GEEF ONS AMPHIBIEWAGENS onzekerheid over Volslagen Schouwen en Noord-Beveland Koningin met waterlaarzen aan in Middelharnis ONHOUDBARE TOESTAND OP THOLEN Catastrophe van enorme omvang Veertien uur onderweg in de noodgebieden DINSDAG 3 FEBRUARI 1953 PAGINA 3 (Verschillende verhalen van verslaggevers) Een iweede dag zijn onze verslaggevers in de noodgebie- den van Nederland geweesi, een iweede dag hebben zij de verschrikkingen van nabij meegemaakt. Hun relaas, dat zij, zoals de zeer ernsiige ioesiand vereist, sober heb ben gehouden, volgi hieronder. Onze reporter in Zeeland seinde ons, via een zeer avon tuurlijk bezoek aan Zuid-Beveland en Sint Philipsland, het volgende: Talloze colonnes naar W.-Brahant Al neemt de omvang van de red dingspogingen gestadig toe, toch gaat alles nog gebrekkig. Er is en blijft een schreeuwend gebrek aan zwaar mate rieel. „Geef ons amphibiewagens", is de noodkreet die uit alle Zeeuwse en Westbrabantse gemeenten opklinkt. De zeer moeilijk te bereiken woningen lo pen gevaar in te storten. Met de kleine en lichte booties waarover de redders thans beschikken is het onmo gelijk de mensen die hier nog verblij ven op te halen. Het gaat hierbij voor namelijk om de eilanden Noord-Beve land en Schouwen. In Noord-Beveland ontbreekt elke hulp. Het eiland ligt to taal geïsoleerd en is misschien geheel overstroomd. Van Zuid-Beveland heeft men ge zien hoe tijdens de storm van eer- gisternacht de dijken sneuvelden en de huizen aan de kust werden weg gesnoeid. Hetzelfde is het geval met de Kerkstraat in Stavenisse, op het eiland Tholen. Schipners van de stad Tholen. die de bedreigde bevolking van Halsteren trachtten te ontzetten, vertelden van onhoudbare toestanden on het eiland. Het ontbreken van drinkwater is ongeveer het grootste probleem, evenals dat op Noord-Be veland het geval is. De waterleidin gen zijn stukgeslagen en daar de be volking op de zolders huist, kan er geen vuur gestookt worden om wa ter te koken. De gehele toestand is verschrikkelijk. Het is nog steeds niet mogeliik ook maar een enigszins globaal overzicht van de omvang van de ramp *e krijgen. Hoe vreemd het ook moge klinken, maar nog steeds zijn geen georganiseerde red dingsploegen erin geslaagd het eiland Schouwen, noch Noord-Beveland te be reiken. Over de toestand aldaar ver keert men dus volledig in onzekerheid Een sergeant van de verbindingstroepen, gedetacheerd bij de commando's in Roosendaal, is er gisteren in geslaagd een provisorisch en op amateuris tische basis opgezet radiocontact met Zierikzee tot stand te brengen. Om 12.10 uur gistermiddag ontving hij het eerste telegram. „Vele dijken gesprongen. Veel mensen verdronken. Velen zyn de ver drinkingsdood nabij. Geen gas. geen water, geen voedsel voor de geïsoleer- den. Verzoek hulp van helieoptères en het droppen van bestuurbare rubber boten op de Markt te Zierikzee". Aldus luidde de droeve tekst van dit eerste telegram. Vier uur later kwam er een tweede: ..Brouwershaven, Noord-Schou wen en Dreischor uiterst Drecair. Drop ping bij Zierikzee mislukt". En ook van de dropping van gisteravond kwart over tien verwachtte men geen noemens waardige resultaten. Integendeel, in Zeeland en West-Brabant vraagt men zich af wat zich op Schouwcn-Duiveland en Noord-Beveland afsneelt. Men kan slechts gissen. Men vindt het onbegrij pelijk dat niet onmiddellijk na het be kend worden van de ramp hulp naar deze eilanden is gezonden. Titanisch reddingswerk Aan de commandotroepen uit Roosen daal ligt dat niet. De manschappen heb ben gisteravond om half twaalf een defi nitief. onherroepelijk commando gekre gen: „Slapen!" 43 uren zijn zij onafge broken in touw geweest. Zichzelf telden zij niet. Indien er geen plaats voldoende voor de evacué'?; in de boten was, gin gen zij er zelf uit en lieten zich door het koude water achter de sloepen slepen. Vele malen zijn zij bij moeilijke reddin gen omgeslagen. De hemel zij dank dat Een luchtopname van de overstro mingen op Duweland. Op het dak van een geheel alleen gelegen huis het ondergelopen land zit en \n, die zwaait naar het overvlie gende toestel. Een rubberboot is blijven steken in dat, wat voor de ramp waarschijnlijk een boomgaard is geweest (Luchtopname A.N.P.-foto) zich daarbij geen ernstige ongelukken hebben voorgedaan. De Zeeuwen zijn trots op deze kerels. Dikwijls hebben zij hun boerenkleren gegeven in ruil voor hun doorweekte militaire plunje. Elders was Dien minder scheutig. Bij de evacu atie van een sigarenwinkelier liet deze enkele commando's de banderolleprïjs van enige pakjes sigaretten, die anders toch aan de golven zouden zijn prijsge geven, betalen. Een oude Zeeuw, die bij zijn redding tegenstribbelde, deelden de knapen die hem kwamen helpen op een gegeven moment mee: „Ga dan zelf maar". Daarop verdween hij in het •ater. Deze stoere knapen met hun groene baretten ontvangen van iedereen steun. Ruim 200 studenten uit Delft en Wage- ningen staan de ganse dag in Roosen daal zandzakken te vullen. Vannacht arriveerden nog 60 man uit de Noord- Oost Polder om hetzelfde werk te komen doen. Uit Monnikendam kwamen vijf mensen een soort Schnellbot brengen. Scheveningers kwamen aanrijden met de bekende witte „duck" die 's zomers op het Scheveningse strand rijdt ter redding van eventuele drenkelingen. Enzovoort. Twee lifters die wij onderweg oppikten, vroegen naar de commando's omdat zij „mannenwerk" wilden doen. et vereende krachten is gisteren de evacuatie voortgezet. Tientallen, mensen werden reeds door burgers en mannen van de veldartillerie en de commando's uit de afgelegen boerderijen in de on dergelopen gemeente Halsteren ge haald. Nog worden hier echter 67 men sen vermist. Er zijn reeds 17 doden ge borgen. Nieuw Vossemeer in St. Phi lipsland is door de commando's ont ruimd. In minder dan één minuut St. Philipsland is overigens typerend voor-de troosteloosheid van de over stromingen. Men zou het een „school voorbeeld" van een overstroming kun nen noemen. Het water heeft van meer dan de helft van dit schiereiland bezit genomen, maar dan ook zo compleet als men zich dat maar voor kan stel len. Hier ook kan men van de ramp een goed overzicht krijgen, daar de weg die dwars door het schiereiland loopt thans door het zakken van het water' weer begaanbaar is. Ook door het ondergelopen dorp St. Philipsland zelf loopt een dijk. Aan weerszijden daarvan stroomt het water tussen de huisjes door. Dit is een genoeglijk dorp geweest. De Voorstraat was een korte maar gezellige dorpsstraat, waar een zekere deftige sfeer heerste. Wat er nu van over is, is alleen maar een décor. Wanneer men recht in deze straat kijkt, staat alles nog keurig overeind. Vredig kabbelt het water langs de gevels van de huizen. Maar de achterzijde van die huizen is er vol ledig afgeslagen. Dit dorp is in minder dan één mi nuut door een verschrikkelijke stort vloed ten onder gegaan. A. Roozen- boom, de smid, die op de dijk woont en vrijwel de enige is die het dorp nog bevolkt, herinnert zich dat alsof het slechts luttele minuten geleden was. „Toen eenmaal de dijk was doorgebro ken", zo vertelt hij, „donderde een geweldige vloedgolf van meer dan een meter hoogte dwars door het dorp. Ik zelf kon nog net van de sluismuur, waarop ik stond, springen om mijn huis te bereiken. Twee seconden later was «Je sluismuur verzwolgen. De school werd in éen klap weggevaagd. Alle houten schuurtjes achter de huizen gingen als kartonnen dozen in elkaar. Vrijwel al 't vee kwam om. Feitelijk is het onbegrij pelijk, dat er in ons dorp slechts acht doden zijn te betreuren. Wij allen wer den totaal verrast en als in een reflex zijn wü de daken opgekropen." „Mijn huis is het oudste in St. Philips land. Maar ik zou er nu graag 125.000 gulden voor geven, daar het zo ongeveer het enige is, dat er nog staat. De ravage, die in het dorp is aangericht, is afschu welijk. Het stinkt er reeds naar de cada vers. Muren zijn van de huizen gescheurd en de brokstukken zijn tegen de dijk geworpen. Geen huis is meer bruikbaar en de gevluchte bewoners bezitten niets anders dan hetgeen zij aan hadden op het moment van hun vlucht. Bij velen was dat slechts een pyama..." In St. Philipsland is het drama, dat zich in de noodgebieden heeft voltrok ken, voor een ieder te zien. Heviger wellicht openbaart het zich aan de hon derden, die de derde nacht in angst en vreze zijn ingegaan zonder enige kans op redding. Deze mensen weten niet, dat Amerikaanse en Franse legeronder delen met groot materieel naar hen op weg zyn, dat Scheveningse vissers zul len trachten over open zee hun over stroomde dorpen te bereiken. Zij kun nen slechts wachten en hopen. Het aan tal dodelijke slachtoffers onder hen stijgt met het uur. Niemand weet daar echter iets van. Evenals men niets met zekerheid weet te zeggen over het lot van de vermisten, die veel groter om de mensen uit de boerderijen en huizen te verlossen, Van velen waren de handen volkomen ontveld. Maar zij wilden van geen ophouden weten. Twee burgers hebben tezamen een weduv/e met negen kinderen uit de golven ge- ïed". Wij hebben ook met een van de Rode Kruis helpers afkomstig uit Eindhoven gesproken. Hij wankelde op zijn benen van moeheid. De hele nacht was hij reeds in de weer geweest om mensen op te halen uit de huizen tussen Fijnaart en Willemstad. Goede motorboten of amphibievaartuigen waren er niet of vrijwel niet ter beschikking. Alles moest met boten met buitenboordmotor ge schieden. Herhaaldelijk sloegen deze motoren stuk tegen palen en prikkel draad, „Wij hebben gelukkig nog tal van mensen veilig aan de kant kunnen bren gen, maar op verscheidene plaatsen zijn wij tc laat gekomen", zegt hij. Te laat was het voor de vele kleine arbeiders huisjes die door het geweld van het water bezweken zijn. Helaas dikwijls vóór de bewoners gered konden wor den. Verstijfd van kou troffen wij een co lonne van vrijwilligers uit Eindhoven aan. Zij slurpten gloeiend hete koffie op en bereidwillige helpsters trachtten zienbaar is dat men zich op een oceaan zou wanen ware het niet dat boven het wateroppervlak huizen en schuren uit kruipen en kale betondaken hemel waarts wijzen. Toen in de vroege mor genuren van Maandag de zon wat aar zelend nog tc voorschijn kwam, hadden deze watermassa's zo'n vredig aanschijn. Niemand, die toen het water zag, zou kunnen vermoeden dat er zulk een bru te onwaarschijnlijk grote kracht zich achter dit water kan verschuilen. Wa ter dat in luttele seconder, kapot sloeg wat in jaren moest worden opge bouwd. De verhalen die men van de doo: door de watersnood getroffenen hoort, zijn practisch alle eensluidend. Velen kwamen eerst tot het besef van de ernstigheid van het noodweer toen de dijken in vele gevallen al bijna niet meer te redden waren. Het water stond bij sommigen al in de huiskamers toen zij gewekt werden door het luiden van de noodklokken. In allerijl moest een toevluchtsoord worden gezocht op de zolders als dit nog mogelijk was. Voor zeer velen bleek deze laatste kans op lijfsbehoud helaas niet meer aanwezig. In 's-Gravendeel, een van de plaat sen die wij op onze tocht door de nood gebieden bezochten, waren, naar wij van egëvacueerden vernamen, meer dan vijftig mensen in de golven om het le- in huishoudschort, de vaders en de mannen met grove baarden, de al lerkleinsten aan de hand of op de arm met zich dragend. Gesproken werd er niet. Gehuild ook bijna niet. Maar allen hadden een doffe blik in de ogen. Rustpauzes onbekend Enkele honderden meters verder op de dijk, waar nu het water Gode zij dank al weer een flink stuk is gedaald, waren vrijwillige werkkrachten bezig met zand zakken en vette klei de gaten te dich ten. Hier vernamen wij dat men pogin gen in het werk zou stellen de enkele kilometers Noordelijker gelegen sluizen te openen. Men hoopt dat het peil van het water hierdoor dan nog meer zal zakken. Ook op de rivier zelf was men druk bezig met de hulpverlening. Tien tallen vaartuigen, vaak gevolgd door een sleep van rubberboten, welke in vroege Maandagmorgen door vliegtuigen waren afgeworpen, vervoerden de slachtoffers van de ramp. Onvermoei- .bare Rode Kruis-zusters boden hier de helpende hand. Ondanks de dodelijke veffmoeidheid waarmee alle helpers te kampen hadden, zetten zij door. Rust pauzes kenden ze niet. Niettegenstaande het feit dat velen van hen al sinds Zon dagmorgen in de weer waren. Alleen als de veerpont onderweg was om weer andere geëvacueerden op te halen, kon den zij een ogenblik uitrusten. Militai ren maakten van deze korte gelegenheid gebruik om een ogenblikje in hun wa gens te kruipen en een licht hazen slaapje te pakken. Maar zodra was de pont gearriveerd of zij schrokken wak ker en gingen onverstoord weer met hun arbeid verder. Kranige, dappere Ned. Rode Kruis Het Nederlandse Rode Kruis heeft per telegram het Internationale Rode Kruis medegedeeld, dat de overstroming thans de vormen heeft aangenomen van een catastrofe van enorme omvang en dat de situatie nog steeds moeilijker wordt. Majoor Edward Winsall, een van de directeuren van het Internationale Rode Kruis, die zich voornamelijk bezig houdt met hulpverlening aan zwaar ge- Doffen gebieden, is Maandag uit Lon den naar Den Haag vertrokken om met Nederlandse Rode Kruis-autoriteiten een bezoek te brengen aan het over stroomde gebied en na te gaan op welke wijze Nederland het best geholpen kan worden. aantal zijn dan de doden. Onze verslaggever in N.W.-Brabant seinde het volgende: De ramp in Fijnaart Ruim vierentwintig uur nadat wij vcor het eerst na de vreselijke ramp Noord-West-Brabant hadden bezocht, zijn wij er teruggekeerd. Op het eerste gezicht lijkt er weinig veranderd te zijn. Hier en daar ziet -iet er naai uit of het water iets is gezakt, elders echter zien wij een weg waar wij daags te vo ren nog gereden hebben volkomen overspoeld door het water. Ondanks alle pogingen om de dijken te behouden, zijn er toch nog hier en daar nieuwe bieuken geslagen, waardoor weer nieuw land werd overstroomd en andere hui zen bedreigd. In Fijnaart hchhen wij gesproken met burgemeester P. W. ter Haar, die ons zakelijk en duidelijk uit eenzette hoe zich de ramp aan zijn ge meente heeft voltrokken. Hoe de dijk bij het Hellegat de eerste was die be zweek voor het geweld van hel water dat in de tijd van nauwelijks een half uur de Henrica Sadiena Polder vulde. Hoe de Elisahetlipolder volliep, maar de Heiningse polder nog goeddeels ge spaard is gebleven. Maandag waren 46 personen verdronken of vermist gemeld. Bij de Stoofdijk was de situatie toen nog steeds precair, maar burgemeester Ter Haar raakte enthousiast toen hij sprak over de moed en het doorzettings vermogen van al die militairen en parti culieren die zich hier hadden ingezet voor de redding van de geïsoleerde be woners en voor het behoud van de dij ken. „De militairen en de cadetten van de Militaire Academie hebben prachtig werk gedaan", vertelt hij. „Zij zijn op het water geweest tot diep in de nacht het bloed weer te doen circuleren in de ijskcude benen en voeten. Uren achter een hebben deze mannen zandzakken aangebracht en gewerkt om de zwakke dijk te redden. Soms moesten wij tot onze knieën, soms tot onze borst in het water, vertelt er een. Zij worden voor zien van droog goed, warme koffie en flink gesmeerde boterhammen. „Hoe is het niet Willemstad?" hebben wij ge vraagd. Men kon het ons niet zeggen. Een klein deel van de buiten de wal len wonenden is via Fijnaart wegge voerd. De bevolking van het stadje zou over het Hollands Diep naar Geertrui- denberg vervoerd en vandaar verder ge transporteerd zijn. Meer dan twee-derde deel van Fijnaart is geëvacueerd. Al leen in de kom van het dorp zijn de be woners nog in hun huizen. Vluchtelingen in Rucphen Op verzoek van burgemeester Albers van Rucphen zijn de nieuwe militaire magazijnen in zijn gemeente ter be schikking gesteld van de evacué's. Men had aangezegd dat men daar op korte termijn tweeduizend vluchtelingen kon verwachten. In het militaire kamp daarvoor alles met grote snelheid reedgemaakt. Er is voldoende ligging en voedsel aanwezig en een geneeskun dig team staat gereed om de zorg voor baby's, zieken en ouden van dagen op zich te nemen. Tot nu toe zijn ruim zes honderd vluchtelingen gearriveerd, meest afkomstig uit Fijnaart en Niéuw- Vossemeer. Alle binnenkomenden worden gere gistreerd. „Voor de sociale verzorging van deze vluchtelingen is de dienst so ciale zorg uit Arnhem van burgemeester Matser op weg hierheen", zei burge meester Albers. De inwoners van Schijf hebben zoveel mogelijk vee onderge bracht uit het getroffen gebied. En vrijwilligers uit Rucphen en St. Willibrord hebben gewerkt als paarden om voldoende zand aan te voeren voor de versterking van de dijken. „Om twee uur in de nacht hebben wij de klok geluid om nieu we hulp", aldus de burgemeester, „en binnen het half uur stonden hier 400 vrijwilligers die zandzak ken hebben gevuld en vervoerd tot er geen zak meer in het dorp was". Overal krijgt men dezelfde verha len, verhalen van nood en ellende, maar daarnaast ook verhalen van edelmoedige hulpvaardigheid,, van grote naastenliefde. Zieken en zwak ken zijn in Rucphen bij particulie ren ondergebracht en bij de burge meester in huis hebben zelfs 25 per sonen onderdak gevonden. Niemand praat nu over last of ongemak, ie der die helpen kan helpt, want be ter dan ooit beseft men nu hoe ge lukkig men is te kunnen helpen in- plaats van geholpen te moeten wor den. Terwü! de berichten uit West-Bra bant en Zeeland droeviger worden, ko men er uit de Langstraat gelukkig gunstiger berichten. In Geertruiden- berg, Raamsdonksveer. Dussen, Hank en Waspik is de toestand verbeterd. Bij Waspik zijn de militairen er zelfs in geslaagd een gat in de dyk te dichten, zodat men in deze streek zelfs hier en daar al weer bezig was om het water uit kamers en kelders te pompen. Zuidhollands polderland Ontstellend triest is nog immer de aanblik van de getroffen wyde Zuid- Hollandse polderlandschappen, zo schrijft een andere verslaggever, nu verzwolgen door een immense water vloed die op sommige plaatsen zo onaf ren gekomen. Van de vroege morgen af was men -hier bezig de slachtoffers van de ramp naar veiliger oorden te bren gen. Mariniers varen met vlotten heen en were door het uitgestrkte polderland. Een veerpont zorgde voor het laatste gedeelte van het vervoer naar het droge land. Politie en miltairen, burgers en leden van de wegenwacht zorgden voor dit transport. Maar niet alleen de men sen werden hier vervoerd. Zoveel mo gelijk trachtten de dappere mannen van- narine ook het vee van de inwo ners van 's-Gravendeel te redden. Tien tallen soldaten met strakke, van ver moeidheid verwrongen gezichten, dre ven de klagelijk loeiende koeien en de vaak onwillige paarden in het weiland, waarna ze zo spoedig mogelijk met vrachtwagens verder werden getrans porteerd. Maar het vervoer van mensen ging uiteraard voor en natuurlijk werd dus aan personenauto's voorrang ver leend. Onafzienbare files auto's van de meest uiteenlopende types stonden met het rustgevende schildje van de EHBO op de voorruit geplakt te wachten. Zo dra er een groep mensen met de veer pont was gearriveerd, werden zij direct in een van de gereedstaande auto's ge zet en verder vervoerd. Meestentijds naar de Ahoyhallen in Rotterdam, of als dit mogelijk was. naar familieleden in de omtrek. Wij zagen er gezinnen met veel kinderen. De moeders slecht gekleed kerels, die beseffen wat het zeggen wil de naasten lief te hebben. De reis naar Brabant, om daar de toe stand in ogenschouw te nemen, bleek niet gemakkelijk. Een omweg van bij- 100 km was noodzakelijk. ruisen evacue s Redders kr De weg over 's-Hertogenbosch bleek de enige mogelijkheid om by de nood gebieden in het Brabantse te komen en tevens ook de enige kans om het getrof fen Zeeuwse gebied zo dicht mogelijk te benaderen. Van deze mogelijkheid werd dan ook een ruim en druk gebruik ge maakt. Ontelbare colonnes vrachtwagens reden in een zo snel mogelijk tempo naar de onder water gelopen streken. Uit de tegenovergestelde richting kwa men luxe auto's en vrachtwagens met evacué's. Zo diep mogelijk weggedoken in dekens, de kinderen stijf tegen zich aangedrukt, werden deze mensen naar veiliger oorden vervoerd. Eén van deze vele auto's werd bestuurd door een land bouwer uit de omgeving van Dordrecht, die zelf Zondagmorgen gered was ge worden. Hij wilde echter niet naar een evacuatiecentrum maar klom onmiddel lijk achter het stuur van een vrachtw gen en hielp zelf mee met het vervoer van zyn medeslachtoffers. Onvermoei baar was deze man, die tot Iaat in de middag v3n Maandag in de weer bleef. Toen werd het hem echter te machtig en hy moest zyn plaats aan een ander af staan. Hoe verder de dag vorderde, des te meer colonnes volgden elkaar op in de richting West-Brabant en Zeeland. Hon derden wagens met militairen daverden over de wegen om hun collega's, die vaak al meer dan 24 uur in touw waren, af te lossen. Vooral in de late avonduren, toen de colonnes vrijwel tot één lang lint waren uitgegroeid, was het op de weg een fascinerend maar tevens gerust stellend gezicht de zware vrachtwagens met de felle koplichten volop brandend hun weg naar de noodgebieden te zien zoeken. Pontonniers van het leger zyn giste ren in de buurt van de Moerdykbrug de ganse dag bezig geweest om de be woners van Station-Moerdijk en van het dorp Moerdijk uit hun isolement te verlossen. Zij gingen met motorboten te water. Hun reddingswerk was werke lijk van een titanisch karakter. Want nog steeds stond er een vrij sterke Noord-Westelijke wind en ook het ge vaar dat de schroeven van de buiten boordmotoren op in de stroom meege sleurde brokken steen en drijvend hout zouden stukslaan was bij lange na niet denkbeeldig. De geredden, die meer dan een etmaal lang aan schier ondenkbare verschrikkingen hadden blootgestaan, hadden alleen een spaar zaam lijfgoed, in kussenslopen kunnen meenemen. Een uitgeputte man stapte wankelend aan land- „Waar moet ik naar toe?", vroeg hij met een toonloze stem.. Een wachtmeester van de mare- chaussée ontfermde zich over hem. Wij stonden op een soort inham, een stukje gespaard land, omringd door on afzienbare golvende watervlakten. Hoog stens een kilometer verder rees een frag ment van een door de stroom stukge slagen huis voor ons op. „Er woonden daar twee mensen", zei ons iemand. ..Zij worden vermist". Aan de einder konden wij de contouren van de Moerdijkbrug onderscheiden. Het bouwwerk maakte een sinister-lachwekkende indruk, want het stond in een kolkende zee en het overbrugde niets meer. Vlakbij rondom een hoger gelegen boerderij, liep het vee rusteloos heen en weer. Militairen joe gen de beesten het water in om hen in veiligheid te brengen. Op de dijk trok ken lange rijen koeien gelaten voort; wanneer het haperde in de troosteloze file, werden zij opgestuwd door schreeu wende militairen. Ergens stak de wie gende kop van een koe boven het water uit. Het beest zwom vlak langs de ramen van een in de stroom weggezakte boer derij; een waanzinnige aanblik. In Zevenbergsche hoek heerst een huive ringwekkende stilte. Eerst Zondagavond, even vóórdat een summiere spoordijk de laatste bescherming tegen het was sende water het begaf, luidde er de noodklok. Het is nu omringd door het water en voor de helft is het onderge lopen. Van de dijk af gezien maakte het stadje, dat de indruk wekt nog slechts een schijnbestaan te leiden, een spook achtige indruk. Beschamende ellende De bewoners van het café „De Zwaan" waren er Maandagochtend teruggekeerd. In de wanordelijke gelagkamer zaten enkele sombere mannen om een kachel. Zij voerden met gedempte stemmen een gesprek. Een van hen noemde een naam. „Van hem hebben ze niets meer ge hoord", zei er een. Er vielen nog meer namen. Namen van mensen, omtrent wie men in onze kerheid verkeert. En de onzekerheid is het ergste. Daar worden duizenden mensen in heel het getroffen gebied geteisterd, door de verlammende door onzekerheid. Wij hebben een man ge sproken die niet wist was er van zyn vrouw en kinderen was geworden. Men gist naar het aantal doden, naar het aantal vermisten in Wesi-Brabant. Aarzelend worden getallen genoemd Maar niemand heeft zekerheid. Afgezien van de trieste zekerheid dat de lijst van de slachtoffers nog steeds groeien de is. De kracht van het geweld van het losgebroken water is nog steeds niet te peilen. In de hal van het station van Breda stond een vrouw. Zij torste een in een dekentje gehuld kind. Aan de omstan ders deed zij met overspannen stem het verhaal van haar redding. Wij vingen een flard van een gesprek op: Wij stonden iot onze nek in het waier. Toen kwamen de militairen." De duisternis bedekte gisteravond een land, gedompeld in een schier bescha mende ellende. Prinses Wilhelmina in Zeeland Koningin Juliana verliet Maan dagmorgen om zeven uur Soestdijk voor een bezoek aan de geteisterde gebieden. Na een kort oponthoud in Den Haag heeft H. M. zich in Dor drecht ingescheept op een vaartuig van de Rijkswaterstaat. Het eerste doel was 's-Gravendeel, waar de Koningin de evacuatie aanschouwde en gesprekken voerde met de bur gemeester, een aantal dokters en de getroffen bevolking. Per boot ging de tocht verder naar Numansdorp, waar H. M. zich onderhield met vele evacué's, die in een café waren on dergebracht. In Middelharnis, het volgende doel, raadde de Koningin met waterlaarzen door het water om het gemeentehuis te bereiken, waar zij zich liet voorlichten over de situatie. H.M, had dc bedoeling verder te varen naar Stellendam, maar moest door tydgebrek daarvan afzien. De kapitein van het vaartuig wilde de verantwoordelijkheid niet op zich ne men in het donker een haven binnen De Koningin keerde om zeven uur in Dordrecht terug en reed vandaar naar Rotterdam, waar zjj achtereenvolgens de evacuatiecentra in het Feyenoord- stadion en de Ahoy'-hallen bezocht. In de Ahoy'-hallen sprak zij o.a. met vluchtelingen van Schouwen en Duive- land. Om negen uur 's avonds kwam H. M. op Soestdijk terug. Prinses Wilhelmina heeft Maandag Zeeland bezocht. Met de veerboot Prins Willem I arriveerde zij des middags in Hoedekenskerke. Vervolgens begaf zij zich naar Kruiningen, Hansweert-Oost, Goes, Wolphaartsdijk, "s Gravenpolder. Kwadendamme, Driewegen, Oudelan- de, 's Heerenhoek en Leeuwendorp. Via de Sloepolder ging zij vervolgens naar Walcheren. Om half zes arriveerde zij in Vlissingen. Via Koudekerke ging zij naar Middelburg, waar zij de nacht heeft doorgebracht. In alle gemeenten onderhield zij zich met nabestaanden van de slachtoffers, met autoriteiten en met werklieden, die bezig zijn de dijken te dichten of te herstellen. Vandaag gaat Prinses Wilhelmina via Veere naar Noord-Beveland. waar zij o.m. Kortgene zal bezoeken. Daarna zal zij een bezoek aan Zierikzee en aan andere gemeenten op Schouwen-Duiveland brengen. Utrecht doorgangs centrum voor de geëvacueerden Utrecht wordt doorgangscentrum voor de geëvacueerden uit de getroffen ge bieden, die in de provincie Utrecht on derdak zullen krijgen. Naar schatting zullen een 20 a 30.000 evacué's passeren. Zy zullen- in de groentenhal aan de Croeselaan worden geregistreerd, waar hen tevens verversingen zullen worden aangeboden. Woensdag worden de eerste 1000 geëvacueerden verwacht, waarvan er ongeveer 3000 in de stad zelf zullen worden ondergebracht. T elevisie-uitzending Filmreportage van noodgebieden De Nederlandse Televisiestichting heeft Maandagavond kwart over acht een korte filmreportage uitgezonden van de toestand in de getroffen gebie den.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 2