Tientallen in de polders bif Halsteren verdronken air-wick neemt rooklucht weg GRIEP Overal troosteloze watervlakten UlofdieA PANDA en de geheime documenfen zee nog niet bedwongen Historie keerde terug Eerst de dijken dichten, dan mensen redden Groot gebrek aan boten Toch is het zo! HUIS :l vol iiYSTERIE HET GOOI EN OMMELAND VAN DINSDAG 3 FEBRUARI 1933 7 We weten niet hoeveel. Polderbeivoners gegrepen door stormvloed (Van een onzer speciale verslaggevers) UIT HET HOOG GELEGEN HALSTEREN lopen de bewoners dikwijls even van hun werk weg naar het punt waar de Tho- lenseweg in de Auvergnepolder duikt en het water hun een halt toeroept. Want het zijn toch hun plaatsgenoten, die daar Za terdagnacht een vreselijke dood vonden, besprongen door de storm vloed, die, aanstormend van de Ooster-Schelde, de zware dijk op vele plaatsen doorbrak en zich met vernielend geweld in het lage land stortte. In die polders leefden hun boeren en hun land arbeiders, die alleen maar tegen zich hadden dat zij onder zeeniveau woonden. Een omstandigheid die hun nu noodlottig werd. Zij heb ben gisteren en ook nog vandaag, langs de hoge walkanten ge zocht. Zij hebben 57 doden gevonden, vrouwen, mannen en kin deren, verkrampt in een laatste worsteling om het leven te be houden. En zij weten, dat er nog meer kunnen worden gevonden, aandrijvend op de wind, die landwaarts stuwt. Niemand weet nog, hoeveel er liggen onder het puin van hun ingestorte huizen en wanneer het water hen er uit zal spoelen. Zij staren over de troosteloze water vlakte. In het Westen blikkert in de felle zon de dijk, een gekartelde streep, waar de zee de dijktop aanvrat. Dan is er ineens niets meer. Daar brak de dijk tot de voet door. En weer komt deze gekai-telde rand boven het water uit om verder te gaan in de richting, waar in de verte de kerken en huizen van Tholen boven het water uitsteken. Een arm zalig stukje waterkering is van deze massieve zeedijk overgebleven. Geen meter lijkt zo van een afstand onbe schadigd. En dat kilometers lang. Hier en daar steken boven de blinkende wa tervlakte de daken van enkele kapitale boerderijen en grote landbouwschuren uit. Die zijn nu verlaten. Wilgen steken hun takken boven water, onderin han gen slierten hooi en stro, die bij het val len van het getij er in achter zijn ge bleven. Kleine daglonershuisjes staan verstrooid nog overeind. Wonderlijk ge spaard gebleven tegen de ronkende wa tervloed. Maar verderop hangt een huis scheef in het water, en staat op instor ten. Een dakraam staat open, er waait een stuk gordijn uit. Van wat nog over eind staat konden de bewoners worden gered, maar tientallen arbeidershuisjes werden weggespoeld in de nacht bij de eerste vloedgolf, later ondermijnd door het barnende water en het rukken van de storm. Als zij nog op de zolders of op de daken zaten, hadden de bewoners geen kans op redding. Te laai De inwoners van Halsteren kunnen het vertellen, hoe verschrikkelijk die Zondag voor de bewoners van de Au- vergne polder is geweest. Zij hebben daar gestaan op de uiterste grens van de weg, waar het water tot stilstand kwam. Ze hebben gezien hoe dappere kerels, jongens uit Halsteren, en schip pers uit Tholen en Bergen op Zoom met roeiboten zich waagden op deze opge- zwiepte binnenzee, op weg naar deze boven water uitstekende daken, om tc zien of zyn nog levens konden behou den. Zij hebben ook gezien hoe Zondag middag een van die daglonershuisjes, waar een vrouw, een man en drie kin deren op de rand van het dak zaten, langzaam in elkaar zakte. Zij zagen de mensen in het water worstelen, ze had den nog hoop dat ze, voortgedreven door stormwind, zouden komen aandrij ven, maar ineens waren ze verdwenen. Roeiboten, die op weg naar hen toe waren, zochten nog, maar konden niets vinden. Hadden we maar een motorboot ge had, dan hadden we er meer kunnen redden, zeggen ze. Nu is die motorboot er. Goed bruikbaar, zeker, maar voor velen te laat. Tabakslucht is geen probleem meer. Evenmin als keukengeuren, de lucht van ziekenkamers en van huisdieren. Kortom, alle luchtjes kunt U prompt verbannen, dank zij Air-Wiek. Want Air-Wiek bevat o.a. chlorophyl en houdt Uw woning altijd fris. mensv* EENf'^*t0 Vraag uitsluitend de originelet flacon Air-Wiek f 2.40 Offervaardigheid en moed Ze vertellen ook het verhaal van die wachtmeester van de Rijkspolitie, die met de brandweerauto op het eerste alarm de polder was ingetrokken, met gillende sirene om de slapende mensen le waarschuwen. Maar ze stuiten op het aanstormende water. Ze keerden om en reden voor de aanvallende vloed uit. Ze gingen van de wagen om vluchtende mensen op te hélen, om mee te nemen. Zo kwam een moment dat de wagen verder moest om niet overspoeld te wor den. Twee dappere kerels waren in het duister nog aan het zoeken. Een van hen wist zich later te redden, de ander wordt vermist. De wachtmeester nam nog een oude man op zijn schouders, maar op weg naar de veiligheid moest h(j een boerderij invluchten. Op de zol der hebben ze gezeten, urenlang. Totdat ze door een roeiboot werden afgehaald. Redder en geredde moesten zelf worden gered. Er is daar in die Auvergne pol der veel leed geleden, maar er zijn pok prachtige staaltjes van moed en offer vaardigheid getoond, die de mensen stil maken. Gebrek aan water en voedsel 57 slachtofers hebben ze gevonden, maar nog patrouilleren ze langs de hoge kant om te zien of er nog meer aan komen drijven. Daar wordt ook gezocht onder de lagen hooi en stro, die op die kant zijn aangespoeld en zijn blijven lig gen bij vallend water. In die chaos ont waart een een wrakke stoel, een tafel, overblijfselen van een kast, weggespoeld uit een ineengestort huis. Vanmiddag zouden 50 militairen aan komen. om langs deze kant te gaan zoeken naar slachtoffers en cadavers van omgekomen vee. Deze laatste moe ten spoedig worden opgeruimd. Over de weg vaart een roeibootje met technici in de richting Tholen. Want daar in het dorp, dat nog droog ligt, maar geheel Voorkom besmetting I N..„ Montiei, tel li»"»» „(„.„middel. D infecterende mond- tabletten b.scherme keel- is U afdoende en zijn bovendien aangenaam van smaak. Heem tijdig door het water is omgeven, heerst al drinkwater- en voedselgebrek. De water leidingbuis is op de duiker gesprongen. Als ze deze plaats kunnen bereiken en ze vechten er voor zullen ze het lek kunnen repareren. Dan is Tholen uit de ergste nood en heeft het zuiden drinkwater. Boven de weg worden zuur- stofcylinders in een motorboot geladen. Men zal deze hard nodig hebben. 19. Agenten houden er niet van, dat men hen kisten over het hoofd slaat; en de politieman, die aldus door Pat O'Nozel was behandeld, maakte op deze regel geen uitzondering. Een aanzwellend gegrom uit de kist bewees, dat de agent bezig was een belediging van een ambtenaar in functie te constateren. Alles wees er op. dat hij strenge maatregelen zou gaan treffen, zodra hij weer op krachten was. Maar hier wachtte Pat niet op. „Vooruit!" riep hij, Panda, die door de laatste gebeurtenissen totaal verbijsterd was, met zich meesleurend, „geen tijd om dat agent alles uit te leggen; anders missen wij de boot!" En voor Panda goed en wel kon verwerken, wat er allemaal gebeurde. had Pat hem meegetrokken achter op een auto, die in de richting van de haven reed. „Dat was een snelle, onop vallende aftocht!" zei Pat voldaan. De twee spionnen, die onze vrienden gevolgd waren, hadden echter alles gezien! „Daar gaan de geheime agen ten!" riep de grootste, „achter ze aan!" „Nee." zei de kleine, „eerst politieman helpen!" „Een politieman helpen?' herhaalde de grote, „dromme- lowits! Dat heb ik nog nooit gedaan!" „Kletschka!" siste de kleine, „politieman boos op ge heime agenten; hij gaat achtervolgen. Wij met politieman mee, dan wy krijgen geheime agenten!" Als 500 jaar her: (Speciale berichtgeving). VAN DE WIELDRECHTSE ZEEDIJK een paar kilometer Zuidelijk van Dordt tot aan het Hollands Diep: één grote vaalgrijze kolkende watervlakte. Midden in deze waterbaaierd de aan puin gebeukte spoordijk, die op drie, vier plaatsen werd over spoeld en niet bij machte was het aandonderende water te keren. Scheefgezakt hangen de portalen van de bovenleiding in het water. Verder alleen maar water, water, waterJa, dat water, wij heb ben het getemd, het water, dat de vijand was van onze lage landen; het heeft zich in vaste banen laten dringen. Honderd jaren en meer ervaring in de strijd met deze vijand hebben in machtige waterbouw werken, in bruggen en dyken, hun neerslag gevonden en Nederland kon met reden trots zijn: wij hadden het water bedwongen. En nu zijn daar bij nacht de ele menten losgebroken. Een donderende orkaan heeft de dijken gebeukt, het wa ter opgestuwd in een niets ontziend ge- Tragiek van de rampspoed: Wonderbaarlijke reddingen; trieste verdrinkingen (Van een speciale verslaggever). WAT MOET MEN GRIJPEN uit dit diep tragische gebeuren? -Men weet het niet, de indrukken zijn veel en vrijwel alle in- droevig. Mag ik enkele beelden in mijn herinnering terug roepen, dan zie ik ergens bij de Moerdijk een man en een vrouw met twee kinderen, geassisteerd door twee militairen, in een boot op het water zwalken. Een paard staat nog net met zijn kop boven water van zijn stal uit naar buiten te kijken. Een boerenknecht waadt tot zijn borst door het water om de touwen, waarmee het vee in de stallen is vastgebonden, los te snijder. Hij rukt aan de halsters van de dieren doch onwrikbaar blijven ze staan, onwillig om twintig meter door het water te waden en de veilige wal te bereiken. Te Fijnaart wordt een gebroken oude man een Rode Kruispost binnengebracht en snikkend vertelt hij, hoe zijn vrouw in de nacht van het dak is gegleden en in het kolkende water is verdwenen. Een lid van de commando's uit Roo sendaal kan de dringende bede van een hoofdingeland niet weerstaan en zwemt met een touw om zijn middel naar een honderd meter verder gelegen boerderij, waar de vrouw van de ingeland en. diens twee kinderen op de bovenverdieping zijn samengedrongen. Hij brengt een verbinding tot stand en weet, behalve dit gezin ook de buren te redden. Er gens op een droog stuk land staan hon derden stuks loeiend vee met volle uiers. Zij zijn voorlopig gered, maar vele zijn zwaar ziek en zullen binnenkort aan longontsteking sterven. Ieder roept om boten, maar men ziet er slechts weinig. En een ieder klaagt, waarom er nu juist op dit punt geen vaartuigen zijn die de hulpeloze slachtoffers, die daar ginds uit de bovenverdiepingen met handdoeken zwaaien, kunnen red den. En komt er dan eindelijk een boot, weid. Nu staan de mannen in de be schutting van een schuur op de Wiel- drechtse zeedijk uit te zien over deze in één nacht tot een onheilspellende dreiging geworden watervlakte^ De zee is Holland binnengedrongen. Wie heeft er eigenlijk ooit gedacht, dat deze dijken nog eens zo zouden worden aangeknaagd? De mannen op de dijk niet. Ja, ze hebben thuis in het kabinet nog een boek, waarin de Sint Elisabethsvloed staat beschreven. Het is lang geleden, in 1421, maar vraag het aan de bewoners van deze streek, die het uitzicht hebben over de Biesbos en zij kunnen er U alles van vertellen. Want, thuis staat het boek, waarin de vloed werd beschreven. Op 1 Februari van dit jaar zijn ze in de heel vroege morgenuren op wrede wijze aan dit verhaal herinnerd: een or kaan en een springvloed. Als toen, ruim vijfhonderd jaar geleden, toen de men sen vrijwel ongewapend tegenover de elementen stonden. De dijken hebben het tot nu toe gehouden, al die jaren weer stonden zij de stormvloeden en nu. in de nacht van 31 Januari op 1 Februari zijn allerwegen de gaten in de dijken ge slagen. is de zware spoordijk in één machtige vloedgolf genomen, als was het een dijkje van een kinderfort aan het strand. Het wijde zware polderland is een zee geworden. Advertentie Ik ontdekte vandaag. een dot van een truitje! Zó eenvoudig en goed van vorm dat je je er wel behaaglijk in moet voelen. Het h&eft werkelijk charme! Ik noem het mijn „basistruitje" om dat ik in gedachten al zoveel leukeja ook geklede, com binaties maakte. Het is f ijn- geribd en van zuiver wol. Be kleuren anthraciet, lichtgrijs, lavendel, zwart of bleu zul- Jen U zeker bevallen. En de prijs van f 11,75 is die geen blijde verrassing? Waar ik het vond? U raadt het al: bij Witteveen, het modehuis waar men „feeling" heeft voor wat een Vrouw met een persoonlijke smaak flatteert. U weet wel bij WITTEVEEN in UTRECHT aan de OUDE GRACHT Nr lJjS". D hJ de doorbraak van het Nauw *-* van Calais, thans 7000 jaar geleden, werd de grondslag gelegd voor de tegenwoordige vorm van Nederland, doch gelijktijdig wer den de voorwaaren geschapen voor de waterrevmpen die door alle eeuwen heen ons land zouden teis teren. Want voor die tijd vormde de Noordzee tussen Engeland en Nederland een binnenzee die tegen de landengte van Calais doodliep. De waterspiegel was toen onge veer 7 meter lager dan thans, doch dit betekende -niet dat een groter deel van ons land boven water stak. Integendeel, de vage kustlijn moet ongeveer gelopen hébben volgens de lijn Bergen-op- Zoom, Utrecht, Stavoren, Gronin- dan kan men vrijwel niets tegen de nog steeds hard waaiende wind oproeien er telkens wordt de schuit weer terugge slagen. Onmacht De buitenboordmotoren kan men de srste tientallen nieters vaak niet bruiken, doordat ze vastslaan in de bo dem. Het is telkens weer een demonstra tie van menselijke onmacht tegen de kracht van de elementen, die daar rond de Moerdijk en rond Willemstad nog steeds hoogtij vieren. Stormvlagen jagen de natte sneeuwbuien over het geteis terde land, waar nog steeds slachtoffers vallen en satanisch loert soms het bleke gelaat van de zon door de wolkenflar den. Mensen worstelen voor hun leven, elke minuut van deze vreselijke dagèn en het is de tragiek, dat vaak eerder de dijken dicht moeten of nieuwe doorbra ken moeten worden voorkomen, voordat men zich kan bekommeren om het lot van de duizenden, die met angst om het hart wachten op een roeiboot, die hen naar de veiligheid daar heel in de verte kan brengen. gen, zodat er dus nog wel het een en ander aan ontbrak. Dit ontbrekende werd aangevuld in de tijden die volgden op de doorbraak van het Nauw van Calais, waardoor een verbinding met Het Kanaal tot stand kwam. Wel werden bij die gelegenheid tevens de lage landen tussen Noord en Oostzee overspoeld, maar te vens kwamen grote zandmassa's die zich in het Zuidelijke gedeelte van de Noordzee hadden opgehoopt, in beweging en werden tegen onze Westkust opgestuwd, waardoor een schoonoal werd opgebouwd die de -basis vormde - voor de duinenrij welke van een punt in de buurt van Calis zich tot vei' in Noord-Ooste lijke lichting uitstrekt. Binnen de duinenrij vormde zich als het. ware een vergaarbak van slib, waardoor het gebied dat ééns aan de zee toe behoorde, na twee duizend jaren tot een brede waddenstrook was gewor den, waarin de zee slechts nog af en toe toegang had. We dienen hier bij in aanmerking te nemen dat het zeeniveau destijds ongeveer h of 5 m lager lag dan tegenwoordig. Maar bij de doorbraak van het Nauw van Calais zijn tevens de élementen der destructie vrij geko men, Want door de verbinding met de Atlantische Oceaan veranderde ook het karakter van de Noordzee. Zij, die eerstijds binnenzee was ge weest en zich altijd vrij rustig en gelijkmatig van karakter had be toond, nam thans deel aan eb en vloedbewingen en de stormlopen die zij op de duinenrij en het daarach ter liggende land ondernam, werd,en steeds heviger naarmate het niveau van de zee steeg. Reeds in de derde eeuw vöör Chr. moet de bevolking in deze stréken voortdurend over last hebben gekregen van het was sende water en omstreeks zes eeuwen later veerden Vlaanderen en grote stukken van Zeeland over stroomd en had de zee de achter de duinenrij gelegen gebieden voor een groot deel weer teruggewonnen. Hoeveel land de zee van onze kust heeft afgeknabbeld, is niet bij benadering te zeggen, maar zeker is dat we met aanzienlijk minder ge noegen hebben moeten nemen dan door de schoorwal aanvankelijk ivas afgebakend. Morgen zal het u duidelijk zijn. H. Pétillon. Nadruk verboden. 10 „Ik zei het nu," kwam Neill tussenbeide, „omdat, wanneer juffrouw Fairlie met dit alles te maken krijgt, ze toch wel het recht heeft precies op de hoogte gesteld te worden. Vanavond speciaal, zou iedereen het gedaan kunnen hebben, met uitzondering van u en haar en mijzelf. Fiona zou het hebben kunnen doen, nadat ze uit de kamer was gestuurd, of Bagnet, die hier even langs kwam, of Mary of de keukenmeid. Of natuurlijk een of ander geheimzinnig wezen van buitenaf, dat hier zou rondhangen om zo nu en dan dingen weg te nemen. Maar het is de volledige waarheid, dat die snuifdoos niet vanavond verdween, terwijl Fiona in uw kamer was, maar al een week geleden!" „Heus, mevrouw Fincham," zei Constance zo vriende lijk mogelijk, „gelooft u niet, dat het het beste is, deze zaak in handen van .e politie te geven?" Waarschijnlijk is hier werkelijk een of andere land loper uit de buurt aan het werk." Er heerste enig stilzwijgen. Mevrouw Fincham trilde nog steeds van opwinding. Neill liep naar het raam en keek naar buiten. Het was pas acht uur en nog niet donker. Er waren rode strepen aan de hemel zichtbaar van de zonsondergang, en Constance zag dat de bomen en struiken bewogen in een zacht briesje. Ze voelde opeens een hevige behoefte aan frisse lucht. Ze ver langde ernaar weg te komen uit dit muffe vertrek., ver weg van de verwarde emoties, die mevrouw Fincham te weeg bracht. Ze merkte, hoe Fiona doodstil, als een angstig dier, voor zich uit zat te kijken en hoe er in Neill's blik iets triomfantelijks was. „Het is geen landloper," zei mevrouw Fincham met nadruk. „Dergelijke mensen hangen hier niet weker lang rond om dingen te stelen, zonder gepakt te worden. Uw idee, om de politie erbij te halen, is belachtelijk, juffrouw Fairlie. Het is overduidelijk, lijkt me, waarom ik de pohtie er niét bij wil hebben. Aangezien me echter dwingt het met zoveel woorden te zeggen, noem ik u de reden van mjj afkeer van de politie in deze: iemand llier in huis moet de dader zyn en ik wens geen schandaal!" „Na deze onomwonden waarschuwing," zei Neill koel, „denk ik, dat diegene onder ons, die het doet wie het dan ook zijn mag wel heel spoedig met zijn snode werk zal ophouden. Het zou dwaas zijn ermee door te gaan. Juffrouw Fairlie zou stellig spoedig de dader ontdekken!" „Dank u," zei Constance droogjes. Hij glimlachte vriendelijk in haar richting". „Ik wilde helemaal niet iets onaangenaams zeggen," zei hij. „Maar liet is toch een feit, dat u er spoedig achter zoudt ko men, nietwaar?" „Ja, ik denk het wel," antwoordde Constance. Ze was er in haar hart echter helemaal niet van overtuigd. Ze uad de indruk, dat de dader over een behoorlijke dosis intelligentie beschikte. Er zat méér achter dan iemand met een wrok, die mevrouw Fincham kleine speldeprikken wilde gevenEr zat méér achter deze kleine diefstallen! Neill had er aan tafel al een toespeling op gemaakt. Ze huiverde even en moest aan haar droom denken, vol Meibloesem en voorjaars geur enafschuwelijke dingen. Ze vermande zich echter en zei op vastberaden toon: „Hoe eerder alles opgehelderd wordt, hoe beter, lijkt me. Dit is een onhoudbare toestand voor iederéén." „De diefstallen zullen nu óf ophouden, öf de dader zal ontmaskerd worden," zei Neill. „Een andere mogelijkheid is er niet, maar ik hoop, dat ze ophouden..,..." „Dat hoop ik ook," zei Constance. Ze bedacht zich, dat misschien inderdaad mevrouw Fincham zélf de dader was. Zo heel vreemd zou het niet eens zyn. Een oude verbitterde vrouw, die op de een of andere manier de aandacht op zich wilde vestigeneen oude vrouw. voor wie de dagen in grote eentonigheid voorbij gingen en die haar verveling door het verwekken van de een of andere sensatie wilde verdrijvenEen oude vrouw met een slecht karakter, van wie niemand ooit had gehouden Ze was er opeens bijna zeker van, dat dit de waarheid moest zijn. En als het zo was, dan zou ze rustig moeten afwachten en op haar hoede zijn. Vroeger of later zou ze er achter komen en zou het mysterie opgehelderd worden. Misschien zou Fiona, dan niet meer bang zijn... Tot haar verwondering stelde Constance vast, dat ze T V^Oooi Jane England Un hef Engels vertaald zich zorgen maakte over het jonge meisje. Het was tegen haar zorgvuldig nageleefde principe om zich niet druk te maken over mensen of dingen, die haar geen stap verder brachten. Om succes te hebben, moet je recht op je doel afgaan en één bepaalde richting kiezen, zonder je te laten afleiden door allerlei gevoelens Ze moest even denken aan deze stelregel, die haar opeens niet zo helemaal houdbaar voorkwam. vlevrouw Fincham liet een onaangenaam lachje horen. „Misschien," merkte ze op, „misschien heeft Mary wel Japans bloed in zich. Die Mary... stof-afnemen doet ze nooit!" „Ik g'a er vandoor," zei Neill, „ik moet naar de boerderij." „Fiona,' beval mevrouw Fincham, „breng, me het triktrak-bórd. We zullen ons gebruikelijke spelletje spelen en daarna ga ik naar bed. Het is een vermoeiende dag geweest. We zullen verder niet over dc snuifdoos spreken. Ik vertrouw er op, dat juffrou.. Fairlie een en ander zal ontdekken. Ik weet, dat ik op haar aan kan." „Goedenavond," zei Neill, terwyl hij het vertrek ver liet. Toen hij vertrokken was, leek de kamer nog desolater en muffer dan voorheen. Fiona zag bleek en 'oewoog zich sloom. Ze stond op van de divan en haalde zonder enig animo het triktrakspel te voorschijn. Mevrouw Fincham glimlachte in Constances richting „Ik ga altijd om een uur of negen naar bed," lichtte ze deze in. „Mary helpt me by het uitkleden en ik lig dan nog enige tijd te lezen." „Als u er geen bezwaar tegen hebt," zei Constance, „zou ik zelf ook graag nu naar bed gaan. Ik ben erg „Uitstekend," antwoordde mevrouw Fincham, „gaat u maar slapen en rust lekker uit. Het zal morgen een drukke dag voor u zijn, een drukke dag „Mag ik u dan"wel te rusten wensen," zei Constance, terwijl ze opstond. Ze dacht met afgrijzen aan het beeld van mevrouw Fincham in nachtgewaad. Het moest vreselijk zijn, de oude vrouw in bed te moeten helpen „Goedennacht," zei ze tot Fiona. „Goedennacht," antwoordde Fiona, en even glansde er iets spotténds in haar ogen. „Goedennacht en slaap lekker!" HOOFDSTUK V Constance werd de volgende morgen vroeg wakker en lag enkele ogenblikken stil te kijken naar het vroege zonlicht, dat de grote kamer binnenscheen. Dit voor jaar scheen er op uit te zijn om de zomer te overtreffen, met zijn mooie warme dagen en koele nachten. Het zonlicht viel op de stoffige donkerrode gordynen rondom het hemelbed en toverde lichtjes op de antieke kandelabers. Er was ook een plek zonlicht op het dikke stoffige vloerkleed en op de oude kast tegen de muur. Het was nog doodstil in huis. Er waren geen bekende morgengeluiden, die er op duidden, dat de mensen wak ker werden. Op de gang werd niet gelopen. Constance keek op haar horloge. Het was half acht. Zou ze thee op bed krijgen of behoorde zo iets niet tot de gewoonten van het huis? Waarschijnlijk niet. Het was niet te verwachten, dat de oude arme Mary daarvoor zou kunnen zorgen. Bovendien kreeg ze er waarschijnlijk niet genoeg thee voor. Maar belangrijker was het, of Mary haar warm water boven zou brengen? En hoe laat ontbeet men hier? Niemand had haar gisteren hiervan op de hoogte gesteld, en zelf was ze te vermoeid en nerveus geweest om er naar te vragen. Ze lachte even bitter. Sinds haar aankomst in dit zonderlinge huis, had ze nog geen gelegenheid gehad om rustig na te denken. Ze had wonderlijke en onaange name indrukken opgedaan. Nog nooit had ze zich zó gevoeld in een nieuwe werkkring! Alles was hier zo heel anders dén ze verwacht had. Ze had het eigenlijk als vanzelfsprekend aangenomen, dat in een normaal huis met modem comfort zou komen, waar het huis houden behoorlijk liep en waar het hoofd des huizes misschien wel een wat zonderlinge, moeilijke oude dame zou zijn, doch niet een afstotelijk wezen als mevrouw Fincham. De diefstallen, waarover Parkinson haar ver teld had, had ze niet erg au serieux genomen: waar schijnlijk deed een van de meiden het of die zonderlinge neef, had ze bij zichzelf gedacht. De opheldering hiervan zou wel niet veel moeite kosten „Ik ga straks naar het dorp om met David Parkinson te telefoneren," besloot ze, „nadat ik met mevrouw Fin cham heb gesproken en er enig idee van heb gekregen, wat ze nu eigenlijk precies van me wil en hoe ze een en ander geregeld wenst te zien." Er was telefoon in het huis aanwezig, maar ze wilde hier liever geen gebruik van maken. Ze kon moeilijk over haar privé aangelegenheden van hier uit met David spreken. „Ik houd het, hoe dan ook, niet uit," zei ze hardop tot zichzelf. „Bovendien kan ik weinig uitrichten. David schijnt er werkelijk geen idee van te hebben, hoe de zaken er voor staan. Wat ze hier nodig hebben is een psychiater in combinatie met een particulier detective." Er werd op haar deur geklopt. „Binnen," riep ze verrast. Fiona's hoofd keek om de deur en aarzelend hoorde ze het meisje zeggen: „Ik weet niet, wat u precies verwacht, maar Neill ried me aan u te gaan zeggen, dat we hier niet aan thee op bed doen. Ik heb echter wat warm water voor u meegebracht. Er wordt hier om half negen ontbeten. „Allemensen," schrok Constance en sprong uit haar bed. Ze droeg een lichtgroene pyama, en Fiona, die het vertrek binnengekomen was met een grote kan met water, keek vol bewondering en afgunst naar dit kledingstuk. Ze droeg zelf een katoenen nachtjapon, waaroverheen een oude rood flanellen kimono. „Ik wou, dat ik ook zulke pyama's mocht dragen," merkte ze op.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 4