Uitgeput en verbeten vecht
men tegen ondergang
Leidse studenten helpen in „Ahoy"
Bovenmenselijke daden van
Stellendamse vissers
Dorpen van aardbodem
weggevaagd
Centrum van rampspoed en
ontsteltenis
57055
LEIDSCH DAGBLAD - WOENSDAG 4 FEBRUARI
Goeree-Overflakkee: eiland van verschrikking!
Zuiden. Met de sirenes ging men door
het dorp. Wachtmeester Breur was by
de waarschuwers. Hy hoorde boven
het bulderen van de orkaan plotseling
een suizend geluid. Op hetzelfde mo
ment werd hij door een vloedgolf op
gepakt en tegen een schutting gesme
ten. Hy stond op de plek waar de dijk
doorbrak. Ilij wist uit de bamende
kolk te komen, kroop de dyk op en
zag ondanks de duisternis hoe een gi
gantische waterstroom van alle kan
ten het dorp besprong.
Binnen twee minuten stond het wa
ter een meter hoog en het bleef door
stijgen. Hij zag mensen in nachtkle
ding, waanzinnig van angst uit hun
huizen komen, het water tegemoet lo
pend en verzwolgen wordend of in de
goede richting lopend en tegen de dyk
opklauteren.
Daar was voorlopig veiligheid.
De meesten vluchtten, overrompeld
door de vloed, die de huizen binnen-
tzwalpte, de trap op naar de zolderver-
dieping. Daar bleven zij byeen zitten tot
eindelijk het daglicht kwam. Toen
(kwamen de helden van Stellendam in
actie, kerels die niet aan zichzelf dach
ten, vooral de vissers niet
De jeugd van Arnemuidcn Iaat zich
bij liet herstel van de dijk niet
onbetuigd. Ijverig werken de jon
gens mede aan het vullen van de
zakken met zand. waarmede het
gat in de dijk gedicht zal worden
(Van een onzer speciale verslaggevers)
Aan boord van de Koningsplaat, Dinsdagavond.
Van de zijde van Middelharnis zijn zij aangekomen, een lange stoet evacué's,
strompelend over de drassige dijk naar de haven waar het beloofde redding
brengende schip, de spidoboot Koningsplaat, tegen vier uur in de middag is
binnengelopen. Groepen mannen, vrouwen en kinderen, soms gebukt onder
bundels kleding, anderen met lege handen omdat ze niets anders dan het vege
lijf konden redden.
Zij zijn de loopbrug van het ponton afgelopen naar die witte boot, waar
de verwarming extra is opgestooktJonge moeders met zuigelingen in
dekens gewikkeld op de arm, kleine kinderen beladen met een tas of een
kussensloop vol kleren. Een kleine jongen draagt als een groot bezit een netje
appelen, en tussen hen in droegen zij brancards met invalide ouden van dagen,
ernstige zieken. Een vrouw naast een van de brancards spreekt kalmerende
woorden tot iets dat onder de dekens ligt.
Aan boord wordt de deken opengeslagen. Een kind van vier jaar, ernstig
ziek. Aan het voeteneind een klagend huilend bundeltjeeen baby van
enkele weken
Een zee van ellende
De doodsangst, die nog vaag in hun
ogen ligt, verdwijnt als ze in de warmte
zitten op een bank. Eindelijk rust. En
wég van al die verschrikkingen, wèg over
het grote water naar het vaste land. Als
ze maar dat waber niet zien. En die rui
nes. de verdronken mensen en dieren,
dat verdronken land, zover het oog reikt.
Een zee van ellende neemt de Ko
ningsplaat aan boord.
De kleintjes van om en de bil vier jaar
gedragen zich beheerst als grote mensen
Het zijn de nog .jongeren die. uitgeput
van het dagenlange gesjouw en gebrek
aan rust, de kajuiten vullen met een
yselijk huilen.
De boot stroomt vol. Mensen van alle
standen, de landarbeidersvrouw met een
doek om het hoofd naast een dame in
een bontmantel, die een babv draagt
Merkwaardig, dat allen goed gekleed zijn
Zij hebben blijkbaar de tijd gehad voor
een en*2szms voorbereide vlucht en hun
be-t-p k'eren aangetrokken.
Mannen en vrouwen van het Roode
Kruis en enkele militairen beginnen di
rect met hPt ronddienen van hete koffie
en brood. On brancards komen invaMde
ouden van .dagen aan boordeen 70-
jarige met een ernstige hartkwaal, een
verwezen voor zich uitstarende oude
vrouw, die door niemand begeleid is. Als
men haar later bil de registratie vraagt
wie zii is kan men er alleen maar uit-
kri'-'en Hat zy Ke'zen heet. dat zii een
zoon had. die ze al in geen dagen heeft
gezien en dat zii niet weet waar hy
woont. Uit alles blykt dat zij krankzin
nig is geworden
Wèg uit de ellende!
Zolang de Koningsplaat nog aan het
ponton ligt. wachtend op nog meer eva-
cué's, komen ze niet tot rust. Ze willen
weg van het eiland. Ze weten, dat ze
naar Rotterdam zullen worden afge
voerd. Maar het kan hen niets schelen.
Als ze maar de voordeur van een woning
kunnen binnengaan en een bed zullen
vinden, niet die lokalen van de Rijks
l'.BS van Middelharnis, waar zy bijna
drie dagen bijeen hebben gezeten, op
een eiland te midden van een zee. Drie
dagen en twee nachten onderdak, maar
rr.et honderden opgepakt in te kleine
ruimten. Hun woningen hebben zij ver
b-ton De school hebben ze aanvaard als
een toevlucht, maar nu ze door het on
dergelopen Middelharnis in bootjes naar
de dijk ziin gebracht cn lopend over de
d 'ik of varend in het kanaal de haven
hebben bereikt, voelen ze dat een voor
lopig eind van de eerste ellende in
zicht is.
Als de Koningsplaat in de duisternis
om zes uur de haven uitvaart, is het
of alle zorg van hen afvalt. Er komt
weer glans in hun ogen! Ze eten en j
drinken weer. De baby's kriigen een fles,
lvant er is melk aan boord. I
Ze geven toe: honger hebben ze niet
gehad, wel dorst, want er is bijna ner
gens meer goed drinkwater.
Ze klitten in groepjes byeen.
Ze kijken met verheugde ogen naar
die brandende electrische lampjes. Het
lijkt of ze alles vergeten zyn en eerst
veel later komen de verhalen van hun
lugubere ervaringen van de laatste da
gen los. Er zyn er onder uit vele dorpen
van Flakkee. Over de dijken hebben zy
Middelharnis kunnen bereiken, waar zy
rust meenden te vinden. Maar ook dit
middelpunt van hun eiland was ver
dronken op de huizen na, die op de dyk
staan.
Hel in Stellendam
Wat hier te schryven van hun erva
ringen, die allen begonnen in die ramp-
nacnt, toen het wassende water-hen
overviel?
De meesten kunnen het niet onder
woorden brengen. Een enkele vertelt er
van op een wijze, die de toehoorder de
haren te berge doen ryzen. Het mense-
ïyk incasseringsvermogen moet al wel
heel groot zyn om naast de lichamelijke
uitputting nog het hoofd koel te hou
den. Het is byna onmogelyk weer te ge
ven wat zich op Goeree en. Overflakkee
in de laatste dagen aan verschrikkingen
hebben afgespeeld en nog afspelen. Ver
schrikkelijk in al zyn soberheid is dat
eenvoudige verhaal van een reserve
wachtmeester van de Rykspolitie te
Stellendam, die drie dagen niet uit de
kleren is geweest, die enkele uren tevo
ren voor het eerst weer eens droog goed
heeft kunnen aantrekken en die met
een verbluffende helderheid zich alle lu
gubere momenten van de catastrophe
weer voor de geest haalt.
Om drie uur in die noodlotsnacht
werd Stellendam van twee zijden door
het water besprongen. Eerst van het
Er waren geen boten om de mensen
naar de dijk te brengen, waar ze voor
lopig veilig zouden zitten. Ze gingen te
water, dikwijls tot hun nek toe en graai
den losgeslagen huisdeuren en planken
by elkaar. Ze maakten er wankele
vlotjes van, die ze, door het water wa
dend. door de straten trokken. Eerst de
huizen, die op instorten stonden. Een
mens telkens op zo'n wankel vlotje
sleepten zy naar de dyk. Nu zeggen ze:
hadden we die eerste dag maar rubber
boten en touw gehad! Dan hadden we
lynen door de straten gespannen en de
mensen naar de dijk getrokken, dan
hadden we er tientallen meer kunnen
redden.
Anderen vertellen: Breur heeft met
zovele tientallen anderen bovenmen-
sclyk werk verricht. Twee dagen en
drie nachten achter elkaar zonder
een ogenblik rust!
Nu nog zijn de Stellendamse vissers
aan het werk. Hun benen zyn ge
zwollen. Hun goed is nog geen seconde
droog geweest. Als ze uitgeput op de
dijk aankwamen, werden ze vol jene
ver gegoten, dat hield hen op de been.
En weer gingen ze het water in om
te redden. Honderden zagen kans over
de dyk naar de haven te vluchten en
aan boord van de schokkers te komen.
Breur ging op zoek naar kennissen;
hy kon de woonkamer niet bereiken
en zag acht mensen levenloos in het
water drijven.
Hij ging maar weg.
Als er nog levenden zyn te redden,
moet men de doden aan zyn lot over-
I laten.
Bakker weigerde brood
Zondag kwamen reeds de eerste Mari
nemannen in Stellendam aan. Maar ze
konden nog niets doen. Ze hadden geen
vletten en sloepen. Die kwamen Maan
dag in de haven. Scheepjes van aller-
nande grootte, de afvoer begon. Een
drama op zichzelf.
Vrouwen en kinderen eerst. Motorbo
ten volgestopt met mensen voeren de
haven uit. Een zeearm op, waarin de
betonning door de orkaan was wegge
vaagd. Alleen een man die dit vaarwa
ter van zyn Jeugd af kent, kan hier
misschien de weg vinden. De zee was
ruw. De andere oever, Hellevoetssluis,
vèr.
De boten slingerden en stampten he
vig. De mensen werden na alle doorge
stane ellende nog zeeziek ook. En meer
malen liepen de scheepjes op de platen
vast, moesten andere boten te hulp ko
men. Maar men zette door. Stellendam
werd ontruimd.
Na twee dagen vond men in een boom
een vrouw van 62 jaar. Zy zat hoog in
de takken en men wist haar in een boot
te krygen. Ze leefde toen nog, maar kon
geen woord meer spreken.
Drinkwater was er niet. Alleen maar
jenever. Op de dijk verrichtten de
doktoren van Stellendam bovenmen
selijke prestaties om de redders op de
been te helpen en de geredden in het
leven te houden.
Vanmiddag kreeg Breur order naar
Rotterdam te komen om een aantal
collega's op te halen, en mee naar
Stellendam te nemen. Hy ging op weg,
kwam in Middelharnis en vroeg een
bakker om een stuk brood. Hy had
een etmaal lang niets gegeten. Daar
voor slechts enkele kaken gehad. Geld
iiad hij niet op zak. De bakker weiger
de hem iets te geven. Is het wonder
dat er even iets van verbittering komt
in zijn verhaal? Want de eerste klacht
moet nog uit de mond van een Stellcn-
darnmer komen
262 doden in één dorp
Ze klagen niet, deze van alles wat zy
bezaten beroofden. Terwijl de Komnes-
piaat. over de donkere zee-arm naarh°r
spui koerste, zaten ze als verlost van alle
zorgen in de krjuiten. Bijna waren ze
opgewekt. Een enkele keek slechts ver
wezen voor zich uit. De kinderen ver
kenden het schip. Zy waren al vergeten
wat achter hen lag. Voor hoelang?
Een jonge man uit Oude Tonge, die
Zaterdagavond In Middelharnis was, kon
niet meer naar zijn dorp terug. Nu wordt
hij afgevoerd. Hij vraagt of iemand iets
van zijn ouders weet. Er i> er een aan
boord die vandaag Oude Tonge heeft
bereikt. Een timmerman heeft daar niet
minder dan 60 personen in een boot naar
de dijk gebracht. De mensen zitten nog
óp de zolders, maar vandaag L de Mari
ne gekomen met vletten, zy waren de
eersten.
De timmerman heeft in zyn dorp al
leen 262 doden geteld. De Julianastraat
is aan een zijde geheel in het water
verdwenen. Zy zijn nog verder het ver
dronken land afgegaan. Herklnge heb
ben ze niet meer ku. nen vinden. Het is
van de aardbodem verdwenen Hetzelfde
moet het geval zyn met Battenoord. Ze
praten er nu over met byna onbewogen
gezichten. Misschien omdat ze zich nu
veilig weten.
Maar ze weten niet, dat boven op de
brug twee kerels fle navigatiestunt van
hun leven uithalen. Ze weten gelukkig
niet, dat er altijd nog dreiging boven
hun hoofden hangt, de dreiging van
vastlopen in onbetond water. De Ko
ningsplaat heeft het Spui gevonden. De
kortste weg naar Rotterdam. Die twee
kerels op de brug hebben gedacht: deze
Enorme buiten
landse hulp!
Daarvoor dank!
De aanbiedingen om te helpen
uit Het ganse buitenland zijn zó
enorm groot, dat het onmogelijk
is, deze te vermelden. Wij vol
staan met de mededeling, dat
materieel, goederen van allerlei
aard en geld door middel van
groots opgezette steunacties ons
land worden toegezegd of reeds
toestroomt, als evenzovele getui
genissen van een ontroerende en
treffende gemeenschapszin.
Men concludeert hieruit hoe
hoog Nederland en zijn bewoners
in andere landen staan aange
schreven!
Slechts een goéde vriend die
men dit „waard" acht, verleent
men in zó sterke mate hulp!
Nederland betoonde zich steeds
een goede vriend voor anderen,
Nederland krijgt thans hiervoor
rijn beloning.
En dénkt zijn helpers!
BBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
mensen zo gauw mogelyk in Rotterdam
brengen. Ze hebben genoeg doorstaan.
Ze varen de Koningsplaat door het
nauwe Sui, een duister, smal vaarwater,
zonder licht of ton. Een spannend half
uur. Beneden in warmte en licht vertel
len 167 verjaagden hun bitteie ervarin
gen van mensen, die beneden de opper
vlakte van de zee wonen achter dijken,
die na eeuwen capituleerden
Helden van de Koningsplaat
Op die brug hun namen mogen
genoemd, want zy zwoegen ook dag
en nacht voor deze geslagen landge
noten, zuchten kapitein van Tiel en
zyn collega, kapitein Hartman van
een sleepboot van P. Smit, die als
loods is meegegaan, verlucht op als
ze de Oude Maas bereiken. Ze varen
nu met meer zekerheid. Om halfnegen
meren zy aan het ponton.
Enkele uren rust.
Vannacht om vier uur weer naar
Zype en Zierikzee.
Scheveningen:
Globaal 2 millioen
stormschade
B. en W. van Den Haag vragen de
gemeenteraad een crediet beschikbaar
te stellen van f. 2.000.000 voor herstel
van de schade, ontstaan aan de Scheve-
ningse Boulevard, de havenhoofden, de
binnenhavens, de werken van het af
voerkanaal naar zee. de afgangen naar
het strand en het badstrand by Kijk
duin, tengevolge van de storm. Het cre
diet is gebaseerd op een zeer globale
schatting van de schade.
OP EN NEER NAAR NOODGEBIEDEN
Luchtbrug van 124 vliegtuigen
Prins Beruhard naar Valkenburg
Gistermiddag bedroeg het aantal
luchtmacht-vliegtuigen dat aan de red
dingspogingen deelneemt 124, benevens
.Meteor"- en ..Thunderjet' straaljagers
voor verkenningsvluchten en toestellen
van de Marine Luchtvaartdienst, waar
onder „Harpoons".
Van deze 124 toestellen zyn 15 hef-
schroefvliegfcuigen, nl. 8 Amerikaanse, 4
Engelse. 2 Belgische en 1 Nederlands.
Terugkeer naar vroeger bestaan
nog mogelijk?
Onze stadgenoot, de student A. L. Leffelaar schrijft ons:
Drie volle dagen duurt nu reeds de ramp Nog is geen kentering ten
goede waar te nemen. Integendeel, het aantal slachtoffers stijgt bij het uur!
Terwijl ik dit schrijf, temidden van een onbeschrijfelijke herrie, veroorzaakt
door het opgewonden roezen van duizenden stemmen, het gehuil van kinderen,
een stem die met de metalen klank van de luidspreker onophoudelijk berichten
aankondigt, is de evacuatie in volle gang. De zo welbekende tentoonstellings
ruimte „Ahoy", is herschapen in een centrum van drukte, van rampspoed, van
ontsteltenis.
In de grote benedenzaal staan rij aan rij duizenden bedden: brancards
gedekt met in de haast gerequireerde dekens. De 200 meter lange achterzaal
werd eetzaal. Honderden tafels en stoelen bieden plaats aan de welhaast
uitgeputte gevluchten. De vloer is bezaaid met duizenden weggeworpen
papieren bekers, want er wordt zonder ophouden koffie geserveerd. Achter
een geïmproviseerde toonbank staan talloze vrijwilligsters, en zorgen dat er
steeds voedsel is te krijgen. Midden in de drukte bedient een kapper-vrijwilliger
zijn klanten. Op een stoel weliswaar, en zonder de uitgebreide apparatuur,
maar hij slaagt erin om velen van een dagenoude baard te ontdoen. Het is de
enige komische noot in dit massale bedrijf van het epos dat van minuut tot
minuut wordt geschreven door de duizenden, die hier arriveren.
Geen angst meer
Het heeft geen zin een beschryving te
geven van enige persoonlijke ervaringen,
zy zou elke benadering zelfs, tarcen
met de machteloosheid van het woord
ten opzichte van dit gebeuren. Wat geeft
het om te schrijven over degenen die op
brancards worden binnengedragen, o- er
de kleine kinderen die hun ouders ver
loren. over het leed. de tragiek van dit
alles? Hier schiet begrip tekort en ik
moet bekennen hoe theatraal cn
goedkoop dit ook moge aandoen de
reëele tranen my meermalen achter de
ogen staan.
In deze vreemde ruimte krygen de
nieuwsberichten een tragische gestalte.
Men wordt geconfronteerd met datgene
waarvan men zich geen voorstelling
heeft kunnen maken, want het leed van
anderen biyft ontocgankeiyk voor de
buitenstaander. Ook nu Ik weiger tc
begrijpen, te accepteren zelfs, dat de
meesten van deze mensen glimlachen.
Nergens bespeurt men in hen Iets meer
van de angst die hen kort tevoren over
sloeg. iets van het tragische, dat de bui
tenstaander het eerst opvalt. Wellicht
ook omdat hij het wil zien. Uiteraard
spreekt er geen vrolijkheid uit de ogen.
Velen doen er het zwijgen toe; en soms
is het vooral by de ouden alsof zy
apathisch zyn geworden, immuun voor
de feitelyke achtergrond van de gebeur
tenissen. Toch, en ik verbeeld het nuj
niet, zyn zy niet terneer geslagen, zit
ten zij niet „met de handen in de schoot
en met gebogen hoofd", zoals men zou
verwachten.
Meestal het onnodigste
Eenzelfde ontroering, die my bevangt,
denkende aan het tragische van de fei-
teiyke toestand, maakt zich van mij
meester, wanneer ik zie op welke grootse
wijze hier hulp wordt geboden. Een wel
iswaar niet tot in de détails feilloos
functionerende organisatie, draagt er
zorg voor dat de binnenkomende eva-
cué's worden geregistreerd, bonnen kry
gen waarop zij kleren kunnen halen,
verzorgd worden door een uitgebreide
medische staf. en binnen zeer korte tyd
voedsel krijgen opgediend.
Het uitreiken van de kleren is uiter
aard voor allen het belangrykste. Want
geen van hen heeft méér bij zich dan
een kleine actetas. een geldkistje, of in
het gunstigste geval een koffer waarin
wat in de haast geworpen kleren, welke
meestal echter de onnodigste blyken te
zijn.
Orde uit wanorde
Op een étage in de „slaapzaal" zijn
tientallen vrijwilligers, vv.o. een groot
aantal Leidse studenten, bezig met
het distribueren van kleding, welke
spontaan vanuit alle delen van bet
land werd bijeengebracht. Er is ruim
schoots voldoende: een enorme op
slagplaats is vrijwel geheel gevuld met
alles wat men zich als kleding denken
kan: colbcrt-costuums, mantels, over
hemden, schoenen, shawls, ondergoed,
truien, japonnen en sokken, om
slechts een greep te doen. De kwali
teit varieert van slecht tot nieuw, het
laatste echter heeft dc meerderheid.
Uit dc aanvankeiyke wanorde, welke
enige stagnatie veroorzaakte in het
distributie-proces, is nu een winkelach-
tig aandoende orde gecreëerd. Een groot
modehuis stelde vele klerenhangers en
rekken ter beschikking, zodat de kle
dingstukken. na eerst op de vloer gele
gen te hebben, thans hoofdzakelyk han
gen en gemakkelyk bereikbaar zyn.
Uiteraard is het geen gemakkelyke op
gave om een willekeurig persoon aan
passende kleding te helpen. Het is ech
ter wonderlijk met hoeveel élan, smaak
en kennis van zaken, secretaresses, kan
toorbedienden en scholieren de mensen
helpen. Soms leidt dit tot komische toe
standen, als byvoorbeeld een jongen in
een meisjesmanteltje wordt geholpen,
dat hem dan nog veel te groot blijkt
te zyn, en omgekeerd. De gevluchten
zyn dankbaar, soms getroffen door deze
hulp.
Moreel beraad nodig!
Over het algemeen, en dat is het tot
nog toe gevolgde systeem, arriveren in
de voormiddag de eerste groepen geëva-
cueerden. Zy blyven de nacht over en
vertrekken de volgende morgen naar
onderdakadressen, voornameiyk in Den
Haag en Amsterdam.
Het vertrek heeft op zich zelf al iets
spectaculairs. Voor het gebouw staat een
mobilofoon van de Rotterdamse politie
gestationneerd. Van hieruit worden per
luidspreker de wagens naar voren ge
roepen. Hoofdzakelyk zag ik particu
liere wagens. Hun bestuurders zien er
vermoeid uit, want de meesten zim
reeds lang in actie. Het Rode Kruis stelt
als tegemoetkoming z.g, „benzine-bon-
nen" ter beschikking, welke bij een be
paald benzine-station inwisselbaar zijn,
Opvallend is de goede gang van zakèn.
Er heerst een teamgeest, zonder welke
de afvoer van de duizenden évacué's tot
onoverkomelyke moeilykheden zou lei
den. Niettemin blyft de nasmaak wrang,
ook wanneer men de auto's met de ge
troffen gezinnen ziet wegryden.
Immers de tot nog toe geboden hulp,
is de leniging van directe nood en
men vraagt zich onwillekeurig af hoe
de toestand mettertijd zal zijn, wan
neer dc bezonkenheid de overhand
heeft gekregen op de chaotische ge
voelens en wanneer zal blyken dat een
terugkeer tot het vroegere bestaan
helemaal niet, of slechts ten dele mo
gelijk is. Men mag echter verwachten
dat het Nederlandse volk ook dan de
noodzaak zal voelen om assistentie te
verlenen. Ongetwijfeld zal deze hulp
minder spontaan zijn door het gebrek
an het spectaculaire clement, want
déze hulp vraagt niet allereerst mate
riële steun, maar vooral moreel be
raad.
De overige zyn schroefvliegtuigen, voor
nameiyk 2-motorige Dakota's. 1-moto-
rige Harvards. 2-motorige „Beachcrafts"
en voorts lichtere toestellen. Twee am-
phibietoestellen der Kon. Marine liggen
gereed om de last van de hefschroef-
vüegtuigen over te nemen en duur van de
vluchten te bekorten.
Prins Bemhard heeft 4 vliegtuigen
ter beschikikng gesteld en de Natio
nale Luchtvaartschool tien.
Prins Bemhard begaf zich vandaag
met een „Dakota" naar Valkenburg,
om zich ter beschikking te stellen van
de commandant van de „Transoa", de
transportvliegtuigenafdeling van de
Luchtmacht.
Behalve de genoemde aantallen ne
men een Amerikaanse „Dakota" en drie
tweemotorige Fairchild „Packet" vracht
vliegtuigen aan het reddings- en trans-
portwerk deel.
De meest uiteenlopende zaken zyn en
worden door de vliegtuigen uitgeworpen,
nl houders met drinkwater, rubberlaar
zen, zaklantaarns blikken petroleum en
benzine touwen, broden, margarine, kin-
dermelk, geneesmiddelen, rad ^toestel
len en tienduizenden zandzakken.
HELICOPTÈRES ES* ACTIE
Op het vliegvèld van Woensdrecht zyn
15 helicoptère-s gestationneerd. 8 van de
Engeise Marine en 7 van de Amerikaan
se Luchtmacht.
Ook deze toestellen ziin onafgebroken
in de weer om van afgelegen en geïso
leerde boerderflen op Schouwen en Dui-
veland en Goeree en Overflakkee men
sen af te halen en deze naar verzame'-
p'aatsen te brengen o.a. naar Zierikzee.
Van het vliegveld Woensdrecht nemen da
toestellen med-'esmenten mee, maar de
voorraad daar raakt uitgeput
Men heeft enkele zieken vervoerd.
De toestel'en kunnen snel worden ver
bouwd voor een beter vervoer ven zie
ken. maar daar heeft men van afgezien,
omdat het aantal mee te nemen perso
nen dan zou afnemen.
Ook via het gironummer
van het L. D.
kunt U de nood helpen
verzachten.