over
SINISTERE STILTE viel
verdwenen land
Betuigingen van
deelneming
In Stavenisse stonden wat mensen...
Front aan de golven vraagt verse troepen
Reddingswerk wordt energiek
aangepakt
GEZIN MET HELICOPTER
VAN DAK GERED
Impressies van vliegtocht boven het
verdronken Zeeuwse land
DINSDAG 3 FEBRUARI 1933
PAGINA 3
ZEVENBERGEN, Maandagavond.1
De avond kwam zacht en vredig haast; en over het verdronken land hing voor 't eerst
sedert vele ontzettende uren een vreemde, geladen, onwezenlijke stilte. Op de, nog een
maal door het water bedreigde weg, tussen Standdaarbuiten en Zevenbergen leek, in
de ijzig-ademende wind, alles versperd als in een vreemde, bizarre pantomime.
Een in de berm weggezakte boerenkarhet cadaver van een paardeen achter
gelaten fiets die tegen een hoop van zand en stenen leunde. Het was alsof men de laatste
mens was wiens trage, moekliukende voetstappen een spoor achterlieten in de gele,
glibberige brij van leem en stro, welke het achter ons liggende etmaal op de glad-ge
schuurde klinkers had achtergelaten. Dan huiverde men eens in deze stille, dreigende,
eenzaamheid en men hoorde dankbaar hoe verderop nog iemand met een reeds lang
kapotgeschreeuwde stem in het donker nog een of andere commando vloekte.
Doch ook dat zwakke geluid ging snel verloren in de, traag en weerspannig om de Noord
gaande wind, die met een enkele, verblindende sneeuwvlaag, nauwelijks nog herin
nerde aan de niets ontziende kracht, waarmede enkele uren tevoren de storm onze lage,
dodelijk gewonde kusten beukte.
Ver weg, onbereikbaar in het wijde watervlak naar het Westen, zag men zwak en met
een troosteloos, irriterend rhythme, een heen en weer wiegend lichtje. Was daar nog een
mens die niet meer vluchten kon en die nu wanhopig met een stallantaarn uit een zolder
raam zwaaide? Of hoorde het licht aan een der vele legerpontons die vandaag, nu de
stroom in vele polders reeds wat aan kracht en woede verloor, bij het reddingswerk in
Brabant's rampzalige Westhoek zovele onschatbare diensten bewezen hebben? Men
denkt daar niet eens meer over na. Men is al uren, uren, eindeloze uren reeds onafge
broken in de weer. Er zijn er, die sedert Zaterdagochtend geen bed meer hebben gezien.
Zij hebben al die tijd, hard en koppig doorwerkend met opeengeklemde kaken, meer
leed, meer ellende en meer afschuwelijke taferelen gezien en meegemaakt dan 'n mens
in feite verdragen kan.
En nu, nu de storm is gaan liggen, en de sinistere stilte, die er vanavond op volgde het
toneel van de ramp in feite alleen nog maar afschuwelijker maakt; nu men in deze wijde
stilte tot het besef komt dat het water wellicht nog duizend duistere en dramatische
geheimen voor ons verborgen houdt, nu raakt men de uitputting nabij.
Hst front tegen het water vraagt ver
se troepen! Het vraagt enkele uren rust
voor de vele duizenden die sedert Zon
dagochtend vroeg in de voorste linies
vochten, alles vergetend: hun gezond
heid, de verliezen die zij leden, het huis
dat zij, half verdronken, achterlieten,
hun vrouw en hun kinderen, die in
Roosendaal heten te zijn, of in Bergen
op Zoom of misschien God weet
tóch nog ergens in doodsnood gevangen
zijn in de gruwzame greep van het ge
duchte water.
Men ontmoet in Oudenbosch een jon
geman van 19 jaar. Hij vult daar nu
zandzakken en hij is nu al ononderbro
ken in touw sedert hij, vroeg in de
Zondagmorgen, uit Heiningen startte.
„Ik weet niet waar ik sedertdien
overal gezeten heb", zegt hij met een
vage glimlach, die heel even nog glijdt
over een asgrauw gezicht: „gisteravond
was ik nog in Fijnaart en ik denk, dat
ik daarna naar Halsteren ben gegaan
om te zien of er nog wat te doen viel.
Mijn ouders heb ik naar Roosendaal
gebracht, maar ik kon daar niet wen
nen zolang er nog te helpen viel. Neen:
ons huis staat er nog voorzover ik weet.
Maar ons vee is verdronken twaalf
stuks écht hoornvee. En denken ze, dat
ze deze dijk met al die zandzakken nu
kunnen behouden?"
Of men ontmoet op de weg naar Ril
land een legertruck, die opeens een
wilde zwaai over de weg maakt in een
slib die door de man achter het stuur
nog maar juist geredresseerd kan wor
den. „Ik geloof", zegt twee minuten
later de uit Utrecht afkomstige dienst
plichtige korporaal, „ik geloof, dat ik
stomweg bezig was in slaap te vallen".
Zo doolt men vanavond rond in een
leger vol dodelijk vermoeide mensen.
Hun ogen branden van de koorts, hun
gezichten zijn vaal-bleek, hun kleren
kleven doorweekt aan hun lichaam;
hun zintuigen verliezen aan scherpte;
knepen handen, luistert naar de berich
ten die ons melden, dat verder naar het
Westen, vlakbij op de Zeeuwse Eilan
den, het water nog steeds op rooftocht
is zonder dat men het met de beschik
bare middelen en manschappen over
meesteren en bedwingen kan.
Bereikten rubberboten
hun doel niet?
Er stond, krakend, een oude radio
voor een geopend raam, van een laag
huisje in Standdaarbuiten. Het sche
merde toen al, doch men hoorde nog
steeds het geluid van een dichtbij cir
kelend vliegtuig, en men dacht, dat ze
nu bezig waren, rubberboten af te wer
pen voor Zierikzee. Er stond een twin
tigtal mannen moe en vuil en onge
schoren voor het geopende raam
toen de radio het bericht gaf," dat de
amateurzender Maybe" in Zierikzee
dringend hulp had verzocht voor Brou-
wershoek, acht kilometer West van Zie- i
rikzee, omdat daar in het nog steeds!
snelwassende water, de situatie On houd-1
baar was geworden.
„Dan", zei een luitenant van de Genie,
„dan hebben ze blijkbaar in Zierikzee
die rubberboten nog altijd niet". Er was
niemand die antwoordde. Het was alsof
ieder der omstaanders zich moeite deed
om, puttend uit de herinneringen die
nauwelijks enige uren oud zijn, zich
het tafereel voor te stellen waaraan
men op dat ogenblik ginds op Duive-
land ten prooi moest zijn. En het ge
ronk van dit, nu naar het Westen afdrij
vende vliegtuig, klonk daar in Stand
daarbuiten opeens zo geruststellend
niet meer
trouwde dochter Truus had Zondagmor
gen met haar tien maanden oude baby
en haar twintig jaar oude zusje Janneke
niet op haar redders durven wachten. Zij
waren, voor het water uitijlend, in de
richting Halsteren gerend en sedertdien
had vader Van Ekelen niets meer van zijn
beide kinderen en van zijn kleindochter
vernomen.
Men stelde hem gerust; waarschijnlijk
waren zij gered; stellig bevonden zij zich
in een der verzamelplaatsen voor geëva-
cueerden waar men nog steeds niet aan
een nauwkeurige registratie der geredden
toe is. Doch niettemin zoekt vader Van
Ekelen deze Maandagmiddag zijn dochter
niet in Bergen op Zoo®, in Breda of in
Roosendaal. Hij zoekt haar in de polder.
En twintig minuten nadat zijn bootje af
gevaren is, keert het al terug.
Vader Van Ekelen schünt in die twintig
minuten tien jaar ouder geworden te zijn.
Op een brancard, onder een doorweekte,
grauwe deken, ziet men een kleine, stille
meisjesfiguur. Vader Van Ekelen heeft
een zijner dochters, Janneke, gevonden.
Verdronken, zoals zovelen. En vader Van
Ekelen weet meteen, dat hij vanavond of
morgen of overmorgen nog twee andere
lijken zal moeten bergen. Hij hoeft in
Roosendaal, in Bergen op Zoom oi' in
Breda niet meer onder de geëvacueerden
naar zijn dochter en zijn kleindochter te
gaan zoeken
Er staat daar in Halsteren een wacht
meester der Rijkspolitie. Hij staat daar
eigenlijk al sedert Zondagmorgen aan een
stuk en hij kent al deze mensen en al hun
ellende. Hij houdt met tact en onuitput
telijk geduld een groepje bang toeschou
wende mensen op een afstand en hij weet,
dat zich onder deze mensen moeder Van
Ekelen en haar jongste dochter bevindt.
Men wacht op een vrachtwagen, die voor
de zoveelste maal vandaag, de weg tus
sen De Beek en het lijkenhuisje op de
begraafplaats Matenveld aflegt en deze
wachtmeester is nog altijd niet te moe
om niet te trachten te verhinderen, dat
een moeder op deze wrede wijze gecon
fronteerd zal worden met het lot dat een
harer kinderen trof. Het wachten op de
wagen duurt vele minuten. Ginds, in het
toeschouwersgroepje, houdt de wacht
meester moeder Van Ekelen en haar jong
ste dochter nog altijd tegen. Nee, hij wéét
niet wie het is die men daarnet aan land
heeft gebracht. Nee, hij denkt niet dat
het moeder Van Ekelen's dochter is. Nee,
ze zeggen dat het een jongeman moet zijn,
die verderop woonde. Dat zijn wellicht
de afgrijselijkste minuten in het leven
van een jong wachtmeester der Rijks
politie.
Dan arriveert de wagen cn men draagt
de brandcard zwijgend aan de wacht
meester cn de beide vrouwen voorbij. En
vóór de wachtmeester het verhinderen
kan grypt de jongste dochter die klets
natte, grauwe deken en onthult zy haar
moeder de ontzettende waarheid. De vre
selijke gil die bloedend leek op te wellen
uit een gebroken moederhart, sneed nog
over het polderwater, toen vader Van
Ekelen zonder een woord, cn met stram
me, houterige bewegingen opnieuw in het
bootje stapte. Men zag dat zelfs de wacht
meester heel even met zyn tranen wor
stelde. Toen joeg hy, bars, het tocschou-
wersgroepje, wat verderop en begon met
zware routincbewegingen een cigaret te
rollen
Men vindt in deze streken wel duizend
verschillende soorten van heldendom cn
dit was er slechts één! En een uur nadat
men dit in Halsteren heeft meegemaakt
en men niet heeft willen wachten op het
ogenblik waarop vader Van Ekelen van
zijn tweede tocht zou terugkeren, wan
delt men in Bergen op Zoom langs een
luidruchtige etalage vol bonte, zorgeloze
carnavalsartikelen. En nimmer behoefde
men een dwaze, uitgelaten maskerade, zo
bitter en zo wrang.
Stormballen weg
Na twee dagen heeft dan eindelijk
het verlossende sein geklonken voor
de door de stormvloeden en de or
kaankrachten zo geteisterde ge
biedsdelen van ons vaderland. Hoe-
we! gisteren de wind wel in hevig
heid afnam, moest de bevolking
toch nog steeds paraat blijven om
dat by hoog ty het water door do
voortdurende stormvlagen opge
stuwd, nog veel dyken cn dammen
bedreigde cn in grote massa's door
de ontstane gaten stroomde. Van
ochtend om half vyf echter werden
alle waarschuwingen voor storm en
harde wind ingetrokken.
Onder de stormkap turen kleine, ver
moeide ogen voor de zoveelste maal de
polder in.
Er drijven nog altijd cadavers van paar
den, koeien en varkens. Dichtbij rukt de
stroom in wilde woede aan een boerderij
die, meer dan half onder water, de storm
en het water tot nu toe weerstond.
En met enige brandweerlieden klimt
vader Van Ekelen in een bootje en zoekt
hij zijn kinderen. Hij woonde slechts en
kele honderden meters verderop, vlak
achter de dijk en men redde hem gisteren
met zijn vrouw, zijn jongste dochter en
zijn schoonzoon, Piet Roks. Doch zijn ge-
Koninklijk jacht
noodhospitaalschip
Op koninklijk bevel wordt het
koninklijke jacht „Piet Hein" cp
de rijkswerf te Den Helder met
man en macht vaarklaar gemaakt.
Heden vertrekt het schip naar
Amsterdam, waar het snel tot
noodhospitaalschip zal worden in
gericht.
Zo spoedig mogelijk zal dit drij
vende koninklijke hospitaal naar
de rampgebieden vertrekken.
Prinses Beatrix geeft haar
nieuwe fiets
H. K- H. Prinses Beatrix heeft
spontaan het nieuwe rijwiel, da-
haar op haar verjaardag werd
aangeboden door een rijwielhandel
te Soestdijk, geschonken aan de
hulpacties voor het Rode Kruis.
Z.Exc. mgr P. Giobbe, Pauselijk Inter-1 Eisenhower, heeft het volgende telegram
nuntius, heeft Maandagavond het volgen- aan Koningin Juliana doen toekomen
telegram uit Vaticaanstad voor de
Nederlandse regering ontvangen
„Z. H., diep bewogen door de vreselijke
ramp die Nederland heeft getroffen, deelt
in de onzegbare smart, smeekt Gods er
barming over de slachtoffers en de in
nood verkerende bevolking af en zendt
Zijn apostolische zegen".
De president der Verenigde Staten,
Ruim honderd schepen naar de
getroffen gebieden
MET schepen, vliegtuigen, auto's en helicopters heeft men het reddingswerk
in de getroffen gebieden energiek aangepakt. Meer dan honderd schepen uit
alle vissersplaatsen zetten vannacht koers naar Zeeland, lange colonnes
auto's en trucs trachtten langs de modderige wegen zo diep mogelijk in de over
stroomde streken door te dringen, vliegtuigen van Marine, Luchtmacht en K.L.M.
scheerden laag over de watervlakten. En overal werd, waar mogelijk, hulp
geboden. Men evacueerde mensen, men gooide levensmiddelen uit, men voerde
zandzakken aan, men deed wat men kon. Want hier, waar nu het water de scepter
zwaait, is een deel van Nederland plotseling machteloos geworden.
Het hospitaalkerkschip „De Hoop" is vannacht om half twee uit Amsterdam
vertrokken met als voorlopige bestemming Hellevoetsluis. In totaal veertig
vissersschepen van alle types en grootten kozen zee uit IJmuiden en voeren zwaar
bemand en geproviandeerd op naar het Zuiden met bestemming Zierikzee. De
schepen zullen proberen het geteisterde Zeeuwsch-Vlaanderen te helpen. Met deze
vloot hoopt men tienduizend personen te kunnen evacueren.
Zoals wij reeds berichtten, maakte de Belgische Sahenapiloot kapitein Gerard
Tremerie met zijn hefschroefvliegtuig tal van tochten over de verdronken
Zeeuwse eilanden. In de loop van Maandag heeft hij enige tientallen slachtoffers,
onder wie zieken, naar de vliegbasis Woensdrecht gebracht. Kapitein Tremerie
heeft verscheidene „droppings" gezien. Jammer genoeg werden soms rubberboten
van boodschappen en mededelingen van persoonlijke aard, op briefjes en zelfs op
door wind en golven meegesleurd. Tijdens een landing op Thoien ontving hij tal
behulp van auto-radio's nieuws van het vasteland op te vangen. Naar de mening
lucifersdoosjes gekrabbeld. Waar mogelijk, probeert de ingesloten bevolking met
van kapitein Tremerie zouden twintig hefschroefvliegtuigen gedurende zeker
veertien dagen druk werk hebben om de dringendste behoefte aan transport te
lenigen.
,Mijn landgenoten en ik zijn diep ge
schokt door de tijding van de verwoesting,
land aangericht door storm en
vloed. Zij en ik wensèn Uwe Majesteit ons
innig medeleven in deze tragische om
standigheden te betuigen".
Kardinaal Frines. aartsbisschop van
Keulen en kardinaal Feltin. aartsbisschop
van Parijs, hebben aan Kardinaal De Jong
een telegram gezonden, waarin zij hun
medeleven betuigen met de nationale
ramp. Kardinaal Frines vraagt, welke
hulp de Duitse katholieken kunnen ge
ven..
Kardinaal Feltin biedt aan Nederlandse
kinderen in Frankrijk onder te brengen.
Voorts zijn telegrammen ontvangen van
vele staatshoofden, terwijl alle ambassa
deurs en gezanten in Den Haag de rege
ring hun deelneming hebben betuigd.
De waarnemende hoge commissaris van
de republiek Indonesia, mr Susanto Tir-
toprodjo, heeft aan minister-president, dr
W. Drees, een telegram gezonden, waarin
hij namens de regering en het volk van
Indonesië zijn innige deelneming betuigt
met de ramp, die Nederland heeft getrof
fen. De waarnemend hoge commissaris
heeft daarbij tevens „Huize Voorhout" (het
logeergebouw voor Indonesische studen
ten aan het Lange Voorhout in Den Haag)
ter beschikking gesteld om onderdak te
verlenen aan slachtoffers van de ramp.
HET POSTVERKEER
De postverbindingen met de eilanden
Beijerland, Rozenburg, Goeree en Over-
flakkee, Schouwen en Duiveland en
Noord-Beveland zijn nog geheel verbro
ken. Met de overige getroffen gebieden
is het postverkeer aan grote vertraging
onderhevig. Het uiterst mogelijke wordt
gedaan om de verbroken verbindingen te
herstellen, waarbij van iedere zich voor
doende gelegenheid wordt gebruik ge
maakt. Zo ging de post van Bergen op
Zoom met een vissersboot naar Ierseke
en vandaar per fiets naar Kruiningen.
Post uit Holland heeft via België over
Breskens Walcheren bereikt.
de grens van Zeeland, geen
beeld, van de omvang welke de ramp daar Natuurlijk!
heeft aangenomen. Men moet het doen
met een enkel, vaag telefoonbericht.
men heeft zijn stem niet meer onderiniet de waarnemingen der helicopterpilo-
contróle, het is alsof men minder goed
schijnt te horen, en men denkt dat het
waarmee men zich wapent, tegen de
ontroering welke men ondervindt en
het leed dat men zag en meebeleven
moest, nu zwakker wordt en gemakke
lijker te doorboren.
Machteloos
Doch sterker nog dan de uitputting,
ten die met hun toestellen tot tegen het
vallen der duisternis bedrijvig gonzend
als vreemde reuzenkevers, boven het ver
dronken land hebben gewerkt.
Doch zelf komt men er niet. De ver
slaggever probeerde het vandaag op wel
zes verschillende manieren. Hij ging naar
Rilland-Bath, nadat het gerucht gegaan
was, dat drie Goessenaren per fiets over
een secondaire dijk Woensdrecht hadden
weten te bereiken, doch voor Rilland-
ordelijke rij tezamen stonden. Maar plot
seling zitten wij boven Voorne en Putten
en is er niets dan een eindeloze water
vlakte. Hier en daar ligt de kom van'êen
dorpje op een zandbank in het midden
Een kerkje omgeven door wat huisjes. De
dijken steken boven het water uit, maar
zijn op. vele plaatsen doorbroken. Gaten
van tien, vijftig, honderd, duizend meter.
En daar doorheen stroomt traag maar
onverbiddelijk het water. Een witte streep,
zo uit de hoogte. En het vloeit terug naar
de zee. Maar dat is bedriegelijk. Het is nu
eb. Straks als het weer vloed is, zal het
water door die gaten in omgekeerde rich
ting stromen, landwaarts.
Daar op een droge zandplaat van vijf
bij vijf nieter staan wat koeien bijeen.
Die hebben misschien al twee dagen
geen verzorging meer gehad. Wie zal ze
daar weghalen? Men kan daar niet ko
men. De dijken met hun smalle wegen
steken wel boven de watervlakte uit,
'Packets, dat zijn ..Flying Boxcars". De Marine-Luchtvaartdienst heeft1 brokeif'en^n^en kan niet verd^'komen
Mitchells en Harpoons ingezet. Maar eerst moet er worden gedropped. j dan het gat in die dijk.
Ergens op een huis zitten wat mensen
die zwaaien met een laken, maar wat
kan een vliegtuig doen, dat daar niet
j landen kan? In de verte zien wy een he-
boven Vlissingen naar Souburg, waar men licopter stilstaan boven een verdronken
bezig is de dijken te dichten. Binnen de i huis. Om mensen te redden? Wij weten
Zandzakken uitgeworpen voor Walcheren
en Tliolen
BOVEN HET GETEISTERDE GEBIED, 2 Februari.
VOOR de derde maal vandaag is de X I opgestegen om hulp te bieden
Voor de derde maal draaien de motoren warm voor een vlucht hoven
de geteisterde gebieden. Er is gezegd dat een Dakota om twaalf uur zou
opstijgen van het vliegveld Valkenburg. Wij zijn er om twaalf uur. En daar
V er geef se pogingen jstaan vliegtuigen. Kleine legervliegtuigen en grote Dakota's Aan die kleine
Het front heeft zich verplaatst. Daar.I legervliegtuigen heb je niets. En Dakota's heeft men niet genoeg. Dc
ir op de Zeeuwse eilanden die van hier! a_:i.„..1;. r».'
uit nog altijd onbereikbaar zijn, woedt nu
de slag tegen het water in al zijn huive
ringwekkende hevigheid.
En nog steeds heeft men ook hier, aan
duidelijkDaarvoor zijn dc vliegtuigen allereerst nodig. Zolang moeten wij wachten.
die onmiddellijk en onweerstaanbaarBath stond mcn n°S machteloos,
nader sluipt, pijnigt de duizenden aani De verslaggever stak met een bootje van
dit front-tegen-het-water het besef, dat Halsteren over naar Thoien, dat ongeha-
de eerste slag tegen de woedende
elementen in West-Brabant nu vrijwel
gestreden is endat men nu uren
en dagen wellicht machteloos staat. De
sector Zevenbergen uitgezonderd,
waar Maandagavond twee nieuwe dijk
doorbraken dreigden, is de situatie
hier nu vrijwel stationnair. Voor Ril
land-Bath, bij Halsteren, rondzijwaarts
en in de andere, ondergelopen polders
bracht men het water tot staan en zakt
het nu, centimeter voor centimeter en
tergend langzaam, weg van de uiterste
grens welke het in de nacht van Zon
dag op Maandag bereikte. Men kan nu
slechts wachten; men kan nu het water
alleen maar volgen op elke vierkante
meter, welke het sedert vandaag prijs
zal willen geven. Het tempo is traag.
Het is té traag voor een mensenmassa
die meer dan een etmaal lang in koorts
tempo werkte en redde en sjouwde, en
nu, machteloos en met tot vuisten ge
vend is gebleven. Het bootje deinde wild
doch dapper op de bandjir waaronder,
vyf, zes meter lager, de weg tussen Hal
steren en de brug van Thoien nu verdron
ken ligt. Doch in Thoien vond men de
weg naar het Westen opnieuw versperd
door een onafzienbare eindeloosheid van
ondergelopen polders. De verslaggever
probeerde het elders, doch het bleek ver
geefs en hij keerde laat in de middag te
rug naar die sinistere geïmproviseerde
aanlegplaats, aan De Beek bij Halsteren
en hij zag zwijgend en verbijsterd toe hoe
dit volk, nog voor het zijn grond her
overen kan, nu zijn laatste doden bergt.
Men staat daar in Halsteren aan De
Beek en men spreekt met de waarnemen
de commandant van de plaatselijke brand
weer. Hij kreeg Zondagmorgen het bevel
over de onvermoeibare brandweerhulp
groep nadat de commandant Van de Berg
in gezelschap van brandweerman Lam-
pard Zondagmorgen bij Slikkenberg voor
het laatst zijn gezien. „Zevenendertig ver
misten nog!", zegt hij moe, „en er is geen
kans dat er nog iemand levend uitkomt"
Ook gisteren heeft (1e luchtvaart zich bij de hulpverlening niet onbetuigd
gelaten. Op het vliegveld Valkenburg zijn bergen werk verzet. Grote hoeveelheden
geconserveerde levensmiddelen, brood, rubberboten en vele andere artikelen en
materialen zyn in eendrachtige samenwerking door vliegtuigen van de Marine-
luchtvaartdienst, de L.S.K., de Rijksluchtvaartschool, de K.L.M. en niet te ver
geten door twee vliegboten van „Rescue-Service" van de Amerikaanse luchtmacht
boven de overstroomde delen van ons land afgeworpen. Ook de helicopter van de
Marine-Luchtvaartdienst heeft goede diensten bewezen.
Toen gistermiddag een „Sea-Otter" een marine-amphibievliegtuig tussen
Oude- en Nieuwe Tonge op Goeree-Overflakkee was geland en vergeefs probeerde
een rubberboot af te leveren aan een geïsoleerde boerderij de stroom was te
sterk kwam de helicopter te hulp om vanuit de lucht het reddingswerk voort
te zetten.
De inwoners hadden zich op het dak voorlopig in veiligheid kunnen stellen. De
toestand weVd echter met het uur gevaarlijker: de boerderij was al gedeeltelijk
ingestort. Een touwladder werd uit de helicopter neergelaten en na enige aarze
ling waagde de zoon de luchtreis. Zyn jongere zusje en tenslotte zijn bejaarde
moeder overwonnen hierop haar vrees, waarna het drietal veilig naar Nieuwe
Tonge kon worden overgebracht. De oudste zoon, die nog in de boerderij was
achtergebleven, trof het minder gelukkig. Nadat de helicopter weer boven de
boerderij was teruggekeerd, stapte ook hy op de touwladder. Zo onder op de
touwladder kon liij behouden op de dichtstbijzijnde dijk worden afgezet. Hij
kon niet aan boord worden genomen, doordat de hijsinrichting onklaar was
geraakt.
Noodseinen met een
laken
Het hele personeel van de Luchtmacht-
dienst is gisteren al op Valkenburg
gearriveerd op het bericht, dat alle
dienstplichtigen zich onmiddellijk naar
hun onderdelen moesten begeven. Zij heh-
ben de hele nacht gepakt. En nu nog ligt
de grootste hangar vol met stapels broden,
die worden aangevoerd door grote brood
fabrieken, vrachtauto's vol. In die uren
dat wij daar staan, komen die vrachtauto's
vol broden aanrijden. De een na de ander
Het geurt naar vers brood in die hangar.
De broden worden op stapels gezet en
daarna in zakken gedaan om te worden
afgegooid in de geteisterde gebieden, waar
nog mensen zijn, die van de buitenwereld
zijn afgesloten. Die staan daar op een paar
vierkante meter soms en wachten op hulp.
Eindelijk is het zover. Majoor Simon de
Jong heeft het besluit genomen. Met de
volgende Dakota zullen wij kunnen mee
vliegen. Hij heeft toch parachutes te kort
en alleen de duizenden zakken die nodig
zijn om de dijken te dichten, kunnen wor
den meegenomen. Voor de fans met voed
sel en de jerrycanes met water zijn et-
geen parachutes genoeg meer. En zakken
hebben geen parachutes nodig.
De vier voedselpaketten die reeds in
de Dakota geladen zijn, voorzien van een
parachute kunnen ook met het vliegtuig
van de Rijksluchtvaartschool, dat tege
lijk met ons zal opstijgen, worden ver
voerd en afgeworpen. Als hij alleen de
zakken meeneemt, kunnen wij ook mee.
De deuren uit de vracht-Dakota zijn
weggenomen om het droppen te verge
makkelijken. Majoor De Jong, de com
mandant van de „Transva", vliegt zelf.
Langs de kanten zijn "de banken neerge
klapt en daar liggen nu de zakken die
straks in de noodgebieden met zand zul
len worden gevuld om de gaten in de
dijken te dichten. Het zijn 7500 zakken
tezamen wegende 1500 kg. Dertig pakken
ieder van vijftig kilo.
Met riemen vastgemaakt
De afwerpers zijn de dienstplichtige
soldaat Van de Water uit Laren, de
beroepssoldaat le klasse Crama uit
Leiden. Verder vliegen mee de sergeant
Smakman uit Amsterdam en de luitenant
Haakman uit Bergen.
Direct achter ons vertrekken twee toe
stellen van de Rijksluchtvaartschool.
„Beach-Crafts", die ieder vijftien rubber
boten aan boord hebben.
Soldaat Van de Water en soldaat Crama,
hebben zich tegenover de open deur aan
de tegenoverliggende wand met riemen
vastgemaakt. Deze zijn zo lang dat zij, als
zij de zakken en de levensmiddelen, drop
pen, precies tot aan de uitgang kunnen
komen, maar er niet uit kunnen vallen.
Wij zullen naar Stavenisse en naar
Vlissingen vliegen. Dat wil zeggen vlak
kortst mogelijke tijd vliegen wij al boven
Scheveningen. Langs het strand zien wij
de boulevard. Aan het einde daarvan ligl
het schip dat daar vanmorgen is gestrand.
Het land houdt op
Wij gaan verder. Dan houdt ineens het
land op en begint het water. Zoeven
hebben wij nog een grote stoet van glazen
kassen gezien en mooie huisjes die in een
het niet. Wij zyn er te ver van af om
het precies te kunnen waarnemen.
Wy vliegen over Stellendam, Middel-
harnis naar Thoien. Daar zyn zakken
nodig die wy boven Stavenisse moeten
uitwerpen. Waar is Stavenisse nu? Een
vierkant pleintje met wat huizen en een
haven. Daar liggen enige boten en wy
hopen maar dat die daar heen gevaren
zyn om hulp te bieden. Een grote graan
silo is in tweeën gcV roken. Wat dood
vee ligt er op een kleine plek grond.
Geen mens en geen levend stuk vee is
er te zien. Daken van huizen, die bo
ven het water uitsteken. Twee lange
rijen boomtoppen, die vertellen, dat hier
een weg loopt. Een heg in het vierkant,
die net boven het water uitkomt en die
zegt dat hier de boer zyn eigen tuin had.
Maar van de boerderij is niets meer te
zien. Ergens in water varen boten. Om
hulp te verlenen.
Chaotische plekken
Wij vliegen van Stavenisse over Noord
en Zuid-Beveland en over Middelburg
naar Vlissingen. Eerst gaan wy droppen
in Souburg. De afwerpers liggen op de
bodem van de Dakota met banden vast
gebonden. De sergeant en de luite
nant slepen de zandzakken naar de ope
ning. Drie pakken stapelen zjj bovenop
elkaar voor het gat van de uitgang. En
dan maar wachten. De Dakota draait
scherpe bochten rond het dorp.
Een mecano komt vertellen waar er
gedropped moet worden. Als er twee keer
wordt gebeld van uit de cockpit moet de
zaak klaar staan voor het gat van de uit
laat. Bij de derde bel van de piloot moe
ten de afwerpers in actie komen en de
pakken er uit gooien. De kist schuift dan
mestal precies langs een dijkje. Je kunt
deze pakken niet droppen boven de droge
kom van een ondergelopen dorp. Als de
mensen ze op hun hoofd krijgen is het
middel erger dan de kwaal. Ze zouden
ook op het dale van een ondergelopen en
ondermijnd huis kunnen vallen. En dan
is vijftig kilo te veel. Men kan ook niet
in het wilde weg droppen. Het meeste
zou dan in het water terecht komen en
verloren gaan. Dus vliegt majoor De
Jong precies langs een dykje en dan
geeft hij het laatste sein.
Daar gaan ze. Tlkens 150 kilo, telkens
drie pakken van vijftig kilo. Als maar
schuurt die Dakota rond Souburg. Telkens
weer zien wij dat ondergelopen land. Die
rij huisjes op het droge waar het water
wrakhout, modder, riet en allerlei tegen
aan heeft gesmeten. Dat waren tuintjes
bij vredige huisjes. Dit zijn chaotische
plekken zoals Noë moet hebben gevonden
na de stranding van zyn ark.
Als de lading zakken is afgegooid, vlie
gen we terug naar het Noorden. Naar
Stavenisse op Thoien. Maar nog voor we
goed en wel van Souburg zyn afgezwaaid,
komen we in een donkere hagelbui terecht.
Majoor De Jong scheurt de kist er door
heen, die schudt en schokt in dit natuur
geweld. Hij raast er doorheen. We vliegen
nu Oostelijk boven de Schelde. Het water
stroomt nu weer sneller door de gaten
naar binnen. Het is vloed geworden. Een
lange aak vaart de Schelde af. Een ander
vliegtuig hangt tegenover ons laag op het
water en laat plotseling aan een parachute
levensmiddelen neer. Het verdwijnt lang
zaam tussen de huizen van Stavenisse.
waar nu een paar mensen by elkaar staan
op de dijk. Er liggen omgevallen en inge
storte bunkers.
Als we drie keer rond Stavenisse heb
ben gevlogen, is ook de laatste lading
zandzakken uitgeworpen. Dan gaan we
huiswaarts via Steenbergen, Dinteloord,
Middelharnis, Dordrecht. Wij denken aan
Noë en de zondvloed.
F. S.
De ramp die Nederland heeft ge
troffen, en die honderden mensen t
leven heeft gekost. Luchtopname
van de overstromingen te Oolt-
gensplaat, de huizen staan tot aan
de dakgoot onder water.
(Luchtopname ANP-foto)