Schouwen - Duiveland en Goeree - Overflakkee ergst getroffen Water spoelde vredige stilte over felle tragedie A mph ibie-vaartu igen enig redmiddel Pas dan Hulp uit de lucht voor het verzonken land 2 Dinsdag 3 Februari 1933 Putten voor 811oncler water. Dam bleef benouden. Gevaar voer Brielle voorlopig geweken. Heile- voëtslXiiS zwaar getroffen en ge ïsoleerd. Gat in sluishoofd bij Hel- levoetsluis voorlopig gedicht. Na aflopen van water gedeelte van Hellevoetsluis Weer droog. In I Oudenhoorn nog vele mensen en 1111 1 1 vee in huizen en boerderijen, die in nood, deelde Maandagavond geen heenkomen meer konden vin- den. Aobenbroek ingesloten evenals dr J; van Veen, hoofdingenieur DEN IIAAG. - Eén milllioen mensen zijn I oorne en Putten: van Rijkswaterstaat, mee. Hij zei moeilijk te kunnen zeggen, hoeveel gaten er in de dijken zijn geslagen, doeli hij schatte het aantal op 50 tot 80. Nog zeer vele mensen zitten in bomen; velen zijn te uitgeput om gebruik te maken van de rubberboten die vliegtuigen hebben uit geworpen. Amphibie-vaartuigen zijn de enige middelen om deze mensen te helpen. Uit berichten, die in de loop van gisteravond binnen kwamen viel vannacht om kwart over twaalf af te lei den, dat het aantal slachtoffers van de watersnood vermoedelijk tot 627 gestegen was. Een nauwkeurig getal kon niet worden bepaald, omdat diverse plaatsen nog geen definitief cijfer konden opgeven en met schattingen moesten volstaan. Na kwart over twaalf is geen nieuwe opgave van het aantal doden verstrekt. Aangenomen mag worden, dat het thans bekende cijfer nog met ongeveer 250 zal stijgen, wanneer meer en nauwkeuriger gegevens ter beschikking komen. Maar al zijn dan de gegevens omtrent de slachtoffers uiterst onnauwkeurig, langzamerhand kan men zich toch een nauw keuriger beeld vormen van de omvang van de ramp dan op de eerste dag en in de eerste uren. Schouwen en Duiveland: Overziet men de toestand op dit ogenblik, dan blijkt dat de eilanden Schouwen en Duivenland en* Goe- ree en Overflakkee tot de ergst ge troffen gebieden behoren, waar de situatie ook thans nog altijd zeer critiek moet worden genoemd. Op Schouwen en Duivèland is het duin gebied van Haamstede het enige ge deelte van het eiland, dat gespaard is gebleven. De rest is ondergelo pen. Vissess uit Ierseke. die een tocht naar het verdronken land hebben ondernomen, spraken van tientallen doden, van huizen, die op instorten staan en van duizenden mensen, die op de bovenverdiepin gen van hun woningen zitten te wachten op hulp. zondel- licht, zon der verwarming en "met zeer weinig voedsel. Bruinisse is ondergelopen. Eva cuatie van deze plaats is noodzake lijk- in verband met dreigend voed sel- en watergebrek. Zierikzee zal heden worden geëvacueerd. De klei nere gemeenten in de polders zijn volkomen geïsoleerd. Het aantal doden is niet te benaderen. In de huizen te Zierikzea staat het water 1 a lJ/2 meter hoog. Gm twee uur vannacht dreigde de dijk bij Brouwershaven te be zwijken. Vijftig procent van de boerderijen op het eiland is ver woest. De toestand op Schouwen- Duiveland is hoogst ernstig. Bij Den Zuidland. Toch wordt op Voorne en Putten om het behoud van een groter gebied gevochten dan in de Hoekse Waard en op Flakkee. in bepaalde gevallen heeft men zich achter verder terug gelegen water keringen moeten terugtrekken. Waai water tot staan komt valt moeilijk te zeggen. Dichten van dijkgatcn met kracht aangevat. Toestand Abbenbroek vertoont iels verbetering late avond 2 Febr. Wat."" iets er-'fki Geen gebrek voedsel en drinkwater. Beijerland: Stevensluis en Sintansland zijn dij ken weggeslagen. Goeree en Overflakkee: Met deze situatie op Schouwen vertoont die op Goeree en Over flakkee de meeste overeenkomst. Ook dit eiland staat grotendeels onder water. Slechts twee gebieden, namelijk rondom Dirksland en rondom Ouddorp zijn niet over stroomd. In de overige dorpen heeft de bevolking zich in allerijl óf op de dijken óf op de bovendiepingen in veiligheid trachten te brengen. Verscheidene plaatsen zijn nagenoeg niet bereikbaar. Evacuatie zal on vermijdelijk zijn. Er bestaat een dringende behoefte aan levensmid delen en ook aan zuigelingenmelk. „Alleen in Oude Tonge zijn in een loods 200 lijken voorlopig ge borgen. Van één inwoner, die alleen is overgebleven, ligen er vrouw en twaalf kinderen", vertelde ons de beer M. van Rees uit Dordrecht, die door burgemeester Van Dijk was uitgezonden op zich op de hoogte te stellen van de toestand op Goeree-Overflakkee. Walcheren en Zeeuws- Vlaanderen Gelukkig echter zijn het niet al leen sombere berichten, die wij vandaag behoeven te melden. Op Walcheren heeft men de toestand vrijwel geheel in de hand gekregen én in Zeeuwsch-Viaanderen is mo menteel de situatie al weer veel gunstiger geworden, met uitzonde ring dan van de gebieden ten oos- 'ten van de Braakman. In vele ge meenten in Zeeuwsch-Viaanderen staat geen water meer. Met man en macht is men bezig de dijken te -dichten en vandaag begint men met •het leegpompen van. enkele polders, te weten:- de Nieuwneuzenpolder. de. Nieuw-Othene-polder en de Kruispolder. Op Walcheren werken de- gemalen sinds gistermorgen al 'op vólle kracht. Vlissïngen is weer geheel droog' geworden. In Terneuzen ontwikkelt de toe-' stand zich in gunstige zin. Als het weer meewerkt blijft men de toe- 'sland meester. Tweehonderdvijftig militairen uit Weert herstellen de dijken in de omgeving van deze i plaats. De verbinding met Sas van-| Gent over land is hersteld. Ernstiger is de situatie bij Wals oorden en Hontenisse in het oosten van Zeeuwsch-Viaanderen. Bij eb ziet men het water door gaten in de Schelde stromen. De zware zeedijk voor de Nieuw-Othene-polder is over een lengte van vele honder den meters volkomen weggeslagen en veel vee is daarbij verloren ge gaan.- Op Walcheren is het dijkgat bij Fort Rammekens afgedicht, bet gat in de dijk bij' Vere dichtgemaakt. Er is geen reden voor ongerustheid al staan dan bij Arnemuiden enkele polders blank, al zijn dan de dui nen bij Oostkapelle en Domburg sterk afgeslagen en al zit Middel burg zonder drinkwater. Noord- en Zuid Beveland: Tweeduizend hectare, naar schat ting een kwart van het eiland, is onder water komen te staan. Doordat de gehele bevolking voortdurend in de weer was om de dijken te beveiligen, is Ierseke be houden. De toestand op het eiland is zo goed als geconsolideerd, be halve dan in het oostelijk deel. De polders bij Baarland staan onder water. De streek van Krabbendijke is een eiland van gelukzaligheid tus sen grote watervlakten. Maandag morgen zijn bij het Goesse Sas zeven nog niet geïdentificeerde slachtoffers aangespoeld, die ver moedelijk afkomstig zijn van Schou wen. In Kapelle zijn Maandag dui zend man de gehele dag bezig ge weest de val van de dijk langs de Westerschelde te voorkomen. Tholen De toestand is ernstig. Het aan tal doden zou zeer aanzienlijk zijn. In Stavenisse zijn vele huizen ver woest. De zeedijk is op drie plaat sen doorgeslagen. Veel koeien zijn verdronken. Nimmer is dit eiland door een ernstiger ramp getroffen. Polders ten Oosten van Putters- hoek overstroomd. Gebied weste lijk van Puttershoek watervrij ge bleven. Honderden vrijwilligers dag en nacht in actie geweest om de Blaakschediik le behouden. Hon derden zakken zand tegen de dijk. 100 vrijwilligers uit Barendrecht zu'len riijkwacht aflossen ,rn"v.ocht om tankschip met drinkwater. In 's Gravendeel is Zondag een huis ingestort, waarin 20 mensen toevlucht hadden gproeht. Al1«n meegesleurd. 600 personen wachten biieencenakt op bovenverdieping van lagere school op zakken van het water. Nacht van Zondag op Maandag weer twee dijken door gebroken. Zolang hoog water is dorp niet te bereiken. Verscheide- nen in 's Gravendeel bewusteloos geraakt door de koude. Eiland van Dordt: Overstroomde oppervlak heeft geen uitbreiding ondergaan. Maandag is Dordtse Biesbosch een prachtige pol der van 1400 a 1500 ha verloren ge gaan. Schade enorm. Alle polders ten Z. van Wieldrechtse zeedijk nu verloren. Hoekse Waard: Behoort tot zwaar getroffen gebie den. Groot deel ondergelopen. Ron dom Oud-Beijerland en Klaaswaal no gdroog gebied Dorpen Oud- en Nw Beyerland, Mijnsherenland en Westmaas. ten noorden van Klaas waal, worden nog niet bedreigd. Aan dijk wordt gewerkt en men verwacht dat deze het zal houden. Stroom uit gevallen. NAAST het directe nieuws over de toestand van de overstroom de eilandenreeksen ten Zuiden van het Hollands vasteland is er voor iemand, die er uit te lucht mee wordt geconfronteerd een onbe schrijfelijk gevoel van afgrijzen door dat voortdurend neerzien op een poel van mateloze ellende. Het is zo veel. zo uitgestrekt lang en zo monotoon in zijn onafwend bare herhaling van bijna steeds diezelfde deprimerende beelden, dat deze indruk onnoemelijk dieper gaat dan wanneer, men ter plaatse het grijze, kabbelende water aan zijn voeten ziet. De zon schittert af en toe speels en vriendelijk over de golven, maar zij schijnt op ver rotting en brokstukken. Een gol vende. sluierende bui jaagt over de koppen van de moedeloze geduldi ge koeien, die ergens in de zond vloed de laatste uren van hun leven in Dijn en angst doorbrengen op het hellend kampje land naast een ver- ,41 blasserwaa rd Zuidwestelijk gedeelte ondergelo pen. Oosten en noorden op het ogenblik nog droog, wordt door water bedreigd, Veël hangt er van i af of grote gat in dijk tussen Pa- I pendrecht en Alblasserdam zal kun- non worden gedicht. Vrees dat bij 1 Pa pendrecht water zal stijgen. Uit Papendrecht 300 gezinnen geëva- I cueerd. Bij hoog tij nog steeds veel water in Albl waard. Van 24.000 ha. 5.500 a 6.000 onder water. Gat bij Sliedrecht onder de knie. Gaat over tot definitief dichten daarvan. Toestand niet onrustbarend. Krimpen erwaard Geen nieuwe dijkdoorbraken. Ge. rucht over doorbraak bij Capelle a/d IJsel gelukkig onjuist. Aan door braak bij Ouder-ïierk a/d IJsel giste ren uit man en macht gewerkt door soldaten van verbindingsdienst uit Utrecht en Den Haag en inwoners. Geen gevaar voor nieuwe doorbra ken. PEK DAKOTA OVER RAMPENGEBIED: (Van een onzer redacteuren) '""PWEE FIGUURTJES in een roeibootje met rondom een grauwe onafzienbaarheid van water, waarin eenpaar brokkelige lijnen van dijken getrokken staan in dat beeld ligt heel de ellende vervat van al die verdronken gebieden aan onze westkust. De schemering zal spoedig invallen, hagelbuien gieren langs ons vliegtuig en vier-, vijfhonderd meter onder ons die twee mensen zonder dekking. Wanhopig zwaait er een met een lap om maar onze aandacht te trekken. Maar wat dan nog? We zien hen, maar kunnen niets uitrichten. Je zou het ze willen toeschreeuwen: zeggen dat we nu eenmaal niet op die watervlakte kunnen neerstrijken; zeggen dat we ook geen parachute met een voedselpakket meer aan boord hebben; zeg gen dat we alleen maar in gedachten met hen kunnen meeleven en zeggen dat we om onszelf en om onze zekerheid, straks weer veilig thuis te kunnen zitten, warm en goed gevoed, eigenlijk beschaamd zijn. Maar wat baat hun dat, wat baten onze goede wensen? Zij zien ons overvliegen en weer verdwijnen en zij blijven onbeschut achter en moeten voortroeien, het duister te gemoet, zonder dat er voor hen, uren in de omtrek, ergens een plek is, waar ze geborgenheid kunnen vinden. -JU Zoals men begrijpt wijzigen de omstandigheden zich nog steeds. Ook na het tijdstip, waarop onze tekenaar deze kaart maakte is weer veel veranderd. Zo ligt Dor drecht nu in een kwart cirkel droog gebied. De rechterhelft van het eiland IJsselmonde. ten Oos ten van de lijn Rotterdam-schuin rechts naar beneden staat ook droog, van het eiland Tholen staat het Oostelijk deel voor zover bekend ook droog. laten kerkje waarvan cfe deuren opengeramd slaan. De bui dwingt het kleine toe stel. dat van elke windvlaag een koppige stoot incasseert, een bocht te beschrijven. Onder de vleugels schuift een heel klein roeibootje, verbeten ploeterend over cfe sme rige drekkige watervlakten. Een man in een jekker heft een spaan omhoog en wuift. Wat wil hij? Hulp? Van ons? Een nietig dorpje, dat drie cfagen geleden een onno zel vlekje was tussen de akkers, is afschuwwekkend: we draaien er drie maal laag boven, maar nie mand van ons vieren ziet een mens. Geen mensen, geen dieren.niets. Alleen een schommelende pruik hooi, die langzaam de staldeur van een scheefgezakte schuur komt uit gevaren. Verbrokkelde dijken, ge schonden huizen, een flits van een boerderij scheren achter ons van daan. Plots zien we gele vlekken waar mannen met rubberboten be zig zijn. Tien seconden later is er alweer een volgend dorp onder ons: geen mensen, geen dieren, niets. Hetzelfde beeld van straks. Het is heel erg moeilijk om zo te schrijven, dat anderen een idee hebben hoe men het zich moet voorstellen. Al heeft men wel bij de bedreigde en vermorzelde dij ken gestaan, wel meegemaakt hoe groot het verdriet is en hoe zwaar de schade, dan nog is het te be twijfelen of men datzelfde hulpe loze en verbitterde gevoel krijgt, dat zich vastbijt wanneer een vlieg tuig heeft getoond hoeveel er straks te helen is. Dan pas begrijpt men de enorme taak, die ons te wachten staat. En dat waren er-clan nog maar twee, die in dat roeibootje ergens op Duiveland. Maar duizenden zijn er als zij aan toe. Wanneer we over Tholen vliegen, dat een groot meer geworden schijnt, staan ze in Stavenisse langs de kade op ons te wachten. Want Stavenisse heeft nog een paar straten die weer drooggevallen zijn. Een hon derdtal mensen is langs de haven samengedromd en wuift naar ons, blij dat er hulp geboden zal wor den. Maar we hebben geen voedsel voor hen: alleen maar 2500 zak ken. die ze met zand moeten vul len om er de dijken mee te dich ten. Druppel op een gloeiende plaat. Want wat betekenen 2500 zakken zand, wanneer de diiken op tientallen plaatsen doorgebro ken zijn, over een lengte vaak van een paar honded meter? Onbegon nen werk schijnt het. Net wanneer wij er rondcirkelen om onze lading af te werpen, na dert er een twpede vliegtuig. Gro te pakken worden er uit gesmeten, waarvan zich langzaam de para chutes ontvouwen. Bij onze derde rondvlucht is een van die pakken inmiddels neergekomen op «wat drassige grond. Tientallen mensen rennen er heen om de buit in vei ligheid te brengen: voedsel! Onze nakken zijn verder weg terechtge komen. de meeste op een stuk dijk. Ze zaten niet aan parachutes en die van Stavenisse hebben al wel begrepen, dat wij geen leef tocht hebben uitgeworpen. Nie mand is dan ook daarop afgerend: voedsel is belangrijker dan zand zakken. En dat typeert de critieke situatie. T on nen-ladi ngen 7 O IS HET in Stavenisse, zo is het in Zierikzee en in tiental len andere plaatsen. Onmiddellijk toen het licht was, Maandagmor gen. ziin er van de militaire vlieg basis Valkenburg bij Leiden, toe stellen de lucht in gegaan om voedsel, zandzakken en rubberbo ten naar dat verzonken land te brengen. Sinds Zondagavond wordt er in de grote hangar voortdurend met wisselploegen gewerkt aan 't gereedmaken van de zendingen en het laden der vliegtuigen. Tonnen- ladingen brood, margarine en con- serven worden er de hele dag aan- 1 gevoerd. En een vliegtuig, terug van een ravitailleringsvlucht blijft er niet langer aan de grond dan de tijd die nodig is voor hei ver- stouwen van eèn nieuwe lading. Valkenburg is het centrum voor l do hulpverlening uit de lucht. Hon- j derden zijn er voor in de weer en tellen hun overuren niet. En kan- I keren doen ze er alleen maar, om- dat ze te weinig verpakkingsmate- 1 riaal hebben, omdat de voorraad parachutes te gauw uitgeput raakt 1 en omdat aan de aanvragen voor hulp niet. snel genoeg voldaan kan worden. Plu n inzakken hebben ze al voor de vernakkine verbruikt, óm dat de voedselzendingen nu een maal moesten doorgaan. En de hele dag is er gevlo«en. on en neer. Met oude Dnmmini's, met Zee-otters van de Marine en met Dakota's van de Transva. Containers met inge blikte eetwaar en drinkwater voor I Stavenisse, zandzakken voor Sou burg, rubberboten voor Zierikzee. Zierikzee trouwens heeft er geen vreugde aan beleefd, want die zo broodnodige rubberboten zijn af gedreven in de Oosterschelde. Bij de afdeling Operaties op Valkenburg komen alle verzoeken en noodkreten om hulp uiteinde lijk binnen, vaak via de Luch- machtstaf, soms ook door bemid deling van andere instanties. En in de Operation Room wordt de koers van elke vlucht uitgezet. Ge woonlijk wordt iedere tocht zo uit gestippeld. dat er vijf- of zesmaal gedropt kan worden, d.w.z. dat er op vijf of zes plaatsen zendingen uitgeworpen worden. Onze Dakota de X 1, de kist van de chef luchtmachtstaf kan omdat het al laat in de middag is slechts twee droppings vei'zorgen: alleen die zandzakken voor Stavenisse en voor Souburg. Drie andere Dako ta's zijn al in de lucht met voed sel. Steeds troostelozer T-T ET IS MAAR een wip van Valkenburg langs de kust naar Hoek van Holland. Het Westland, kapitale uitgestrektheid van broze warenhuizen, ligt met al zjjn glas weer onbedreigd te blinken in het troebele zonlicht. De smalle duin strook bliikt door de springvloed danig afgeknaagd, maar heeft de druk weerstaan. Anders wordt het grondzicht al wanneer we één maal de Nieuwe Waterweg ge kruist hebben: op Rozenburg grote watervlakten met hier en daar wat st.uk.ies dijk. Troosteloos ziet het er uit. Troostelozer nog bleek het verder Zuideliik. Zie bijvoorbeeld Goeree: je kunt alleen maar probéren bet te zien, want slechts wat, duinkoppen in het Westen markeren de plaats waar het eens uit zee verrees. Landinwaarts is het. land er niet meer. Hoe de zee-armen eens lie pen om Goeree-Overflakkee en om Schouwen-Duiveland is van uit de lucht nog slechts aan stro- mm es verschillen af te leiden. Boomkruinen en af en toe een rooH nannendak schijnen er rond te driiven. Slechts op enkele plaat sen bhikt het, land wat hoger en daar liet dan bijvoorbeeld Zierik zee: huizen aan blanke straten, waarin het water doorgaans tot aan de raamdorpels staat. Vrede en noodschreeuw WERZONKEN LAND biedt geen dramatische aanblik. Die uit gestrekte watervlakten hebben over de tragedie die er zich afge speeld moet hebben hun stilte ge spoeld met vredige rimpelingen. Het kadaver van een koe, drijvend voor een zolderraam, getuigt even van dit tragedie. Maar dan is het beeld al weer onder ons wegge gleden en zien wij uit het deurgat van onze Dakota de deur is er met het oog op de droppings uit- gesloopt alleen maar een rustig zeegezicht, dat onder de. late zon zelf iets teders en lieflijks heeft. Waren we twee dagen geleden over diezelfde plek gevlogen, dan zouden we er echter boeren heb ben zien ploegen, Hoe fel en rampzalig de tragedie van die mensen en dat land ge weest moet zijn, realiseer je je pas daar, waar de zee zich weer iets teruggetrokken heeft en wat van het verdronken land prijsgaf. Als een vertwijfelde noodkreet schreeuwt dan door die vredige stilte het beeld van een ploeg, die boven het water uitsteekt, van amper bereid akkerland met don kere voren, die nog juist zicht baar zijn onder een grauwe water- laag. Dat is het beeld van de ver dronken hoop. Je krijgt het te zien bij een rij huizen, waarvan een klein stukje erf weer bloot is ko men te liggen: deuren losgerukt in een gang, ruiten ingedrukt door de kracht van het water, dat nu weer geweken is. De voorraad van hooi zolders ligt uiteengeslagen op de doorweekte aarde, wrakhout en huisraad erbij. Een matras is weg gedreven en blijven haken aan een scheefhangend hek. Alle leven is hier weggevlucht en uitgestorven, maar de stilte die hier heerst is niet vredig meer: het doodse zwij gen hier is een bittere, schrijnende klacht. „Dropen" 7 O HEBBEN WE Tholen gezien, toen we het op de westpunt gelegen Stavenisse naderden. Laag zijn we er over heen getrokken. Twee korte belseinén waarschuw den ons in de laadruimte de vracht gereed te houden voor een dropping. Het derde sein voor de dropping zelf bleef uit: een plotse- Hct ogenblikwaarop boven de haven van Stellendam voedsel pakketten worden uitgeworpen. linge hagelbui ontnam alle zicht. Op Walcheren zou het beter zijn, eerst daarheen dus.' Noord-Beve land blijft onzichtbaar onder de buien, van Zuid-Beveland zien we weer wat drooggevallen grond, maar Wolphaartsdijk helemaal in het water toont slechts uit gestorven rijen huizen. Walcheren echter valt mee, vergeleken al thans bij de andere eilanden. De nieuwe dijk van Westkapelle heeft het gehouden, maar bij Arnemui den is het weer triest.. Middelburg ligt onaangetast 'in een vleugje zonlicht te soezen rondom zijn nog in steigers gepakte Lange Jan. En in Vlissingen zien wedruk ver keer op de straten, alsof er niets aan de hand is geweest. Maar in. de boulevard is een groot gat ge slagen. Er staan nu wat groepjes mensen bij te kijken. Even boven Vlissipgen, bij Sou burg moeten we vijfduizend zand zakken uitgooien. Waarom, zo vraag je je af, want er schijnt op het eerste gezicht maar heel wei nig schade, 't Blijkt er toch op en kele plaatsen nogal hachelijk te zijn, zo weet een van de vliegtuig bemanning te vertellen. Hij is er vandaag al vaker boven geweest. Laag en zo langzaam mogelijk trekken we er over heen, de twee waarschuwingsbelletjes zijn al ge gaan. Een stapel zandzakken ligt gereed in de deuropening, er ach ter zitten twee soldaten, rug tegen de wand, benen opgetrokken, voe ten tegen de stapel. Zolang de derde bel gaat kunnen we droppen, zegt de luitenant, die toezicht houdt. We houden nog lager aan, de grond komt snel op ons af. de horizon is vanuit het deurgat niét meer zichtbaar want we liggen in de linkerbocht. Dan klinkt, lang aangehouden de derde bel. Mét hun gordels aan de wand vastge haakt zetten de soldaten hun be nen schrap en daar schuift twee honderd kilo over boord. Een pak blijft steken, krijgt een extra trap en .volgt de andere. Net iets te laat: het komt terecht buiten het met vier witte vlaggen op een on der ons wegglijdende akker afge bakend veld, in een sloot. Drie keer nog vliegen we rond. Als we boven het kerkhof zijn gaan de waarschuwingsseinen; kruisen we de weg, dan volgt het commando voor de dropping en pas een paar seconden nadat we de zakken ge lost hebben, zien we het veld waarop ze neer zullen komen. Al les gaat nu goedd. Miserie in de zon T OT ZIENS, Souburg en sterk- A te. Wij gaan terug naar Tho len, waar ze op ons rekenen. De zon is al weer weg en hagel stuift onze kist binnen. Tussen de vlagen door zien we links Noord-Beve land liggen, dat het kwaad te stel len moet hebben, nu de zee op nieuw door een paar gaten in de dijk naar binnen dringt. En dan ligt voor ons in stralende zon de mise rie van Stavenisse. Dijken aan de landzijde afgevreten door over slaande golven, losgeslagen bun kers, groezelig kolkend water, dat door de gapingen van de zeewe ring zich naar binnen zuigt. In het verkommerde haventje een lage schuit onder stoom en op de ka de, tegen de huizen gedrukt, die kleine honderd wuivende mensen. Vier van onze bundels zandzakken vallen in zee, vefloren. Maar de mensen van Stavenisse blijven wuiven. Dankbaar voor onze po ging hen te Helpen. Dankbaar voor de komst van die andere Dakota, die voedsel aan boord heeft. Voorbij Stavenisse ligt er dan weer het water tussen brokstukken van dijken, zwijgend, vriendelijk kabbelend, o zo vredig. „Op een van die daken daar," zegt een sol daat, „zag ik vanmorgen 'n vrouw met een kind zitten. We zijn er heel laag overgegaan en hebben geprobeerd een rubbervlot voor ze te droppen, 't Is afgedreven. En we konden niks meer voor ze doen. Nu zijn ze weg." Weg zijn ook de twee mannen, die de luit vanmor gen zag. Tot hun middel in het water waadden ze over wat eens een verhoogd pad geweest moet zijn. Misschien zitten ze nu op de zolder van een boerderij op hulp te wachten. Maar het kan ook zijn, dat in dat verhoogde pad onder water een paar gaten waren ge slagen. P)E SCHEMERING begint in te L-s vallen. Onder ons, op dat trieste Tholen, probeert een twee tal boeren een kleine kudde koeien over een dijk in veiligheid te brengen. Tegen de dijk drijven wat kadavers aan. Langzaam ploeteren de veedrijvers voort, hopend ach ter de horizon wat veiligheid voor zichzelf en hun dieren te vinden. Wat zij nu nog niet zien kunnen, zien wij: enkele kilometers verder zullen zij niet meer vooruit kun nen: er is een groot stuk van die dijk weggevreten...

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 1