s
m
In 's Gravendeel telde men
meer dan zestig doden
Honderden mensen onbereikbaar
op zolders in St. Philipsland
OMTREKKEN VAN NOORD-BEVELAND
ZIJN NIET MEER TE ZIEN...
V
HULP STROOMT VAN
ALLE KANTEN TOE
Zeeland worstelt
SER
Soldaten machteloos in bootjes, die boerderijen niet kunnen naderen
Tegenover dit leed
staat de mens
machteloos
Motorscheepje
vermist
4
HET GOOI EN OMMELAND VAN DINSDAG 3 FEBRUARI 1933
Vlucht boven verdronken land
Angstig wachten groepjes mensen op redding; gered vee
wacht gelaten op stukken droge dijk
(Van onze speciale verslaggever)
HET verjaagde water heeft wraak genomen.
Midden in een orkaannacht is het loeiend
teruggekomen en heeft het opnieuw bezit
genomen van de gebieden, waar het door zwoe
gende, onverzettelijke'Nederlanders was uitge
jaagd in een strijd op leven en dood. Van een
vliegtuig uit hebben wij het resultaat van de
overstromingen gezien en ergens hoog in de lucht
boven die ontzettende watermassa's hebben wij
al onze zegepralen op het water zijn. Diep onder
de indruk van al die intens-tragische gebeurte
nissen, die zich in zo betrekkelijk korte tijd over
de gebieden beneden ons hadden voltrokken, heb
ben wij omlaag gestaard zonder een woord te
zeggen. En toen wij tenslotte, na onze vliegtocht
boven de rampgebieden, op het vliegveld terug
keerden, was het alsof die ene stem namens ons
allen sprak. Die stem, die zacht opmerkte: „Hoe
eens te meer ingezien hoe betrekkelijk tenslotte krijgen ze ooit al dat water er weer uit?"
Wie de Noordzeekust van boven af
beziet, krijgt de indruk dat er eeiK.
enorme, bulldozer aan het werk is ge
weest, die precies langs een liniaal van
noord naar zuid een geweldige hap
duinen uit onze natuurlijke zeewering
heeft weggevreten. Nu lijkt de zee een
rustig, onschuldig diertje, dat vriende
lijk ook eens een kijkje komt nemen
naar de verwoestingen, die zijn aange
richt. Maar het is dat zelfde onschul-
dig-huisende wezen, dat zich enkele da
gen geleden als een vraatzuchtig mon
ster op die duinen heeft geworpen, uit
de oorlog overgebleven bunkers die
te zwaar waren gebouwd om zo maar
even te stoppen als kaartenhuisjes
in elkaar heeft doen storten, stukken
beton en basaltkeien heeft weggezogen,
alsof het dingen zonder enig soortlijk
gewicht waren, en terloops enkele sche
pen bij Scheveningen en Terheyden
op het strand heeft gezet alsof het
lucifersdoosjes waren. Maar dat is alle
maal nog maar een kleinigheid, ver
geleken bij hetgeen ten zuiden van de
Waterweg te zien is. Goed, de schade
aan de kust is enorm en wie de slag
hier heeft moeten opvangen, zal er ze
ker evenzeer door zijn geschokt als alle
andere slachtoffers, waar dan ook. Maar
het is niet weg te cijferen dat de grote
-klappen nóg grotere klappen el
ders zijn gevallen. Daarvoor zijn reeds
Voorne en Goeree de zichtbare bewij
zen. Plaatsen waar eens mensen woon
den, velden waar vruchtbare gewassen
de grond uit schoten en weilanden,
waarin koeien rustig grazend rondlie
pen, zijn plotseling herschapen in grote
meren, waar hier en daar een groepje
bomen of een boerenschuur uit oprijst.
En waar de wegen iets hoger
liggen, zodat zij niet helemaal door
het water overspoeld werden, lig
gen nu lange, vettig-grijze glibber-
banen, zo nu en dan onderbroken op
plaatsen, waar het water een heel
stuk van de dijk opzy heeft gedrukt.
Dieren
Het is een triest gezicht het ang
stig bijeengedreven vee op de stuk
ken intact gebleven dijk te zien
staan, zielig gelaten him verder lot
afwachtend.
..en mensen..
Er ging een schok van ontroering
door de opvarenden van ons kleine
„kistje" toen wij mensen zagen. Men
sen, die eindelijk na lange uren angstig
wachten een rubberboot ,die door de
vliegtuigen van Luchtmacht, Marine en
K. L. M. in grote hoeveelheden worden
„gedropt" boven de rampgebieden
hadden kunnen bemachtigen, en nu, met
vrijwel niets anders dan de herinnering
aan een angstwekkend avontuur, als een
klont ellende langs de daken van wat
eens hun huizen waren, voeren. Op weg
naar een plaats, vanwaar men hen zou
kunnen vervoeren naar een warm bed
en een beetje rust. Want Noord Beve
land, him kleine stukje vaderland, is
verdronken. Dit eiland is inderdaad wel
een van de ergst getroffen gebieden.
Het is één grote watermassa, waar bo
ven uit de daken steken als om aan te
geven dat hier toch heus mensen heb
ben gewoond. Mensen, die nu in motor
sloepen en in de kleine felgele rubber
boten worden geëvacueerd, en een laat
ste moedeloze blik blik werpen op
een klein kerkje, dat iets hoger is ge
bouwd en daarom nu als een achter-
blrjfsel van een vroegere tijd boven de
grauwe golven uitsteekt.
Hier en daar ligt nog een stuk
dijk boven water uit. En wie een
bijzonder goed voorstellingsvermo
gen bezit, zóu zich wellicht de om
trekken van dit kleine Zeeuwse
stukje grond voor de geest Inmnen
toveren. Maar die daarover niet be
schikt, komt niet verder dan tot
een ruwe schets, die nooit klaar
komt omdat men tenslotte niet meer
weet naar welke kant van de rode
daken men nu het verdere verloop
van de dyk moet denken
Noord Beveland Is ondergegaan
in deze gigantische slag, waarin het
water voor de zoveelste maal weer
eens overwinnaar is geweest.
zwaaien en de juichkreten van deze
kleine Zeeuwen lag toch iets besloten
van het aloude „Luctor et Emergo". Zo
goed als dat in Vlissingen te zien was,
waar in alle straten volop werd ge
werkt om hulp aan het andere deel
van het eiland te verlenen.
Over de Westerschelde vliegend heeft
men twee rampgebieden, links en
rechts van zich. Rechts het gebied van
Zeeuws Vlaanderen, voorbij Terneuzen,
dat zelfs een vrij droge indruk maakt,
maar waaromheen de polders alle vol
zijn gelopen. Overstekend naar Zuid-
Beveland'krijgt men weer datzelfde ge
voel hoe het mogelijk is dat dat- rustige
water daar beneden zulke vreselijke
verwoestingen heeft kunnen aanrichten.
Maar een enorm gat in de zeedijk tus
sen Ellewoutsdyk en Baarland, en een
door dat gat ergens midden in de (over
stroomde) polder geworpen veerboot
liggen daar als bewijzen.
Waar eens de trein reed, die Walche
ren en Zuid-Beveland met de rest van
Nederland verbond, bewegen zich nu
kleine, taaie duck's met materiaal en
andere hulpmiddelen voor de getroffe
nen. Van spoorwegvervoer zal voorlo
pig geen sprake kunnen zijn, want al
zou het water morgen verdwenen zijn
dan nog zou het lange tjjd duren voor
de schade aan de onderspoelde spoor
dijk is hersteld.
Het is moeilyk op een tocht, als
deze, nog te geloven in het „Ik worstel
en kom boven". Waar men ziet is wa
ter: Zuid-Beveland, Schouwen en Dui-
veland, Tholen. En overal datzelfde
trieste beeld van verloren gegane be
zittingen, van vee op dyken, en helaas
van ook nog steeds mensen op droge
stukken, in angstige afwachting van
hun rrdding!
Soms heeft het water al iets van zijn
geheimen prijs gegeven en is het al weer
zover gezakt dat een vernietigd huis te
zien komt, of een aantal -verdronken
dieren.
In het Zuidwest-Brabantse land zoekt
men ook tevergeefs naar herkennings
punten. De kaart geeft aan welke na
men men aan een aantal als in pa
nische schrik bijeengevluchte rode
daken moet geven, maar dat is vaak
alles. En hetzelfde beeld blijft het land
schap beheersen. Overflakkee, de Hoekse
Waard, Beyerland,
Ergens staat een schoolgebouw, waar
nog honderden vluchtelingen op hun
redding wachten, de hemel prijzend voor
het feit dat zij voorlopig geborgen zijn,
maar niet eerder gerust vóór zij wer
kelijk vaste grond onder de voeten zul
len hebben
Eindelijk weer normaal leven
Het is bijna een verademing als Per
nis, en daarachter Vlaardingen, zicht
baar worden. Het zonnetje geeft alles
beneden een extra fleur en daardoor
lijkt het een paradijs na alle beklem
mende narigheid, die men zo juist heeft
dan het nol-male leven dat ook zij, die
gezien. En toch is ook dit niets anders
thans alles verloren hebben, nog op red
ding wachten of ergens in rubberbootjes
zwalken, tot voor enkele dagen hebben
gekend.
In het begin van dit verhaal schreven
wij: „Hoe krijgen ze dat water er ooit
weer uit?" Het nuchtere Hollandse
verstand, dat zich door deze ellende
hoogstens even laat beïnvloeden,
nu al weer aan het plannen maken is,
fluistert ons in dat dat zeker gebeuren
zal. Wij twijfelen er niet aan: het water
zal ook al is het nu nog heer en
meester opnieuw verjaagd worden.
Weer zullen mensenhanden dijken dich-1
ten, polders droogmaken en verwoes
tingen herstellen. Maar by de ramp
zalige geschiedenissen, die de Hollandse
vaders geslacht na geslacht aan hun
kinderen zullen vertellen om hen te
waarschuwen voor het water, die
onberekendbare, nooit te vertrouwen
medespeler zal een nieuwe, verschrik
kelijke, gebeurtenis op de eerste plaats
komen: de overstroming van Februari
1953!
-
m
In doodsangst op liet dak van hun huis
staande, temidden van het woeste wa
ter, seinden deze mensen met een vlag
naar het toestel, waarin de Engelse
fotograaf, die deze foto maakte toen
hij Maandag over Walcheren vloog,
zat. (Luchtfoto A.N.P.)
Oproep Hervormde
Kerk
De Generale Synode van de Neder
lands Hervormde Kerk heeft het voor
nemen de gemeenten op te wekken in
de morgengodsdienstoefening van aan
staande Zondag' 8 Februari te komen
tot bijzondere verootmoediging, gebed
en offer.
Honderden militairen via
Antwerpen naar
Kruiningen
Verscheidene honderden Nederlandse
soldaten zijn Maandagochtend vroeg in
Antwerpen aangekomen, waar zij zich
inscheepten naar Hansweerd en Krui
den, in Zeeland.
Doffe berusting bij geredden
Droeve stoet van door smart verstilde mensen
(Van een onzer speciale verslaggevers)
's-Gravendeel, nabij Dordrecht, heeft van alle Zuid-
Hollandse gemeenten, wat het aantal slachtoffers be
treft, wel de zwaarste tol betaald. Maandagochtend
zijn wij er na een moeizame tocht in geslaagd het bij
kans geheel door het water verzwolgen 's-Gravendeel
te bereiken. Een moeizame tocht, omdat de smalle
wegen erheen vrywel geheel versperd waren door schier
eindeloze kolonnes vrachtwagens, militaire auto's en
Roode Kruis ambulances. Het niet al te grote veer kon
heel moeilijk de toevloed van mensen, dieren en auto's
verwerken. Onafgebroken voer de pont over de Dordtse
Kil, die practisch weer zijn normale stand heeft be
reikt. Allen, die de een of andere functie bij dit toch
nog zo gebrekkige vervoermiddel hadden, deden het
uiterste om geen moment van stagnatie te doen optre
den. En het was nodig, dat de in nood verkerenden, die
letterlijk het water tot aan hun lippen hebben zien
stijgen, uit het geteisterde plaatsje werden wegge
voerd. Van 3 uur af in de nacht van Zondag op Maan
dag hebben zij de koude en het geweld der elementen
moeten trotseren; ,op de daken van hun behuizingen
hebben zij de komst van vaartuigen moeten afwach
ten en als er ooit gesproken kan worden van verdriet,
dat de mens in een volkomen apathische toestand kan
brengen, dan was dit bij deze ongelukkigen, die met
dekens om, nachten onder niet meer menselijke om
standigheden hebben zitten wachten.
VLUCHT VOOR HET WATER
Op Walcheren, nauwelijks hersteld
van de zware oorlogswonden, heeft men
de oude vijand wel zeer spoedig terug-
gezien. Een deel van Zeeland's tuin is
opnieuw een prooi van de golven ge
worden. Toch was het hier dat wy ook
een symbool van de onverzettelijkheid
van de Zeeuwen hebben gezien. Op dat
stuk van het eiland, dat gespaard is
gebleven voor deze ramp. draaiden de
molens alsof er niets aan de hand was
en de kinderen op het pleintje van een
dorpsschool juichten ons vrolijk toe
toen wij laag een cirkeltje draaiden bo
ven dit stukje normaal leven in deze
boel van ellende. En in de vrolijke arm-
(Van een onzer speciale verslaggevers)
T. PHILIPSLAND, zich minder met het water verbonden
voelend sinds het geen eiland meer is, is geheel verdronken.
Door zes gaten, die de stormvloed in de zware zeedijk sloeg
alsof het een slap zanddammetje was, stroomde het water binnen.
En binnen een uur was het gehele schiereiland een wild golvende
binnenzee, alles vernielend wat in de weg kwam. De zee sloeg
gaten in de huizenstraatjes van het vriendelijk dorpje St. Philips
land. Talrijke woningen waren niet bestand tegen het geweld.
Zij stortten in elkaar, alleen wat steenklompen steken boven de
watervloed uit. En in de polder staan als wankele eilandjes nog
boven water de kapitale boerderijen en landbouwschuren. De
meesten konden tot gistermiddag toe nog niet bereikt worden.
Honderden volwassenen en kinderen zitten nog op de zolders, reik
halzend uitziend naar verlossing uit de nood.
Hebben ze nog eten en drinkwater? Hoelang zal de boerderij
nog bestand zijn tegen het ondermijnende water? Zij weten het;
niet, maar bij hel tramhuisje op de dijk ligt een motorboot en zijn
reeds militairen aangekomen om het reddingswerk aan te vangen.
Die tocht naar het schiereiland door
de Brabantse Noordwest hoek ging niet
over een weg met rozen. Verscheidene
bleken dood te lopen in ondergelopen
land, maar via Steenbergen kon de dijk
worden bereikt, die naar St. Philipsland
voert en over grote gedeelten tussen de
ondergelopen polders doorloopt. Steen
bergen, als opvangcentrum aangewe
zen, davert van leven en bedrijvigheid.
Op het gemeentehuis is het een komen
en gaan van autoriteiten, die besprekin
gen voeren en orders uitvaardigen. In
de straten hopen zich met het uur meer
militaire auto's en colonnes op. Soldaten
wachten op orders. En als we toestem
ming krijgen de dijk naar het verdron
ken schiereiland op te rijden, begint een
zes kilometer lange weg die" op elke
honderd meter herinnert aan de ramp,
die zich nog bezig is te voltrekken.
Wel is de hulp, spontaan gebo
den, algemeen. Autobussen van de
Gelderse Tramwegen ontmoeten we,
overvol met ouden van dagen en
kinderen, mensen die uit het dorpje
St. Philipsland worden afgevoerd
naar een onbekende maar veilige
bestemming. Vrachtauto's en perso
nenauto's, volgeladen mei inderhaast
samengeraapte bezittingen in een
laken geknoopt, volgen op elkaar.
Koppels angstig loeiende koeien
dreigen de weg te versperren, maar
ook vee-auto's komt men tegen, vol
geladen met koeien, die men uit het
water heeft kunnen redden of langs
de dijken heeft aangetroffen.
En als we dan de dijk teneinde ge
reden zijn, met links van de weg steeds
maar ondergelopen land en geïsoleerde
boerderijen, waar allerlei geïmproviseer
de vlotjes voor de ramen liggen, waarin
huisraad wordt overgeladen en rechts
droog land laat zien, we(k een ramp een
overstroming is, staan we voor een
grote watervlakte. De weg verliest zich
in het water. Anna Jacoba, vanwaar
men kan oversteken naar Duiveland, is
onbereikbaar. Want het gehele schier
eiland is water geworden.
Bij het tramstationnetje staan wati
autobussen en vrachttrucs. Over het
modderige dijkje komen soldaten aan die
koffers en kisten sjouwen en gebukt
gaan onder in toegeknoopte lakens ge
borgen linnengoed en kledingstukken.
Een heeft een oude vrouw stevig onder
de arm genomen en luistert geduldig
r het verhaal dat zij hem -ertelt van
die ongeluksnaeht toen zij, wakker ge
worden, uit haar bed in het ijskoude,
zeewater stapte, dat haar huisje bin
nenstroomde. Hij zal haar even veilig
naar de autobus brengen.
Daar benedendijks ligt St. Phi
lipsland en men staat onwillekeurig
even stil om die lugubere vernie
ling, die het opgezweepte water in
dit dorpje verrichtte, in zich op te
nemen. Want de vloedgolf heeft hier
huisgehouden op een wijze^ die het
hardste mens een brok in de keel
jaagt.
De huisjes staan tot over de kozijnen
m het water. Hier en daar staan ramen
open en ziet men het meubilair in de
kamers ronddrijven. De schilderijen han
gen nog aan de wand, een pendule staat
nog op de schoorsteen. De wind jaagt
de gordijnen fladderend naar buiten.
Houten schuurtjes zyn in elkaar ge
slagen en in hoeken waar al dat weg
drijvende wrakhout zich kon verzame
len en op de deining van het water
schuifelend en krakend door elkaar wart,
ziet men verloren gaan wat nog geen
twee etmalen geleden nog tot een nette
inboedel behoorde.
Hier en daar zijn gapingen tussen de
huizen ontstaan en wijzen boven het
water uitstekende ruwe steenklompen
aan dat hier een huis heeft gestaan dat
het geweld van het water te machtig
werd. Zo kan men door het stadje lopen
over de Oostdyk, die als een oase van
droogte in het water ligt.
Tussen de huizen zwerft hier en daar
een roeibootje met een jongen of een
meisje er in. Oliegoed en waterlaarzen
hebben zij aan. Zij bomen de roeiboot
voort tot zij bij een open raam komen
en stappen naar binnen. Zij geven uit
de woonkamer aan wat zij maar vin
den, dat de moeite waard is gered te
worden na die eerste overhaaste vlucht
de vroege Zondagmorgen,
Wat het water samendreef
Achter de huizen aan de Oostdijk,
onder de wind, hebben water 'en
storm samengedreven wat uit de
huizen werd gespoeld. Tussen wrak
hout van loodsjes en varkenshokken
drijft, merkwaardig genoeg, een le
dikant rond, waarvan het bed is op
gemaakt of geen geweld het hier
heeft gebracht. Op het hoofdkussen
ligt een opengeslagen bibliotheek
boek. Daarnaast ligt een reeds wan
staltig opgeblazen cadaver van een
rondbonte koe. Wat verderop een
half stukgeslagen linnenkast, waar
uit linnengoed puilt. Kinderspeel
goed en klompen dryven in de nabij
heid. Tafels en stoelen liggen door
alkaar, gekraakt en gebroken.
Onbereikbare hoeven
Achter een van de huisjes op de dijk.
beschut tegen de sneeuwjacht die uit
een loodzware lucht losbreekt, staan een
sergeant-majoor en enkele genie-solda
ten uit te kjjken over de binnenzee.,
Onder aan de dyk ligt een motorbootje
met twee kleumende soldaten er in. Zy
wachten op drie platbodems, die de
torboot za Islepen.
Vanmorgen zijn ze over het woelige
water naar de Hermanhoeve en de Stel-
hoeve gevaren, die daar midden in de
polder, op drie kilometer afstand' liggen
ais een oriënteringspunt in de zee. Twee
grote boerderijen, waar de bewoners nog
op de zolders zitten en op hulp wachten.
Ze hebben de boerderijen lot op honderd
meter kunnen benaderen. Toen liep de
boot vast en moesten ze terug. Het water
was teveel gezakt.
Twee etmalen in levensgevaar
Tien volwassenen en vier kinderen zit
ten daar. twee dagen bijeen, steeds
angst verkerend, dat hun toevlueht door
het opgejaagde water zal worden stuk
geranseld. Zoals ze in de verte hebben
zien gebeuren met andere boerderijen.
Als dat komt, verliezen ze onherroepelijk
het leven. Met die wetenschap leven ze
al twee etmalen.
De militairen zyn teruggekeerd. Het
heeft geen zin nog eens te gaan. Het is
te ondiep en met roeiboten is het onbe
gonnen werk. Ze kunnen niet op tegen
de harde wind.
Maar er is hun een gids beloofd, een
boerenknecht, die de omgeving van de
hoeven goed kent en de motorboot door
het water kan loodsen waar de sloten
liggen.
Het is vier uur in de middag. De
die uit de sneeuwbui is losgekomen, staat
al Jaag. Ongeduldig wachten zij op de
gids. Zes kilometer varen, heen en terug
en nog anderhalf uur licht. Hel moet
gauw gebeuren, of die op de hoeven gaan
weer een angstige nacht: in.
In Anna Jacoba
In Anna Jacoba aan het andere eind
van het schiereiland zitten twee honderd
mensen nog in de gevangenis, die water
heet, opgesloten.
Ze zullen van de landzijde moeten wor
den gered. Maar die weg over het water
is lang, en er liggen zoveel boerderijen
in de polder, waar de nood hoog is.
Als we naar onze auto teruggaan,
wordt juist weef een bus vol evacué's
geladen om te worden afgevoerd. Er
wordt niet gehuild of geklaagd. Zelfs de
oude mensen praten nuchter over wat
zy nog hebben kunnen redden, al is het
niet veel. Nu, na anderhalve dag, zijn
ze het ermee eens, dat ze naar veiligei
oorden worden gebracht.
Misschien dat de reactie komt als ze
eenmaal veilig geborgen zijn. Want daai
•erweg ligt immers een overstroomd
dorp, waaraan het water steeds schade
toebrengt.
In dat dorp hebben ze gewoond, van
hun prille jeugd af. Als we in de avond
De starre gezichten der mannen en
/rouwen, waarin de ogen brandden door
het tekort aan slaap, droegen duidelijk
de sporen van de doorgestane ellende.
Kinderen, zieken en ouden van dagen, zij
in het bijzonder, vormden het toonbeeld
van menselijk verdriet. Van enige reac
tie, toen zij uit de boten op de vaste wal
stapten, was bij deze mensen bijna geen
sprake meer. Niemand huilde er van
blijdschap omdat er toch nog hulp was
komen opdagen en zulks omdat deze
gelukkigen volkomen uitgeweend waren
en in voledige overgave en berusting
wachtten op de nieuwe fase in hun leven,
die op dat moment begon.
Een ieder, die deze ongelukkigen groep
bij groep zag arriveren, kon zelf zijn ont
roering nauwelijks verbergen. Het enige
wat men' kon zeggen tot degenen, .die
have en goed, dikwijls moeizaam verkre
gen, na een leven van hard werken ver
loren, was: God, zij dank g'y z'y't gered.
Verschrikkingen
Maar ook dat gaf geen merkbare reac
tie. Daarvoor heeft men te veel familie
leden. buren en kennissen voor zijn ogen
zien verdrinken om over eigen lijfsbe
houd nog met vreugde vervuld te kun
nen zijn. De enkele, die nog de moed had
om iets uit die vreselijke nacht te ver
tellen, toen het water, in tomeloze vaart
de polder instroomde, kon dit slechts
doen in monotone klanken maar het
beeld dat er uit was te vormen, was er
een van verschrikkingen van niet te be
grijpen omvang.
Een vader, die twee van-zijn kin
deren zag wegdrijven, sprong hen na,
maar de stroom was te krachtig en
de vei raderlijke draaikolken waxen
zo sterk, dat de mens hiertegen niet
was opgewassen. Voor haar ogen zag
de tot wanhoop gedreven vrouw,
haar' man en haar twee kinderen
verdrinken. Met moeite hebben
buren haar weten te verhinderen
gen. Huizen wa den ondermijnd en
stortten ineen, alle bewoners, die zich
hen tot in deze gewisse dood te vol-
weer Brabant inrijden, daveren over
grote wegen lange colonnes militaire
vrachtwagens naar het Westen. Zij zijn
beladen met: vlotten, platboomvaartui-
gen, motorboten, levensmiddelen en
ander materiaal. Voorop rijden radio
wagens.
Van andere kanten komen particuliere
vrachtauto's aanzetteh, volgeladen met
zandzakken, rijshout en kruiwagens
Maar wie, zoals wy, de zes gaten in de
zeedijk van St. Philipsland heeft gezien
gaten van 70 tot 300 meter, wie heeft
en hoe de nog gave dyk door het in
de polder opgejaagde water aan de bin
nenzijde afkalft, zodat de kruin soms niei
meer dan enkele decimeters breed is.
vraagt zich af wat hieraan nog kan
worden gedaan. Het ziet er alles zo vol
komen hopeloos uit. De vloed heeft zyn
werk zo grondig gedaan, dat herstel een
onbegonnen werk schijnt.
hier tegen het watergeweld veilig
waanden, bedelvend onder brekende
muren van vallende halken. Gezinnen
werden uit elkaar gerukt en wel zo
snel, dat pas tegen het ochtendglo
ren, toen de storm nog maar steeds
over grauwe wato en loeide, de ach
tergeblevenen beseften, welk een
zware en niet te herstellen slag hun
had getroffen.
Schrijnend contrast
Wij weten het. dat wat zich in 's-Gra
vendeel heeft afgespeeld, ook in andere
nlaatsen in de door de watersnood ge
teisterde streken is' gebeurd, maar hier
werden wij geconfronteerd op de ochtend
van de dag waarop de storm was gaan
iiggen met een schrijnend contrast: een
koesterend zonnetje, dat aan het land
schap een mild aanzien gaf en een niet
in woorden om te zetten leed. 's-Gra
vendeel voelt zich door de doorgestane
ellende één. Nu de redding was gekomen,
wilden de bewoners zich niet meer laten
scheidèn en de soldaten, Roode 'Kruis-
helpsters en de vele particulieren, die
zich by het reddingswerk op zulk een
prijzenswaardige wijze van hun lang niet
gemakkelijke taak hebben gekweten,
toonden hiervoor begrip. Met toegesnoer
de keel hadden zij de evacuatie uil dit
dorp aanschouwd.
Meer dan 60 mensen, aldus de officiële
lezing, hebben in 's-Gravendeel het le
ven verloren. Materieel zal men veel
kunnen vergoeden en gezien het aantal
•rijwilligers en de gezonden hulpmiddelen
•wyfelen wy er niet aan, of men zal hier-
:n slagen.
Maar machteloos staat men tegen
over het leed, ontstaan door het ver
lies van een dierbare dezer mensen.
Niét te tellen zijn de paarden,
koeien en varkens, die een prooi van
de watergolf werden. De lange stoet
dieren die gered konden WO! den <-n
slechts met de kop boven water bijna
twee etmalen hebben gestaan vorm
den, naast de schare vt-ohtelingen,
een intens droevig beeld.
Vergaan in Zeemvse
wateren?
Zowel in Groningen, waar de eigenaar
woont, als in Rotterdam, waar de re
derij Koënigsfeld, voor wie het scheepje
voer, gevestigd is, maakt men zich ern
stig ongerust over het lot van het 380
ton metende motorschip „Brevo".
Sedert Vrijdagmiddag 1 uur, toén het
uit Hansweert in Zuid Beveland met
een lading stukgoederen voor Duits
land vertrok, is het scheepje spoorloos,
hoewel het radio aan boord heeft.
Het is mogelijk, dat het Zaterdag voor
de opkomende storm de wijk heeft ge
nomen in een van de dichtst bijzijnde
havens, bijv. Zijpe op de oostelijke punt
van Duiveland, maar aangezien het ook
radiografisch niets meer van zich heeft
laten horen, wordt gevreesd, dat het
scheepje verloren is gegaan. Aan boord
bevonden zich schipper Breedveld uit
Groningen en enkele bemanningsledèn.
Er was 1 vrouw aan boord, de echtge
note van de stuurman.