Evacuatievloot van honderden schepen voor de kust van Schouwen Duiveland HET DUINKERKEN VAN NEDERLAND WEERBERICHT Nog vele onbekende slachtoffers? Op zoek naar geïsoleerden na en toen ging de tocht verder. „We hebben twee nachten op zolder gezeten", vertelde de oude „meestal onder de dekens Eten hadden we nog genoeg, en we konden ook wat warms maken, want we hadden een vergas ser, maar het drinkwater begon aar dig krap te worden". In twee andere huizen was geen leven meer te bespeuren en men kon slechts hopen, dat de bewoners gered waren. In het dorpje waren middelerwijl nog een roeiboot en een motorvlet aangeko men, die ook reeds enige mensen had den opgepikt. Het schaarse beddegoed ging mee in de boten en met de motor- vlet voorop begon de tocht. Twee paar den bleven ons nastaren van het gras veldje, onbewust van het lot, dat hen wachtte. Met de motorvlet als trek kracht ging de terugreis-heel wat vlot ter, en in anderhalf uur waren we alle maal op de dijk, waar middelerwijl ge nietroepen en marinemannen arriveer den om de vluchtelingen over te nemen en op een van de vele schuitjes te zet ten, richting Ierseke. De gehele bevolking van de ge meente Krniningen op Zuid Beve land evacueert. In lange rij trekken de voertuigen, waarop de inwoners van het stadje met slechts weinig van Hun bezittingen hebben plaats genomen, naar veiliger oorden. Een triest beeld van .de bittere ellende, die door deze mensen geleden wordt Gebrek aan kleine schepen Vijfenzeventig schepen telden wij voor Zierikzeekustvaartuigen, marinesche pen, tankschepen, particuliere jachten en visserschepen, De hele vissersvloot van Nederland zit nu practisch in Zee land. spontaan te hulp gesneld op de dringende noodkreet, sommigen met de vis nog aan boord, de gehele vangst ver spelend om hulp te kunnen bieden. Rond Haamstede, Bruinisse, de Flauwers, Drelschor en andere plaat sen was het hetzelfde beeld. Honder den schepen voor de kust om de dui zenden op te nemen, die het eiland moesten verlaten. Een groot bezwaar bij de reddingspogingen is echter het in onvoldoende mate aanwezig zyn van roeiboten met buitenboordmotor en platboomde vaartuigen, die de gaten door kunnen of over de dyken gedra gen kunnen worden. Zodoende staat het aantal grotere schepen In geen verhouding tot de primair nog meer RESTAURANT „INDEN VERGULDEN TURK" FAMILIE-FEESTJES? NAAR UW „TURK" noodzakelyke kleine schuitjes om men sen uit huizen te halen en naar de dijken te brengen. H efschroef vliegtuigen deden prachtig werk Prachtig werk hebben de helicopters gedaan, die tientallen mensen uit hun benarde posities verlost hebben en de gehele dag boven de eilanden zweefden. Het uitgooien van rubberboten is niet zo'n groot succes geweest. Het was een toeval als zo'n boot terecht kwam tegen een geïsoleerde boerdery en en kele hebben wij als verloren en lek ge slagen tegen de dijken zien liggen. Een tweede lacune, die zich wel zeer sterk heeft doen gevoelen, is het ont breken van radiocontact, dat b.v. tot gevolg had dat men van Schouwen- Duiveland lange tijd niets heeft ge hoord. Ook zouden in de roeibootjes draag bare zendertjes meegenomen moeten worden, die contact hebben met de vlieg tuigen. die op hun beurt de bedreigde punten kunnen aangeven. Nu was het voor de kleine bootjes veelal een zoeken op goed geluk, terwijl men mocht aan nemen. dat de boven hen cirkelende vliegtuigen meer zagen dan de mensen op het water. y,Vergeten eiland „Wtf hoorden Zondagavond de ra dio" vertelde ons een inwoner van Serooskerke, „maar wy hoorden niets over Schouwen en dachten dat men ons vergeten had of dat men het bij ons niet zo erg vond. Het ergste was, dat wij niet konden laten weten hoe het bij ons gesteld was". Gezien onze ervaringen op Schou- wen-Duiveland geloven wij te mogen aannemen, dat het aantal slachtoffers nog belangryk uit zal gaan boven het thans genoemde officiële cijfer. Ierseke is thans een van de centrale punten voor de hulpverlening in Zee land. Het is vrijwel het enige plaatsje, dat niet heeft geleden, al is practisch de gehele mosselcultuur verloren gegaan, wat op zichzelf al een schade van hon derdduizenden is. De bewoners van Schouwen worden voor een groot deel thans naar dit plaatsje vervoerd, waar ze opgevangen worden, onderdak kun nen en geregistreerd worden, waarna ze per boot naar Bergen op Zoom gaan. Daar staat de evacuatiedlenst klaar om ze over te nemen en ze te distribueren over die gebieden, die daarvoor zijn aangewezen. Direct na aankomst in Bergen op Zoom worden de geëvacueer- den naar een centraal punt gebracht. Degenen, die op bezoek in Zeeland ver rast werden en thans terugkeren naar hun woonplaatsen, worden onmiddellijk naar het station gebracht, waar ze de trein naar hun haardstede kunnen ne men. LEIDSCH DAGBLAD - WOENSDAG 4 FEBRUARI Ook via het girono. van het L. D. 57055 kunt U de nood helpen verzachten Enkele buien De Bilt verwacht tot morgenavond: Veranderlijke bewolking met enkele re gen-, hagel- of sneeuwbuien. Matige tot krachtige en in de kustprovincies tijde lijk harde wind, aanvankelijk Noord- Westelijk later ruimend naar Noord tot Noord-Oost. Minder koud 's nachts. Morgen overdag ongeveer dezelfde tem peraturen als vandaag. (Opgemaakt te 10 uur). 5 FEBRUARI. Zon op: 8.14 uur; onder: 17.35 uur. Maan op: uur: onder: 9.48 uur. Koogwater te Katwijk te 6.57 en 19.13 u. Dit nummer bestaat uit acht pagina's. Deze foto laat de Kleinemarkt in van de Provinciale Zeeuwse Cou- Vlissingen zien op Zondagochtend, i rant. Rechts het bureau en de drukkerij Schor Psalmgezang klonk boven storm uit 50 mensen zongen in snel stijgend water Onbeweeglijk, versteend van kou (Van onze speciale verslaggever) Het West-Brabantse overstromingsgebied doet in menig opzicht denken aan een streek, waaruit het leven geweken is. Tal van plaatsen en dorpen zyn geëvacueerd. Fynaard bijvoorbeeld, is nu een dood stadje. Alleen de militairen op de centrale punten brengen nog enig verkeer. Het zyn doodvermoeide jongens, die zich nochtans slechts even de tyd gunnen om de inwendige mens te versterken. Hun verhalen over het leed, dat hier in wijde omtrek over de bewo ners is gekomen, zijn van een schrijnend karakter Schouwen-Duiveland is één watervlakte. Er is eigenlijk niet veel verschil meer tussen het land binnen de dijken en de zee er buiten. Er zijn nog enkele hooggelegen delen, waar mensen samengepakt zitten, maar voor de rest is liet water, water, water Slechts een hulppoging op zeer grote schaal kon hier redding brengen en hiermee is men gisteren in de vroege, ochtend begonnen. Honderden vaartuigen lagen des middags voor de kust van het eiland, welks duinenrij op verschillende plaatsen onderbroken wordt door grote gaten, waar het water kolkend doorstroomt. Schouw en-Duiv eland is het ..Duin kerken van Nederland" geworden, met dit verschil, dat thans de vijand niet de militaire overweldiger was. maar het meedogenloze geweld, dat de natuur heeft tosgelaten. En wat er beter is. zouden wij. na vandaag, niet durven zeggen. Soms kan een plotselinge dood een gunst zijn. als men hem plaatst tegen de radeloze angst van hen. die het water hoger en hoger zagen komen en er tenslotte voor moesten buigen. Onzekerheid verkeerde in schrikbarende realiteit De onzekerheid waarin men dagen heeft verkeerd ten aanzien van het lot van dit eiland, is thans echter ver dwenen, en daarvoor in de plaats is gekeerd een realiteit, die velen de schrik om het hart heeft doen slaan. Wat wy uit eigen ervaring weten, is, dat Serooskerke geheel ontruimd is en dat van het grasveldje voor de dorpskerk, de enige droge plek in het plaatsje, twee paarden ons bedroefd hebben nagekeken, toen wij met de enige tientallen overgebleven inwo ners van het dorpje omstreeks half een wegvoeren naar de duinen, om de mensen over te zetten op een van de vissersschepen, die daar voor anker lagen. Om 5 uur in de ochtend verlieten wjj op een vissersscheepje, waarop zes stormboten waren geladen, in gezel schap van zes Belgische militairen, een Nederlandse kapitein en een paar bur gers de haven van Ierseke. om in de donkere nacht koers te zetten naar het eiland. Na bijna twee uren passeerden wij Zierikzee, waar nog enkele lichten aan waren en waar het groene licht en rode licht van de havenuitgang nog scheen. Een half uur later liep ons scheepje een noodhaventje bij de z.g. Flauwers bin nen. Daar zat een aantal mensen, die kans gezien hadden naar ,de dijk te ko men en daar de nacht zonder licht of warmte in het café doorbrachten. Snel werden de boten uitgeladen en naar de overkant van de dijk getild. „Vier man in elke boot, elk met een peddel", luidde het commando. De boten werden 2 aan 2 aan elkaar vast gemaakt en een boer, die daar plaatselijk bekend was ging mee als gids. Drie „dubbele" boten ko zen elk een andere richting, en in het schemerdonker trokken ze de eindeloze watervlakte tegemoet, waar daken van boerderijen boven het water uit staken. Achter de molens begint de verlatenheid Een harde wind woei van de land zijde. Peddelen was onder deze omstan digheden zwaar werk. „Tot aan de mo lens is iedereen van de boerderijen af", zei onze gids, „wat daarachter nog zit weet ik niet". Daarachter, dat betekende een on afzienbare watervlakte met tientallen daken, telefoonpalen, die de weg mar keerden en in de verte enkele hoge pun ten met bomen en een kerktorentje. In een uur waren we naar schatting onge veer 500 meter gevorderd, optomend te gen de harde wind en tegen de golven, die hij opzweepte. We passeerden de molen „De Moriaan", en toen begon het zoeken op goed geluk in elk huis, dat er nog maar enigszins bewoonbaar uit zag. Plotseling een schreeuw over het water. Uit de bovenverdieping van een boerderij gebaarde een jonge boer. „Daar ginds", schreeuwde hij, „daar 75 meter in anderhalf uur Na drie kwartier waren we er, om te ontdekken dat het een wit gordijn was, I dat woest uit een kapotte ruit fladder- I de. Van de bewoners geen spoor. Even verder weer een boerderij, gedeeltelijk reeds ingestort. „Niet meer nodig, daar kunnen geen mensen meer zijn". Dan maar bakboord uit. voorbij het gat in de richting Serooskerke. Het voorbijkomen van dat 75 meier brede gat heeft meer moeite gekost, dan de hele tocht. Gisteren was er een vlot doorgesleurd naar zee, waar op zes mensen van een boerderen zich hadden trachten te redden. Twee er van brachten er het leven af, zoals later bleek. De zuiging was merkbaar tot op 2 km. land inwaarts. Wy pas seerden het op ongeveer 800 m. af stand, doch die 75 meter kostten ons anderhalf uur. Toen was Serooskerke niet zo ver meer. Middelerwijl was het in de lucht vol met vliegtuigen geworden. Drie he licopters cirkelden rond. hingen soms een tyd boven een boerderij en in de verte zag men dan een stipje naar bo ven hijsen, wat weer een gered mensen leven betekende. „Meteors" joegen voorbij, „Austers", een Grummon amphibievliegtuig, „Har- vards" en een „Flying Boxcar" van de Amerikaanse luchtmacht. „Waarheen eerst?" was de vraag. Een helicopter kwam ons te hulp. Nadruk kelijk bleef hij stilstaan naast de toren van Serooskerke. waar nog de vlag uit hing, die Zaterdag ter gelegenheid van de verjaardag van Prinses Beatrix was gehesen. Toen wij vlakbij waren, zwaai de de helicopter af. op zoek naar andere slachtoffers. Tussen kapotte huizen voe ren wij, door wat eens de toegangsweg tot. het dorpje was geweest. Angstig stil was het overal. Op het dak van een schuurtje blafte een hond ons toe, het enige teken van leven wat wij zagen. Geleidelijk aan werdr het -water lager en tenslotte schuurde de landingsboot over de keien, en kon men met waterlaarzen aan land gaan, vlak bij het kerkje. Een agent van politie kwam ons tege moet: „Hoe is het op Renesse?" vroeg hij bezorgd. „Daar zitten mijn vrouw en kinderen". Wij moesten hem het ant woord schuldig blijven. In de kerk van Serooskerke „Hoeveel mensen zitten nog hier?" vroegen wy. „Ongeveer 20, kom maar mee in de kerk". Daar zaten de twintig om een grote tafel, voorzien van brood, koek, boter en melk. Een primus zorgde voor warme koffie, en zo gezien konden de mensen het nog wel even volhouden, wat ze zelf ook toegaven. „Ga eerst mee'een paar huizen langs", zei de agent, „daar zitten er nog een paar". De twee boten werden ontkoppeld en elk ging naar een huis verder het water in. Een oude man keek uit het dakven ster en zwaaide. „We komen eraan", riep de agent. „Ga maar mee naar de achterkant naar het raam". Aan de achterkant stonden de twee oudjes: een man, met grote grijze snor, en zijn oude, zachtjes huilende vrouw, die zoals de man zei, niet zo goed meer uit de voe ten kon. Een jonge kerel hees zich met behulp van een touw uit de boot naar boven. „Het touw onder de oksel van je vrouw", zei hij tegen de oude haas. Zie lige geluidjes kwamen uit de mond van het oude mensje, toen zij buiten het raam bungelde, waar hoog reikende han den haar grepen en in de boot zetten. Snikkend leunde ze tegen een van de itnannen aan, te moe-, om enig initiatief te tonen. Haar man, een stoere oude Zeeuw, sloeg zelf zyn benen over het kozijn en werd eveneens gegrepen. De man boven gooide snel wat beddegoed Met moeite slechts waren de mensen, gehecht als zij zijn aan hun huis en grond, te bewegen om weg te trekken. Er waren er onder hen, die door en door versteend van de kou hun lede maten nauwelijks meer konden bewegen. Zij hebben gezeten op de daken. In tele foonpalen, en in de kruinen van bo men Sommigen konden geen woord meer over de lippen brengen. De doorgestane ellende van enkele etmalen had hen zelfs vaak angstig gemaakt voor hun redders! De volkomen apathie van vele zwaar getroffenen is er veelal de oorzaak van dat men moeilijk een juist beeld kan krijgen van het getal der omgekomenen in de getroffen gebieden. Wij hebben de mensen gezien, die van de zwaar getroffen eilanden Schouwen en Duiveland en Overflakkee zijn ge- Honderden vrijwilligers uit het ge hele land en uit alle lagen der be volking zijn koortsachtig in de weer om het 85 meter brede gat in de i dijk ..Het Gat" te Papendrecht te dichten, met welk werk men reeds I goede vorderingen heeft gemaakt, j Een overzicht van de werkzaam- haald. De moed heeft ons ontbroken om I hun naar hun belevenissen te vragen. Bij zoveel ellende past het ieder om er het zwijgen toe te doen Trouwens: wat deze mensen hebben moeten doorleven, laat zich niet be- I schrijven! Wij denken aan de ongelukki- I gen, die in Tholen en Zierikzee drie i bange nachten hebben moeten doorbren- gen m de open lucht. Schamel gekleed, zijn zy in die plaatsen naar de hoogste punten gevlucht. Toen er geen tranen j meer waren om te huilen, groepten zij bijeen, vouwden de handen en baden hardop om uitkomst uit deze verschrik- king. Op een plaatsje op Overflakkee, waar het water steeds hoger kwam, stonden ongeveer 50 mensen bijeen, op een punt van de dijk. De dood grijnsde hen toe. Toén was er een man, die begon te zingen, een psalm, waarin getuigd werd van een onwankelbaar geloof, en de anderen vielen die man by. Schor heelt dat lied boven storm cn water geweld uit geklonken, totdat het water kwam en enkelen zich niet meer slaande konden houden. En wegzonken, in het donkergrauwe water. Van die greep van 50 zyn er. naar men heeft kunnen nagaan, slechts elf gered

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 2