In de Ahoy"-hallen gonst het
van menselijk leed en ellende
B9RBNM!Eindeloze reeks trieste verhalen
over verschrikkelijke ervaringen
„We hebben het leven,
dat is alles"
Reportages van NCRV, KRO en VARA
als gezamenlijk programma
Kerken roepen op tot ootmoed,
tot gebed en offer
De Rotterdammer
Pag. 4
Woensdag 4 Februari 1953
Vluchtelingen vertellen
Vrouwen, die dagenlang met zware
kinderen hebben gesjouwd en
snakken naar een haarkam en
waswater
Prins Bernhard kreeg
cheque voor slachtoffers
Dr Richard McEvoy, predikant van de
kerk van St. Mark in „The Bouwerie"
(New York) heeft aan Prins Bernhard
een cheque overhandigd van 375 dollar
voor de slachtoffers van de overstromin
gen. Het geld, zo zeide de predikant, was
de opbrengst van de Zondagscollecte.
Beursbezoekers gaven
ruim een Ion
Op initiatief va-n de organisatie van
Graanzaad- en Peulvruchtenhandel is
Maandagmiddag een inzamelingsactie be
gonnen. waaraan in de loop van Dinsdag
morgen en -middag alle beursbezoekers
hebben meegewerkt.
Het verblijdende resultaat is. tot kwart
voor drie gistermiddag geweest, dat men
een bedrag van f 101.840— heeft opge
haald. Hierin is nog niet begrepen de
inhoud van een klein aantal collecte
bussen. die men niet zo snel heeft kun
nen tellen.
Bravo, beursbezoekers:
President Eisenhower
betuigt deelneming
President Eisenhower heeft een tele
gram gezonden aan Koningin Juliana,
waarin hij zegt. dat zijn landgenoten en
hijzelf diep getroffen zijn door het nieuws
van de ramp, die het Nederlandse volk
is overkomen. Hij betuigt Hare Majesteit
de innigste deelneming van het Ameri
kaanse volk.
Ze hebben nieuwe strikken ge-
krégen, Plonie en Dirkje Blaak.
en moeder zegt, dat ze zo flink
zijn geweest.
(Van onze D-redacteur)
HET is, of ik aldoor nog het water ziezo verschrikkelijk veel
wateralles golft me nog voor de ogen
„Nooit zal ik die roep vergeten: We komen terüüüg! We komen
jullie halèèèn!"
„Als het gebouw maar niet zo raasdeik denk telkens dat de
storm weer opsteekt!"
„Mijn manmijn man is achtergebleven! Ik ga niet weg, eer hij
hier is! Mijn man moet komen!"
„Ze zijn pas zes en negen jaarze zijn zo lief geweest. In haar
slaap roept ze nog: „Mamma, komt het water nog hoger?" En tóch
heeft ze geen ogenblik last bezorgd
Ze zitten bij elkaar, doodmoe, vuil, ontredderd. Gevlucht voor het
waterna vreselijke ervaringen samengebracht in de Rotterdamse
Ahoy-hallen, waar hun hulp wordt geboden en waar zij adressen voor
tijdelijk onderdak krijgen.
Ze vertellen ons, ieder voor zich, hun trieste verhalen
Met Spidoboten, met bussen en
auto's komen ze aan, van Zuidland,
Ooltgensplaat, Ben Bommel, 's-Gra-
vendeel, noem maar op. Uit ver
dronken plaatsen, letterlijk uit het
water zijn ze gered en naar Rot
terdam gebracht. Ellendig, doj van
vermoeidheid en verdriet, kunnen
ze nog maar nauwelijks beseffen,
hoezeer zij getroffen zijn, wat het
verlies van have en goed eigenlijk
voor hen betekent. Dat komt later
pas.
Nü weten ze alleen maar, dat zij
er het leven afgebracht hebben, dat
zij- wat kleding, dekens en veel
voedsel krijgen en dat er straks
eindelijk! warm water zal
zijn zodat ze zich kunnen loassen
en dan een bed.een echt, goed
bed, om eerst eens te kunnen
slapen
Groot is de tragiek, samengebracht
in de Ahoy'-hallen. Bleke vrouwen, met
zuigelingen in de arm, kleintjes aan
de hand. Mannen met baarden van drie
dagen oud. soms nog met nachtgoed
onder inderhaast aangeschoten boven
kleding.
Vrouwen, die snakken naar een kam
om eindelijk de klittende haren te kun
nen ordenen, naar éen tandeborstel,
kinderen die verbaasd kijken naar de
tafels vol kleren.
Ze komen binnen en staan wat schich
tig bij elkaar, weten niet wat ze moe
ten beginnen. En dan komen de dames
en heren op hen af en begint het pro
ces. dat ze van vermoeidheid haast niet
meer kunnen volgen.
Bent u al ingeschreven? Neen? Dan
eerst daarheen. Wilt u wat eten? Wilt
u brood?"
werd later toch weer droog.
Het was vreselijk vol in de school en
we moesten door het water waden om
er te komen. Als het water maar niet:
zo wild was geweest, zou dat niet zo
erg zijn. Maar nu..! Er brak ook
brand uit, vlak bij ons. Dat was een
vreemd gezicht in al dat water. Het
brandde natuurlijk niet lang. En nou
staat ons huis toch tot de pannen on-
der water en alles voor niets op zol
der gesjouwd
Ze hebben de baby van 17 maanden
oud kunnen redden. Ze weten niet veel
meer van de tocht, kunnen zich niet
voorstellen, welke dag het is. Ze zijn
doodop., en alles.'alles kwijt.
„We hebben ook geen cent op zak.
We waren nergens op voorbereid.."
Nachtmerrie
Een nachtmerrie is het geweest voor
deze slachtoffers van het water, en nog
heeft de boze droom geen einde. Uit
Monsterachtig grote amphihie-
wagens rijden op Tholen af en aan
om de bevolking te evacueren.
Houdt de weg soms plotseling op,
dan varen deze. wagens verder.
Dat zegt U Cornelis Remus uit
Ooltgensplaat.
De AVRO hield een slag om de arm
Door de N.CJÏ.C. en de V.A.R.A. is
Maandagmiddag bij het binnenkomen
van een overstelpend aantal nood-
berichten en bij de regeringsvoorlich
tingsdienst het besluit genomen dit
alles te coördineren en van 19 uur af
Dinsdagavond over beide zenders als
een programma tot stand te brengen.
Dit alles om verwarring te voor
komen.
Dinsdagmorgen verwachtte de RVD
dat KRO en AVRO ditzelfde zouden
doen, maar de Avro had bezwaren in
haar programma berichten op te nemen,
die zij tevoren niet kende Zij stelde
zich op het standpunt dat alleen de re-
gei'ing mededelingen kon doen en daar
voor zo nodig zendtijd kon vorderen. Dit
verschil van mening tussen de Avro en
de RVD heeft voorlopig tot gevolg ge
had dat alle berichten naar de RVD
worden gezonden, de Avro daar geen ver
antwoordelijkheid voor draagt en dat de
Regeringscommissaris zijn bemiddeling
heeft verleend om de Avro er toe të
bewegen op tijdstippen die de RVD gun
stig voorkomen, zendtijd ter beschikking
te stellen. Dinsdag zijn tussen de vijf
omroepverenigingen besprekingen ge
voerd om zendtijd ter beschikking le
stellen van het Rampenfonds. Alle om
roepverenigingen -gingen hiermede ac-
coord, alleen de Avro hield een slag om
de arm aangezien zij voornemens was
het programma „De hond in de pot" om
te schakelen naiar het Rampenfonds.
gehad, hebben KRO, NCRV en VARA
besloten hun reportages als gezamenlijk
programma van deze drie omroepvere
nigingen te brengen.
Spontane schenking van
50.000 Zweedse Kronen
De directeur te Rotterdam van het
Nederlandse Verkoopkantoor van de
Zweedse staalfabriek Sandvikens Jem-
verks a/b te Sandviken gaf gisteren te
lefonisch aan de hand van couranten
berichten desgevraagd aan zijn directie
in Zweden een verslag van de waters
nood in ons land, hetgeen voor kennis
geving werd aangenomen.
Tot zijn verwondering hoorde hij la
ter dat genoemde fabriek een bedrag
van 50.000 Zweedse kronen aan Neder
land deed toekomen voor het Rampen
fonds.
Vermiste kustvaarder
terecht
De kapitein van de vermiste Gronin
ger kustvaarder „Brevo" heeft zich gis
teravond gemeld bij de gemeente-secre-
n.t,*:,. tarie te Gorkum. Tijdens het noodweer
Langdurige besprekingen hebben er niet beeft het 380 ton metende schip, dat op
toe geleid de Avro van dit standpunt weg was van Bazel naar Antwerpen, lig-
af te brengen. Gezien de ervaringen die I plaats gekozen in Dinteloord. Alles was
de andere omroepverenigingen hebben I wel aanboord.
Ze knikken maar wat, voelen dikwijls
s dagen zonder voedsel te zijn geweest
toch geen honger. Wél dorst, hevige
dorst.
„Hebt u al kleding Gaat u daar maar
heen.hebt u al een onderkomen? Met
hoevelen bent u? Ik zal een .adres voor
u opzoeken!"
Gewillig volgen ze. De meeste vrou
wen tonen weinig of geen belangstel
ling voor de kleding die voor haar wordt
uitgezocht, die op de kinderen wordt ge
past. Ze zijn te moe, te suf. Ze kunnen
er nauwelijks toe komen, schoenen aan
te passen.
„Dank u. het zal zo wel gaan.
Tact is nodig
En de welwillende dame, die kleding
uitdeelt en omstandig vertelt dat ze dit
nieuwe truitje en rokje eigenlijk voor
haar eigen dochtertje had gebreid en
het Qü zomaar heeft meegenomen om
het wég te geven, smaakt niet het
wenste genoegen, dat de moeder.
nu al dagen sjouwt met het stevige, 17
maanden oude kind in de loodzware ar
men, ook maar iets beseft van zoveel
opofferingsgezindheid. Natuurlijk niet!
De moeder is wel blij met een warm
pakje voor haar kleintje, heus wel. Maar
hoe moet het haar, die alles heeft ver
loren, roeren dat zij een echt nieuw
kledingstukje krijgt?
Maar er wordt over 't algemeen
vriendelijk tactvol en waarlijk behulp
zaam geholpen en het is voor de da
mes, die er een paar vermoeiende da
gen voor overhebben, ook wel even
moeilijk te begrijpen, hoe moe deze
andere vrouwen zijn.
Het is dan ook niet de bedoeling, iets
kwaads van deze helpsters te zeggen,
maar om even de moeilijkheden aan te
tonen.
In de grote hall staan rijen draagba
ren op de stenen vloer. Er liggen groe
ne dekens op. Neen het zijn geen goede
bedden om op uit te rusten na een
zware tocht en met zoveel verdriet in
't hart, maar daarvoor zijn ze ook niet
bedoeld. Ze zijn voor de mensen die
's avonds Iaat aankomen en moeten
rusten, eer ze naar hun „adres" wor
den gebracht.
Intussen: Voor al deze mensen deze
honderden vluchtelingen, z ij n er adres
sen voor tijdelijk verblijf. De Rotter
dammers zijn hun eigen nood in de oor
logsjaren niet vergeten, zij zetten het
huis open en nemen de vluchtelingen
gaarne op en.in de Ahoy'-hallen komt
men handen noch goederen tekort. Dat
is werk., dat is waarlijke hulp. Dat
doet Rotterdam zonder veel drukte.
Oost-Flakkee. bij Oude Tonge. uit het
dorp Den Bommel is de transportarbei
der L. Koppenqal met zijn gezin geko
men. Zij hebben drie kinderen van 13
tot 18 jaar. Moedeloos zitten zij bij el
kaar op hun provisorische bedden, waar
in zij vanna>
„Geslapen?
„ik kan niet meer slapen. Alles golft
voor mijn ogen. Nooit vergeet ik dat
vreselijke water. Ik hoor aldoor de
storm nog loeien,.
Zij behoorden tct de ëngelukkige'n, die
dagen en nachteil samengèkluit op een
dijk hebben doorgebracht.
„We waren van het ene huis naar het
andere gegaan. Op 't laatst zijn we met
een roeiboot naar de dijk gebracht. Die
was nog droog. Met 7 of 800 mensen
stonden we op een stuk van 500 meter
lang en een paar meter breed. Er wa
ren drie boerderijen. In groepen gingen
we een poosje naar binnen om ons te
warmen en om te drinken. En dar
maar weer naar buiten. Het was zt
ontzettend koud. We zagen niets dan wa.
ter en het stormde maar".
Ze kunnen het allemaal nauwelijks
vertellen. Alles is nog even verward.
En er lagen overal verdronken bees
ten in het water.die dreven zomaar
voorbij. Dat was verschrikkelijk. En
brokken van huizen en huisraad,
wisten niet, dat wij op de dijk waren
en er kwam niemand. Op de daken van
de boerderijen hadden ze lakens en
vlaggen uitgehangen. En toen eindelijk
gistermiddag, kwamen er vliegtuigen
over. We schreeuwden en gilden en
zwaaiden met alles wat we maar had
den
„Ja, en toen zagen ze ons. Ze kwa.
men vlak over. Toen wisten we dat ze
ons eindelijk hadden gezien. Ze stuur
den marineboten en die brachten rub
berboten. Eindelijk zakte het water en
toen konden we van de dijk afkomen,
nog wel door het water, maar we kon
den weg. Met Spidoboten zijn we toen
naar Rotterdam gebracht".
Maar we hebben verschrikkelijke
dingen gezien. Tien mannen wilden door
het water naar het dorp zien te komen
het kon niet. We hebben er nog twee
kunnen redden, en de anderen
Ze hebben die andere acht voor hun
ogen zien verdrinken, maar ze kunnen
het niet uitbrengen. Een handbeweging
is alles.
Tranen
Dan kan de vrouw het niet langer
houden. Ze barst in tranen uit „Nooit
houdt dat water meer op met golven!
We zijn alles, alles kwijt..We zijn zo
arm als bedelaars We krijgen niets
meer terug
En haar man, stoere kerel, schaamt
zich ook niet voor zijn tranen, die
hit stilletjes wegveegt. Ze zijn gekomen,
dit gezin, met twee grote jongens uit
j een andere familie.
We zijn bij elkaarzeIf een onderdak,
In tpn rlo inn.pr
Vader Warnar uit Strijen-Sas waakt]
En al hebben ze
gaan er niet heen.
Ze laten de jongens niet alleen.
Er komen leden van de verzorgings-
over zijn vrouw en twee kleine lande-j diensl mct Jen P'aten. Trachten re le
ren. „We zijn met z'n tienen, en alle- overreden. Mx" vader Koppenaal zest:
maal gered. Ja. de zes groten zijn alt
ondergebracht bij families. Er kwam|
een dame. die voor zichzelf en alle bu-i
kinderen vroeg om op te nemen.'
Kijk. hier is het adres., en we gaan
nu zelf ook ergens heen. Mijn vrouw
en ik en de twee kleintjes. Bij me
kaar.
„En hoe is het u gegaan?"
.Om 9 uur Zondagmorgen gebeurde
het, De dijk brak en het water kwam
opzetten. We konden alleen de kinderen
pakken en de kinderwagen voor de ba
by. We zijn een boerderij ingevlucht en
later zijn we met een motorboot opge
haald".
„Mijn man is schipper", zegt zijn
vrouw, „maar we konden niet meer bij
de boot komen. Anders hadden we mis
schien weg kunnen varen. We weten
niet. waar de boot is. zij zal wel weg
geslagen zijn.."
Nog brand ook
„Uit 's-Gravendeel komen we", ver-
telt ons de grondwerker Hooiman We
woonden aan de Striesendijk en we heb-1
ben nog alles uit huis op zolder kun
nen sjouwen. Maar toen werd ons ge
zegd. dat we er uit moesten, naar de.
school. Die stond wel in 't nat, maar I
.Nee en nog eens nee. Als de jon
gens hun ouders komen, gaan we weg.
En niet eerder".
„Maar er komen straks meer mensen.
U kunt hier toch niet blijven?"
„We blijven tot die jongens d'r ou
ders zien".
En daarmee houdt alles op. Liever
zelf in ontbering blijven, nog een nacht
slapen op een draagbaar, .ze laten ze
niet in de steek, de aan hun toever
trouwde jongens!
„Ja, we zijn gered, we hebben het
leven", vertelt ons een andere familie
uit Den Bommel. „Maar we hebben al
les verloren en we hebben zulke vrese
lijke dingen meegemaakt, .er was een
man bij ons, die zijn vrouw en twee
kinderen had zien verdrinken. Hij werd
bi.; >'n*v -t en niemand kon
hem helpen, .begrijpt u, we konden niets
voor hem doen!! En als we Zondag
zwaar tij hadden gehad, was ons hele
eiland weggespoeld. .Er zitten er nog
drieduizend op Flakkee..hoe komen ze
hier?"
Wachten op een boot
„Uit 's-Gravendeel komen we. We
hebben het kunnen redden, want we
werden vroeg gewaarschuwd. Mijn man
is thuisgebleven en die heeft alles naai
de zolder gesjouwd., hebt u nog wat
nieuws gehoord? Ons huis stond maar
half onder.zou het nog behouden
kunnen blijven?"
Het gezin Verhoeven woonde in de
Bevershoek. Ze waren het eerste weg
en de polder bleef het langste droog.
Maar ze vluchtten naar een woning, die
plotseling door het water werd verrast.
„Ik ging er heen met de drie kinde
ren. 't Was bij mijn zuster", vertelt
heeft alles, alles verzwolgen. De grote
boerderij en het woonhuis
Met haar twee dochtertjes wacht ze
nu op dekens. Ze is gisteren met de
ze kinderen, haar man en haar zoon
bij kennissen op de Henegouweriaan
ondergebracht. Plonie van 9 en Dirkje
van 3 jaar hebben jnooie vliegstrikken
in. „Gisteren nieuw gekregen", vertelt
Plonie trots. Haar moeder kan er nog
even om lachen. „Ze zijn zo lief ge
weest, die kinderen. Ze hebben niet ge
klaagd of gehuild. Maar Dirkje vraagt
in haar slaap .nóg: „Mama, komt het
water nog hoger?"
Deze Zuidlandse boerin heeft een vre
selijk verhaal te doen-. Een dag en een
nacht heeft het gezin op zolder gezeten,
temidden van veel goed voedsel dat ze
uit de kelder naar boven hadden ge
sleept. „We hebben er geen mond aan
gezet en nu zijn we met z'n allen te
gast bij goeie mensen, die het eten duur
moeten betalen
Ja, het huis stond vol water. En dat
vreselijke bonken van de drijvende
meubels tegen de muren! En dan weer
gekletter van vaatwerk, dat stuk viel.
zo ontzettend beangstigend. Wat gebeur
de er beneden? Wat was dat aldoor
voor lawaai? Stortte het huis ii
We zaten bij elkaar.we zijn 's nachts
zelfs naar bed gegaan om krachten te
sparen. Maar twee stallen vol koeien
en zes paarden verdronken.. Goddank
hebben we ze niet horen schreeuwen, de
storm was te hard. Maar wat we za
genontzettend. Het grote kippenhok
dreef weg en we zagen de kippen kop-
schuddend tegen het water. Op de hoek
van het dakje had onze poes zich vast-
geklauwd, het dier zat in doodsangst.
En later dreef hij voorby
Eindelijk, in de morgen, kwamen er
boten voorbij. Ik rukte de deur van het
plat open en we gilden en schreeuwden.
En toen kwam die langgerekte roep
over het water.dat hoor ik nog al
door in mijn oren, dat zal ik nooit
vergeten: „We komen terüüüg!! We ko-
moeder Verhoeven. „Mijn zuster heeft' men jullie halèèèènü"
ook drie kleintjes en ze verwacht de'_We zijn gehaald en naar het café in
vierde. Haar man zat in Bordeaux. We
dachten dat we veilig waren en op
eens, kwam het water. Zo maar meters
hoog in huis. We konden nog naar de
zolder komen.maar we waren klets
nat. Kunt u zich voorstellen, hoe ver
schrikkelijk? Zes kinderen en mijn zus
ter zóen geen man in huis, want hier
mijn man sleepte thuis de boel naar
zolder.
„Van 's morgens 5 tot 's middags
half vier hebben we er gezeten. Toen
hebben ze ons door het zolderraam in
een boot gered".
„En hoe is het met .uw zuster ge
gaan?"
„Gelukkig goed. Haar man is met
een vliegtuig uit Bordeaux naar Den
Haag gegaan en daar is mijn zuster nu
ook met de kinderen. Ze zijn veilig.
Maar die Zondag, die angst.en bij
mijn zuster thuis drijven nu alle meu
belen door het huis.We konden niets
redden. We keken maar uit en als we
een' boot zagen, gilden en schreeuwden
we.
Nachtmerrie, nachtmerrie voor al de
ze ongelukkigen
„Ik moet naar huis!"
Alleen op een stoel, doodsbleek, zit
een jongeman, „Ik kom net uit het zie
kenhuis. ik ben aan mijn blindedarm
geopereerd. Ik mag nog niet lopen, maar
ik heb de hele dag al gelopen. Ik moet
naar Klaaswaal, naar mijn vrouw en
mijn twee kindertjes. Ik heb sinds
Woensdag niets van ze gehoord.."
„In Klaaswaal is het niet erg, het is
zelfs een evacuatieplaats." Het is wel
een schrale troost, maar het is tenmin
ste een opbeurend woord. Het enige wat
deze hele middag heb kunnen
zeggen
„Maar ik moet met een ziekenauto
Op dit ogenblik komt een vriend op
hem toe. „Jó. we gunnen een taxi krij
gen.
Er wordt best gezorgd, daar in de
Ahoy'-hallen! Arie Verkerk kan naar
huis!
Nieuwe strikken
Mevrouw Blaak uit- Zuidland is een
fikse boerin, die van wanten weet. Ze
heeft juist de slacht achter de rug en
de wintervoorraad in huis was best in
orde. Toen kwam, verraderlijk en in
het duister, het water in Zuidland. Dat
Moeder Koppenaal ziet het water
nog altijd golven en haar man
verzekert de ambtenaar van Sociale
Zaken, dat hij niet weggaat, eer
de ouders van deze beide jongens
er zijn.
Zuidland gebracht, waar het droog en
warm was. Daar waren de mensen heel
erg aardig. Maar- ik wil zo £raag te
rug naar huis., ik wil zo graag terug'
Zonder voedsel
„Bijna tot aan de zolder stond het
water, maar we hebben het gehouden,
we konden droog blijven, boven", zegt
vader Remus uit Ooltgensplaat. „We
zaten er zonder eten of drinken, van Za
terdagnacht tot Maandagavond. Toen
zakte het water en konden we naar de
dijk waden. En zet u maar in de krant,
dat opperman Remus van de Molendijk
71 u heeft verteld, dat er tien men
sen zijn verdronken in Ooltgensplaat en
wel 500 stuks vee. koeien, paarden en
Het echtpaar Warnar uit Strijen-
Sas is met 8 jonge kinderen ge
vlucht. De baby is nu goed ver
zorgd en zes kinderen hebben al
een voorlopig thuis.
varkens. Zal u dat doen?"
Waarom niet? Cornelis Remus is er
bij geweest. Hij en zijn vrouw en kin
deren hebben het gered., wat het leven
betreft. Hun huis. hun kleren, hun in
boedel. Ze hebben hun kinderen bij el
kaar. De kleine Teunie. 3 jaar oud, staat
verlegen te lachen. Zij begrijpt alles
niet zo erg goed, maar ze is moe en
ze heeft slaap. Het schrikbeeld is voor
haar al een beetje verdrongen door al
de vreemdigheid en nieuwigheid.... en
ze is dicht bij vader en moeder.
„Ik blijl wachten!"
„Ik wacht hier op mijn man.ik ga
niet weg voordat ik hem bij me heb!"
Ze is een klein, tenger vrouwtje, heel
jong nog en ze heeft twee kinderen, An
nie, die net vier is en zoet met een ge
vonden spijker in het zand tussen de
tegels speelt en een baby van 10 maan
den, waarmee ze heeft gesjouwd, tot ze
hier. in de Ahoy'-hallen een kinderwa
gen kreeg. Nu is de zuigeling schoon
en verzorgd en hij slaapt in de wagen
met z'n duim in zijn mondje.
„Maar. mevrouw Klink, u kunt hier
toch niet blijven? Er is goed onderdak
voor u bij een dokter.."
„Ja, ik weet het. We kunnen zó weg.
Maar eerst m'n man..''
„Is uw man achtergebleven op Flak-
kee?"
,Ja, de burgemeester zei dat alle ge
trouwde mannen moesten achterblijven
om te helpen., maar hij komt later,
met een van de volgende boten. Pas
als ik hoor dat er geen boot meer komt
ga ik weg, eerder niet.."
„Nee, we wachten op mijn zoon",
zegt haar schoonvader, die zich zó op
een stoel heeft geposteerd, dat hij
voortdurend de ingang in het oog kan
houden.
Ook deze mensen doen hun treurig
verhaal. Ze hebben geleden en ontzet
tende dingen gezien.
„Ik werd 's nachts om drie uur wak
ker van de klok, die luidde", vertelt
het vrouwtje. „Ik dacht dat' er brand
was., toen ineens stormde het water
op ons af, ik wist niet eens, dat zoiets
kon. Het vloog in huis tot wel drie me
ter hoog. We zijn naar- boven gerend
en toen kwamen ze met een rubber
boot en brachten ons naar anderen, die
nog droog zaten. Daar zijn we geble
ven, maar daar kwam toen ook water,
's Maandags konden we weg, maar we
moesten tot onze knieën door het wa
ter. Mijn man was toen nog bij ons.
mijn schoonouders en hun kinderen ook.
En toen we naar de boot gingen, kwam
er opeens weer water. Toen zagen we
iets vreselijks., op de stroom dreven
verdronken mensen mee, moeders met
de kinderen aan de hand.nooit zal
ik dat vergeten! Wel vijftig mensen zijn
verdronken, ze konden niet tegen de
stroom op komen en als je viel was je
verloren! We hielden elkaar allemaal
vast en het was een ontzettende toe
stand.
Als je liep stootte je telkens op ver
dronken vée, je struikelde over huisraad
en over lichamen van dode koeien en
paarden., ik heb de boot nog net kun
nen halen en toen ben ik bewusteloos
geraakt.."
Monotoon, met een heel zachte stem,
vertelt ze verder, van alle verschrik
kingen die ze heeft doorleefd. En na
zit ze midden in de grote hall, op een
zak met gekregen kleding. Wachtend op
haar man, onder de hoede van haar
strijdbare schoonvader, wiens familie
al in de stad onderdak is.
„Maar ik ga niet wegik laat haar
niet alleen., we wachten op mijn zoon!"
Zo komen ze
Zo komen en gaan ze, de vluchtelin
gen. zo komen ze binnen met hun el
lende in de grote hall en zo vertrekken
ze naar een voorlopig adres, een onze
kere toekomst tegemoet.
En van deze slachtoffers, deze onge
lukkigen, durven nog mensen te stelen.
Durven zich te vergrijpen aan goed en
geld.maar dit moeten mensen zonder
hart zijn. zonder geweten ook.
Wie één blik heeft geworpen in de
Ahoy'-hallen heeft een beeld gezien, dat
hij zijn levenlang niet meer zal verge
ten. Die weet ook, dat wij maar één
ding doen kunnen om deze onuitspre
kelijke massanood te verzachten: hel
pen, helpen op alle mogelijke wijze.
Kanselafkondiging op
Zondag a.s.
7" N overleg met de R.-Katholieke
Kerk, de Gereformeerde Kerken in
de Chr. Gereformeerde
Remonstrantse Broeder
schap, de Evangelisch-Lutherse Kerk,
Oud-Katholieke Kerk en de Alge
mene Doopsgezinde Sociëteit heeft de
generale synode der Ned. Hervormde
Kerk aan de kerkeraden en gemeenten
voor Zondag a.s. een kanselafkondiging
doen toekomen, waarin zij oproept tot
bijzondere verootmoediging, tot gebed
en tot offer.
Deze boodschap luidt:
„Zwaar is ons gehele volk getroffen
door de watersnood, die al onze heu
genis overtreft. Verheugend is de
spontane en overvloedige bereid willig
heid om te helpen, die allerwegen is
betoond.
Diepe rouw vervult ons bij de ge
welddadige dood van zovelen, met
deernis gedenken wij allen, die huis en
have verloren hebben en die hun vee
in de golven zagen omkomen. De om
vang van deze nationale ramp is nog
ternauwernood te overzien.
Laten wij ons verootmoedigen
voor de Here, onze God.
O land, land, land, hoor des
Heren Woord!
Ook in de weg Uwer gerichten,
o God hebben wij U gezocht.-
Laten wij onze schulden belijden en
bidden om genade en vergeving.
In onze voorbede hebben wij allen te
gedenken, die door deze rampspoed
lichamelijk, materieel of geestelijk in
nood verkeren. Laten wij met onze
offers de nationale inzameling verster
ken. Nog zeer veel zal in de volgende
tijd van regering en volk. van kerk en
gemeenten, van ieder persoonlijk wor
den gevraagd om in de nood van men
sen en landstreken te voorzien.
wrn- de ho°9te is geweldiger
aan het bruisen van grote wateren
'lPMm93)Tem9e "er 'e'e
Inzameling veevoeder
9Xer Sehele land, onder andere
TOoSSri ndwo.rden inzamelingen
voorbereid van hooi en ander ruw-
eerde' vïe" lïhoeve>, T" het eeëvacu-
i anil. ,^aar het ministerie van
Landbouw, Visserij en Voedselvoorzie
ning mededeelt, zullen spoedig regelin
gen worden getroffen om de ovef het
1 ind V?or het geëvacueerde vee
aangeboden hoeveelheden ruwvoeder
,erbïten enz' op georganiseer-
hf„ i ter bes.-ukking te stellen van
Over enlil HVee h,ebben opgenomen.
Over enige dagen kunnen aanvragen
om voeder worden gericht tot de bureaux
de provinciale voedselcommissaris-
sen. die belast zijn met de leiding van
deze op de evacuatie van vee aanslui
tende berichten.