Dreigt nieuwe storm op te
steken in Indonesië?
In politieke kringen duurt
de gisting voort
Reg
enng tussen
twee vuren
Grootste smokkelzaak na
de oorlog berecht
Peking gaat tegen
Eisenhower tekeer
DEFENSIE-DEBAT
IN EERSTE KAMER
Fotoboek over de
stormramp
GRAHAM SUTHERLAND: SCHILDER
VAN DE BEWUSTWORDING
Onbarmhartige Visie
Heesters snoeien
Luyken en Lodensteyn
PIËTISTISCHE POËZIE
EINDE 17e EEUW
Twee dissertaties
De Drummer
der Demonen
Dagelijks feuilleton
6
TROUW
DONDERDAG 5 FEBRUARI 1953
(ADVERTENTIE)
EEN KLEINE INFECTIE
is dikwijls het begin van langdurige
narigheden. Zuivert open huidplekker»
met de desinfecterende r~-
en snel genezende \jen^trstm„ l
L Z'*'""""
(Van een bijzondere correspondent)
TERWIJL het Indonesische schip van staat zijn koers vervolgt
door de zee van problemen en moeilijkheden, met overal nog
de verraderlijke klippen, en het kabinet-Wilopo, dat op de
brug staat, een flauw lichtend sterretje heeft kunnen schieten, doe
men aan stuurboord weer enkele onweerswolkjes op als mogelijke
voorboden van een naderende storm.
Het lichtpuntje, dat de regering even een zucht van verlichting
heeft doen slaken, is het besluit van de militaire chefs der territoria,
voorshands in de geschapen situatie te berusten en voor alles de ver
storing van orde, rust en veiligheid te voorkomen. In het leger koe
len de verhitte gemoederen af en beginnen zich, althans tegen de
buitenzijde aangezien, tekenen van een wederintreden van stabiliteit
te vertonen.
regelen die de regering tot dusver ten
aanzien van de landmacht en het
ministerie van Defensie heeft getrof
fen. Inmiddels is men er zich in parle-
mentskringen van bewust, dat een
De in feite als militair commandant
van Oost-Indonesië gehandhaafde kolo
nel Warouw erkende zijn indisciplinair
optreden, doch wees er tevens op, dat
de ondertekenaars van de petitie, wel
ke aan president Soekarno als opper
bevelhebber van de strijdkrachten
werd voorgelegd en waarin de ontbin
ding van het parlement werd geëist,
evenzeer buiten hun boekje waren ge
gaan en dus even schuldig zijn als hij
zelf. Uiteraard mag dit nimmer als
excuus worden aangemerkt, doch
maatregelen tegen Warouw genomen,
zouden, consequent doorgevoerd, moe
ten leiden tot maatregelen tegen de
ondertekenaars van de petitie, waar
door het leger ineens een flink aantal
officieren zou moeten missen.
Buiten het leger heeft men zich ech
ter allerminst bij de geschapen toe
stand neergelegd en is men allesbe
halve tevreden met de door de rege
ring gevonden modus vivendi, als
zij het tijdelijke oplossing van de
vraagstukken rondom de landmachts
affaire.
Deze ontevredenheid uitte zich
het parlement, dat de regering om
klare taal verzocht bij. de opheldering
van de vragen, of er op de 17e Octo
ber 1952 wel of niet sprake is ge
weest van een poging tot een staats
greep, wie daarvoor verantwoordelijk
kunnen worden gesteld en of de rege
ring bereids maatregelen heeft getrof
fen voor het instellen van een gerech
telijk onderzoek in deze affaire.
Premier Wilopo, momenteel ad in
terim eveneens de portefeuille van
löefensie beherend, zegde toe namens
de regering een verklaring in de
volksvertegenwoordiging hierover t<
zuUen afleggen. De premier hield ech
ter een slag om de arm door er op te
wijzen, dat het onvoltrokken proces
volledigheid hieromtrent onmogelijk
maakt.
Zondenbokken
Inmiddels richten de acties, onder
nomen binnen het raam van de alge
mene eis tot herziening van het defen
siebeleid en doorvoering van mutaties
in de opperste leiding van de land
macht, zich op twee figuren: mr. AU
Boediardjo, secretaris-generaal van het
ministerie van Defensie, en generaal-
majoor Simatoepang, chef staf van de
strijdkrachten. Het
aftreden van bei
de functionarissen
is geëist en als re
d-en is daarvoor
ditmaal aange
voerd, dat beiden
verantwoordelijk
kunnen worden
gesteld voor de af
faire op 17 Octo
ber 1952, waarbij
men voor wat be
treft generaal-
majoor Simatoe
pang nog aanvoer-
de, dat de gehele Generaal-majoor
functie van chef- Simatoepang
staf der strijd
krachten dient te worden opgeheven
om „de werkzaamheden der chefs van
staven van land-, zee- en luchtstrijd
krachten te vereenvoudigen."
Deze argumenten nu vormen niets
anders dan een nieuwe stok, die de
tegenstanders van beide functionaris
sen hebben opgeheven om hen van het
toneel te doen verdwijnen, een wens
die zij reeds lang koesteren.
Toen in de motie-Sophiaan, die door
het parlement werd aangenomen,
mutaties werden geëist in de leiding
van het ministerie van Defensie en in
die van de Landmacht, waren er on
miskenbaar tekenen, die wezen op een
streven, zowel de secretaris-generaal
van defensie als de chef staf der strijd
krachten te „liquideren". De stok die
toen tegen hem werd opgeheven be
stond uit de aantijging, dat zowel mr.
Ali Boediardjo als generaal-majoor
Simatoepang, „hun posities misbruik
ten om de belangen van de socialisti
sche partij, de PSI, te behartigen".
Dit dienen van de belangen van de
PSI zou onder meer zijn geschied door
het storten van gelden, bestemd voor
aankopen ten behoeve van de strijd
krachten, in de kas van deze partij.
Voorts door het doelbewust ..wegpro
moveren" van Islamietische officieren
uit. bepaalde sleutelposities in het
leger.
De belangrijkste promotors van deze
actie waren de Masjoemi en de links
georiënteerde partijen. In het parle-
i-yznt drongen zij aan op 't in de kortst
mogelijke tijd tot stand komen van een
öefensiewet. De werkzaamheden ter
voorbereiding van deze wet zouden
echter door secretaris-generaal Ali
Boediardjo en chef staf Simatoepang
met succes zijn belemmerd.
Twee vuren
Het feit dat beiden nu nog in func
tie zijn moet dan ook als een der hoofd
motieven worden gezien waarom de
volksvertegenwoordiging niet genegen
blijkt zich neer te leggen bij de maat-
doordrijven van üe eis tot ontslag van
Ali Boediardjo en Simatoepang de val
van het kabinet ten gevolge kan heb
ben. De kans is dan namelijk zeer
groot, dat de beide socialistische
ministers Soemitro (Financiën) en
Loekman Wiriadinata (Justitie) hun
ontslag zullen aanbieden. En dit acht
het parlement voorshands niet ge
wenst.
Het kabinet ziet zich bij dit alles
tussen twee vuren geplaatst: aan de
ene zijde de wens van de volksver
tegenwoordiging tot snelle maatregelen
ten aanzien van het defensiebeleid en
in eerste instantie de ontheffing uit
hun functie van Ali Boediardjo en
Simatoepang en aan de andere zijde
het volkomen ontbreken van juridisch
steekhoudende argumenten hiervoor
en de wetenschap van een innerlijke
gespletenheid.
De verwachting, dat de regering
Wilopo ook in dit geval naar een gul
den middenweg zal zoeken ligt geheel
in de lijn van de tot dusver door haar
gevoerde politiek. Deze middenweg zal
de regering wellicht vinden in de be
noeming van een staatscommissie, die
dan zal worden belast met het onder
zoeken van de juistheid van de tegen
Aii Boediardjo en Simatoepang inge
brachte beschuldigingen.
EIS TEGEN HOOFDVERDACHTE: EEN
JAAR EN DRIE MAANDEN
De meervoudige kamer van de Zut-
fense rechtbank heeft zich Dinsdag de
gehele dag beziggehouden met de be
handeling van de grootste smokkel-
affaire na de bevrijding. Een der
hoofdverdachten, de 50-jarige G. H.
uil Enschede, hoorde een jaar en drie
maanden gevangenisstraf tegen zich
eisen, alsmede 10.000 gulden boete en
verbeurdverklaring van 2 luxe auto's.
Ongeveer 30.000 kg ruwe koffie, 250
damesmantels. 2800 kg koffie, 46.000
shawls en 600 klederdrachtdoeken
waren zonder papieren uit en naar
Duitsland vervoerd.
De Enschedese confectiefabrikant L.
had met zijn echtgenote een werkzaam
aandeel gehad in het complot. Beiden
ontkenden gedeeltelijk. L. hoorde tien
maanden gevangenisstraf tegen zich
eisen en verbeurdverklaring van de
auto. Een tiental medeverdachten
hoorden mindere straffen tegen zich
eisen.
Op een gegeven moment stonden de
drie broers S. samen in de verdachten-
bank. Zij waren bij het vervoer be
trokken geweest en door de Officier
werd 1 maand geëist.
Als getuige-deskundige werd de
Duitse rechter dr. Franzheim gehoord,
die een minutieus onderzoek had in
gesteld om een schrijfmachine op te
sporen, waarop een zogenaamde reke
ning was getypt.
Tegen mej. Te N. werd zes weken
gevangenisstraf geëist. Mr. Messchaert
bracht ten slotte dank aan het werk
door de douane-recherchedienst in het
vooronderzoek verricht.
Communistisch China beschouwt het
besluit van president Eisenhower om
de Zevende vloot uit de wateren van
Formosa terug te trekken, als een on
derdeel van een Amerikaans streven
„om de oorlog uit te breiden en de
vrede in het Verre Oosten en de ge
hele wereld verder uit te bannen". De
beschuldiging was afkomstig van Ra
dio Peking.
In Washington maakt men zich niet
druk over de felle reactie van Radio
Peking op het besluit van president
Eisenhower om de troepen van Tsjang
Kai Sjek de vrijheid te hergeven het
vasteland aan te vallen.
EDG-VERDRAG TE PARIJS
IN VERKEERDE HANDEN
De commissie voor buitenlandse
aangelegenheden van de Franse Na
tionale Vergadering heeft de socialist
Jules Mooh, oudminister van Defensie,
aangewezen als rapporteur over zaken,
verband houdende met de voorgestel
de bekrachtiging van het verdrag der
Europese Defensie-Gemeenschap.
De commissie voor de strijdkrachten
heeft haar voorzitter, generaal Pierre
Koenig, een aanhanger van generaal
de Gaulle, aangewezen als rapporteur
over dezelfde aangelegenheid.
Moch en Koenig zijn beiden tegen
standers -van het ED.G.-verdrag ii
zijn huidige vorm. Men beschouwt de
hun verstrekte opdrachten als een
aanwijzing van de kracht van het ver
zet in de Nationale Vergadering tegen
bekrachtiging van het verdrag.
Nieuwe ambassadeur van
West-Duitsland
Dr. H. Muehlenfeld is benoemd tot
ambassadeur van West-Duitsl^nd
Den Haag. Dr. Muehlenfeld wordt in
deze functie de opvolger van dr. Karl
Dumont.
Dr, Muehlenfeld is fractievoorzitter
van de Deutsche Partei in de Bonds
dag. Hij is 52 jaar oud, studeerde
rechts- en staatswetenschappen i
mede moderne geschiedenis en promo
veerde in Goettingen.
Als vertegenwoordiger van
Bondsdag werd hij naar de zittingen
van de Raad van Europa in Straats
burg afgevaardigd.
Naar verluidt is zijn voorganger in
Den Haag, dr. Dumont, in het zaken
leven gegaan en thans „Generalver-
treter" van het Otto Wolff-concern in
Luxemburg.
In de gisteren gehouden vergadering
van de Eerste Kamer is de beraad
slaging over de begrotingen van Oor
log en Marine hervat.
De heer Geugjes (CPN) betoogde
o.m., dat de EDG de grondwet
schendt.
De heer Wendelaar (VVD) consta
teerde, dat bij de watersnoodramp de
militairen zo spoedig als mogelijk was
ter plaatse waren.
Voor het beleid van de minister
verklaarde spr. lof te hebben. Sedert
het optreden van deze bewindsman is
de toestand van de krijgsmacht met
sprongen omhoog gegaan. Tegenover
de critiek, welke over de oefening
„Hold Fast" is vernomen, staan rap
porten van geallieerde officieren, die
veel lof voor de Nederlandse mili
tairen hadden.
De heer Wendelaar drong aan op een
ruimere munitievoorraad en verster
king van de luchtafweer. De territo
riale troepen komen z.i. te veel achter
aan, dat lijkt hem het zwakke punt in
de legerorganisatie. Met de luchtmacht
is men er nog niet. Aanbouw van
moderne jagers is gewenst.
De regering moet niet te lang blijven
overwegen ten aanzien van de offi
cierssalarissen, de middengroepen zijn
al te lang achtergebleven, aldus spr.
De heer Wendelaar merkt op, dat de
reden van de beroering met betrek
king tot het Humanistisch Verbond
hem niet duidelijk is geworden. Aan
het Humanistisch Thuisfront zijn geen
privileges gegeven, voor zover spr. be
kend is. Er moet een misverstand zijn.
De „Vereniging ter behartiging van
de belangen des boekhandels" zal op
korte termijn, een uitgave het licht
doen zien, gewijd aan de overstro
mingsramp, die ons land heeft getrof
fen. De uitgave zal in foto's een sober
relaas geven van de ernstige gevolgen
dezer catastrophe. Genoemde vereni
ging heeft voor de verzorging en de
verspreiding dezer uitgave de belange
loze medewerking verkregen zowel
van de uitgevers als van de boekhan
del in het gehele land.
Verwacht wordt, dat ook de papier
handel en de drukkers belangeloos hun
diensten aan deze opzet zullen verle
nen. Op deze wijze zal het de vereni
ging mogelijk zijn de gehele opbrengst
van de uitgave aan het. Nationaal Ram
penfonds af te dragen.
De medewerking van alle zijden
maakt het slagen van deze uitgave een
feit. Men kan zich nu reeds op het
(binnen 14 dagen a 3.50 in de handel
komende) boek laten inschrijven bij
elke boekhandelaar.
Van de eerste opiage wordt een bate
van ca. 175.000 voor het rampenfonds
verwacht.
„Ik wil het wezen der dingen weergeven, ook al is
hun vorm gewijzigd door de gevoelens die ik erin uitte",
aldus schrijft Graham Sutherland, een vooraanstaande
Engelse kunstenaar die thans, tot 16 Febr., exposeert in
het Stedelijk Museum. Het is merkwaardig dat het hém
gaat als ons, wanneer wij zijn werk voor het eerst zien:
„Indien ik voel dat ik de dingen die ik zie in een ander
beeld moet weergeven, dan is 'het omdat dat mij een plot
selinge verrassing geeft een nieuwe waardering van
de dingen alsof ik ze nooit eerder gezien had". Inder
daad, hier staan we voor een in vormen en kleuren uit
gesproken werkelijkheidsbesef, dat de werkelijkheid on
dergaat als iets wreeds, iets dat ons bedreigt. Plotseling
krijgen soms heel gewone dingen die hij al zo vaak zag,
een intense realiteit voor hem, die hij niet kan omzeilen
ze worden als het ware tot symbolen voor de werkelijk
heid zelve, en dan moet hij dat, wat „geheimzinnig en
ontastbaar is, reëel en tastbaar maken", om nogmaals
hemzelf te citeren.
Het is een verschrikkelijke, wrede wereld die hij ons
openbaart, een wereld die hard is, keihard, onbarmhar
tig en zonder genade. De natuur als onze vijand, stekelig
als de doornen die hij zo vaak schildert, vol dissonanten
als de kleuren die hij toepast. Niets van een vervagende
en ijle geheimzinnigheid die men soms bij de romantiek
tegenkomt, neen, hard en wreed en het tegendeel van
liefelijk, zoals ook het karakter is van veel moderne mu
ziek. Zijn vormen, gegeven met een onbarmhartige plasti
citeit, maken zich los van het meest egale fond waar
tegen hij ze schilderde: ze zijn gegroeid op een manier
van de planten, van het organische daarin ligt zijn
overeenkomst met Henry Moore maar soms zien we
daarin ook iets dat de machine suggereert, het mecha-
nieke dat de keiharde stof leven geeft, onverwinbaar,
onomkoopbaar.
Hoe is in een boomwortel, de gouache cat.-no. 3, de
geheimzinnige macht van de natuur gegeven, en hoe is
dat alles veel harder, meer dan staal, geworden in het Gods.
overeenkomstige schilderij inderdaad, hier zien we Of Sutherland dan geen mooie kunst maakte? Mooi
voor ons de werkelijkheidsbeleving van de moderne is het zojuist beschreven werk niet, maar men moet wel
j een groot kunstenaar zjjn om zyn belevingen zó te kun-
- nen verbeelden. Of er niets te genieten valt? Zeker, als
kregen hebben van de worgende handen van een natuur we hem zien daar waar hij zich houdt aan het natuur-
h,. ,uit gegs.ven. in het porlret van Somerse, Maueham en
van Lord Beaverbrook, portretten zoals er in onze eeuw
Het snoeien van heesters bestaat niet
uit het verzamelen van een groot aan
tal takken op de grond; dat is maar
een vreemde liefhebberij van vele
amateur-tuiniers. Heesters moeten
eigenlijk in de zomer dus direct na
de bloei gesnoeid worden, doch dan
komt er over het algemeen niet veel
van. Om u althans iets wegwijs te ma
ken: heesters deelt men in in grote groe
pen, zij die bloeien op het oude en zij
die dat doen op het jonge hout. Neemt
u nu van mij maar aan dat heesters
die op het oude hout bloeien, dat alle
maal vroeg in het voorjaar of in de
voorzomer doen. Daartoe behoren dus
de seringen, de sierkersen, de sneeuw
ballen, de meidoorn, de gouden regen
KOU enGRÊEP
kunt U bestrijden met de
zo krachtig werkende
(ADVERTENTIE)
HET OUWELCACHET
WAARBORGT
SMAAKLOOS EM
GEMAKKELUK IMKEHEM
Sutherland: Boomwortel.
lusies berooft, een macht die hem tot vijand is gewor
den in plaats van tot slaaf. Dit werkelijkheidsbesef is de
beleving van de hel, nu en hier, omdat de moderne
wereld de autonome mens op de troon wilde zetten en
noch zichzelf, nooh de schepping wilde zien als schepsel
mens, voor wie de natuurkrachten, die hij met al z'n weten
schap zo mooi meende meester geworden te zijn, iets ge
kregen hebben van de worgende handen van een natuu;
die hem, juist met haar wetmatigheden, worgt en zijn vrij
heid vernietigt; de moderne mens die vrij wilde zijn,
vindt op zijn weg de natuur als een macht die hem zijn il- maar heel weinig geschilderd zijn.
(ADVERTENTIE)
Nier eerst dit of dat proberen,
miTi direct het beproefde mid
del, dus Aspirin, gebruiken. Let
et echter op. dit illeen Aspirin
B voorzien van de oranje band
«n van het Bayerknus. het sym»
bool van vertrouwt
en meer dergelijke soorten. Bekijkt u
nu de dikke knoppen maar eens van
de seringen, die zijn verleden jaar ge
groeid en wanneer die nu allemaal af
gesnoeid zouden worden, komt er van
de bloei niets terecht. Heesters die dus
op het oude hout bloeien doen dat op
takken die verleden zomer zijn ge
groeid of al in vroeger jaren. De knop
pen zitten allemaal al op de takken-
U kunt dat ook heel goed zien bij de
Chinese klokjes. Wanneer die dus nu
een goede snoeibeurt zouden krijgen,
zoud't u vergeefs op bloemen wachten.
Zulke heesters dus helemaal niet
snoeien? Dat is ook weer wat over-
dreven, doch men dient zioh toch wel
te beperken tot het wegnemen van
dode takken en eventueel wat oude,
diklke takken; men gaat de struik dus
verjongen. Heesters die op het jonge
hout bloeien, doen dat op de scheuten
of takken die nog deze zomer moeten
groeien. Op de takken van verleden
jaar kunt u van de meeste soorten de
bloemresten nog zien zitten. Deze
groep van heesters bloeit over het al
gemeen in de nazomer en het kan geen
kwaad wanneer die nu flink ingekort
worden, liefst tot op enkele centi
meters boven het oude hout.
FLEURIST
DIRECT wakker, zet meneer Bel zijn
kopje neer. Wat? Hebben we hier
toch nog een mannetje zitten?
Maar dan zakt zijn belangstelling al
direct weer. Van de dominee..<.0
nee, dan wordt het natuurlijk niks.
Je moet niet denken, dat dominees
warm lopen voor een dorpsfanfare. Hij
pakt zijn kopje weer op. Nee, dat
wordt al direct niks.
„Laten we d'r maar geen dominees
inhalen....", mompelt hij teleurge
steld.
„Daantje was anders destijds dikke
vrienden met Loede, niet vrouw? Ze
moeten destijds samen...."
„Waren die twee bevriend?" hapt
meneer Bel weer.
„Bevriendbevriendsust
lange Van Leeuwen. „Hij moet om zo
te zeggen zijn eerste trommel van
Loede van de weduwvrouw Ponners
gehad hebben. lik weet dat hierom, zo
precies omdat het juist op die dag was,
dat de freule Hinde-rwachten Molen-
beeck
„Juist-ja," begrijpt meneer Bel de
rest dan wel. „En bij die gelegenheid
heeft dat zoontje van de dominee....
Maar de dominee zelf zal er natuur
lijk niet het minste voor voelen, dat
zijn zoon.
Daar weet Van Leeuwen ook geen
antwoord op. Je zou het hem zelf moe
ten vragen, anders weet je het niet.
Het is een zaak van het bestuur na
tuurlijk, maar als er dan nog licht
brandt in de pastorie, kan hij het toch
niet laten. Je weet immers nooit, hoe
je achter talent komt. Dat kan nou
net zo goed in een pastorie wonen als
in een arbeiderswoning. En laat jij dat
eens over aan bakker De Gierst, om
zo iets uit te zoeken! Die kwam een
maand of wat geleden z'n nieuwe
knecht voorstellen. Een merakel, zo
als die jongen zingen kon, en of dat
nou niks was voor de fanfare
Ineens besloten, gooit hij z'n fiets
tegen 'het hekje van de pastorietuin.
Wil er nog iets van de defileermars
terechtkomen, dan moet er erg vlug
een slagwerker van formaat bijkomen.
Theo staat wel even raar te kijken,
want nee, vader is niet thuis, maar
als ik
„Uw moeder dan?"
„Moeder? Neemoeder is al
jaren dood.
„Pardon.draalt meneer Bel. „Is
er dus niemand, wie ik iets zou kun
nen vragen over.... ik meen, dat u
een broer hebtof slaat u zelf de
kleine trom misschien?
„Nee, dat is m'n jongste broer, maar
als u't Ja, alleen mijn opa is thuis,
misschien dat u het met hem zou kun
nen bespreken?"
Pas nu het over Daantje en over de
trommel gaat. begrijpt 'hij, dat dit me
neer Bel moet zijn. Nooit geweten, dat
die man zó klein was Als hij in de
muziektent staat, lijkt het nog heel
wat. En vroeger leek hij toch stellig
groter.
„Heel graag," aanvaardt de dirigen'
snel. Zelfs de kleinste aanwijzing *n
de richting van een maatgevoel als
van Loede, zou al welkom zijn. 'Die
jonge jongen, die hier vóör'hem staat,
zal daar zo geen verstand van heb
ben, maar misschien dat zo'n ouwe
heer
Hij staat al op de ruige veytibule-
mat. Royaal ouderwets huis hebben
zulke dominees op het platteland toch.
„Of u even binnen wilt komen, me
neer. eh.aarzelt Theo nog.
„Heel graag.zeer vereerd," buigt
meneer Bel. „Bel is mijn naam."
„U staat me wel toe, dat een oud
man blijft zitten," glimlacht opa, als
hij dat stukje bedrijvigbeio binnen
ziet komen. ,,De jicht plaagt me..
„Voortreffelijk," voorkomt de ander.
„Blijft u toch zitten, meneer, blijft u
zitten. Op uw leeftijd
„Wat voert u hierheen? U bent im
mers de dirigent van onze dorps-
fanfare?"
Zelf glimlacht hij om dat ónze. Het
is immers duidelijk, dat wij allebei
stedelingen zijn?
„Van de dorpsfanfare, zeker," be
vestigt meneer Bel. „De belangen van
de fanfare voeren me hierheen."
„Mijn kleinzoon aprak daarover,"
knikt opa. „U wilde over Daantje
spreken."
„Als dat de jonge tamboer is....
zeker, Daantje, ik wilde u namelijk
over Daantje spreken, nu.
Hij kijkt erven onzeker de kamer
rond, weer naar de oude heer in z'n
makkelijke stoel, „....nu meneer de
dominee niet thuis is."
Daarna gaat hij wat meer op
gemak zitten. Ai kijk, de familie heeft
ook een harmonium. Als het nu zo te
regelen was, dat iik op Donderdagmid-
door
mr. G. TH. VERHAREN
dag na schooltijd aan die jongen maar
tegelijk orgelles gafHet wonen op
een dorp heeft me altijd sterk aan
getrokken en als je nu toch zo'n
ouderwets-deftig huis ziet.
„Misschien weet u, of het bij deze
Daantje méér is dan.... laten we
zeggen: Spielerei.... al is dat mis
schien het juiste woord niet Voelt u
wat ik daarmee zeggen wil?"
„Zeker-zeker," glimlacht opa. „Nu,
wat dat betreft kan ik u v-oikomen
gerust stellen, want eerder is al het
ander spel voor mijn kleinzoon maar
zijn trommel is zijn alles. Hij wil
drummer worden, niets meer of min
der dan drummer."
TIET treft wel bijzonder, wanneer
ongeveer tegelijkertijd op de
recensietafel arriveren twee disserta
ties over zo dicht bij elkaar staande
persoonlijkheden uit de geschiedenis
onzer vaderlandse letterkunde als Luy-
ken en Lodensteyn. Deze studies vul
len elkaar aan.
DR. KAREL MEEUWESSE heeft in
Nederland de klem van het tekort aan
bronnenmateriaal niet zo gevoeld, of
schoon ook hij nog tot de conclusie
moest komen, dat de thans voorhan
den biografische literatuur over Jan
Luyken nog altijd te weinig is om er
een werkelijke biografie op te bou
wen. Het is echter ook niet zijn bedoe
ling geweest een biografische studie in
de strikte zin des woords te leveren,
hoewel zijn onderzoek voor wat de
eerste levensperiode van deze merk
waardige 17e-eeuwse dichter betreft,
in een lang gevoelde behoefte voorziet.
MEER dan de uiterlijke levensfeiten
interesseerde de schrijver de
psyche van de dichter, die op zo merk
waardige wijze tot geestelijke inkeer
kwam, dat hij later zich alle moeite
gaf om de in omiloop zijnde exempla
ren van zijn liederenbundel De Duytse
Lier aan de circulatie te onttrekken.
Aan luyken als de dichter van déze
„Kijk eens aan!" glundert de diri
gent. „Meneer Van Leeuwen zei me al.
dat we hier een mooie kans m Jken om
een vervanger te vinden voor de jonge
DonnersU kent Donners?....
Nee, laat u -maar, ik heb er zo het een
en ander van vernomenHoe he t
zij: ik mócht die jongen, want hij heeft
maatgevoel. Ik mag zonder overdrij
ving zeggen: Hij heeft méér maatge
voel dan één van de andere leden van
het orkest.... de fanfare wil ik zeg
gen.
„Toch?" vuurt opa hem aan.
De kleine dirigent komt overeind.
Zijn ronde armen zwaaien wild in de
lucht.
„Meneer," roept hij, „maandenlang
studeer ik met deze mensen op de
defileermars van HazebroekU
kent de defileermars van Haze
broek? Nee, laat u maar, ik be
grijp het wel.En ik durf wel zeg
gen: geef me tien man met hart voor
de zaak, zoals die jonge Donners, en
ik lever u een fanfare, die op ieder.
op iéder concours mei de eerste prijs
gaat strijken. En zo'n jongen halen ze
me juist nü weg. In plaats van dat ze
zo'n koeketaakker weghalen als die
voorzitter, of die twee jonge klungels,
die de kleine trom slaan.rnaa-r nee,
uitgerekend Donners, de beste van het
hele stel."
„Ja...." geeft opa toe. „Maar
„Ik weet wat, u wilt zeggen. Laat
u maar, meneer, ik begrijp het zeer
terdege, en het recht moet ook z'n
loop hebben. Vandaar, dat ik ook bij
u gekomen ben, om te vragen of uw
kleinzoon....? U zou me zeer ver
plichten, wanneer ik er op mocht re
kenen, dat die rakker volgende
week.
„Ik kan daar natuurlijk niet in be
slissen," remt opa, „maar...."
„Zeer verplicht, meneer, zéér ver
plicht" juicht meneer Bel Jk weet
wat u zeggen wilt. maar de dominee
zal toch geen bezwaar maken tegen
een zó onschuldig vermaak als een
donpsfanfare."
(Wordt vervolgd.)
JAN LUYKEN
liederen heeft Meeuwesse zijn onder
zoek gewijd en als zodanig vormt zijn
studie Jan Luyken, als dichter van
De Duytse Lier, J. B. Wolters, Gro
ningen ook een tegenhanger van
het proefschrift van'dr. Trimp: Luyken
als de werelds-erotische dichter, te
genover Lodensteyn als de piëtistische
dichter. Maar hier zijn tegenstellingen,
die zioh met elkaar laten verzoenen.
Want de studie van Meeuwesse maakt
duidelijk, dat in het leven van Luyken
van steile tegenstellingen geen sprake
Er is ook een groot onderscheid van
behandeling der stof bij beide schrij
vers. Interessant is bij beiden het
eerste hoofdstuk, waarin milieuteke
ning van het object van onderzoek
wordt gegeven en een beschrijving van
de geestelijke stromingen tijdens hun
dichterschap. Er is een groot verschil
in aansluiting bij de „geest des tijds".
Wel stoelden beider geestesgesteldheid
op de wortel der Reformatie, die in d'e
tweede helft van de 17e eeuw werd
beleefd als een streven naar „nader
reformatie", maar terwijl Luyken van
Huis uit aansluiting vond bij de dopers-
getinte Collegiantenkring, was Loden
steyn opgevoed en opgegroeid in de
sli-pi-vct-Cai vinistische kring, welke
verdieping zocht in de weg der con
ventikels, gezelschappen.
Meeuwesse heeft het zich vooral niet
gemakkelijk gemaakt. Rondom de
Duytse Lier" heeft hij de kring van
zijn belangstelling breed getrokken
Wij vragen ons zelfs af, of in de hoofd
stukken over Jan Luyken en Jan Zoet
en Antonides van der Goes, met vele
bladzijden, uitsluitend over de twee
laatstgenoemde dichters, de studie over
het eigenlijke onderwerp niet oneven
redig is uitgerekt. In ieder geval over
tuig] dit van de ernst, waarmede de
=<*•'-rijver zijn onderwerp heeft uitge
put.
De Duytse Lier, in haar structuur en
strekking, poëtische aspecten, maar gevarieerd programma.
vooral als blijk van een overgangs
stadium van de dichter blijft echter
centraal voor de aandacht staan.
.Zorgvuldig gaat hij in de harmo
nische opbouw van de versohillende
„verdelingen" van de bundel de ver
innerlijking van de dichter tot piëtist
Veel minder dan Meeuwesse houdt
Trimp zich bezig met de „omgeving''
van „zijn" dichter. Veel meer met het
taal-, dialect- en stijlmilieu, de vers
techniek en de eigenlijke dichterlijke
werkzaamheid van Lodensteyn. Was
het eigenlijke object van studie voor
dr. Meeuwesse de „Duytse Lier", voor
dr. Trimp is dit de bundel „Uytspan-
ningen". In het bijzonder ook worden
hier ook de zangtechnische kwalitei
ten van deze „liederen" onderzocht.
Uit deze studie treedt de figuur van
Lodensteyn naar voren als een ware
dichter, In zekere zin zou deze studie
een eerherstel voor Lodensteyn kun
nen genoemd worden, althans daar,
waar hij gezien wordt als een dichter,
die meer vanwege het stichtelijke dan
vanwege het artistieke van zijn werk
bekendheid verdient.
Als kenmerken van de dichter Lo
densteyn worden hier genoemd: stei-ke
religiositeit, innerlijke zuiverheid en
nauw bedwongen hartstochtelijkheid.
In religieuze zin bestaat tussen de
beide hier besproken dichters dit ver
schil, dat, terwijl Luyken een zuiver
mysticisme bereikt, Lodensteyn in zijn
mystieke drang geremd wordt door
zijn Calvinistische dogmatiek en het
bij hem duidelijk aan de dag tredende
thema van de levensheiliging.
J. KI.
Koning Boudewijn is met de Belgische
koninklijke familie naar Nice eer-
trokken. De vorst zal daar herstel
zoeken voor een griep, die hij ver
leden week heeft opgelopen.
RADIO-AGENDA
Vrijdag 6 Februari
HILVERSUM I. 402 m 7 00 VARA, 10.00
VPRO, 10,20 VARA, 12.00 AVRO, 16.00
VARA, 19.30 VPRO. 21.00 VARA 22.40
VPRO 23.00—24.00 VARA.
VARA: 7.00 Nieuws 7.13 Gram 8.00
Nieuws en weerber. 8.18 Gram. 8.50 Voor
de huisvrouw. 9.05 Gram. 9.35 Waterstan
den. 9.40 Voor de kleuters. VPRO: 10.00
„Kinderen en mensen", causerie. 10,05 Mor
genwijding. VARA: 10.20 Gram. 10.30
Schoolradio. 10.50 Gram. 11.25 Voordracht.
11.45 Vocaal Dubbelkwartet. AVRO: 12.00
Zigeunermuz. 12.30 Land- en tuinbouw-
meded. 12.33 Sport en prognose 12.48 Gram.
13.00 Nieuws. 13.15 Meded. of gram. 13.20
Dansmuz. 14.00 Kookpraatje. 14.20 Piano
trio. 14.50 Voordracht. 15.10 Fluit: en piano.
15.40 Orgel en viool. VARA: 16 00 Gram.
16.30 Voor de jeugd. 17.00 Kinderkoor 17 20
Muzikale causerie. 18.00 Nieuws. 18.15 Feli
citaties. 18.45 „Achter de Horizon", hoor
spel. 19.00 Gram. 19 10 „Burgers boeven en
brigadiers" klankbeeld. VPRO: 19 30
„Vreugde en verdriet", causerie. 19.50 Be
richten. 20.00 Nieuws. 20.05 Boekbespre
king 20.15 Zang en piano. 20.30 „Europa
één", causerie. 20.40 „Aanpassing" causerie.
VARA: 21 00 Cabaret. 21.30 .Het ganse
raderwerk stond stil", klankbeeld. 21.50
Gram 22.05 Buitenl weekoverzicht, 22.20
Lichte muz VPRO: 22.40 „Vandaag", cause
rie. 22.45 Avondwijding. VARA: 23.00
Nieuws. 23.15 „In Huwelijk en Gezin", cau
serie 23.3024.00 Gram
HILVERSUM II, 298 m 7.00—24.00 NCRV.
NCRV: 7 00 Nieuws. 7.10 Gram 7.15 Och-
tendgymn. 7.30 Gram. 7.45 Een woord voor
de dag. 8.00 Nieuws en weerber. 8.18 Ge
wijde muz, 8.45 Gram. 9.00 Voor de zieken.
9 30 Voor de huisvrouw 9 35 Gram. 10.30
Morgendienst. 1100 Viool en piano. 11.30
Gram. 12 30 Land- en tuinbouwmeded 12.33
Gevar muz. 12.59 Klokgelui. 13.00 Nieuws.
13,15 Lichte muz. 13 45 Gram 14 00 School
radio 14.30 Gram. 14 45 Harp. fluit, viool,
alt viool en cello 15 15 Voordracht. 15 35
Gevar. muz 16.00 „De aanleg van een
mooi gazon", causerie. 16.15 Zuid-Afrikaans
programma. 16 30 Gram 17 00 Harp-
ensemble 17.30 Militaire causerie. 17 40
Gram. 17.45 Fries programma. 18.00 Vicaal
dubbelkwartet. 18.30 „Een goed woord voor
een goede zaak", causerie. 18.35 Gram.
18.40 Kamermuz. 19.00 Nieuws en weerber.
19 10 Reg.uitz Verklaring en Toelichting.
19.30 Gram. 20.00 Radiokrant. 20 20 Gram.
20.50 „De Chr' Sociale Beweging op Nieuw
Guinea" causerie 21.10 Nederl. kamermuz
voor blazers. 21.40 Strijkorkest. 22 15
Kunstoverzicht. 22.45 Avondoverdenking.
23 00 Nieuws en S.O S -ber. 23.15 Het Evan
gelie in Esperanto. 23,3024 00 Gram.
B.B.C. in het Nederlands.
22—22.30 op 2>24 en 48,54 m. Overzicht
van de weckhl.iden Actuele beschouwing.
TELEVISIE
Experimenteel programma van do AVRO.
20 1521.45 1. We maken 't bont. 2. Weer
bericht. Pauze. 3. „Hoe wilt u ons zien?"»