In de Ahoy'-hallen gonst het van menselijk leed en ellende Eindeloze reeks trieste verhalen over verschrikkelijke ervaringen „We hebben het leven, dat is alles" Reportages van NCRV, KRO en VARA als gezamenlijk programma Kerken roepen op tot ootmoed, tot gebed en offer Dordtsch Dagblad Pag. 4 Woensdag 4 Februari 1953 Vluchtelingen vertellen Vrouwen, die dagenlang met zware kinderen hebben gesjouwd en snakken naar een haarkam en waswater. Prins Bernhard kreeg cheque voor slachtoffers Dr Richard McEvoy. predikant van de kerk van St. Mark in ..The Bouwerie" (New York) heeft aan Prins Bernhard een cheque overhandigd van 375 dollar voor de slachtoffers van de overstromin gen. Het geld. zo zeide de predikant, wae de opbrengst van de Zondagscollecte. Beursbezoekers gaven ruim een ton Op initiatief vaan de organisatie va» Graanzaad- en Peulvruchtenhandel is Maandagmiddag een inzamelingsactie be gonnen. waaraan in de loop van Dinsdag morgen en -middag alle beursbezoekers hebben meegewerkt. Het verblijdende resultaat is tot kwart voor drie gistermiddag geweest, dat men een bedrag van f 101.840.— heeft opge haald. Hierin is nog niet begrepen de inhoud van een klein aantal collecte bussen. die men niet zo snel heeft kun nen tellen. Bravo, beursbezoekers! President Eisenhower betuigt deelneming President Eisenhower heeft een tele- g2c.-4_ gezonden aan Koningin Julian3 '^waarin "h-7 zijn ïancigenTftëh hijzelf diep getroffen zijn door het nieuws van de ramp, die het Nederlandse volk is overkomen. Hij betuigt Hare Majesteit de innigste deelneming van het Ameri kaanse volk. Ze kebben nieuwe strikken ge kregen, Plonïe en Dirkje Blaak en moeder zegt, dat ze zo flink zijn geweest. (Van onze D-redacteur) HET is, of ik aldoor nog het water ziezo verschrikkelijk veel wateralles golft me nog voor de ogen „Nooit zal ik die roep vergeten: We komen terüüüg! We komen jullie halèèèn!" „Als het gebouw maar niet zo raasdeik denk telkens dat de storm weer opsteekt!" „Mijn manmijn man is achtergebleven! Ik ga niet weg, eer hij hier is! Mijn man moet komen!" „Ze zijn pas zes en negen jaarze zijn zo lief geweest. In haar slaap roept ze nog: „Mamma, komt het water nog hoger?" En tóch heeft ze geen ogenblik last bezorgd Ze zitten bij elkaar, doodmoe, vuil, ontredderd. Gevlucht voor het waterna vreselijke ervaringen samengebracht in de Rotterdamse Ahoy-hallen, waar hun hulp wordt geboden en waar zij adressen voor tijdelijk onderdak krijgen. Ze vertellen ons, ieder voor zich, hun trieste verhalen Met Spidoboten, met bussen en auto's komen ze aan, van Zuidland, Ooltgensplaat, Den Bommel, 's-Gra- vendeel, noem maar op. Uit ver dronken plaatsen, letterlijk uit het water zijn ze gered en naar Rot terdam gebracht. Ellendig, dof van vermoeidheid en verdriet, kunnen ze nog maar nauwelijks beseffen, hoezeer zij getroffen zijn, wat het verlies van have en goed eigenlijk voor hen betekent. Dat komt later pas. Nü weten ze alleen maar, dat zij er het leven afgebracht hebben, dat zij wat kleding, dekens en veel voedsel krijgen en dat er straks eindelijk! warm water zal zijn zodat ze zich kunnen wassen en dan een bed.een echt, goed bedom eerst eens te kunnen slapen Groot is de tragiek, samengebracht in de Ahoy'-hallen. Bleke vrouwen, met zuigelingen in de arm, kleintjes aan de hand. Mannen met baarden van drie dagen oud. soms nog met nachtgoed onder inderhaast aangeschoten boven kleding. Vrouwendie snakken naar een kam n uuiècrijk qe~ KimènoS^aaren te kun nen ordenen, naar een tandeborstel, kinderen die verbaasd kijken naar de tafels vol kleren. Ze komen binnen en staan wat schich- tig bij elkaar, weten niet wat ze moe ten beginnen. En dan komen de dames en heren op hen af en begint het pro ces. dat ze van vermoeidheid haast niet meer kunnen volgen. Bent u al ingeschreven? Neen? Dan eerst daarheen. Wilt u wat eten? Wilt u brood?" werd later toch weer droog. Het was vreselijk vol in de school en we moesten door het water waden om er te komen. Als het water maar niet zo wild was geweest, zou dat niet zo erg zijn. Maar nuEr brak ook brand uit, vlak bij ons. Dat was een vreemd gezicht in al dat water. Het brandde natuurlijk niet lang. En nou staat ons huis toch tot de pannen on der water., en alles voor niets op zol der gesjouwd Ze hebben de baby van 17 maanden oud kunnen redden. Ze weten niet veel meer van de tocht, kunnen zich niet voorstellen, welke dag het is. Ze zijn doodop.en alles, alles kwijt. „We hebben ook geen cent op zak. We waren nergens op voorbereid.." Nachtmenie Een nachtmerrie is het geweest voor deze slachtoffers van het water, en nog heeft de boze droom geen einde. Uit Dat zegt U Cornells Remus uit Ooltgensplaat. Ze knikken maar wat, voelen dikwijls na dagen zonder voedsel te zijn geweest toch geen honger. Wél dorst, hevige dorst. „Hebt u al kleding Gaat u daar maar heen., hebt u al een onderkomen? Met hoevelen bent u? Ik zal een adres voor u opzoeken!" Gewillig volgen ze. De meeste vrou- wen tonen weinig of geen belangstel- dijk hebben doorgebracht, ling voor de kleding die voor haar wordt ..We waren van het ene huis naar het uitgezocht, die op de kinderen wordt ge- andere gegaan. Op 't laatst zijn we met past. Ze zijn te moe, te suf. Ze kunnen Oost-Flakkee, bij Oude Tonge, uit het dorp Den Bommel is de transportarbei der L. Koppenaal met zijn gezin geko men. Zij hebben drie kinderen van 13 tot 18 jaar. Moedeloos zitten zij bij el kaar op hun provisorische bedden, waar in zij vannacht hebben geslapen. „Geslapen?" zegt moeder Koppenaal, „ik kan niet meer slapen. Alles golft voor mijn ogen. Nooit vergeet ik dat vreselijke water. Ik hoor aldoor de storm nog loeier..." Zij behoorden-tot de ongelukkigen, die en nachten samengekluit op een er nauwelijks toe komen, schoenen aan te passen. „Dank u. het zal zo wel gaan.." Tact is nodig En de welwillende dame, die kleding uitdeelt en omstandig vertelt dat ze dit nieuwe truitje en rokje eigenlijk voor haar eigen dochtertje had gebreid en het qü zomaar heeft meegenomen om het wég te geven, smaakt niet het ge wenste genoegen, dat de moeder, die nu al dagen sjouwt met het stevige, 17 maanden oude kind in de loodzware ar men, ook maar iets beseft van zoveel opofferingsgezindheid. Natuurlijk niet! De moeder is wel blij met een warm pakje voor haar kleintje, heus wel. Maar hoe moet het haar, die alles heeft ver loren, roeren dat zij een echt nieuw kledingstukje krijgt? Maar er wordt over 't algemeen vriendelijk tactvol en waarlijk behulp zaam geholpen en het is voor de da mes, die er een paar vermoeiende da gen voor overhebben, ook wel even moeilijk te begrijpen, hoe moe deze andere vrouwen zijn. Het is dan ook niet de bedoeling, iets kwaads van deze helpsters te zeggen, maar om even de moeilijkheden aan te tonen. In de grote hall staan rijen draagba ren op de stenen vloer. Er liggen groe- een roeiboot naar de dijk gebracht. Die was nog droog. Met 7 of 800 mensen stonden we op een stuk van 500 meter lang en een paar meter breed. Er wa ren drie boerderijen. In groepen gingen we een poosje naar binnen om ons te warmen en om te drinken. En dan maar weer naar buiten. Het was ontzettend koud. We zagen niets dan wa ter en het stormde maar". Ze kunnen het allemaal nauwelijks vertellen. Alles is nog even verward. Eri er lagen overal verdronken bees ten in het water.die dreven zomaar voorbij. Dat was verschrikkelijk. En brokken van huizen en huisraad, wisten niet, dat wij op de dijk waren en er kwam niemand. Op de daken de boerderijen hadden ze lakens vlaggen uitgehangen. En toen eindelijk gistermiddag, kwamen er vliegtuigen over, We schreeuwden en gilden zwaaiden met alles wat we maar had den „Ja, en toen zagen ze ons. Ze kwa men vlak over. Toen wisten we dat ze ons eindelijk hadden gezien. Ze stuur den marineboten en die brachten rub berboten. Eindelijk zakte het water en toen konden we van de dijk afkomen, nog wel door het water, maar we kon den weg. Met Spidoboten zijn we toen naar Rotterdam gebracht". „Maar we hebben verschrikkelijke dingen gezien. Tien mannen wilden door het water naar het dorp zien te komen De AVRO hield een slag om de arm Door de N.C.R.C. en de V.A.R.A. is .Maandagmiddag bij het binnenkomen van een overstelpend aantal nood- berichten en bij de regeringsvoorlich tingsdienst het besluit genomen dit alles te coördineren en van 19 uur af Dinsdagavond over beide zenders als een programma tot stand te brengen. Dit alles om verwarring te voor komen. Dinsdagmorgen verwachtte de RVD dat KRO en AVRO ditzelfde zouden doen, maar de Avro had bezwaren in haar programma berichten op te nemen, die zij tevoren niet kende. Zy stelde zich op het standpunt dat alleen de re gering mededelingen kon doen en daar voor zo nodig zendtijd kon vorderen. Dit verschil van mening tussen de Avro en de RVD heeft voorlopig tot gevolg ge had dat alle berichten naar de RVD worden gezonden, de A\ro daar geen ver antwoordelijkheid voor draagt en dat de Regeringscommissaris zijn bemiddeling heeft verleend om de Avro er toe te bewegen op tijdstippen die de RVD gun stig voorkomen, zendtijd ter beschikking te stellen. Dinsdag zijn tussen de vijf omroepverenigingen besprekingen ge voerd om zendtijd ter beschikking te stellen van het Rampenfonds. Alle om roepverenigingen gingen hiermede ac- coord, alleen de Avro hield een slag om de arm aangezien zij voornemens was het programma „De hond in de pot" om te schakelen nalar het Rampenfonds. Langdurige besprekingen hebben er niet toe geleid de Avro van dit standpunt af te brengen. Gezien de ervaringen die de andere omroepverenigingen nebben gehad, hebben KRO, NCRV en VARA besloten hun reportages als gezamenlijk programma van deze drie omroepvere nigingen te brengen. Spontane schenking van 50.000 Zweedse Kronen De directeur te Rotterdam van het Nederlandse Verkoopkantoor van de Zweedse staalfabriek Sandvikens Jern- verks a/b te Sandviken gaf gisteren te lefonisch aan de hand van couranten berichten desgevraagd aan zijn directie in Zweden een verslag van de waters nood in ons land, hetgeen voor kennis geving werd aangenomen. Tot zijn verwondering hoorde hij la ter dat genoemde fabriek een bedrag van 50.000 Zweedse kronen aan Neder land deed toekomen voor het Rampen fonds. Vermiste kustvaarder terecht De kapitein van de vermiste Gronin ger kustvaarder „Brevo" heeft zich gis teravond gemeld bij de gemeente-secre tarie te Gorkum. Tijdens het noodweer heeft het 380 ton metende schip, dat op weg was van Bazel naar Antwerpen, lig plaats gekozen in Dinteloord. Alle# was wel aanboord. ne dekens op. Neen het zijn geen goede het kon niet. We hebben er nog twee bedden om op uit te rusten na eenffc,,nn"n on anHoron zware tocht en met zoveel verdriet in 't hart, maar daarvoor zijn ze ook niet bedoeld. Ze zijn voor de mensen die 's avonds laat aankomen en moeten rusten, eer ze naar hun „adres" wor den gebracht. Intussen: Voor al deze mensen deze honderden vluchtelingen, z ij n er adres sen voor tijdelijk verblijf. De Rotter dammers zijn hun eigen nood in de oor logsjaren niet vergeten, zij zetten het huis open en nemen de vluchtelingen gaarne op en.in de Ahoy'-hallen komt men handen noch goederen tekort. Dat is werk., dat is waarlijke hulp. Dat doet Rotterdam zonder veel drukte. We zijn bij elkaar! Vader Warnar uit Strijen-Sas waakt over zijn vrouw en twee kleine kinde ren ..We zijn met z'n tienen, en alle maal gered. Ja. de zes groten zijn al ondergebracht bij families. Er kwam een dame. die voor zichzelf en alle bu ren kinderen vroeg om op te nemen Kijk. hier is het adres.en we gaan nu zelf ook ergens heen Mijn vrouw en ik en de twee kleintjes. Bij me kaar. „En hoe is het u gegaan?" „Om 9 uur Zondagmorgen gebeurde het. De dijk brak en het water kwam opzetten. We konden alleen de kinderen pakken en de kinderwagen voor de ba by. We zijn een boerderij ingevlucht en later zijn we met een motorboot opge haald". „Mijn man is schipper", zegt zijn vrouw, „maar we konden niet meer bij de boot komen. Anders hadden we mis schien weg kunnen varen. We weten niet, waar de boot is, zij zal wel weg geslagen zijn.." brand ook „Uit 's-Gravendeel komen we", ver telt ons de grondwerker Hooiman. We woonden aan de Striesendijk en we heb ben nog alles uit huis op zolder kun nen sjouwen. Maar toen werd ons ge zegd. dat we er uit moesten, naar de icbool. Die stond wA in 't nat, maar kunnen redden, en de anderen... Ze hebben die andere acht voor hun ogen zien verdrinken, maar ze kunnen het niet uitbrengen. Een handbeweging is alles. Tranen Dan kan de vrouw het niet langer houden. Ze barst in tranen uit „Nooit houdt dat water meer op met golven! We zijn alles, alles kwijt We zijn zo arm als bedelaars We krijgen niets meer terug. En haar man, stoere kerel, schaamt zich ook niet voor zijn tranen, die hy stilletjes wegveegt. Ze zijn gekomen, dit gezin, met twee grote jongens uit een andere familie. En al hebben ze zelf een onderdak, ze gaan er niet heen. Ze laten de jongens niet alleen. Er komen leden van de verzorgings- dienst met hen praten. Trachten ze te overreden. Maar vader Koppenaal zegt: Monsterachtig grote amphibie- wagens rijden op Tholen af en aan om de bevolking te evacueren. Houdt de weg soms plotseling op, dan varen deze wagens verder. „Nee en nog eens nee. Als de jon gens hun ouders komen, gaan we weg. En niet eerder". „Maar er komen straks meer mensen. U kunt hier toch niet blijven?" „We blijven tot die jongens d'r ou ders zien". En daarmee houdt alles op. Liever zelf in ontbering blijven, nog een nacht slapen op een draagbaar, .ze laten ze niet in de steek, de aan. hun toever trouwde jongens! „Ja, we zijn gered, we hebben het leven", vertelt ons een andere familie uit Den Bommel, „Maar we hebben al les verloren en we hebben zulke vrese lijke dingen meegemaakter was een man bij ons, die zijn vrouw en twee kinderen had zien verdrinken. Hij werd biji. -k van v-»rïet en niemand kon hem helpen, .begrijpt u, we konden niets voor hem doen!! En als we Zondag zwaar tij hadden gehad, was ons hele eiland weggespoeld. .Er zitten er nog drieduizend op Flakkee..hoe komen ze hier?" Wachten op een boot „Uit 's-Gravendeel komen we, We hebben het kunnen redden, want we werden vroeg gewaarschuwd. Mijn man is thuisgebleven en die heeft alles naai de zolder gesjouwdhebt u nog wat nieuws gehoord? Ons huis stond maar half onder.zou het nog behouden kunnen blijven?" Het gezin Verhoeven woonde in de Bevershoek. Ze waren het eerste weg en de polder bleef het langste droog. Maar ze vluchtten naar een woning, die plotseling door het water werd verrast. „Ik ging er heen met de drie kinde ren. 't Was bij mijn zuster", vertelt moeder Verhoeven, „Mijn zuster heeft ook drie kleintjes en ze verwacht de vierde. Haar man zat in Bordeaux. We dachten dat we veilig waren en op eens, kwam het water. Zo maar meters hoog in huis. We konden nog naar de zolder komen., maar we waren klets nat. Kunt u zich voorstellen, hoe ver schrikkelijk? Zes kinderen en mijn zus ter zó., en geen man in huis. want hier mijn man sleepte thuis de boel naar zolder.." „Van '8 morgens 5 tot 's middags half vier hebben we er gezeten. Toen hebben ze ons door het zolderraam in een boot gered". „En hoe is het met uw zuster ge gaan?" „Gelukkig goed. Haar man is met een vliegtuig uit Bordeaux naar Den Haag gegaan en daar is mijn zuster nu ook met de kinderen. Ze zijn veilig. Maar die Zondag, die angst.en bij mijn zuster thuis drijven nu alle meu belen door het huis.. We konden niets redden. We keken maar uit en als we een boot zagen, gilden en schreeuwden we. Nachtmerrie, nachtmerrie voor al de ze ongelukkigen. „Ik moet naar huis!" Alleen op een stoel, doodsbleek, zit een jongeman. „Ik kom net uit het zie kenhuis. ik ben aan mijn blindedarm geopereerd. Ik mag nog niet lopen, maar ik heb de hele dag al gelopen. Ik moet naar Klaaswaal, naar mijn vrouw en mijn twee kindertjes. Ik heb sinds Woensdag niets van ze gehoord.." „In Klaaswaal is het niet erg, het is zelfs een evacuatieplaats." Het is wel een schrale troost, maar het is tenmin ste een opbeurend woord. Het enige wat 'ze hele middag heb kunnen zeggen „Maar ik moet met een ziekenauto heeft de dokter gezegd en er is geen auto te krijgen Op dit ogenblik komt een vriend op hem toe. „Jó, we kunnen een taxi krij gen Er wordt best gezorgd, daar in de Ahoy'-haller»! Arie Verkerk kan naar huis! Nieuwe strikken Mevrouw Blaak uit Zuidland is een fikse boerin, die van wanten weet. Ze heeft juist de slacht achter de rug en de wintervoorraad in huis was best in orde. Toen kwam, verraderlijk en in het duister, het water in Zuidland. Dat Moeder Koppenaal ziet het water nog altijd golven en haar man verzekert de ambtenaar van Sociale Zaken, dat hij niet weggaat, eer de ouders van deze beide jongens er zijn. heeft alles, alles verzwolgen. De grote boerderij en het woonhuis. Met haar twee dochtertjes wacht ze nu op dekens. Ze is gisteren met de ze kinderen, haar man en haar zoon bij kennissen op de Henegouwerlaan ondergebracht. Plonie van 9 en Dirkje van 8 jaar hebben mooie vliegstrikken in. „Gisteren nieuw gekregen", vertelt Plonie trots. Haar moeder kan er nog even om lachen. „Ze zijn zo lief ge weest, die kinderen. Ze hebben niet ge klaagd of gehuild. Maar Dirkje vraagt in haar slaap nóg: „Mama, komt het water nog hoger?" Deze Zuidlandse boerin heeft een vre selijk verhaal te doen. Een dag en een nacht heeft het gezin op zolder gezeten, temidden van veel goed voedsel dat ze uit de kelder naar boven hadden ge sleept. „We hebben er geen mond aan gezet en nu zijn we met z'n allen te gast bij goeie mensen, die het eten duur moeten betalen.." Ja, het huis stond vol water. En dat vreselijke bonken van de drijvende meubels tegen de 'muren! En dan weer gekletter van vaatwerk, dat stuk viel., zo ontzettend beangstigend. Wat gebeur de er beneden? Wat was dat aldoor voor lawaai? Stortte het huis in We zaten bij elkaar., we zijn 's nachts zelfs naar bed gegaan om krachten te sparen. Maar twee stallen vol koeien en zes paarden verdronken.Goddank hebben we ze niet horen schreeuwen, de storm was te hard. Maar wat we za genontzettend. Het grote kippenhok dreef weg en we zagen de kippen kop- schuddend tegen het water. Op de hoek van het dakje had onze poes zich vast- geklauwd, het dier zat in doodsangst. En later dreef hij voorbij Eindelijk, in de morgen, kwamen er boten voorbij. Ik rukte de deur van het plat open en we gilden en schreeuwden. En toen kwam die langgerekte roep over het water,dat hoor ik nog al door in mijn oren, dat zal ik nooit vergeten: „We komen terüüüg!! We ko men jullie halèèèènü" We zijn gehaald en naar het café in Zuidland gebracht, waar het droog en warm was. Daar waren de mensen heel erg aardig. Maar ik wil zo graag te rug naar hui#., ik wil zo graag terug" Zonder voedsel „Bijna tot aan de zolder stond het water, maar we hebben het gehouden, we konden droog blijven, boven", zegt vader Remus uit Ooltgensplaat. „We zaten er zonder eten of drinken, van Za terdagnacht tot Maandagavond. Toen zakte het water en konden we naar de dijk waden. En zet u maar in de krant, dat opperman Remus van de Molendijk 71 u heeft verteld, dat er tien men sen zijn verdronken in Ooltgensplaat en wel 500 stuks vee. koeien, paarden en Het echtpaar Warnar uit Strijen- Sas is met 8 jonge kinderen ge vlucht. De baby is nu goed ver zorgd en zes kinderen hebben al een voorlopig thuis. varkens. Zal u dat doen?" Waarom niet? Cornelis Remus ls er bij geweest. Hij en zijn vrouw en kin deren hebben het gered., wat het leven betreft. Hun huis, hun kleren, hun in boedel. Ze hebben hun kinderen bij el kaar. De kleine Teunïe, 8 jaar oud, staat verlegen te lachen. Zij begrijpt alles niet zo erg goed, maar ze is moe en ze heeft slaap. Het schrikbeeld is voor haar al een beetje verdrongen door al de vreemdigheid en nieuwigheid.... en ze is dicht bij vader en moeder.. „Ik blij! wachten!" „Ik wacht hier op mijn man., ik ga niet weg voordat ik hem bij me heb!" Ze is een klein, tenger vrouwtje, heel jong nog en ze heeft twee kinderen, An nie, die net vier is en zoet met een ge vonden spijker in het zand tussen de tegels speelt en een baby van 10 maan den, waarmee ze heeft gesjouwd, tot ze hier, in de Ahoy'-hallen een kinderwa gen kreeg. Nu is de zuigeling schoon en verzorgd en hij slaapt in de wagen met z'n duim in zijn mondje. „Maar, mevrouw Klink, u kunt hier toch niet blijven? Er is goed onderdak voor u bij een dokter.." „Ja. ik weet het. We kunnen zó weg. Maar eerst m'n man.." „Is uw man achtergebleven op Flak- kee?" ,Ja, de burgemeester zei dat alle ge trouwde mannen moesten achterblijven om te helpen., maar hij komt later, met een van de volgende boten. Pas als ik hoor dat er geen boot meer komt ga ik weg, eerder niet.." „Nee, we wachten op mijn zoon", zegt haar schoonvader, die zich zó op een stoel heeft geposteerd, dat hij voortdurend de ingang in het oog kan houden. Ook deze mensen doen hun treurig verhaal. Ze hebben geleden en ontzet tende dingen gezien. „Ik werd 's nachts om drie uur wak ker van de klok, die luidde", vertelt het vrouwtje. „Ik dacht dat er brand was.toen ineens stormde het water op ons af, ik wist niet eens, dat zoiets kon. Het vloog in huis tot wel drie me ter hoog. We zijn naar boven gerend en toen kwamen ze met een rubber boot en brachten ons naar anderen, die 's Maandags konden we weg, maar we moesten tot onze knieën door het wa ter. Mijn man was toen nog bij ons. mijs-sehponouders en hun kinderf^-oek— En toen we naar de boot gingen, kwam er opeens weer water. Toen zagen we iets vreselijks.op de stroom dreven verdronken mensen mee, moeders met de kinderen aan de handnooit zal ik dat vergeten! Wel vijftig mensen zijn verdronken, ze konden niet tegen de stroom op komen en als je viel was je verloren! We hielden elkaar allemaal vast en het was een ontzettende toe stand. Als je liep stootte je telkens/op ver dronken vee, je struikelde over huisraad en over lichamen van dode koeien en paarden., ik heb de boot nog net kun nen halen en toen ben ik bewusteloos geraakt. Monotoon, met een heel zachte stem, vertelt ze verder, van alle verschrik kingen die ze heeft doorleefd. En nu zit ze midden in de grote hall, op een zak met gekregen kleding. Wachtend op haar man, onder de hoede van haar strijdbare schoonvader, wiens familie al in de stad onderdak is. „Maar ik ga niet wegik Iaat haar niet alleenwe wachten op mijn zoon!" Zo komen ze Zo komen en gaan ze. de vluchtelin gen. zo komen ze binnen met hun el lende in de grote hall en zo vertrekken ze naar een voorlopig adres, een onze kere toekomst tegemoet. an deze slachtoffers, deze onge lukkigen, durven nog mensen te stelen. Durven zich te vergrijpen aan goed en geld., maar dit moeten mensen zonder hart zijn, zonder geweten ook. Wie één blik heeft geworpen in de Ahoy'-hallen heeft een beeld gezien, dat hij zijn levenlang niet meer zal verge ten. Die weet ook, dat wij maar één ding doen kunnen om deze onuitspre kelijke massanood te verzachten: hel pen, helpen op alle mogelijke wijze. Kanselafkondiging op Zondag a.s. Nog N overleg met de R.-Katholieke 1 Kerk, de Gereformeerde Kerken in Nederland, de Chr. Gereformeerde Kerken, de Remonstrantse Broeder schap, de Evangelïsch-Lutherse Kerk, de Oud-Katholieke Kerk en de Alge mene Doopsgezinde Sociëteit heeft de generale synode der Ned. Hervormde Kerk aan de kerkeraden en gemeenten voor Zondag a.s. een kanselafkondiging doen toekomen, waarin zij oproept tot bijzondere verootmoediging, tot gebed en tot offer. Deze boodschap luidt: „Zwaar is ons gehele volk getroffen door de watersnood, d.ie al onze heu genis overtreft. Verheugend is de spontane en overvloedige bereidwillig heid om. te helpen, die allerwegen is betoond. Diepe rouw vervult ons bij de ge welddadige dood van zovelen, met deernis gedenken wij allen, die huis en have verloren hebben en die hun vee in de golven zagen omkomen. De om vang van deze nationale ramp is nog ternauwernood te overzien. Laten wij ons verootmoedigen voor de Here, onze God. O land, land, land, hoor des Heren Woord! Ook in de weg Uwer gerichten, o God hebben wij U gezocht. Laten wij onze schulden belijden en bidden om genade en vergeving. In onze voorbede hebben wij allen te gedenken, die door deze rampspoed lichamelijk, materieel of geestelijk in nood verkeren. Laten wij met onze offers de nationale inzameling verster ken. Nog zeer veel zal in de volgende tijd van regering en volk, van kerk en gemeenten, van ieder persoonlijk wor den gevraagd om in de nood van men sen en landstreken te voorzien. De Here in de hoogte is geweldiger aan het bruisen van grote wateren tZlm%3)9»Weldi9e baren der zee Inzameling1 veevoeder Over het gehele land, onder andere in Noord-Holland worden inzamelingen voorbereid van hooi en ander ruw- voeder ten behoeve van het geëvacu- f6i|rïfh vee- Naar het ministerie van {fSery„en Voedselvoorzie ning mededeelt, zullen spoedig regelin gen worden getroffen om de over het ff™ t fnd v°or het geëvacueerde vee aangeboden hoeveelheden ruwvoeder üooi, voederbieten enz. op georganiseer- hL i?e te*" beschikking te stellen van nfïL. - jVee hebben opgenomen. Over enige dagen kunnen aanvragen om voeder worden gericht tot de bureaux van de provinciale voedselcommissaris- sen, die belast zijn met de leiding van deze op de evacuatie van vee aanslui tende berichten.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 3