Dreigt nieuwe storm op te steken in Indonesië? In politieke kringen duurt de gisting voort Reg enng tussen twee vuren Grootste smokkelzaak na de oorlog berecht Peking gaat tegen Eisenhower tekeer DEFENSIE-DEBAT IN EERSTE KAMER Fotoboek over de stormramp GRAHAM SUTHERLAND: SCHILDER VAN DE BEWUSTWORDING Onbarmhartige Visie Heesters snoeien Luyken en Lodensteyn PIËTISTISCHE POËZIE EINDE 17e EEUW Twee dissertaties De Drummer der Demonen Dagelijks feuilleton 6 TROUW DONDERDAG 5 FEBRUARI 1953 (ADVERTENTIE) EEN KLEINE INFECTIE is dikwijls het begin van langdurige narigheden. Zuivert open huidplekker» met de desinfecterende r~- en snel genezende \jen^trstm„ l L Z'*'"""" (Van een bijzondere correspondent) TERWIJL het Indonesische schip van staat zijn koers vervolgt door de zee van problemen en moeilijkheden, met overal nog de verraderlijke klippen, en het kabinet-Wilopo, dat op de brug staat, een flauw lichtend sterretje heeft kunnen schieten, doe men aan stuurboord weer enkele onweerswolkjes op als mogelijke voorboden van een naderende storm. Het lichtpuntje, dat de regering even een zucht van verlichting heeft doen slaken, is het besluit van de militaire chefs der territoria, voorshands in de geschapen situatie te berusten en voor alles de ver storing van orde, rust en veiligheid te voorkomen. In het leger koe len de verhitte gemoederen af en beginnen zich, althans tegen de buitenzijde aangezien, tekenen van een wederintreden van stabiliteit te vertonen. regelen die de regering tot dusver ten aanzien van de landmacht en het ministerie van Defensie heeft getrof fen. Inmiddels is men er zich in parle- mentskringen van bewust, dat een De in feite als militair commandant van Oost-Indonesië gehandhaafde kolo nel Warouw erkende zijn indisciplinair optreden, doch wees er tevens op, dat de ondertekenaars van de petitie, wel ke aan president Soekarno als opper bevelhebber van de strijdkrachten werd voorgelegd en waarin de ontbin ding van het parlement werd geëist, evenzeer buiten hun boekje waren ge gaan en dus even schuldig zijn als hij zelf. Uiteraard mag dit nimmer als excuus worden aangemerkt, doch maatregelen tegen Warouw genomen, zouden, consequent doorgevoerd, moe ten leiden tot maatregelen tegen de ondertekenaars van de petitie, waar door het leger ineens een flink aantal officieren zou moeten missen. Buiten het leger heeft men zich ech ter allerminst bij de geschapen toe stand neergelegd en is men allesbe halve tevreden met de door de rege ring gevonden modus vivendi, als zij het tijdelijke oplossing van de vraagstukken rondom de landmachts affaire. Deze ontevredenheid uitte zich het parlement, dat de regering om klare taal verzocht bij. de opheldering van de vragen, of er op de 17e Octo ber 1952 wel of niet sprake is ge weest van een poging tot een staats greep, wie daarvoor verantwoordelijk kunnen worden gesteld en of de rege ring bereids maatregelen heeft getrof fen voor het instellen van een gerech telijk onderzoek in deze affaire. Premier Wilopo, momenteel ad in terim eveneens de portefeuille van löefensie beherend, zegde toe namens de regering een verklaring in de volksvertegenwoordiging hierover t< zuUen afleggen. De premier hield ech ter een slag om de arm door er op te wijzen, dat het onvoltrokken proces volledigheid hieromtrent onmogelijk maakt. Zondenbokken Inmiddels richten de acties, onder nomen binnen het raam van de alge mene eis tot herziening van het defen siebeleid en doorvoering van mutaties in de opperste leiding van de land macht, zich op twee figuren: mr. AU Boediardjo, secretaris-generaal van het ministerie van Defensie, en generaal- majoor Simatoepang, chef staf van de strijdkrachten. Het aftreden van bei de functionarissen is geëist en als re d-en is daarvoor ditmaal aange voerd, dat beiden verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor de af faire op 17 Octo ber 1952, waarbij men voor wat be treft generaal- majoor Simatoe pang nog aanvoer- de, dat de gehele Generaal-majoor functie van chef- Simatoepang staf der strijd krachten dient te worden opgeheven om „de werkzaamheden der chefs van staven van land-, zee- en luchtstrijd krachten te vereenvoudigen." Deze argumenten nu vormen niets anders dan een nieuwe stok, die de tegenstanders van beide functionaris sen hebben opgeheven om hen van het toneel te doen verdwijnen, een wens die zij reeds lang koesteren. Toen in de motie-Sophiaan, die door het parlement werd aangenomen, mutaties werden geëist in de leiding van het ministerie van Defensie en in die van de Landmacht, waren er on miskenbaar tekenen, die wezen op een streven, zowel de secretaris-generaal van defensie als de chef staf der strijd krachten te „liquideren". De stok die toen tegen hem werd opgeheven be stond uit de aantijging, dat zowel mr. Ali Boediardjo als generaal-majoor Simatoepang, „hun posities misbruik ten om de belangen van de socialisti sche partij, de PSI, te behartigen". Dit dienen van de belangen van de PSI zou onder meer zijn geschied door het storten van gelden, bestemd voor aankopen ten behoeve van de strijd krachten, in de kas van deze partij. Voorts door het doelbewust ..wegpro moveren" van Islamietische officieren uit. bepaalde sleutelposities in het leger. De belangrijkste promotors van deze actie waren de Masjoemi en de links georiënteerde partijen. In het parle- i-yznt drongen zij aan op 't in de kortst mogelijke tijd tot stand komen van een öefensiewet. De werkzaamheden ter voorbereiding van deze wet zouden echter door secretaris-generaal Ali Boediardjo en chef staf Simatoepang met succes zijn belemmerd. Twee vuren Het feit dat beiden nu nog in func tie zijn moet dan ook als een der hoofd motieven worden gezien waarom de volksvertegenwoordiging niet genegen blijkt zich neer te leggen bij de maat- doordrijven van üe eis tot ontslag van Ali Boediardjo en Simatoepang de val van het kabinet ten gevolge kan heb ben. De kans is dan namelijk zeer groot, dat de beide socialistische ministers Soemitro (Financiën) en Loekman Wiriadinata (Justitie) hun ontslag zullen aanbieden. En dit acht het parlement voorshands niet ge wenst. Het kabinet ziet zich bij dit alles tussen twee vuren geplaatst: aan de ene zijde de wens van de volksver tegenwoordiging tot snelle maatregelen ten aanzien van het defensiebeleid en in eerste instantie de ontheffing uit hun functie van Ali Boediardjo en Simatoepang en aan de andere zijde het volkomen ontbreken van juridisch steekhoudende argumenten hiervoor en de wetenschap van een innerlijke gespletenheid. De verwachting, dat de regering Wilopo ook in dit geval naar een gul den middenweg zal zoeken ligt geheel in de lijn van de tot dusver door haar gevoerde politiek. Deze middenweg zal de regering wellicht vinden in de be noeming van een staatscommissie, die dan zal worden belast met het onder zoeken van de juistheid van de tegen Aii Boediardjo en Simatoepang inge brachte beschuldigingen. EIS TEGEN HOOFDVERDACHTE: EEN JAAR EN DRIE MAANDEN De meervoudige kamer van de Zut- fense rechtbank heeft zich Dinsdag de gehele dag beziggehouden met de be handeling van de grootste smokkel- affaire na de bevrijding. Een der hoofdverdachten, de 50-jarige G. H. uil Enschede, hoorde een jaar en drie maanden gevangenisstraf tegen zich eisen, alsmede 10.000 gulden boete en verbeurdverklaring van 2 luxe auto's. Ongeveer 30.000 kg ruwe koffie, 250 damesmantels. 2800 kg koffie, 46.000 shawls en 600 klederdrachtdoeken waren zonder papieren uit en naar Duitsland vervoerd. De Enschedese confectiefabrikant L. had met zijn echtgenote een werkzaam aandeel gehad in het complot. Beiden ontkenden gedeeltelijk. L. hoorde tien maanden gevangenisstraf tegen zich eisen en verbeurdverklaring van de auto. Een tiental medeverdachten hoorden mindere straffen tegen zich eisen. Op een gegeven moment stonden de drie broers S. samen in de verdachten- bank. Zij waren bij het vervoer be trokken geweest en door de Officier werd 1 maand geëist. Als getuige-deskundige werd de Duitse rechter dr. Franzheim gehoord, die een minutieus onderzoek had in gesteld om een schrijfmachine op te sporen, waarop een zogenaamde reke ning was getypt. Tegen mej. Te N. werd zes weken gevangenisstraf geëist. Mr. Messchaert bracht ten slotte dank aan het werk door de douane-recherchedienst in het vooronderzoek verricht. Communistisch China beschouwt het besluit van president Eisenhower om de Zevende vloot uit de wateren van Formosa terug te trekken, als een on derdeel van een Amerikaans streven „om de oorlog uit te breiden en de vrede in het Verre Oosten en de ge hele wereld verder uit te bannen". De beschuldiging was afkomstig van Ra dio Peking. In Washington maakt men zich niet druk over de felle reactie van Radio Peking op het besluit van president Eisenhower om de troepen van Tsjang Kai Sjek de vrijheid te hergeven het vasteland aan te vallen. EDG-VERDRAG TE PARIJS IN VERKEERDE HANDEN De commissie voor buitenlandse aangelegenheden van de Franse Na tionale Vergadering heeft de socialist Jules Mooh, oudminister van Defensie, aangewezen als rapporteur over zaken, verband houdende met de voorgestel de bekrachtiging van het verdrag der Europese Defensie-Gemeenschap. De commissie voor de strijdkrachten heeft haar voorzitter, generaal Pierre Koenig, een aanhanger van generaal de Gaulle, aangewezen als rapporteur over dezelfde aangelegenheid. Moch en Koenig zijn beiden tegen standers -van het ED.G.-verdrag ii zijn huidige vorm. Men beschouwt de hun verstrekte opdrachten als een aanwijzing van de kracht van het ver zet in de Nationale Vergadering tegen bekrachtiging van het verdrag. Nieuwe ambassadeur van West-Duitsland Dr. H. Muehlenfeld is benoemd tot ambassadeur van West-Duitsl^nd Den Haag. Dr. Muehlenfeld wordt in deze functie de opvolger van dr. Karl Dumont. Dr, Muehlenfeld is fractievoorzitter van de Deutsche Partei in de Bonds dag. Hij is 52 jaar oud, studeerde rechts- en staatswetenschappen i mede moderne geschiedenis en promo veerde in Goettingen. Als vertegenwoordiger van Bondsdag werd hij naar de zittingen van de Raad van Europa in Straats burg afgevaardigd. Naar verluidt is zijn voorganger in Den Haag, dr. Dumont, in het zaken leven gegaan en thans „Generalver- treter" van het Otto Wolff-concern in Luxemburg. In de gisteren gehouden vergadering van de Eerste Kamer is de beraad slaging over de begrotingen van Oor log en Marine hervat. De heer Geugjes (CPN) betoogde o.m., dat de EDG de grondwet schendt. De heer Wendelaar (VVD) consta teerde, dat bij de watersnoodramp de militairen zo spoedig als mogelijk was ter plaatse waren. Voor het beleid van de minister verklaarde spr. lof te hebben. Sedert het optreden van deze bewindsman is de toestand van de krijgsmacht met sprongen omhoog gegaan. Tegenover de critiek, welke over de oefening „Hold Fast" is vernomen, staan rap porten van geallieerde officieren, die veel lof voor de Nederlandse mili tairen hadden. De heer Wendelaar drong aan op een ruimere munitievoorraad en verster king van de luchtafweer. De territo riale troepen komen z.i. te veel achter aan, dat lijkt hem het zwakke punt in de legerorganisatie. Met de luchtmacht is men er nog niet. Aanbouw van moderne jagers is gewenst. De regering moet niet te lang blijven overwegen ten aanzien van de offi cierssalarissen, de middengroepen zijn al te lang achtergebleven, aldus spr. De heer Wendelaar merkt op, dat de reden van de beroering met betrek king tot het Humanistisch Verbond hem niet duidelijk is geworden. Aan het Humanistisch Thuisfront zijn geen privileges gegeven, voor zover spr. be kend is. Er moet een misverstand zijn. De „Vereniging ter behartiging van de belangen des boekhandels" zal op korte termijn, een uitgave het licht doen zien, gewijd aan de overstro mingsramp, die ons land heeft getrof fen. De uitgave zal in foto's een sober relaas geven van de ernstige gevolgen dezer catastrophe. Genoemde vereni ging heeft voor de verzorging en de verspreiding dezer uitgave de belange loze medewerking verkregen zowel van de uitgevers als van de boekhan del in het gehele land. Verwacht wordt, dat ook de papier handel en de drukkers belangeloos hun diensten aan deze opzet zullen verle nen. Op deze wijze zal het de vereni ging mogelijk zijn de gehele opbrengst van de uitgave aan het. Nationaal Ram penfonds af te dragen. De medewerking van alle zijden maakt het slagen van deze uitgave een feit. Men kan zich nu reeds op het (binnen 14 dagen a 3.50 in de handel komende) boek laten inschrijven bij elke boekhandelaar. Van de eerste opiage wordt een bate van ca. 175.000 voor het rampenfonds verwacht. „Ik wil het wezen der dingen weergeven, ook al is hun vorm gewijzigd door de gevoelens die ik erin uitte", aldus schrijft Graham Sutherland, een vooraanstaande Engelse kunstenaar die thans, tot 16 Febr., exposeert in het Stedelijk Museum. Het is merkwaardig dat het hém gaat als ons, wanneer wij zijn werk voor het eerst zien: „Indien ik voel dat ik de dingen die ik zie in een ander beeld moet weergeven, dan is 'het omdat dat mij een plot selinge verrassing geeft een nieuwe waardering van de dingen alsof ik ze nooit eerder gezien had". Inder daad, hier staan we voor een in vormen en kleuren uit gesproken werkelijkheidsbesef, dat de werkelijkheid on dergaat als iets wreeds, iets dat ons bedreigt. Plotseling krijgen soms heel gewone dingen die hij al zo vaak zag, een intense realiteit voor hem, die hij niet kan omzeilen ze worden als het ware tot symbolen voor de werkelijk heid zelve, en dan moet hij dat, wat „geheimzinnig en ontastbaar is, reëel en tastbaar maken", om nogmaals hemzelf te citeren. Het is een verschrikkelijke, wrede wereld die hij ons openbaart, een wereld die hard is, keihard, onbarmhar tig en zonder genade. De natuur als onze vijand, stekelig als de doornen die hij zo vaak schildert, vol dissonanten als de kleuren die hij toepast. Niets van een vervagende en ijle geheimzinnigheid die men soms bij de romantiek tegenkomt, neen, hard en wreed en het tegendeel van liefelijk, zoals ook het karakter is van veel moderne mu ziek. Zijn vormen, gegeven met een onbarmhartige plasti citeit, maken zich los van het meest egale fond waar tegen hij ze schilderde: ze zijn gegroeid op een manier van de planten, van het organische daarin ligt zijn overeenkomst met Henry Moore maar soms zien we daarin ook iets dat de machine suggereert, het mecha- nieke dat de keiharde stof leven geeft, onverwinbaar, onomkoopbaar. Hoe is in een boomwortel, de gouache cat.-no. 3, de geheimzinnige macht van de natuur gegeven, en hoe is dat alles veel harder, meer dan staal, geworden in het Gods. overeenkomstige schilderij inderdaad, hier zien we Of Sutherland dan geen mooie kunst maakte? Mooi voor ons de werkelijkheidsbeleving van de moderne is het zojuist beschreven werk niet, maar men moet wel j een groot kunstenaar zjjn om zyn belevingen zó te kun- - nen verbeelden. Of er niets te genieten valt? Zeker, als kregen hebben van de worgende handen van een natuur we hem zien daar waar hij zich houdt aan het natuur- h,. ,uit gegs.ven. in het porlret van Somerse, Maueham en van Lord Beaverbrook, portretten zoals er in onze eeuw Het snoeien van heesters bestaat niet uit het verzamelen van een groot aan tal takken op de grond; dat is maar een vreemde liefhebberij van vele amateur-tuiniers. Heesters moeten eigenlijk in de zomer dus direct na de bloei gesnoeid worden, doch dan komt er over het algemeen niet veel van. Om u althans iets wegwijs te ma ken: heesters deelt men in in grote groe pen, zij die bloeien op het oude en zij die dat doen op het jonge hout. Neemt u nu van mij maar aan dat heesters die op het oude hout bloeien, dat alle maal vroeg in het voorjaar of in de voorzomer doen. Daartoe behoren dus de seringen, de sierkersen, de sneeuw ballen, de meidoorn, de gouden regen KOU enGRÊEP kunt U bestrijden met de zo krachtig werkende (ADVERTENTIE) HET OUWELCACHET WAARBORGT SMAAKLOOS EM GEMAKKELUK IMKEHEM Sutherland: Boomwortel. lusies berooft, een macht die hem tot vijand is gewor den in plaats van tot slaaf. Dit werkelijkheidsbesef is de beleving van de hel, nu en hier, omdat de moderne wereld de autonome mens op de troon wilde zetten en noch zichzelf, nooh de schepping wilde zien als schepsel mens, voor wie de natuurkrachten, die hij met al z'n weten schap zo mooi meende meester geworden te zijn, iets ge kregen hebben van de worgende handen van een natuu; die hem, juist met haar wetmatigheden, worgt en zijn vrij heid vernietigt; de moderne mens die vrij wilde zijn, vindt op zijn weg de natuur als een macht die hem zijn il- maar heel weinig geschilderd zijn. (ADVERTENTIE) Nier eerst dit of dat proberen, miTi direct het beproefde mid del, dus Aspirin, gebruiken. Let et echter op. dit illeen Aspirin B voorzien van de oranje band «n van het Bayerknus. het sym» bool van vertrouwt en meer dergelijke soorten. Bekijkt u nu de dikke knoppen maar eens van de seringen, die zijn verleden jaar ge groeid en wanneer die nu allemaal af gesnoeid zouden worden, komt er van de bloei niets terecht. Heesters die dus op het oude hout bloeien doen dat op takken die verleden zomer zijn ge groeid of al in vroeger jaren. De knop pen zitten allemaal al op de takken- U kunt dat ook heel goed zien bij de Chinese klokjes. Wanneer die dus nu een goede snoeibeurt zouden krijgen, zoud't u vergeefs op bloemen wachten. Zulke heesters dus helemaal niet snoeien? Dat is ook weer wat over- dreven, doch men dient zioh toch wel te beperken tot het wegnemen van dode takken en eventueel wat oude, diklke takken; men gaat de struik dus verjongen. Heesters die op het jonge hout bloeien, doen dat op de scheuten of takken die nog deze zomer moeten groeien. Op de takken van verleden jaar kunt u van de meeste soorten de bloemresten nog zien zitten. Deze groep van heesters bloeit over het al gemeen in de nazomer en het kan geen kwaad wanneer die nu flink ingekort worden, liefst tot op enkele centi meters boven het oude hout. FLEURIST DIRECT wakker, zet meneer Bel zijn kopje neer. Wat? Hebben we hier toch nog een mannetje zitten? Maar dan zakt zijn belangstelling al direct weer. Van de dominee..<.0 nee, dan wordt het natuurlijk niks. Je moet niet denken, dat dominees warm lopen voor een dorpsfanfare. Hij pakt zijn kopje weer op. Nee, dat wordt al direct niks. „Laten we d'r maar geen dominees inhalen....", mompelt hij teleurge steld. „Daantje was anders destijds dikke vrienden met Loede, niet vrouw? Ze moeten destijds samen...." „Waren die twee bevriend?" hapt meneer Bel weer. „Bevriendbevriendsust lange Van Leeuwen. „Hij moet om zo te zeggen zijn eerste trommel van Loede van de weduwvrouw Ponners gehad hebben. lik weet dat hierom, zo precies omdat het juist op die dag was, dat de freule Hinde-rwachten Molen- beeck „Juist-ja," begrijpt meneer Bel de rest dan wel. „En bij die gelegenheid heeft dat zoontje van de dominee.... Maar de dominee zelf zal er natuur lijk niet het minste voor voelen, dat zijn zoon. Daar weet Van Leeuwen ook geen antwoord op. Je zou het hem zelf moe ten vragen, anders weet je het niet. Het is een zaak van het bestuur na tuurlijk, maar als er dan nog licht brandt in de pastorie, kan hij het toch niet laten. Je weet immers nooit, hoe je achter talent komt. Dat kan nou net zo goed in een pastorie wonen als in een arbeiderswoning. En laat jij dat eens over aan bakker De Gierst, om zo iets uit te zoeken! Die kwam een maand of wat geleden z'n nieuwe knecht voorstellen. Een merakel, zo als die jongen zingen kon, en of dat nou niks was voor de fanfare Ineens besloten, gooit hij z'n fiets tegen 'het hekje van de pastorietuin. Wil er nog iets van de defileermars terechtkomen, dan moet er erg vlug een slagwerker van formaat bijkomen. Theo staat wel even raar te kijken, want nee, vader is niet thuis, maar als ik „Uw moeder dan?" „Moeder? Neemoeder is al jaren dood. „Pardon.draalt meneer Bel. „Is er dus niemand, wie ik iets zou kun nen vragen over.... ik meen, dat u een broer hebtof slaat u zelf de kleine trom misschien? „Nee, dat is m'n jongste broer, maar als u't Ja, alleen mijn opa is thuis, misschien dat u het met hem zou kun nen bespreken?" Pas nu het over Daantje en over de trommel gaat. begrijpt 'hij, dat dit me neer Bel moet zijn. Nooit geweten, dat die man zó klein was Als hij in de muziektent staat, lijkt het nog heel wat. En vroeger leek hij toch stellig groter. „Heel graag," aanvaardt de dirigen' snel. Zelfs de kleinste aanwijzing *n de richting van een maatgevoel als van Loede, zou al welkom zijn. 'Die jonge jongen, die hier vóör'hem staat, zal daar zo geen verstand van heb ben, maar misschien dat zo'n ouwe heer Hij staat al op de ruige veytibule- mat. Royaal ouderwets huis hebben zulke dominees op het platteland toch. „Of u even binnen wilt komen, me neer. eh.aarzelt Theo nog. „Heel graag.zeer vereerd," buigt meneer Bel. „Bel is mijn naam." „U staat me wel toe, dat een oud man blijft zitten," glimlacht opa, als hij dat stukje bedrijvigbeio binnen ziet komen. ,,De jicht plaagt me.. „Voortreffelijk," voorkomt de ander. „Blijft u toch zitten, meneer, blijft u zitten. Op uw leeftijd „Wat voert u hierheen? U bent im mers de dirigent van onze dorps- fanfare?" Zelf glimlacht hij om dat ónze. Het is immers duidelijk, dat wij allebei stedelingen zijn? „Van de dorpsfanfare, zeker," be vestigt meneer Bel. „De belangen van de fanfare voeren me hierheen." „Mijn kleinzoon aprak daarover," knikt opa. „U wilde over Daantje spreken." „Als dat de jonge tamboer is.... zeker, Daantje, ik wilde u namelijk over Daantje spreken, nu. Hij kijkt erven onzeker de kamer rond, weer naar de oude heer in z'n makkelijke stoel, „....nu meneer de dominee niet thuis is." Daarna gaat hij wat meer op gemak zitten. Ai kijk, de familie heeft ook een harmonium. Als het nu zo te regelen was, dat iik op Donderdagmid- door mr. G. TH. VERHAREN dag na schooltijd aan die jongen maar tegelijk orgelles gafHet wonen op een dorp heeft me altijd sterk aan getrokken en als je nu toch zo'n ouderwets-deftig huis ziet. „Misschien weet u, of het bij deze Daantje méér is dan.... laten we zeggen: Spielerei.... al is dat mis schien het juiste woord niet Voelt u wat ik daarmee zeggen wil?" „Zeker-zeker," glimlacht opa. „Nu, wat dat betreft kan ik u v-oikomen gerust stellen, want eerder is al het ander spel voor mijn kleinzoon maar zijn trommel is zijn alles. Hij wil drummer worden, niets meer of min der dan drummer." TIET treft wel bijzonder, wanneer ongeveer tegelijkertijd op de recensietafel arriveren twee disserta ties over zo dicht bij elkaar staande persoonlijkheden uit de geschiedenis onzer vaderlandse letterkunde als Luy- ken en Lodensteyn. Deze studies vul len elkaar aan. DR. KAREL MEEUWESSE heeft in Nederland de klem van het tekort aan bronnenmateriaal niet zo gevoeld, of schoon ook hij nog tot de conclusie moest komen, dat de thans voorhan den biografische literatuur over Jan Luyken nog altijd te weinig is om er een werkelijke biografie op te bou wen. Het is echter ook niet zijn bedoe ling geweest een biografische studie in de strikte zin des woords te leveren, hoewel zijn onderzoek voor wat de eerste levensperiode van deze merk waardige 17e-eeuwse dichter betreft, in een lang gevoelde behoefte voorziet. MEER dan de uiterlijke levensfeiten interesseerde de schrijver de psyche van de dichter, die op zo merk waardige wijze tot geestelijke inkeer kwam, dat hij later zich alle moeite gaf om de in omiloop zijnde exempla ren van zijn liederenbundel De Duytse Lier aan de circulatie te onttrekken. Aan luyken als de dichter van déze „Kijk eens aan!" glundert de diri gent. „Meneer Van Leeuwen zei me al. dat we hier een mooie kans m Jken om een vervanger te vinden voor de jonge DonnersU kent Donners?.... Nee, laat u -maar, ik heb er zo het een en ander van vernomenHoe he t zij: ik mócht die jongen, want hij heeft maatgevoel. Ik mag zonder overdrij ving zeggen: Hij heeft méér maatge voel dan één van de andere leden van het orkest.... de fanfare wil ik zeg gen. „Toch?" vuurt opa hem aan. De kleine dirigent komt overeind. Zijn ronde armen zwaaien wild in de lucht. „Meneer," roept hij, „maandenlang studeer ik met deze mensen op de defileermars van HazebroekU kent de defileermars van Haze broek? Nee, laat u maar, ik be grijp het wel.En ik durf wel zeg gen: geef me tien man met hart voor de zaak, zoals die jonge Donners, en ik lever u een fanfare, die op ieder. op iéder concours mei de eerste prijs gaat strijken. En zo'n jongen halen ze me juist nü weg. In plaats van dat ze zo'n koeketaakker weghalen als die voorzitter, of die twee jonge klungels, die de kleine trom slaan.rnaa-r nee, uitgerekend Donners, de beste van het hele stel." „Ja...." geeft opa toe. „Maar „Ik weet wat, u wilt zeggen. Laat u maar, meneer, ik begrijp het zeer terdege, en het recht moet ook z'n loop hebben. Vandaar, dat ik ook bij u gekomen ben, om te vragen of uw kleinzoon....? U zou me zeer ver plichten, wanneer ik er op mocht re kenen, dat die rakker volgende week. „Ik kan daar natuurlijk niet in be slissen," remt opa, „maar...." „Zeer verplicht, meneer, zéér ver plicht" juicht meneer Bel Jk weet wat u zeggen wilt. maar de dominee zal toch geen bezwaar maken tegen een zó onschuldig vermaak als een donpsfanfare." (Wordt vervolgd.) JAN LUYKEN liederen heeft Meeuwesse zijn onder zoek gewijd en als zodanig vormt zijn studie Jan Luyken, als dichter van De Duytse Lier, J. B. Wolters, Gro ningen ook een tegenhanger van het proefschrift van'dr. Trimp: Luyken als de werelds-erotische dichter, te genover Lodensteyn als de piëtistische dichter. Maar hier zijn tegenstellingen, die zioh met elkaar laten verzoenen. Want de studie van Meeuwesse maakt duidelijk, dat in het leven van Luyken van steile tegenstellingen geen sprake Er is ook een groot onderscheid van behandeling der stof bij beide schrij vers. Interessant is bij beiden het eerste hoofdstuk, waarin milieuteke ning van het object van onderzoek wordt gegeven en een beschrijving van de geestelijke stromingen tijdens hun dichterschap. Er is een groot verschil in aansluiting bij de „geest des tijds". Wel stoelden beider geestesgesteldheid op de wortel der Reformatie, die in d'e tweede helft van de 17e eeuw werd beleefd als een streven naar „nader reformatie", maar terwijl Luyken van Huis uit aansluiting vond bij de dopers- getinte Collegiantenkring, was Loden steyn opgevoed en opgegroeid in de sli-pi-vct-Cai vinistische kring, welke verdieping zocht in de weg der con ventikels, gezelschappen. Meeuwesse heeft het zich vooral niet gemakkelijk gemaakt. Rondom de Duytse Lier" heeft hij de kring van zijn belangstelling breed getrokken Wij vragen ons zelfs af, of in de hoofd stukken over Jan Luyken en Jan Zoet en Antonides van der Goes, met vele bladzijden, uitsluitend over de twee laatstgenoemde dichters, de studie over het eigenlijke onderwerp niet oneven redig is uitgerekt. In ieder geval over tuig] dit van de ernst, waarmede de =<*•'-rijver zijn onderwerp heeft uitge put. De Duytse Lier, in haar structuur en strekking, poëtische aspecten, maar gevarieerd programma. vooral als blijk van een overgangs stadium van de dichter blijft echter centraal voor de aandacht staan. .Zorgvuldig gaat hij in de harmo nische opbouw van de versohillende „verdelingen" van de bundel de ver innerlijking van de dichter tot piëtist Veel minder dan Meeuwesse houdt Trimp zich bezig met de „omgeving'' van „zijn" dichter. Veel meer met het taal-, dialect- en stijlmilieu, de vers techniek en de eigenlijke dichterlijke werkzaamheid van Lodensteyn. Was het eigenlijke object van studie voor dr. Meeuwesse de „Duytse Lier", voor dr. Trimp is dit de bundel „Uytspan- ningen". In het bijzonder ook worden hier ook de zangtechnische kwalitei ten van deze „liederen" onderzocht. Uit deze studie treedt de figuur van Lodensteyn naar voren als een ware dichter, In zekere zin zou deze studie een eerherstel voor Lodensteyn kun nen genoemd worden, althans daar, waar hij gezien wordt als een dichter, die meer vanwege het stichtelijke dan vanwege het artistieke van zijn werk bekendheid verdient. Als kenmerken van de dichter Lo densteyn worden hier genoemd: stei-ke religiositeit, innerlijke zuiverheid en nauw bedwongen hartstochtelijkheid. In religieuze zin bestaat tussen de beide hier besproken dichters dit ver schil, dat, terwijl Luyken een zuiver mysticisme bereikt, Lodensteyn in zijn mystieke drang geremd wordt door zijn Calvinistische dogmatiek en het bij hem duidelijk aan de dag tredende thema van de levensheiliging. J. KI. Koning Boudewijn is met de Belgische koninklijke familie naar Nice eer- trokken. De vorst zal daar herstel zoeken voor een griep, die hij ver leden week heeft opgelopen. RADIO-AGENDA Vrijdag 6 Februari HILVERSUM I. 402 m 7 00 VARA, 10.00 VPRO, 10,20 VARA, 12.00 AVRO, 16.00 VARA, 19.30 VPRO. 21.00 VARA 22.40 VPRO 23.00—24.00 VARA. VARA: 7.00 Nieuws 7.13 Gram 8.00 Nieuws en weerber. 8.18 Gram. 8.50 Voor de huisvrouw. 9.05 Gram. 9.35 Waterstan den. 9.40 Voor de kleuters. VPRO: 10.00 „Kinderen en mensen", causerie. 10,05 Mor genwijding. VARA: 10.20 Gram. 10.30 Schoolradio. 10.50 Gram. 11.25 Voordracht. 11.45 Vocaal Dubbelkwartet. AVRO: 12.00 Zigeunermuz. 12.30 Land- en tuinbouw- meded. 12.33 Sport en prognose 12.48 Gram. 13.00 Nieuws. 13.15 Meded. of gram. 13.20 Dansmuz. 14.00 Kookpraatje. 14.20 Piano trio. 14.50 Voordracht. 15.10 Fluit: en piano. 15.40 Orgel en viool. VARA: 16 00 Gram. 16.30 Voor de jeugd. 17.00 Kinderkoor 17 20 Muzikale causerie. 18.00 Nieuws. 18.15 Feli citaties. 18.45 „Achter de Horizon", hoor spel. 19.00 Gram. 19 10 „Burgers boeven en brigadiers" klankbeeld. VPRO: 19 30 „Vreugde en verdriet", causerie. 19.50 Be richten. 20.00 Nieuws. 20.05 Boekbespre king 20.15 Zang en piano. 20.30 „Europa één", causerie. 20.40 „Aanpassing" causerie. VARA: 21 00 Cabaret. 21.30 .Het ganse raderwerk stond stil", klankbeeld. 21.50 Gram 22.05 Buitenl weekoverzicht, 22.20 Lichte muz VPRO: 22.40 „Vandaag", cause rie. 22.45 Avondwijding. VARA: 23.00 Nieuws. 23.15 „In Huwelijk en Gezin", cau serie 23.3024.00 Gram HILVERSUM II, 298 m 7.00—24.00 NCRV. NCRV: 7 00 Nieuws. 7.10 Gram 7.15 Och- tendgymn. 7.30 Gram. 7.45 Een woord voor de dag. 8.00 Nieuws en weerber. 8.18 Ge wijde muz, 8.45 Gram. 9.00 Voor de zieken. 9 30 Voor de huisvrouw 9 35 Gram. 10.30 Morgendienst. 1100 Viool en piano. 11.30 Gram. 12 30 Land- en tuinbouwmeded 12.33 Gevar muz. 12.59 Klokgelui. 13.00 Nieuws. 13,15 Lichte muz. 13 45 Gram 14 00 School radio 14.30 Gram. 14 45 Harp. fluit, viool, alt viool en cello 15 15 Voordracht. 15 35 Gevar. muz 16.00 „De aanleg van een mooi gazon", causerie. 16.15 Zuid-Afrikaans programma. 16 30 Gram 17 00 Harp- ensemble 17.30 Militaire causerie. 17 40 Gram. 17.45 Fries programma. 18.00 Vicaal dubbelkwartet. 18.30 „Een goed woord voor een goede zaak", causerie. 18.35 Gram. 18.40 Kamermuz. 19.00 Nieuws en weerber. 19 10 Reg.uitz Verklaring en Toelichting. 19.30 Gram. 20.00 Radiokrant. 20 20 Gram. 20.50 „De Chr' Sociale Beweging op Nieuw Guinea" causerie 21.10 Nederl. kamermuz voor blazers. 21.40 Strijkorkest. 22 15 Kunstoverzicht. 22.45 Avondoverdenking. 23 00 Nieuws en S.O S -ber. 23.15 Het Evan gelie in Esperanto. 23,3024 00 Gram. B.B.C. in het Nederlands. 22—22.30 op 2>24 en 48,54 m. Overzicht van de weckhl.iden Actuele beschouwing. TELEVISIE Experimenteel programma van do AVRO. 20 1521.45 1. We maken 't bont. 2. Weer bericht. Pauze. 3. „Hoe wilt u ons zien?"»

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 4