muur ge leund; met zwarte moddervegen koe kend aan haar mantel, geluidloos te hullen. Een welnie loopt toegewijd de vloer te vegen. Als hii bii de huilende vrouw komt, kijkt hij haar aarzelend aan. Ze stapt even opzii voor zijn bezempje met een geroutineerd huis- vrouwengebaar. IK merk dat de oude Bernardus B, mij aankijkt en begint te praten, op een onwezenlijke hoor-nu toch-eens-wat- merkwaardig-toon. ,,Ik werd wakker door een geluid van brekende ruiten", zegt hij. ,,Het was stikdonker, en dood stil, op een zuigend geluid na, dat ik niet thuis kon brengen. Ik miste Iets. Ik wist eerst niet wat, maar Ineens wist ik het: er was Iets gebeurd en de hond had niet geblaft: dat was het. En toen wist ik dat het water was gekomen." Hij lachte even verontschuldigend, en keek onderzoekend of hij mii misschien verveelde met zijn praten. ,,Op het zelf de ogenblik begon ons bed te bewegen", ging hij verder. ,,En ik green zonder er bij na te denken naar het nachtkastje, waar nog een stompje kaars in moest liggen van de tijd dat we nog geen elec- tricitelt hadden, maar het lag er niet Ilc vond wel een lucifer. Toen ik die aan stak zag ik dat het kinderbedje van ons kleinkind Stientje ook dreef. Verder wa ren er geen mensen in huis, dat was dus een hele geruststelling Moeder dJe naast mij lag. werd wakker en draaide zich om, waardoor het bed begon te schommelen. Ik zei dat ze stil moest blijven liggen, anders sloegen we om, en dat Stïentje ook dreef, ik duwde het bed af van de imuur, zodat het in de richting van de kleerkast dreef, want ik moest de kle ren zien te redden, anders zaten we zonder, en Ik kon niet zwemmen, en moeder ook niet De kleerkast kon van boven open met een half deurtje,, en misschien had de onderdeur het water nog even tegengehouden. „Je moet Stïentje pakken", zei moe der. „Anders gaat die direct om!" Ac zei maar niks, want ik kon niets zien. en ik dacht misschien is dat al ge beurd. Maar ik was nu toch al bij de kleerkast, dus zei ik tegen moeder dat ze zich aan de muur vast moest houden, zodat het bed met om kon slaan, terwijl ik alle kleren uit de kast haalde die ik kon vinden. Schoenen of klompen waren er niet, maar gelukkig wel veel sokken en een pakje lucifers. Toen ik alles bij mekaar had zonk ons bed. Het water was ijskoud. Stientje dreef nog, en vlak bij ons. zodat moeder haar kon pakken. Ze weid met eens wakker. En midden m de kamer dreef het vaasje van mijn dochter Christien, dat kon ik nog net zien bij de lucifer. We hadden haar juist eer gisteren naar het graf gedragen, terwijl ze nog geen achtendertig was. In dat vaasje hadden we altijd bloemen bij haar bed gezet toen ze ziek was, en nu had den we het vaasje in onze eigen slaap kamer gezet, maar oznder bloemen, om dat ze er niet meer was. Ik dacht nog hoe eigenaardig het was, want als Chris tian nog had geleefd, was ze zeker van nacht gestorven aan de kou, die ook haar ziekte had gebracht, en dan had lk misschien wel tegen de Heer gevloekt, terwijl ik Hem nu prees, omdat hij haar dit niet bad laten beleven." T|E STEM van de oude mam stokt. Om ons heen is de Ahoy-hal. Achter ons staat een dominee in een grijs pak gepreoccupeerd te praten met een collega in eendonkerblauw pak met een streepje. ...,,ja een woord, een bemoe digend woord, zodat ze een beetje tot rust komen. Ik heb het er ook al over gehad met de collega's. Ze zouden de topleiding er over aanspreken." Over de hoofden galmt een metalen luidsprekerstem, ,,Er is een boodschap pentas gevonden met een paar schoenen. De eigenaar moet zich melden bij de microfoon!" Een jongen van een jaar of veertien roept tegen een kameraadje: ,,Ik kreeg daarnet een appel joh! Zó'n grote!" En hij wijst.met twee vuile han den. Achter me zegt een blitse stem: „Ik zie het al! Die rijke kapsonesgasten willen natuurlijk geen kamers afstaan!" Door een deur strompelen steeds nieuwe burgers voor dit niemandsland binnen. Een oude man met een schoor- steenklok in een kussensloop over de schouder sloft ondersteund door twee andere grijsaards voetje voor voetje de zaal in. Een jongen van een jaar of twintig staat in de deur stil, en wrikt aan zijn arm. Hij draagt een hondje onder die arm. De hemel telt de dagen en nachten dat hij heel zijn kracht con centreerde op het gebogen houden van zijn arm om het dier niet te verliezen. En nu kan hij hem niet meer strekken. Hij wordt vooruit geduwd door de groep die achter hem komt. Hij sjokt de zaal in om opgeslokt te worden door de massa die hem vijandig aanstaart, om dat hij niet het familielid is waar zo smartelijk op wordt gewacht. OP zolder lag nog een oude matras waar we Stientje op konden leg gen," zei de oude man naast mij. „Gelukkig had ik de kleren droog kunnen houden. En toen lk die aan had dacht lk pas aan de geit en aan mijn konijn van tien pond. We hadden niets gehoord. Ik ben gaan liggen en ik dacht nog: misschien ls het goed dat ik nog wat slaap, want daar zal voorlopig wel niet veel van komen, en lk zal als enige man ln huls wel al mijn kracht nodig hebben. Ik had het nog niet gedacht, of ik sliep. Ik heb lang geslapen, want toen moeder me wakker maakte zei ze dat het water weer steeg en dat de zolder ook nat werd, en dat we het dak op moesten. Stientje liep al aangekleed rond en het was volop dag. Ik schaam de me erg, want lk had niet gedacht dat lk zo lang zou slapen, en het was al dag. dus zouden ze wel gauw komen, zodat Ik als man niet eens meer nodig was. En ik was niet eens uitgerust, maar stijf en rillerig. We zijn op het dak gaan zitten op de matras, want die werd binnen toch nat, dus konden we hem ook wel ln de regen leggen. Het water klotste over de dak goot. Ik kon verderop nog het huls van Barend zien, maar er zat niemand öp het dak. Ik wilde een papiertje in het water gooien om te kijken" of het stroomde, want dan zouden de muren het wel niet houden. En toen zei Stien tje, dat zij het wou doen, en moeder zei: „Laat het kind maar, dan heeft het wat te doen". Maar Stientje gooide een omgevouwen papiertje, zodat het een scheepje werd dat wind had in de zeilen, en je niet kon zien of het de wind was of de stroom.die het mee nam, dus gooide ik nog rei platpapiertje, en het stroomde erg. Dat kon je gewoon ook wel zien, maar je blijft toch hopen. Beneden in het huis hoorden we toen gestommel en gerin kel, en ik zei dat we de bomen in moes ten, maar moeder zei dat het de kasten waren die tegen mekaar op dreven. En toen begon de boom ook te kraken." Hij zwijgt. Twee dagen' hebben ze zo gezeten in de storm, de regen, en de sneeuw, met een huilend kind. Aarzelend tussen de boom en het dak. Ergens onder het water zaten hun levenskansen ver- ankerd in losgewoelde boomwortels en ondermijnde muren. Maar dat is een groot gat in zijn verhaal. Hy \yeet er niets meer van. BIJ de achteringang van de Ahoy-hal staat een dokter in een witte jas, en wenkt de mensen die er het ellen digst uitzien. Hij moet de kracht waar over hij beschikt zuinig beheren, en hij onderzoekt hen met een harde kop en zakelijke bewegingen. Naast hem op een stoel zit een arbeider van een jaar of dertig met een dromerig gezicht en hel dere, groene ogen. Hii was niet op het eiland toen de ramp plaats vond, maar toen hij het hoorde is hij ir. die verschrik kelijke nacht gaan roeien, drie uur lang, tot 'hij het huis vond waar zijn vrouw en twee kinderen dood in de kamer dreven. Sindsdien heeft hij geen woord meer ge zegd. Zesendertig uur aan een stuk heeft hij door geroeid. Vierenzeventig mensen heeft hij gered. Roerloos zit hij op die stoel, De duw- en stootbewegingen wil len hem niet meer uit de armen. Hij zit kaarsrecht met alle spieren gespannen. Drie meter van hem af sloft een dich te drom mensen langs een afzetting van touw naar de registratie-afdeling. Bij het touw staat een pafferige man met een versleten hoed en zenuwachtig knip perende ogen. Hij geeft uitleg over de man op de stoel, met een zachte toon loze stem, als was hii een toerist-emeider met een groep buitenlanders. „Zesender tig uur heeft hij geroeid", zegt hij. „Hij was getrouwd met mijn nichtje, en die is dood, maar hij is een held". De drom schuift verder en de man met de groene hoed begint weer tegen een nieuwe in haar eigen leed verzinken groep, als kon bij nooit meer iets an ders zeggen dan die twee zinnen. „Zes endertig uur heeft hij geroeid"...... „Wil de vrouw van Jacob van Houten uit Oosterland direct bij de microfoon komen? Er wordt op haar gewacht!" galmt de luidspreker. „En hier is een dringende oproep voor meneer Versluis: de baby is gewassen en kan worden af gehaald!" rpOEN kwam er een man ln een ff 1 rubberboot", zei de oude man. „Maar lk had het er niet op be grepen, want die rubberboten zinken als ze in prikkeldraad terecht komen, omdat ze dian leeg lopen, en moeder en ik kun nen niet zwemmen. Ik zei tegen moeder: „Straks komen er vast houten boten nu ze eenmaal de weg gevonden hebben". En toen heb ik tegen die man gezegd dat wij al besproken waren door een man ln een andere boot, die nog even verderop wat moest gaan doen, en dal hij bij Barend hulp moest gaan brengen Wij zagen hem nog wel een uur, want hg moest tegen de stroom op roeien, en toen verdween hij achter het huis van Barend, en hy kwam niet terug. En er kwam ook geen andere boot, en in het huis hoorden we ploffen die piet van de kasten kwamen. Moeder zei niets, En toen kwamen ze toch nog. Twee mannen met een roeiboot zonder spa nen. Een blonde en een zwarte kerel. Die leek wel een Italiaan, zo zwart was hij. Ze zwommen en liepen achter de boot om haar te duwen. Het heeft een hele tijd gedüurd, want het werd weer eb. en ze moesten tegen de stroom op duwen, en ze waren heel moe. En toen kwamen we bij een huis waar het water tot even onder de rand van de heg was gezakt, en uit het huis waren vier lijken tot- voor de heg ge dreven. En die zwarte man zei: „Het is jouw beurt weer". Maar die blonde zei: „Nee, want die in die boom telt niet". En toen zei die zwarte: „Die kon lk er niet uit krijgen". Maar toen zei die blonde: „Zo is het net, dus telt die niet mee." Toen ls die zwarte naar het huis ge gaan om de lijken weer naar binnen te slepen, terwijl de blonde de boot op haar plaats hield. Toen hij klaar was deed hij op ,de deur een stuk papier met het cijfer vier en een kruis, en ik dacht: dat heeft die man met die rubberboot bij Barend ook gedaan. TUSSEN de groepen byeen hokkende vluchtelingen door schuift een pezige kerel op ons af met zwarte ogen en een enorme haardos onder zijn pet. Hij heeft de losse eang van iemand, die zijn kracht bewezen heeft, en daar trots op is. Hij komt voor de oude man naast mij staan, en kiikt op hem heer met de genegenheid van een sterke vent voor een hoopje mens, dat slechts be staat door toedoen van zijn bemoei ingen. Hij komt alleen maar even kijken, dat is hem voldoende. Als de stilte lang duurt, zegt hii: „Nou opa. drink jii maar lekker je koffie hoor, dat zal je goed doen, hahaha!" De oude man kijkt vol ontzag op tegen het werktuig Gods, dat hem van zijn dak is komen halen, ,,'t Is slecht voor mjjn hart hoor meneer!", zegt hrj k dan beverig. De reus heeft het niet verstaan. Hij buigt zich goedmoedig voorover, f' „Slecht!", herhaalt het mannetje. s De lange redder begrijpt niet wat hij I- bedoelt. „Kom nou!", wuift hij weg. „Drink jij maar braaf je bakkie koffie j leeg! Dat zal je goed doen!" Meteen wipt hij behendig van het blad, dat een langs dravende vrijwillig- ster meedraagt, een beker koffie en zet die voor de oude neer. Dan beent hij j- weg in de richting van de deur. De oude man kijkt aarzelend in de richting van de beker. Hii neemt hem op met een gehoorzaam gebaar, en begint ge laten te slurpen. „Het hoeft niet hoor opa", zeg lk nog. want ik heb wel verstaan wat hij zei over zijn hart. Maar ik heb geen gezag bü hem. Hij drinkt de beker leeg met een hartbrekende toewijding. DAN gaat hij in de rij staan om zich te laten registreren. Hij mag zijn klamme kleren verwisselen voor droge van de inzameling. En in dat kale kleedhok moet het gebeurd zijn. Mis schien was het de weeë lucht van des infectie aan de vreemde kleren, die hem voor het eerst deed beseffen wat er ge beurd was met zijn leven, dat vierenzes tig jaar was voortgerold in het huis met de geit, het hondenhok en de bomen. Toen hij de kleedkamer uitkwam was de spanning die hem tot hier had ge bracht, uit hem weggevloeid als de zee uit de geulen en kreken bij eb. Hij slofte door de hal met eindeloos trage bewe gingen, als van een stopgezette ma chine waarvan de vliegwielen nog even doordraaien. Hij legde zich neer op een van de hon derden brancards die daar in rijen ston den opgesteld als bedden. Heel rustig, met in zichzelf gekeerde gebaren temid den van het gegons, alsof hij nooit meer op wou staan. Een knekelig mannetje met een pet op. Heel klein, heel grauw, heel verschrompeld. Een verpleegster die juist fris de dienst begon, kwam langs. Ze boog zich over hem heen, en zei iets, maar hij be woog zich niet meer. Toen liep ze met lange lenige passen naar het eind van de zaal om een dokter te halen en dra gers. maand geleden sisch interneringskamp te Kiew werden vrijgelaten, zijn gisteren in West-Duitsland aangekomen. Telefoonverbindingen die verbroken zijn Telefoneren met de volgende plaatsen is op dit ogenblik niet mogelijk, deelt de PTT mee: Achthuizen, Alblasserdam, Anna Ja- coba Polder, Brouwershaven, Bruinisse, Burgh, Haamstede, Colynsplaat, Drei- schor, Drogendijk, Duivendijke, Dirks- land, Ellemeet, Ellewoutsdijk, 's-Graven- deel, Hank, Heiningen (N.Br.), Herkin- gen, Hoge Zwaluwe, Kamperland, Kats, Kerkwerve, Kinderdijk, Kortgene, Lage Zwaluwe, Langeweg Maasdam, Moer dijk, Nieuwerkerk (Zeeland), Nieuwe Tonge, Nlcuw Vossemeer, Noordgouwe, Noordwelle, Numansdorp, Nieuw Lek- kerland, Nieuwenhoorn Nieuwendijk, Ooltgensplaat, Oosterland, Oud-Alblas, Ouddorp, Oude Tonge, Ouwerkerk, St. Pliilipsland, Puttershoek, Poortugaal, Renesse, Rilland, Scharendijke, Schudde- beurs, Serooskerke (Sch.), Sirjanslajid, Stad a/h Haringvliet, Stavenisse, Stel lendam, Strijen, Tiengemeten, Waarde, Weiburg, Willemstad, Wissekerke, Wol- phaartsdijk, Zonnemaire. (Van een onzer verslaggevers) ZIERIKZEE, Donderdag. De eva cuatie van SchouwenDuiveland komt snel op gang. Zy geschiedt via drie cen tra: Via Scharendyke kunnen zo nodig de ongeveer duizend West-Schouwe naars het eiland verlaten, die gevlucht zyn naar Haamstede, Renesse en Burgh. Tenzy men alsnog zou besluiten, deze mensen daar te laten en er de voedsel voorraden aan te vullen. Zierikzee is het blangrijkste centrum van de evacuatie. Reeds gisteren zijn er duizend ouden van dagen en mensen, die niet in de stad wonen, naar Dordrecht geëvacueerd. Vandaag wordt de evacua tie van alle nietrinwoners voortgezet en morgen moeten er 1500 inwoners van Zierikzee zelf naar het vasteland ver trekken. Aan de Oostzijde geschiedt de afvoer via Zijpe. Gisteren zijn hier 500 mensen vertrokken. Gistermiddag was de toestand van 200 vluchtelingen uit Noordgouwe, die voorlopig naar Schuddebeurs waren ge trokken, zo kritiek, dat wethouder A. Geluk in Zierikzee onmiddellijke hulp kwam inroepen. Met behulp van ijlings gevorderde auto's, die niet over de weg maar gelukkig wel over de dijk Schud debeurs konden bereiken, zijn deze vluch telingen in de opvangcentra te Zierik zee in veiligheid gebracht. Het overgrote deel van de mensen in de geïnundeerde gebieden is thans uit gevarenzone naar een droge plaats rgebracht. Woensdag zijn de laatste „overblijvers" uit de gemeente Nieuwer kerk geëvacueerd. Burgemeester Eeten verliet als laatste zijn dorp. Uit Oosterland zyn Dinsdag 450 per sonen per helicoptère uit de bovenver diepingen en van de daken gehaald en gisteren is een ander deel van de 900 in woners met door de straten varende vletten en rubberboten overgebracht naar motorvletten. die ze via een gat in de dyk naar Zierikzee en verder heb ben gebracht. Er bevindt zich nog een aantal per sonen op het raadhuis van Oosterland en in enige particuliere woningen. Er is reeds voedsel geparachuteerd en de mensen verkeren niet in direct gevaar. Vandaag wordt het reddingswerk voortgezet. In de polder Dreischor bevinden zich thans geen mensen meer. (Van onze radioredacteur) HET laatste accoord van l*st Wilhel mus is verklonken. Het betekent anders, dat de Nederlandse radio zwijgt cn het land ta mst mag zinken Maar nu blijft een klok doortikken m de micro- Tegelijk: denk ik: de kleur is verkeerd. reiken valt, zwijgt hij. En de klok valt weer m. Het is 1.05. Op straat is het stil. Het is een straat in de hoofdstad van een vriendelijk land. Het groene lichtoog van mijn radiotoestel kijkt mij aan- De omroeper schraapt zijn keei. foön van Hilversum I. Het is een felle, vermanende tik. Want de zonder Hil versum I blijft open. De man van de R.V-.D. leest zijn eerste berichten in de Februarinacht. Hij heeft een kalme stem. Hii leest met de precisie van iemar«:l, die weet, dat elk woord afgerond moet overkomen: de schepen uit Dordrecht moeten n 1 e t in Stad aan 't Haringvliet zieken ophalen. Er is al een schip op weg. Er is al een schip op weg. Hij richt zich tot de „Zandzuiger 5", die in Sint Maartens dijk of Terneuzen moet liggen. Op Noord-Schouwen zijn dringend 300 ton zinkstenen nodig. Lossen bij de gas fabriek te Zierikzee. Om 8 uur is het hoogwater. Zo'n laatste zinnetje is na tuurlijk een schrééuw. Maar de man van R.V.D. mag niet schreeuwen voor de radio. Bovendien zou- het niet helpen. Nóg eens bovendien moet hij verder. Zierikzee hijgt om die stenen. Maar de burgemeester van Puttershoek moet weten, dat om kwart voor l uit Amster dam een complete zendïnstallatie met mannen van Radio Holland naar hem onderweg is. Ze hebben ook dekens, thee. koffie, zaklantaarns bij zich. Vijf over een Als de man van de R.V.D. dan .nog gezegd heeft, dat in datzelfde Amster dam een complete keukenwagen ifiét personeel gereed staat, bereid naar »lk punt te rijden, wat met een auto te tie- (Van onze radioredacteur) I „pasklare" uitzending te maken. Hier- Sinds Zondagmorgen achtuur ligt Ne- mee werd dadelijk gebroken. Belangrijk derland met het oor op de radio. Het nieuws, dat binnenkwam terwijl men in nieuws, dat. de luisteraar te horen krijgt, j de lucht was, liep nog in dezelfde uitzen- wordt gesproken in een klein kamertje I ding- mee. Zondagavond werd besloten van een lelijk, geel huis te Hilversum. De Radio Nieuwsdienst A.N.P.. Mélk- pad S.'i, heeft zich van die Zondagmorgen af tot taak gesteld de Nederlandse be volking zo goed en zo uitvoerig als ge wenst was, in te lichten. Van het eerste ogenblik af heeft de Nieuwsdienst deze taak met begrip en kundigheid verricht. De omroepvereni gingen wisten van het begin af, dat het nieuws zou uitlopen. De gewoonte is een Aan de verwoeste kade het tadje Veere op Walcheren (Van een onzer verslag gevers) ZIERIKZEE, Donder dag. „Geld is toch maar slijk", zegt de 42- jarige Frans Koop- le. Hg betreurt 26 koeien en drie paarden. Maar ook zijn meisje is er niet meer. Hij is gelaten en rekent ons voor, dat van de 200 inwoners van zijn dorp er 63 dood zijn, als men aan neemt, dat de vermisten, uit liet geliuchl i van wie er nu nóg niets Capelle. Hij verloor zijn ljs vsmomen. zijn omge- 40j J ,J I komen. 42 koeien, zes paarden, De zeventienjarige A. twee tractoren en een IHendriksen is met personenauto, evenals zijn hofstede. Deze boom van een ke rel spraken wij bij de bar bier in Zierikzee, die hem met evenveel zorg schoor als toen hij vroeger hier met zijn eigen wagen kwam en betaalde. Nu was Koopman gekleed in een geleende overall en zelfs de drie dubbeltjes voor de kapper bezat hij niet. Wel zijn vrouw en de beide meisjes van tien en zes jaar. Daarom zei I hij: „Geld is toch maar slyk. We leven nog!" We hebben ook andere vluchtelingen gesproken. Nico Flikweert (37 zeven anderen weggedre ven op een dak, waaronder le muren waren wegge slagen. Hij redde zijn le ven door zes uren in een telefoonpaal te blijven zit ten. Toen het 613 werd, zwom hij naar een boerde rij, die was blijven staan en vandaar is hij met an dere mensen, die er op de bovenverdieping zaten, door een bootje wegge haald. Dobberend op een dak De gezinnen Johannes Dorst (man, vrouw en een meisje van één jaar), Jo- hap Schietteka.tte (man, jaar) komt ook uit Capel- vrouw en vijf kinderen), J, v. d. Weide (man, vrc en zoon van 17 jaar) en Koos Wastenbrugge, jaar, hebben met hun v< tienen op een enkel dak een etmaal rond gedob berd en zijn allen gered. Maar de moeder, die dok ter Vleugel Schutter Zon dagmorgen in de vroegte, toen het water steeg en steeg, bij de bevalling hielp, is 's middags met haar kind gestorven toen het huis instortte. Wonderbaarlijke reddin gen, het verlies van bloed verwanten en het verlies van aards bezit hebben éénzelfde stempel gedrukt op al die mensen. Ze zien er bijna allen uit of ze in vijf dagen tien jaar ouder werden. De getroffenen klagen niet en de gespaarden jui chen niet. Zij moeten er allen weer bovenop komen en dat zullen de meesten ook wel. En voor de hulp zijn ze dankbaar. Maar overdag praten ze alléén maar over het wa ter en de evacuatie en 's nachts slapen ze niet Do heer De Clercq (Van onze correspondent) HILVERSUM, Donderdag. Waarom doet de Avro niet mee met de drie an dere, grote omroepverenigingen wat be treft het maken van reportages uit de noodgebieden? Op die vraag antwoord de Avro's voorzitter G. de Clercq ons hedenmorgen woordelijk: „Omdat de Avro geen hulp nodig heeft". Inzake de omschakeling van de prijs- vraagactie „De hond in de pot" tot „Zo- Want hij maakt brokken, al zijn uit- den aan de dijk" was zijn "mening, dat (Van een medewerker) HAAST was het compleet gelukt, maar de werbijsterenden koppigheid van één man gooide roet in het eten, KRO, VARA, NCRV en Wereld omroep hebben intern en naar bulten tijdelijk de omroep gevormd, die Neder land in dit uur nodig heeft: de onver deelde omroep, geheel toegespitst op de bittere vraagstukken van de natie. Maar hij. die ene man, zei „nee". Neen tijdens de besprekingen die tot de hoog nodige coördinatie van de reporta ges uit de getroffen gebieden moesten lelden. Neen op de voorstellen om over beide zenders een gezamenlijk program ma te geven, Neen tegen de waardige, juiste regeling van inzameHngsaetlvltei ten door de radio. Nee, nee, nee, roept nu al dagenlang de heet- O. de Clercq, alleenheerser over de AVRO en in de „public relations" voor zijn omroep keer op keer een ont stellende brokkenmaker. leggïngen, ontsproten aan een fanatiek- formalistisch brein, ten spijt. Hij h&d niet Zondag in de vroege middag zo arrogant moeten spreken over de wel willendheid van de AVRO, die dag de nieuwsdienst der Radio Unie voor extra uitzendingen tot de aether toe te laten. Hjj, gespeend van iedere ervaring in nieuwsvergaring en nieuwsverwerking, hèd niet moeten proberen voor berich ten over hulp en nijpende behoeften exclusieve „AVRO-nieuwsdienst" te spelen. Want de berichten, die de AVRO aldus uitzond, waren slecht door ver warring en fouten. Hij had geen ruzie moeten maken met de radio-afdeling van de Regeringsvoor lichtingsdienst, die voor haar harde et- maalsarbeid alles behalve de koppigheid des heren De Clercq verdient. Hij hèd niet Maandag, toen eerst de KRO en later op de dag de VARA en NCRV tot inzicht kwamen en besloten samen te doen, zijn geborneerde spel van „de AVRO a'léén" moeten prolongeren. Hij hè.d niet Dinsdagavond moeten beginnen met zijn „Zoden aan de dijk", omdat deze individuele hulpactie propaganda voor de AVRO verbindt met iets, waar van het gebruik maken ten behoeve van propaganda kortweg misselijk genoemd moet worden. Wat bezielt toch de heer G. de Clercq? Men kan het vragen en men kan, naast alle wrevel, iets van medelijden voelen. Want deze man, de machtigste man van de AVRO, de dirigent van een koor ja-broeders, is op dit moment een eenzame in den lande, een eenzame in Hilv een besluit van alle omroepverenigingen om het Nationaal Rampenfonds te steu nen niet betekende, dat men daarnaast zelf niets meer zou mogen doen. De heer De Clercq vroeg zich af wat men beter kon doen dan het lopend succes van deze actie voort te zetten ten be hoeve van de geteisterde gebieden. Actie-comité richt zich tot minister Het landeljjk comité van actie van de AVRO heeft aan de minister van O., K. en W. een telegram gezonden, waarin wordt meegedeeld, dat met verontwaar diging is kennis genomen van de wei gering door de voorzitter van de AVRO om de berichtgevind betreffende de noodgebieden op bepaalde voorwaarden te coördineren met de andere omroep verenigingen. Het comité verzoekt de minister met klem zodanige maatregelen te nemen, dat de bedoelde weigering in geen en kel opzicht schade kan doen aan de uiterst belangrijke taak, die de radio twee nieuwslezers afwisselend voor de microfoon te brengen. Twee voordelen: beter voor het opnemingsvermogen van de luisteraar, beter ook voor de spreker. Op de fatale Zondag heeft de Radio Nieuwsdienst zijn taak ver overschre den; echter zich ervan bewust dat het moest. Van allle kanten kwamen verzoe ken en mededelingen. Men heeft die aan het Melkpad gewogen en, indien van belang, verbreid. Later is contact gezocht met de R.V.D. en gevraagd de stroom berichten inzake hulpverlening te kanaliseren. Hilversum I is daarop in de lucht gekomen met nachtuitzendin gen. Het terrein was toen duidelijk afge perkt. Van Dinsdag af klopte de i-ege- ling uitnemend. Sober en rustig De Radio Nieuwsdienst heeft in de afgelopen dagen zijn normale zendtijd tijd bedraagt per dag 1 uur 27 minuten. Het werd: Zondag 5 uur 16 minuten: Maandag 5 uur 24 minuten; Dinsdag -3 uur 50 minuten; Woensdag 3 uur 58 minuten. Voor vier dagen een totaal van 1128 minuut vellen; d-w.z. een dikke roman van 600 pagina's. Zowel van redacteuren als nieuwslezers wordt veel gevergd. Sommige werken twintig uur achtereen. Ze leveren goed vakwerk met een warm hart. Wat men te horen krijgt is het nieuws, sober en rustig. Dat is ook precies de bedoeling ge weest. Men heeft in het begin vooral het gat willen opvullen tussen het moment, waarop de ramp gebeurde dat. waarop de hulpdiensten en andere organisaties op toeren waren gekomen. Nu gaat men weer terug op de eigen lijke taak, de verspreiding van hei nieuws. Wij zaten naast de microfoon toen de nieuwslezer het land in kennis stelde van de algemene gedenkdag, waarop de Koningin zich tot haar voik zal richten. In het stille kamertje was het extra-stil. Niet groen; het had rood moeten zijn. De "burgemeester van Goedereede kon vannacht om kwart voor twee misschien een heel klein beetje blij zijn. De staaf- batteryen, waarom hij gevraagd had, kwamen er aan. Uit Hellevoetsluïs. Een spoortje licht voor hem. Of de radio amateurs stil wilden zijn op de 7.6 en 7.92 mc, vroeg de Rijkspolitie te water uit Vlaardingen. Zij stoorden de noodver- bindingen, die gebruikt werden in plaat sen waar de urgentie het grootst was. Geen cadavers begraven, vervolgt de monotone stem in mijn stille nachtka mer. Ze moeten vervoerd naar het ver- nietigingsbedrijf in Hansweert. Bericht nr 19 voor de burgemeester van Oude Tonge. In de ochtend van 5 Februari zal een transport lijkkisten en lakens vertrekken uit Groningen. Bericht nr 20. Het amphibievaartuig „Dorus Rijkers" moet direct terug naar Abbeuhroek. De toestand is kr'M«k. Dfn oversteken naar Oude Tonge. Kranendyk en Achthuizen. Niet wachten op de dok ter. Wil het hls. „Rijnvaart IV" drie lichte motorvletten af-.verpen in de haven van Oude Tonge? Voor reddingswerk in de i polder van Nieuwe Tonge. Om kwart voor 3: de wagen uit Utrecht met twintig voortrekkers en drie walkie- talkies ls zo juist Rotterdam gepasseerd. Bestemming Brlelle. Rotterdam gepas seerd, waar „het" begint. „Ik heb hier geen verdere berichten meer", zegt de man van de R.V.D. Maar hij is nog niet goed en wel uit de lucht of hij komt nog even terug om te vertellen, dat de wegen in Brabant glad zijn. Oppassen, hulplegioen van de nacht! Om 2 uur verhuizen we van golf lengte. Naar 298 m. Want Hilversum I moet een uurtje nagekeken. Dan een boordevol bericht. Van de garnizoenscommandant ln Dordt. De evacuatie van Nieuwe Tonge moet ter hand worden genomen. Aan Ooltgens plaat het verzoek een zoeklicht te zen den. Stormboten met buitenboord mo toren moeten ln allerijl komen. Na die seladen zinnen, volgt een bijna ambte lijk boodschapje: met betrekking tot de positie van de mensen op de Galatese- sluts kan gezegd worden, dat deze om standigheid de volle aandacht der auto riteiten heeft. Gelukkig voegt spreker er bij, dat een sleepboot in de nabijheid ligt. Kwart over vijf Zijn stem lijkt iets lichters te krijgen als hii om 5.15 de seingevers ln Zeeland een K.N.M.I.-berictX doorgeeft. Inplaats van stormseln 2 komt windseln 0. De storm dus getemd; een wind, die gaat liggen. En uit Antwerpen kolonnes onderweg met zandzakken, kostbaarder dan goud. Al die smalle sprietjes aanmoedigend nachtnieuws buigen weer diep door als de territoriale bevelhebber laat zeggen, dat uit-alle macht gewerkt moet worden aan de redding van Nieuwe Tonge. Dordt roept naar Ooltgensplaat. Iedere beschikbare stormboot erheen. Middel- harnis roept zo maar naar wie het horen wil en misschien helpen kan: zoyeel mogelijk zoeklicht op Oude en Nieuwe Tonge. Het is dan 6.15 Donderdagmorgen. We zitten nog altijd op 298 m. De eer ste Amsterdamse trams zijn al knarsend de straat opgegaan. Bij mijn buurman loopt de wekker af, Langzaam draai ik de knop: mijn toestel zwijgt. (Van een onzer verslaggevers) Aan het begin van de gemeenteraads vergadering van Amsterdam heeft de burgemeester gistermiddag een korte rede uitgesproken naar aanleiding van de ramp, die ons land heeft getroffen. De raad hoorde deze rede staande aan. Aan het slot van zijn toespraak deelde de burgemeester mede, dat het college van B. en W„ na overleg met het seniorenconvent, had besloten de raad te verzoeken een bedrag van vijf ton ter beschikking te stellen voor de getroffen gebieden. Zonder enig debat aanvaardde de raad dit voorstel. Adverteyitie) Het Italiaanse tankschip „MirieUa" dat 17 Januari met een lading olie uit de Iraanse haven Abadan is vertrokken, wordt vandaag in Suez verwacht. De An- glo-Iraanse oliemaatschappij, die zich eige- B1XNENKORT VERSCHIJNT HET RIJK GEÏLLUSTREERD Stormramp 1953 met uitvoerig gedocumenteerde tekst van Jacq Vréke. Omvang 48 pagina's kunstdruk in fraai omslag, formaat 20 X 27 cm. een document van historische waarde De netto baten worden (onder controle v. h. accountantskantoor Reynders te Amsterdam) geheel afgedragen aan het Nationaal Rampenfonds. Prijs ƒ2.50 Bestellingen uitsluitend door storting van 2.50 per exemplaar op giro 2 2 4 0 6 0 of per postwissel Drukkerij en Uitgevery J, J. K o e d y k Co. N.V. Amsterdam, Rozenstraat 39, Telefoon 4607141868.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 3